• No results found

31 e jaargang nummer 7 aug/sept/okt. 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "31 e jaargang nummer 7 aug/sept/okt. 2020"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

31

e jaargang nummer 7 aug/sept/okt. 2020 Redactie:

Peter Niesten, eindredacteur per 19-04-2020 niestenpeter@hotmail.com Jan Jansen, lid jwjansen.1@home.nl Michiel Janssen, technische opmaak michja@hetnet.nl Fotografie, illustraties:

Michja.

Kopij Voor nov./dec.- nummer 2020: Verschijningsdatum half november.

t/m 5 november 2020, inleveren naar:

redactieredoute@outlook.com of niestenpeter@hotmail.com Bestuur:

Gerard Walraven, voorzitter gm-walraven@home.nl Henri Albersen, penningmeester, vicevoorzitter henrialbersen@kpnmail.nl Truus Ruijpers, secretaris mail@truusoomen.nl Vacature, 2e secretaris

John Courtens, lid courtens@home.nl Marlies Smits-Ummels, lid marlies.smits@home.nl

Peter Niesten, lid niestenpeter@hotmail.com Adres secretariaat:

d' Artagnanlaan 97 6213 CH Maastricht

Telefoon: 043-855 67 18 en 06 519 615 20 E-mailadres Société Redoute: redoute@live.nl

Website: www.societeredoute.com

Bankier: ABNAMRO

IBAN nr. NL32ABNA0447350501 t.n.v. Société Redoute BIC nr. ABNANL2A

Druk: HOUX Digiprint Maastricht

(2)

VAN DE REDACTIE

Vaste mededelingen van de redactie

● Elk lid wordt verzocht om adreswijzigingen, nieuwe telefoon- nummers en gewijzigde e-mailadressen door te geven aan het secretariaat. Indien gewenst kunnen deze wijzigingen in de Courrier vermeld worden. Deze gegevens kunt u dan mailen aan de redactie;

niestenpeter@hotmail.com of redactieredoute@outlook.com.

● Bij het secretariaat komen regelmatig e-mails als onbestelbaar retour, daarom wordt u verzocht om uw mailbox regelmatig te ledigen. Ook kan het zijn dat uw juiste mailadres niet bekend is. Op de ledenlijst kunt u controleren of uw vermelding correct is. Correcties kunt u doorgeven via redoute@live.nl

● Het coronavirus zet nog altijd een stop op alle activiteiten van de Société Redoute. Alle evene- menten tot tenminste 1 januari 2021 zijn afgelast.

● U zult dan ook in deze Courrier geen agenda aan- treffen, de eerstvolgende, geplande activiteit is de Nieuwjaarsreceptie van 8 januari 2021. Hopelijk kan deze doorgang vinden!

● Dit is de voorlaatste Courrier van dit jaar, in november verschijnt de laatste Courrier van dit jaar met hopelijk een aankondiging van activiteiten in 2021.

zaterdag 26 juli 2020 Mondkapje of niet???

(3)

 Bestuurs-mededelingen over de consequenties van de Corona- crisis en over de afwikkeling van de Umbrië-reis te lezen

vanaf blz.04

 Arie de Jong schrijft over 'voorzeggingen' blz.08

 Jan Jansen schrijft het slotartikel over de componist Fauré, te lezen vanaf blz.12

 Weetjes over fotografie blz.22

INhouDsopgAVE:

Op de website... kunt u deze Courrier in kleur bekijken! Doen Hè !

(4)

B EsTuuRsMEDEDELINg GEDULD.

Aan alle kanten is in deze tijd het woord geduld met hoofdletters te duiden.

Het coronavirus heeft ons in een vaste greep en we moeten ons gedrag aanpassen en heel wat beperkingen zijn ons deel.

Het duurt al lang en naar de toekomst toe zijn er geen harde prognoses te maken.

Weliswaar is een aantal versoepelingen doorgevoerd, zodat stilaan de leefbaarheid weer in de richting van wat gebruikelijk was, kruipt.

Maar de social distancing gooit wat ons betreft nog steeds roet in het eten. De afstand die we onder elkaar moeten houden, is nog altijd een harde voorwaarde bij het voorkomen van het verspreiden van het virus.

Dat stelt eisen aan het omgaan met elkaar en beperkt ook de mogelijkheden in accommodatieve zin.

Er zijn weinig locaties die voor een behoorlijk aantal bezoekers de ruimte kunnen bieden met inachtneming van die vereiste afstand.

Zelfs wandelen kent bij aanvang, pauzes en na afloop problemen.

Wij hebben diverse mogelijkheden onderzocht en moeten concluderen dat er geen perspectief aanwezig is waar wij activiteiten verantwoord zouden kunnen ontwikkelen.

Ook de exploitanten delen, na overleg, die mening.

Dat betekent dat wij onze activiteiten voor de rest van het jaar niet door laten gaan.

Wij vinden dit heel erg.

Onze commissies staan te trappelen om de draad weer op te pakken.

(5)

Maar wij vinden het niet verantwoord om ook maar het geringste risico te lopen.

Het knellend juk van de corona dienen wij te dragen.

We zullen de uitgave van de Courrier als gevolg van het vorenstaande beperken, na deze Courrier nog maar één uitgave in November.

In deze ongekende tijden missen we jullie en zouden we oh zo graag elkaar willen treffen.

Het is niet verantwoord en we moeten ons hier bij neerleggen.

Hopelijk ontstaat nieuw perspectief op afzienbare tijd.

Voorlopig zeggen we: Tot dan.

Het bestuur.

(6)

Reis naar Umbrië.

Jullie weten dat de geplande reis naar Umbrië niet is doorgegaan.

Dat lijkt en is logisch, zou je zeggen: door het coronavirus heeft ook de reiswereld stil gestaan en mochten er geen reizen in het binnen- en buitenland doorgaan.

Je kunt dat gelaten over je heen laten komen of je kunt daar actief op inspelen.

Ik heb in een eerdere Courrier kort aangegeven dat de reiscommissie actief en anticiperend met de ontstane problematiek is omgegaan.

Dat heeft geresulteerd in een mooie oplossing in de vorm van een voucher die iedere deelnemer inmiddels heeft ontvangen, inclusief de mogelijkheid om deze voucher na een jaar in te wisselen en dus het geld terug te krijgen, een combinatie-regeling van voucher en geld-retour die toen zelfs landelijk nog niet standaard was geworden.

Nadat aanvankelijk de alternatieve bestedingsmogelijkheden beperkt

waren, zijn die inmiddels verruimd naar het hele reisprogramma van de

Blauwe Vogel.

(7)

Iedere voucher bezitter kan naar eigen inzicht de voucher benutten en voor elke reis van de Blauwe Vogel gebruiken.

Hiermee is voor de Société de reis op de meest haalbare manier afgewikkeld.

Het blijft bijzonder jammer dat het coronavirus als grote spelbreker de geplande reis heeft dwarsgezeten, maar het had erger gekund.

De reiscommissie mag trots zijn op de wijze waarop ze de problematiek heeft aangepakt. Dat geeft veel vertrouwen voor de toekomst, hoe onzeker die op het gebied van reizen ook is.

De voorzitter.

(8)
(9)

De Courrier van Juni lag in de bus. Mooi. Ging dus kijken of mijn coronaverhaal er in stond. Ja, dat was zo. Eerst toch maar mijn kennis bijgewerkt over de

“mindere goden”, daar waar het gaat over componisten. Zo langzamerhand weet ik via Jan Jansen, onze eigen wandelende muziekencyclopedie, heel wat van componisten.

Daarna naar mijn eigen verhaal gekeken. Op de bladzijde daarvoor zag ik een portret van de heer Nostradamus. Natuurlijk kende ik de man. Hij heeft al eeuwenlang een grote fanclub. Ik ken die club, maar hoor daar niet bij. De geschiedenis kent een lange stoet van lieden, die mensen die na hen kwamen hebben gewaarschuwd voor dat wat komen gaat of wat er aan rampen hen te wachten staat.

Vroeger waren dat profeten, later noemde men hen zieners.

Heel lang geleden was er de Apocalyps, het laatste oordeel. Lees en huiver.

Johannes de Evangelist is de auteur. Hij was een eenvoudige visser.

Zijn visioenen waren echter niet mals. Zij die Gods woord niet serieus namen en dat waren er veel kregen er bij het einde der tijden fors van langs. Hun straffen duurden ook nog eens eeuwen. Jeroen Bosch heeft daar een heel naar schilderij aan gewijd. Het boek: “De meeste mensen deugen” ( Rutger Bregman ) was toen nog niet uit. Wellicht had hij zijn taalgebruik dan wat rustiger gehouden en het aantal niet-deugers zou veel kleiner zijn geweest.

Zoals gezegd, hij was maar een eenvoudige visser, het boek was er nog niet en zo het er al was geweest, de man kon niet lezen.

Daarna is het eeuwen zo ongeveer stil geweest. In de jaren rondom 1530 verscheen ene Nostradamus, de man van het plaatje links boven, op het toneel. Die had wel doorgeleerd. Hij was apotheker, astroloog en alchemist.

Voor een goed begrip:

Apothekers stonden in die tijd niet zo goed bekend ( gifmengers en zo ), nu

VooRzEggINgEN, VooRspELLINgEN.

WAARzEggERs, pRofETEN

EN zIENERs

(10)

oefenen zij een eerzaam beroep uit.

Astrologen genoten toen hoog aanzien, tegenwoordig is dat wel even anders. Zeker in onze verlichte Westerse wereld. Niet overal dus. Ben ooit in Sri Lanka geweest en keek daar wel eens een krant in. Ik vond daar advertenties in van huwbare jonge vrouwen, die aan de man wilden komen.

Hele pagina’s waren gevuld met combinaties van: hoog geschoold, goede afkomst en een veelbelovende goede horoscoop ter beschikking.

Alchemisten bestaan niet meer en ook in die tijd was het een beetje dubieus ambacht. Ze zeiden goud te zullen maken en dat lukte ze niet, ook al beweerden ze anders.

Hij, Nostradamus, heeft nog een poging ondernomen om geneesheer te worden. Hij werd niet toegelaten. Schrijven over ver weg en veel later leverde hem tijdens zijn leven al belangrijke banen op. Hij was adviseur van belangrijke lieden. Na zijn leven is hij er beroemd door geworden . Maakte Johannes nog onderscheid tussen gelovigen en niet gelovigen, Nostradamus schreef voor iedereen.

Als ik het plaatje moet geloven heeft hij het Corona virus voorspeld. Dat is kras, dat moet ik toegeven. Hij heeft wel wat hulp gekregen van een onbekende, die zijn geheimtaal voor ons heeft vertaald. Hadden we toch niet wat beter op moeten letten, zou je denken. Het is immers geen onbekende. Lastig evengoed dat hij zo onduidelijk is.

Tot ons geluk waren er vroeger en zijn er ook nu mensen die ons helpen hem te begrijpen. Achteraf weliswaar. Maar toch!

Diegenen die mijn stukjes geregeld lezen, kunnen weten dat ik geen gelovig mens ben. Ben wel goedgelovig. Vertrouw de meeste mensen wel. Wie dat dom vindt of mij zelfs naïef vindt, doet er goed aan € 30 te besteden aan de aankoop van het boek dat ik hierboven al vermeldde: “De meeste mensen deugen” van Rutger Bregman. Daarna een tijdje geen journaal bekijken is ook zeer raadzaam. Dan pas kunnen we op gelijke voet met elkaar praten.

Het zal duidelijk zijn: ik geloof dus niet zoveel van hetgeen de Heer Nostradamus de wereld die na hem kwam heeft laten weten. Doet me denken aan: over het eigen graf willen regeren. Er waren er overigens meer. Ze worden, zoals hierboven reeds gemeld, ook wel zieners genoemd.

(11)

Dat vak kende een hoog afbreukrisico. Ze werden dikwijls niet geloofd, en dat is niet leuk voor een beetje ziener. Erger is dat ze ook wel letterlijk monddood werden gemaakt.

Zonder hoofd kun je niet praten. Dat overkwam trouwens meer vrouwen dan mannen. Opgewonden standjes hadden het vroeger moeilijker dan in deze tijd. Denk eens aan de politiek. Mogelijkheden te over.

Wie zoals ik, graag wat grasduint in het verleden ziet een hele optocht van mislukte profeten, priesters, waarzeggers, piskijkers en zieners voorbij komen. Ze denderen a.h.w. door in een “Mars der Dwazen“. Laat dat nu juist de titel zijn van een boek dat ik ooit heb gelezen. Dat boek handelt over bestuurlijke onvermogen.

Daarover wellicht een volgende keer.

Arie de Jong

(12)

Staf en studenten van de École Niedermeyer, 1871. Fauré op de eerste rij tweede van links; André Messager op de middelste rij als tweede van rechts

(13)

MINDERE goDEN IN DE MuzIEk over de componist Gabriël Fauré (2)

In het oeuvre van Fauré nemen de liederen voor zangstem en piano een enorm belangrijke plaats in. Van de 120 met opusnummer gepubliceerde werken zijn er 37 met losse liederen en liedcycli en van de 22 zonder opusnummer uitgegeven werken gaat het in 7 gevallen om liederen. Fauré gebruikte voor dit genre de twee termen Chanson en Mélodie door elkaar en liet zich vooral inspireren door Franse dichters van zowel net vóór zijn tijd als tijdgenoten. Wat hem vooral zo kwalificeerde als liedcomponist was zijn vermogen, de poëtische inhoud van het gedicht te “vertalen” in muziek, het ritme van de woorden volmaakt te volgen in de zangmelodie en zijn kwaliteit als pianocomponist ten volle te benutten. De piano begeleidt niet, maar vormt met de zangstem één geheel.

Niet iedereen is liefhebber van liedkunst. Maar wie geeft zich niet gewonnen aan Après un Rêve, de voltreffer bij de liederen van de jonge Fauré, waarvan de melodie tijdens het celebrity-huwelijk van Prins Harry en Meghan Markle in een arrangement voor cello ten gehore werd gebracht? Het lied verscheen met twee andere in het opusnummer 7.

De eerste liedcyclus van Fauré, waarbij de samenstellende liederen onderling verband vertonen en onder één gezamenlijke titel worden uitgebracht was Poèmes d’un Jour opus 21, bestaande uit drie prachtige liederen vol jeugdig enthousiasme. Het succes hield echter nooit lang aan. Fauré werd er neerslachtig van. Zijn componistenloopbaan kwam maar niet van de grond. Een schitterende kans leek zich voor te doen, toen hij een financieel zeer aantrekkelijk aanbod kreeg, een opera te

(14)

schrijven, waarvoor de hoog aangeschreven dichter Paul Verlaine, één jaar ouder dan hij, het libretto zou schrijven. Maar Verlaine was een geducht innemer van absinth, het goedje dat in die tijd meer beloftevolle Franse kunstenaars de das om zou doen en was, tegen de tijd dat hij aan het libretto moest beginnen, in een constante staat van dronkenschap en tot niets in staat. Wèg opera!

Toen ook zijn Requiem, waarover later meer, slecht werd ontvangen, nam de depressiviteit van Fauré ernstige vormen aan en begonnen zijn vrienden zich zorgen te maken. Gelukkig was daar een welgestelde vriendin die een palazzo aan het Canal Grande in Venetië bezat en hem daar voor een paar weken mee naar toe nam. Dat heeft Fauré kennelijk goed gedaan; hij herwon zijn vitaliteit en creativiteit met als resultaat twee schitterende liedcycli, Cinq Mélodies “de Venise” opus 58, vijf liederen, zoals de titel al aangeeft, en de negen liederen van La Bonne Chanson opus 61. Beide cycli waren gebaseerd op gedichten van … Paul Verlaine. Haatdragend was Fauré niet.

Nu begon eindelijk zijn muziek de aandacht te trekken die ze al lang verdiende en geld op te leveren. Onder andere werd de terecht nog steeds beroemde Pavane voor orkest en koor opus 50 een groot succes.

Vaste inkomensbronnen waren verder de functie van eerste organist van de Madeleine, op voorspraak van Saint-Saëns, en die van Staatsinspecteur voor het muziekonderwijs in de diverse departementen. Fauré werd ook docent aan het Parijse Conservatorium, waar een van zijn studenten, Maurice Ravel, enorme waardering voor de gedegen vakkennis en ruimdenkendheid van Fauré zou krijgen. Tenslotte stelde het dagblad Le Figaro hem aan als vaste muziekcriticus.

Door een bijna niet na te vertellen reeks gebeurtenissen rond de eeuwige strijd tussen bezetters van machtsposities en vernieuwers, snel beledigde ego’s en slaande deuren schopte Fauré het zelfs tot directeur van het Conservatorium van Parijs. Die benoeming ging niet zonder slag of stoot.

In conservatieve kringen gold hij als een gevaarlijke modernist. Het was 1905 en Fauré was zestig jaar. Hij begon vastbesloten, het inderdaad wel erg belegen curriculum te moderniseren. In het lesprogramma kwam nu ook muziek uit de Renaissance en muziek van Wagner en Debussy.

Fauré stelde van het Conservatorium onafhankelijke commissies aan die

(15)
(16)

over het verdelen van prijzen moesten gaan. Daarmee kwam een einde aan de vriendjespolitiek en het bevoordelen van eigen leerlingen door docenten. Weerstanden genoeg, maar hier deed zich het eigenaardige fenomeen voor van de vriendelijk en zachtzinnig ogende man, die bij voorkeur geen ruzie maakte en toch precies wist wat hij wilde en dat doorzette. Toen Fauré in 1920 zijn functie moest neerleggen door zijn gehoorproblemen wist men niet hoe snel men deze vernieuwingen weer moest terugdraaien.

Het enige probleem van deze maatschappelijke carrière was dat er minder tijd dan vroeger overbleef voor het componeren. Daaraan kwam hij eigenlijk pas toe aan het begin van de jaarlijkse zomervakantie, als hij zich terug kon trekken in een zomerhuisje in Zwitserland of Duitsland. In die jaren bouwde hij onder meer verder aan zijn imposante liederenoeuvre.

Een nieuw genre in de compositorische activiteit van Fauré was inmiddels ook de theatermuziek geworden. In 1893 publiceerde de Belgische dichter Maurice Maeterlinck het toneelstuk Pelléas et Mélisande. De geheimzinnige, dromerige, licht decadente sfeer ervan sloeg overal in als een bom. Debussy was de eerste die het stuk gebruikte voor zijn enige opera. Een paar jaar later kreeg Fauré van een bekende Engelse actrice de opdracht, voor een uitvoering op het toneel, waarin zij de hoofdrol had, bijpassende muziek te schrijven. Nog weer later componeerde de Oostenrijker Schönberg er een groot symfonisch gedicht op en als laatste schreef de Fin Sibelius (Courrier april 2017) er net als Fauré toneelmuziek voor. Uiteindelijk vatte Fauré voor de concertzaal de oorspronkelijk losse stukken samen tot de fraaie suite Pelléas et Mélisande. De zeer bekende Sicilienne hieruit was een eerdere compositie die toen niet veel aandacht had getrokken. Nu werd het stuk alsnog wereldberoemd. Het zelfde deed zich vijftien jaar later voor toen Fauré van Albert I, Prins van Monaco, de opdracht kreeg, muziek voor de Opera van Monte-Carlo te schrijven. Het stuk zou moeten spelen in de tijd van de Italiaanse Commedia dell’Arte, een thema dat toen zeer in de mode was. Denk aan Ariadne auf Naxos van Strauss en Pulcinella van Strawinski (Courriers van november 2014 en april 2015, de laatste over Wassenaer). Van de acht stukken voor deze nieuwe opdracht Masques et Bergamasques was

(17)
(18)

er maar één dat Fauré speciaal voor deze gelegenheid componeerde;

de rest was hergebruikte muziek van eerdere, onbekend gebleven composities. De hiervoor genoemde Pavane zat daar ook bij. Het stuk werd een daverend succes, ook daarna in de Opéra-Comique van Parijs.

Een leerling van Fauré zou later zeggen dat de stukken waarmee Fauré het meeste succes zou hebben, tevens zijn minst ambitieuze waren.

Maar luister op YouTube eens naar deze heerlijke muziek. Zo elegant en spiritueel, zo toegankelijk en melodieus!

In 1907 sprak een Wagnerzangeres er naar Fauré haar verbazing over uit dat hij nog nooit een echte opera had gecomponeerd. Hij was ineens zeer geïnteresseerd. Al snel was een geschikt libretto gevonden. Het was van de hand van René Fauchois die er een deel uit de Odyssee van Homerus voor gebruikte. De centrale figuur in dat gedeelte is Penelope, echtgenote van Odysseus, de eigenlijke held van het verhaal. De Fransen zeggen respectievelijk Pénélope en Ulysse. Penelope wacht al tien jaar op de terugkeer van Odysseus uit de Trojaanse oorlog. Zij moet zich thuis aan het hof een aantal pretendenten van het lijf zien te houden die naar haar hand dingen. Uiteindelijk belooft zij één van hen te kiezen, zodra zij een tapijt dat zij aan het weven is, heeft voltooid. Om die keuze uit te kunnen stellen, haalt zij ’s nachts uit wat ze overdag heeft gemaakt.

Dan verschijnt Odysseus, vermomd als blinde bedelaar op het paleis.

Alleen zijn oude kindermeid herkent hem, maar laat niets blijken. Die avond ontmoet Penelope hem te midden van een aantal schaapherders aan het strand waar zij, zoals altijd, uitkijkt naar het schip van Odysseus.

Ze herkent hem niet, maar hij belooft haar te zullen verlossen van die pretendenten. Als Penelope weg is maakt de bedelaar zich tot grote vreugde van de schaapherders bekend als Odysseus. De volgende avond is er een banket ten paleize. Daar verschijnt de bedelaar tot verbazing van de pretendenten ook. Maar Penelope is de gastvrouw die het voor het zeggen heeft. Op een gegeven moment wijst zij haar gasten op de boog van Odysseus die aan de wand hangt. Wie die kan spannen krijgt haar hand. Allemaal doen zij verwoede, maar vergeefse pogingen tot de bedelaar opstaat. Beledigingen en spotternij alom. Maar de bedelaar spant de boog zonder veel moeite en met een snel gegrepen pijl schiet hij een van de pretendenten dood. De anderen proberen te ontkomen maar worden door de plotseling verschenen schaapherders vermoord. Penelope en Odysseus zijn weer verenigd. Schitterend extatische muziek.

(19)

Bij het componeren van Pénélope was Fauré op het hoogtepunt van zijn kunnen. Hij droeg het werk op aan Camille Saint-Saëns aan wie hij zijn hele leven al zoveel te danken had gehad. Maar het werk vlotte niet erg.

Hij had er eigenlijk door zijn drukke werkzaamheden alleen in de zes zomervakanties van 1907 tot 1912 tijd voor. En de première was voorzien voor 4 maart 1913!

Om die deadline te halen moest een assistent meehelpen met een deel van de orkestratie. De Franse pers had allang lucht van de opera van Fauré gekregen en ook van het onderwerp. Ze werd ongeduldig en zo zien we op een spotprent de oude Fauré als Penelope met naald en draad aan zijn partituur werken en voltooide pagina’s weggooien, zoals zij elke nacht haar tapijt zou

uithalen.

De première in Monte Carlo was geen onverdeeld succes. De uitvoering was niet helemaal top en toen Parijs aan de beurt was had Fauré de pech dat daar een paar weken later de première van Le Sacre du Printemps van Strawinski zou plaatsvinden.

Dat werd bij het publiek en in de pers een tumult en een schandaal zoals de wereld nooit eerder had meegemaakt of later zou meemaken. Niemand had het nog over Fauré’s opera. En een jaar later brak de Eerste Wereldoorlog uit.

Pénélope is nooit echt populair geworden. Fauré had van Wagner de

“doorgecomponeerde” stijl en het gebruik van Leitmotive (zie Courrier april 2018) overgenomen. Dus geen losse aria’s, duetten en terzetten die de handeling ophouden, maar voor het doorsnee operapubliek nu eenmaal een must zijn. Hij noemde zijn stuk dan ook niet een Opéra maar een Poème Lyrique. Overigens bevat de muziek niets van

(20)

Wagner; ze is typisch Frans, ingehouden, edel en voornaam. Als in een statige dans met golvende ritmiek wordt de oud-Griekse sfeer prachtig getroffen. Het bescheiden orkest werkt zeer effectief en vocaal is het schitterend. Extatische momenten zijn kort, maar indrukwekkend. De herkenningsscènes doen denken aan de in dezelfde tijd gecomponeerde Elektra van Richard Strauss (zie Courrier augustus 2019) en de krachttoer met de boog van Odysseus herinnert aan Die Walküre van Wagner (Courrier mei 2018) waarin Siegmund het wonderzwaard Nothung uit de essenstam trekt. Scenisch zijn dit voor de regisseur prachtkansen. Samen met muziek, plot en tekst zijn we hier eigenlijk weer bij een hoogtepunt in het muziektheater, dat helaas zelden wordt uitgevoerd.

Fauré was nu wel helemaal arrivé. Hij kreeg hoge onderscheidingen en werd lid van gerenommeerde genootschappen. Ook zijn persoonlijk leven gaf blijk van deze voorspoed. Hij huisvestte, zoals gefortuneerde Franse heren uit die tijd dat deden, de dame van zijn laatste buitenechtelijke relatie in een eigen appartement in Parijs en verscheen bij gelegenheden openlijk met haar aan zijn zijde. In 1921 kreeg hij van de Franse staat de opdracht, ceremoniële muziek te schrijven ter herinnering aan het honderdste sterfjaar van Napoleon op St. Helena. Het werd de Chant Funéraire voor militair blaasorkest, zijn zwanenzang, schitterende rouwmuziek (YouTube!) die hij later nog zou arrangeren voor een cellosonate. In 1922, twee jaar voor zijn dood, was er van staatswege een feestelijke manifestatie te zijner ere. Fauré zat in de presidentiële loge gelukkig glimlachend naast de Staatspresident, maar hoorde, als gevolg van zijn gehoorproblemen, van zijn muziek geen noot meer.

Laten we eindigen met het Requiem waarmee het eerste deel van dit artikel in juni/juli van dit jaar begon. Fauré schreef het toen hij voor in de veertig was. Een bijzondere aanleiding was er niet; hij componeerde het naar eigen zeggen voor zijn eigen plezier. Afgezien van dat van Mozart waren er in die tijd twee beroemde Requiems, een van Berlioz, het andere van Verdi. Dat van Berlioz was spectaculair en overdonderend.

Berlioz vertelde later met enige trots dat zijn muziek de kapelaan van dienst zo geëmotioneerd had, dat hij op het altaar was flauwgevallen. Het Requiem van Verdi, overigens een onversneden meesterwerk, was ook nogal extravert en schilderde de dood als iets ontzag- en vreeswekkends.

Zo niet Fauré, die in zijn lyrische versie waarin de berusting overheerst

(21)

de meest angstaanjagende teksten zoals het Dies Irae weg liet. Het koor en de twee solisten, sopraan en bariton, hadden prachtige partijen en de bescheiden instrumentale begeleiding met daarin ook het orgel, althans in de oorspronkelijke opzet, werkte heel goed. Later maakte men daar een groot en luidruchtig orkest van, maar die vergissing is snel ingezien. Fauré was verder ook nog zo vrij geweest, teksten van buiten het traditioneel Middeleeuwse kader toe te voegen en de volgorde van de misonderdelen naar eigen inzicht te wisselen. Daar kon de Kerk niet tegen en na de eerste uitvoering in 1888, in de Madeleine, kwam er dan ook een geestelijke naar Fauré toe en zei, Mijnheer, voor ons hoeven die nieuwigheden niet zo; het repertoire van de Madeleine is omvangrijk genoeg. Dat men daar een paar generaties later weer anders over is gaan denken konden mijn vrienden en ik in 1961, nota bene in de Madeleine, met eigen oren vaststellen.

Fauré met zoon fauré met Nadia Boulanger 1904

(22)

Camera’s van smartphones worden steeds beter en dan kan de fotograaf natuurlijk niet achterblijven. Voorkom veelvoorkomende fouten tijdens het fotograferen.

Camera bij de hand

‘De beste camera is de camera die je bij je hebt’, is een veelgebruikte uitspraak onder fotografen. En onze smartphone hebben we altijd bij de hand voor een fotomomentje. Maar sommige foutjes maken we heel vaak tijdens het fotograferen met de smartphone.

1. Vinger voor de lens

Het lijkt zo logisch als wat: geen vinger voor de lens. Toch zien we nog genoeg opnamen voorbijkomen die mislukt zijn omdat er een wazige vlek van een vinger in de hoek te zien is. En dat is jammer. Een oplossing is om de camera in landschapsmodus met twee handen vast te houden: duimen aan de onderste rand en uw ringvingers op de bovenrand. Hierdoor kan hooguit uw pink voor de lens komen. Een nóg betere manier is om de camera te bedienen met uw stem. Zo kunt u al uw vingers veilig op de telefoonrand houden.

Tip over 'Fotogaferen met u stem', hoe u stembediening inschakelt.

Fotograferen met uw stem

Altijd degene die met z’n ogen dicht op een groepsselfie staat of net de verkeerde kant opkijkt? Schakel spraakopdracht in op de Galaxy S-smartphones om iedereen leuk op de foto te krijgen.

7 VEELgEMAAkTE fouTEN BIj hET

foTogRAfEREN

(23)

Door ‘cheese’, smile’, ‘capture’ of ‘shoot’ te zeggen als u een foto wilt nemen, geeft een timer op het scherm aan hoelang het nog duurt voordat de foto wordt genomen. Zo kunt u zich concentreren op uw beste pose.

Bijkomend voordeel: doordat u niet op de ontspanknop hoeft te drukken, kunt u de telefoon met twee handen vasthouden. Dat vermindert de kans op bewogen foto’s. Ook video’s opnemen is op deze manier een stuk makkelijker. Zeg ‘Record video’ en de opname start.

Instellen van spraakbesturing gaat op de Samsung Galaxy S5 en latere modellen als volgt:

Open de Camera-app.

Tik op het pictogram van een tandwiel.

Tik eventueel op Opnamemethoden.

Tik op het schuifje naast ‘Spraakopdracht’, zodat dit blauw kleurt.

Tik bovenin op het pijltje naar links.

Maak een testfoto door ‘shoot’ te zeggen.

De timer verschijnt in beeld en er wordt een foto gemaakt.

2. Bewogen foto’s

Bovenstaande tip helpt ook bij het maken van scherpere foto’s. Hoe steviger u de camera vast hebt, hoe kleiner de kans op mislukte foto’s door bewegingsonscherpte. Plaats de smartphone eventueel op een speciaal telefoonstatief. Een andere reden van onscherpe foto’s is het gebruik van een te lage sluitertijd. Hoewel veel smartphones tegenwoordig zo slim zijn dat ze kunnen inschatten of een object stilstaat of beweegt, gaat het soms nog fout met automatische instellingen. Gevolg: een foto van een vage streep in plaats van een spetterende actiefoto van uw voetballende kleinkind.

Gelukkig hebben de meeste foto-apps op de telefoon een handmatige instelling waarbij u zelf de sluitertijd kunt bepalen. Zorg bij beweging voor een sluitertijd van minimaal 1/125ste. Hoe sneller de beweging, hoe hoger de sluitertijd. Meer weten over handmatige instellingen? Lees dan hierna 'Ken uw camera'.

3. Flitsen

Flitsen geeft over het algemeen sfeerloze foto’s zonder diepte. Dan is er nog het gevaar van rode ogen op de foto. Bovendien is zo’n fel flitslicht in je ogen helemaal niet fijn. Kortom: wij zijn geen fan van flitsfoto’s.

Hoe dan wel? Door de flits uit te zetten, verhoogt de camera automatisch

(24)

de zogenaamde ISO-waarde. Deze term is overgenomen uit de tijd van filmrolletjes. Hoe donkerder de omstandigheden, hoe hoger de ISO-waarde die u nodig hebt voor een goed belichte foto. Ook hier biedt de handmatige stand uitkomst: vaak kunt u zelf de ISO-waarde instellen. Let op! Een hogere waarde leidt wel tot ruis in de foto. Daarom is het verstandig, in situaties waar dat kan, de ISO-instelling zo laag mogelijk te houden.

4. Scheve horizon

Sommige mensen houden ervan, anderen verfoeien het: scheve foto’s. Wat uw voorkeur ook heeft: als u het doet, doe het dan goed. Kies voor echt recht of écht scheef. Een horizon die een beetje afloopt zorgt dat een zee leegloopt of dat een gebouw op omvallen staat. Het hulplijnenraster is een handig hulpje om lijnen recht te houden.

Hulplijnen (raster) instellen op Samsung-toestel:

Open de camera-app.

Tik op het tandwiel.

Tik op Hulplijnen.

Hulplijnen (raster) instellen op iPhone:

Tik op Instellingen.

Tik op Camera.

Tik op het schuifje achter ‘Raster’ als dit grijs is. Het schuifje wordt groen en de functie is ingeschakeld.

5. Onderwerp onscherp

Bij het maken van foto’s is het van belang dat u scherpstelt op het onderwerp van de foto. Scherpstellen met de smartphone is niet ingewikkeld: houd de telefoon zo stil mogelijk en tik op het scherm op het punt waarop scherpgesteld moet worden. De camera van de telefoon stelt nu zelf scherp. Dit is zichtbaar op het scherm. Tik daarna op de knop waarmee u foto’s kunt maken om de opname te maken.

6. Inzoomen

De camera’s van telefoons worden steeds beter. Sommige smartphones hebben zelfs meerdere lenzen voor verschillende fotomomenten. Toch zijn er beperkingen: inzoomen kunt u beter niet doen met de meeste smartphone. De scherpte van de foto wordt een stuk minder, soms zelfs blokkerig. Inzoomen gaat namelijk niet met een speciale lens zoals bij een

(25)

camera, maar via de software. Dit heet digitale zoom en zorgt altijd voor kwaliteitsverlies. Is het onderwerp te klein in beeld, probeer dan in te zoomen met uw voeten door dichterbij het onderwerp te gaan staan. Eventueel kunt u later de foto nog uitsnijden met een beeldbewerkingsprogramma.

7. Waar was dat ook alweer?

Vergeten waar die leuke foto is genomen is geen fout, maar soms wel heel vervelend. Én erg onhandig als u de plek nog eens wilt bezoeken of iemand anders wilt tippen. Met gps-coördinaten weet u altijd precies waar dat speciale fotoplekje ook alweer was. Daarvoor moet u wel de locatievoorzieningen aan hebben staan.

Locatie-instellingen van de camera activeren op Samsung-toestellen Open de camera-app.

Tik op het tandwiel.

Tik op Locatietags.

Tik eventueel nog op Inschakelen.

Het kan zijn dat er een pop-upscherm verschijnt om de locatienauwkeurigheid te verbeteren. Tik op Akkoord.

Locatie-instellingen van de camera activeren op de iPhone Tik op Instellingen.

Tik op Privacy.

Tik op Locatievoorzieningen.

Zet ‘Locatievoorzieningen’ aan door op het grijze schuifje te tikken (tenzij die al groen is).

Tik op Camera.

Tik op Bij gebruik van app.

Ken uw camera!

Wat de toonladders zijn voor muzikanten, zijn de camera-instellingen voor de fotograaf. Leer daarom uw toestel kennen voor de mooiste foto’s!

Handleidingen

Uw handen jeuken en u popelt om erop uit te trekken en mooie plaatjes te schieten met uw camera. In dat geval hebben we een teleurstellend advies. Blijf thuis! Blijf thuis en lees de handleiding van uw camera. Want als u de instellingen van uw toestel niet kent, kunt u simpelweg geen goede foto’s maken. Toevalstreffers daargelaten.

Handleidingen blinken doorgaans niet uit in klare taal en heldere uitleg. Het

(26)

kost dus enige moeite om door zo’n boekje heen te komen. Daarom zetten we een aantal vaak voorkomende begrippen voor u op een rij. Gewapend met die kennis is het doornemen van de handleiding een stuk gemakkelijker.

Kunt u uw handleiding zo snel niet terugvinden? Op de volgende website zijn de meeste handleidingen gratis te downloaden:gebruikershandleiding.com.

Een foto maken

Wat gebeurt er eigenlijk als u een foto maakt? Welnu, u drukt op de ontspanknop waardoor er gedurende korte tijd licht valt op de sensor van uw camera. De sensor verwerkt dit tot een foto. Drie zaken bepalen de totale hoeveelheid licht die op de sensor valt: diafragma, sluitertijd en ISO.

Diafragma

De opening waardoor licht op de sensor valt, noemt men diafragma. Hoe groter dat gaatje, des te meer licht er op de sensor valt. Maar hoe groter de opening, des te kleiner de scherptediepte wordt. De grootte van het diafragma wordt aangegeven met een getal waarvoor de letter ‘F’ staat.

Iets om goed te onthouden: hoe groter het diafragmagetal, des te kleiner de opening! Dus F22 is een kleiner gaatje dan F4.

Sluitertijd

De sluitertijd is de totale tijd dat er licht op de sensor valt. De sluitertijd wordt uitgedrukt in secondes of een deel daarvan. Ziet u bijvoorbeeld 1/500, dan betekent dit één vijfhonderdste van een seconde. Neemt u foto’s uit de hand, dan kan de sluitertijd niet te lang zijn omdat er anders bewegingsonscherpte ontstaat. De grens daarvoor ligt bij de meeste mensen op 1/125.

ISOISO is een term uit het filmrolletjestijdperk. ISO geeft de lichtgevoeligheid aan. De basiswaarde is doorgaans 100 of 200 ISO. Hoe hoger het getal, des te lichtgevoeliger de sensor wordt. Bij sommige camera’s gaat die gevoeligheid wel tot 6400 ISO. In situaties met weinig licht wordt vaak de ISO-waarde opgehoogd. Maar een hogere ISO leidt wel tot ruis in uw foto.

Daarom is het verstandig, in situaties waar dat kan, de ISO-waarde zo laag mogelijk te houden.

Belichtingsdriehoek

Diafragma, sluitertijd en ISO bepalen de hoeveelheid licht die op de sensor valt. Deze drie samen noemt men de belichtingsdriehoek. Waarom? Omdat als een van de drie gehalveerd wordt, een van de andere twee verdubbeld moet worden om dezelfde hoeveelheid licht te houden. Een voorbeeld maakt

(27)

dit duidelijk: stel u wilt een foto maken van een mooie zonsondergang. De belichting die nodig is levert het volgende op: diafragma F8, sluitertijd 1/30 en ISO 100. Zoals u zojuist hebt gelezen is bij een sluitertijd van 1/30 de kans op een bewogen foto heel groot. Maar als we nu de ISO twee stapjes ophogen, kan de sluitertijd 2 stapjes kleiner worden. De totale hoeveelheid licht die op de sensor valt blijft dan gelijk, oftewel we hebben een foto met dezelfde belichting. Maar wel een foto die niet is bewogen!

Scherptediepte

Wie zich voor wil doen als een fotograaf met verstand van zaken, begint over scherptediepte. Dat is het deel van de foto dat scherp is. Als u een landschap fotografeert dat vanaf de voorgrond tot aan de horizon scherp is, spreekt men van grote scherptediepte. Maakt u een portret waarbij de persoon op de voorgrond scherp is maar de achtergrond wazig, dan spreekt men van een kleine scherptediepte. Deze scherptediepte is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de grootte van het diafragma en de brandpuntsafstand van de lens.

Witbalans

Eén van de lastigste begrippen in de fotografie is witbalans. Met deze instelling ijkt u de camera, vertelt u het toestel welke temperatuur het licht heeft. Begrijpt u wel? Nee? Wel: het licht om ons heen is niet neutraal wit, maar heeft een bepaalde kleur. Dat geldt evengoed voor zonlicht als voor tl-licht of gloeilampen. Het menselijk oog corrigeert die kleur totdat wit weer wit is. Maar een camera doet dat niet omdat het toestel simpelweg licht registreert. Dus kan er over foto’s een onaangename rode of blauwe gloed hangen. Maar dit kan gecorrigeerd worden door middel van de witbalans. Uw camera heeft voorinstellingen voor direct zonlicht, schaduw, bewolkt of tl-licht.

Brandpuntsafstand

Camera’s maken gebruik van lenzen. Een lens zorgt dat het licht terechtkomt op de sensor. Evenwijdig licht valt op de lens die dit vervolgens bundelt naar de sensor. Het punt waar deze bundel scherp is noemt men de brandpuntsafstand. Bij spiegelreflexcamera’s kunnen de lenzen worden verwisseld. Bij compactcamera’s doorgaans niet. Maar deze camera’s maken gebruik van samengestelde lenzen (objectieven noemt men dat) waarbij de brandpuntsafstand kan worden gevarieerd. En bij compactcamera’s noemt men dat ‘optische zoom’. Lenzen hebben namelijk de volgende eigenschap: hoe langer de brandpuntsafstand, des te groter wordt het onderwerp afgebeeld. Dus

(28)

voortaan snapt u dat als u de camera ‘inzoomt’ u in wezen de brandpuntafstand vergroot. Iets anders om rekening mee te houden: hoe groter de brandpuntafstand hoe geringer de scherptediepte.

Let goed op het verschil tussen ‘optische zoom’ en ‘digitale zoom’. Dat laatste is geen eigenschap van de camera, maar een trucje waarbij de foto kunstmatig wordt uitvergroot. Iets wat u later met fotobewerkingssoftware ook kunt doen.

Scherpstellen

Een foto maakt u door de camera te richten op het onderwerp en daarna de ontspanknop in te drukken. De meeste mensen zien over het hoofd dat de camera tijd nodig heeft om scherp te stellen. Dus om ervoor te zorgen dat het onderwerp niet wazig in beeld komt. Geef de camera daarom de tijd om scherp te stellen. Dat doet u door de ontspanknop half in te drukken. Dat is voor uw camera het sein om de belichting te vergrendelen en de focus te zoeken. Daarna drukt u de ontspanknop volledig in en de foto wordt genomen.

Toepassing gulden Snede

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Communie door communicanten en ouders Communicanten: erg leuk omdat ik voor het eerst de Heilige Communie kreeg, en ook kaarsen mocht aansteken; in de kerk voel ik mij nog

Want Stadstuin Theresia nodigt jou als inwoner van deze wijk graag uit voor de online training ‘Meer contact’.. Voor de eerste 25 deelne- mers is de

Mijn vader zei dat hij niet alle papieren meer had, dat er niet zo veel meer over was, maar toen ik voor het eerst die cijfers onder ogen kreeg, dacht ik: als dit het bedrag is

Bij beroepschrift van 14 februari 2020, ingekomen op 17 februari 2020 en aangevuld op 10 maart 2020, heeft [verzoeker] beroep ingesteld tegen de beslissing van de werkgever van 6

Ik heb gezien en nog veel meer Wat jij mij hebt gezegd Weet je nog ik wilde niet kijken Maar de foto’s in mijn hoofd zijn echt Ik had niet zo veel hoeven zien Bewust was ik er

Nu het bezwaarschrift van 16 april 2014 niet voldeed aan de eisen van artikel 6:5 Awb en er binnen de geboden hersteltermijn van 4 weken geen nadere gronden van bezwaar zijn

De datum en de locatie lagen al vast: aanstaande zondag in de ziekenboeg van de

In het kader van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen de volgende vier adressen heradresseren en één adres extra toekennen aan recreatiewoning Ossenkolkweg 3A op de