• No results found

Schoolplan ZWOLLE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Schoolplan ZWOLLE"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Datum: 27 september 2019

Schoolplan 2019-2023

Obadjaschool Cluster 3

Obadjaschool Cluster 3

ZWOLLE

(2)

2 5 5 5 5 5 5 6 6 6 7 7 7 8 8 8 9 9 10 10 10 10 11 11 12 12 12 12 12 13 13 13 13 13 13 13 14 14 14 15 15 15 15 15 16 16

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord 1.2 Doelen en functie

1.3 Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan 1.4 Verwijzingen

1.5 Aandachtspunten Inleiding 2 Schoolbeschrijving 2.1 Schoolgegevens

2.2 Kenmerken van het personeel 2.3 Kenmerken van leerlingen

2.4 Kenmerken van ouders en de omgeving 2.5 Sterkte-zwakteanalyse

2.6 Risico's

2.7 Landelijke ontwikkelingen

2.8 Aandachtspunten Schoolbeschrijving 3 Grote ontwikkeldoelen

3.1 Grote ontwikkeldoelen 4 Onderwijskundig beleid 4.1 De missie van de school 4.2 De visies van de school 4.3 Levensbeschouwelijke identiteit

4.4 Sociale en maatschappelijke ontwikkeling 4.5 Actief Burgerschap en Sociale Cohesie 4.6 Leerstofaanbod

4.7 Vakken, methodes en toetsinstrumenten 4.8 Taalleesonderwijs

4.9 Rekenen en wiskunde 4.10 Wereldoriëntatie 4.11 Kunstzinnige vorming 4.12 Bewegingsonderwijs 4.13 Wetenschap en Technologie 4.14 Les- en leertijd

4.15 Pedagogisch handelen 4.16 Didactisch handelen

4.17 Actieve en zelfstandige leerhouding van de leerlingen 4.18 Klassenmanagement

4.19 Zorg en begeleiding 4.20 Afstemming 4.21 Extra ondersteuning 4.22 Talentontwikkeling 4.23 Passend onderwijs 4.24 Opbrengstgericht werken 4.25 Resultaten

4.26 Toetsing en afsluiting 4.27 Vervolgsucces

(3)

17 17 17 17 17 17 17 17 18 18 18 18 18 18 18 19 19 19 19 19 19 19 21 21 21 21 21 21 22 22 22 23 23 23 24 24 24 24 24 24 26 26 26 26 26 26 26 26 27 29 5 Personeelsbeleid

5.1 Integraal Personeelsbeleid

5.2 Bevoegde en bekwame medewerkers 5.3 Organisatorische doelen

5.4 De schoolleiding 5.5 Beroepshouding 5.6 Professionele cultuur

5.7 Beleid met betrekking tot stagiaires 5.8 Werving en selectie

5.9 Introductie en begeleiding 5.10 Taakbeleid

5.11 Collegiale consultatie 5.12 Klassenbezoek

5.13 Persoonlijke ontwikkelplannen 5.14 Het bekwaamheidsdossier 5.15 Intervisie

5.16 Functioneringsgesprekken 5.17 Beoordelingsgesprekken 5.18 Professionalisering 5.19 Teambuilding 5.20 Verzuimbeleid 5.21 Mobiliteitsbeleid 6 Organisatiebeleid 6.1 Organisatiestructuur 6.2 Groeperingsvormen 6.3 Het schoolklimaat 6.4 Veiligheid 6.5 Arbobeleid

6.6 Interne communicatie 6.7 Samenwerking 6.8 Contacten met ouders 6.9 Overgang PO-VO 6.10 Privacybeleid

6.11 tussenschoolse opvang (overblijven) 7 Financieel beleid

7.1 Lumpsum financiering, ondersteuning en gesprekken 7.2 Externe geldstromen

7.3 Interne geldstromen 7.4 Sponsoring

7.5 Begrotingen 8 Zorg voor kwaliteit 8.1 Kwaliteitszorg 8.2 Kwaliteitscultuur

8.3 Verantwoording en dialoog 8.4 Het meten van de basiskwaliteit 8.5 Onze eigen kwaliteitsaspecten 8.6 Wet- en regelgeving

8.7 Inspectiebezoeken 8.8 Evaluatieplan 2019-2023 9 Strategisch beleid

(4)

29 29 30 31 32 33 34 35 36 9.1 Strategisch beleid

9.2 Extra paragraaf (1)

10 Aandachtspunten 2019-2023 11 Meerjarenplanning 2019-2020 12 Meerjarenplanning 2020-2021 13 Meerjarenplanning 2021-2022 14 Meerjarenplanning 2022-2023

15 Formulier "Instemming met schoolplan"

16 Formulier "Vaststelling van schoolplan"

(5)

1 Inleiding

1.1 Voorwoord

De indeling van het schoolplan 2019-2023 is afgestemd op het Strategisch beleidsplan van de Stichting voor Speciaal onderwijs op Gereformeerde grondslag te Zwolle en de thema’s die wij relevant vinden voor onze schoolontwikkeling.

Deze thema’s vormen de focus voor onze kwaliteitszorg. Dit betekent, dat wij de thema’s beschrijven (to plan: wat beloven we?), periodiek beoordelen (to check: doen we wat we beloven?) en borgen of verbeteren (to act). De thema’s die we onderscheiden komen (deels) overeen met de standaarden die de inspectie onderscheidt in het toezichtkader 2017. Naast schoolontwikkeling focussen we op de ontwikkeling van ons personeel. In het hoofdstuk Personeelsbeleid beschrijven we welke middelen we inzetten om de medewerkers te ontwikkelen van start- naar basis en vakbekwaam (Cao-PO).

1.2 Doelen en functie

Ons schoolplan beschrijft, binnen de kaders van het Strategisch beleidsplan van de Stichting voor speciaal onderwijs op Gereformeerde grondslag, in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van kenmerken (fase: to plan). Op basis van de huidige situatie hebben we diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten en daarmee op onze actiepunten (fase: to check) voor de komende vier jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als een verantwoordingsdocument (Wat beloven we?) richting de overheid, het bevoegd gezag en de ouders en als een planningsdocument (Wat willen we wanneer verbeteren?) voor de planperiode 2019-2023. Op basis van onze lijst met actiepunten stellen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan op. In het jaarverslag zullen we steeds terugblikken of de gestelde actiepunten gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren.

1.3 Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan

Ons schoolplan is opgesteld door managementteam van de school en ter advies voorgelegd aan de

medezeggenschapsraad. De teamleden hebben meegedacht over de missie en visie(s) van de school en een bijdrage geleverd aan het vaststellen van de actiepunten voor de komende vier jaar. In de planperiode 2019-2023 zullen we planmatig hoofdstukken van ons schoolplan met elkaar bespreken. Daarnaast zullen we aan het einde van ieder schooljaar het jaarplan voor het komend jaar samen vaststellen. Ieder jaar kijken we met het team ook terug:

hebben we onze actiepunten in voldoende mate gerealiseerd? Tenslotte dragen we zorg voor een cyclische evaluatie van de thema’s, zoals beschreven in dit schoolplan.

1.4 Verwijzingen

1.5 Aandachtspunten Inleiding

(6)

2 Schoolbeschrijving

2.1 Schoolgegevens

Gegevens van de stichting

Naam stichting: Stichting voor Speciaal Onderwijs op Gereformeerde

Grondslag

Algemeen directeur: A.C.W. Hak

Directeur onderwijs:

Adres + nummer: Hasselterdijk 33

Postcode + plaats: 8043 PD Zwolle

Telefoonnummer: 038-4226078

E-mail adres: a.hak@so-zwolle.nl

Website adres: www.so-zwolle.nl

Gegevens van de school

Naam school: Obadjaschool cluster 3

Teamleider: D.J. Rutterkamp (VSO) en M. Vos (SO)

Adres + nummer.: Willem Barentszstraat 72

Postcode + plaats: 8023WS Zwolle

Telefoonnummer: 038-4540642

E-mail adres: info@so-zwolle.nl

Website adres: www.so-zwolle.nl

2.2 Kenmerken van het personeel

Het managementteam van de school bestaat uit de teamleider en de intern-begeleiders. De teamleider stuurt de school aan.

Het team bestaat uit:

leerkrachten

onderwijsassistenten orthopedagoog

schoolmaatschappelijk werker logopedisten

conciërge

Van de 53 medewerkers zijn er 46 vrouw en 7 man. De leeftijdsopbouw wordt gegeven in onderstaand schema (stand van zaken per 1-9-2019).

(7)

Per 1-9-2015 MT O(O)P Ouder dan 64 jaar

Tussen 55 en 64 jaar 7

Tussen 45 en 54 jaar 1 9

Tussen 35 en 44 jaar 1 11

Tussen 25 en 34 jaar 1 18

Tussen 15 en 24 jaar 1 4

Totaal 4 49

Onze school heeft een grote groep ervaren leraren; we benutten hen voor de begeleiding van de wat jongere leraren.

2.3 Kenmerken van leerlingen

Onze school wordt bezocht door 91 leerlingen. De kenmerken van de leerlingen zijn:

Cognitief functioneren onze leerlingen op ZML-niveau.

De meeste leerlingen hebben een bijkomende gedrags- en/of lichamelijke beperking.

Het leerlingenaantal op onze school is vrij stabiel. We signaleren de laatste 3 jaren een kleine daling. Waarschijnlijk is dit een gevolg van Passend Onderwijs.

2.4 Kenmerken van ouders en de omgeving

Onze school staat in Zwolle en heeft een zeer grote regionale functie die zich uitstrekt van het noorden van Friesland tot Apeldoorn en van Vriezenveen tot Nunspeet. De ouders van deze leerlingen hebben allen een reformatorische levensbeschouwing en hechten er veel waarde aan dat het onderwijs op deze grondslag wordt gegeven.

2.5 Sterkte-zwakteanalyse

IIn het kader van ons nieuwe schoolplan zien we voor de komende vier jaren een aantal kansen (intern en extern) en bedreigingen (intern en extern) voor wat betreft de school, het personeel en de leerlingen. We willen daarmee nadrukkelijk rekening houden in ons beleid en onze beleidskeuzen.

STERKE KANTEN SCHOOL ZWAKKE KANTEN SCHOOL

betrokken medewerkers isolement t.o.v. basisscholen vanwege zeer grote regio levensbeschouwelijke identiteit isolement t.o.v. regionale scholen vanwege schoolsoort

of identiteit

lerende teams plannen omzetten in acties

gespecialiseerd onderwijs veel kennis verloop onder personeel ondersteuning nieuwe medewerkers

KANSEN SCHOOL BEDREIGINGEN SCHOOL

samenwerking met regionale speciaal onderwijs scholen waardoor expertise wordt gedeeld en meer leerlingen het reformatorisch onderwijs kunnen volgen

diversiteit in ondersteuningsbehoefte is groot

samenwerking tussen onderwijs en zorgpartners financiën samenwerking tussen s(b)o scholen van Berséba. huisvesting werk vanuit kansen

toewerken aan ontschotten van de scholen d.m.v. interne samenwerking

(8)

2.6 Risico's

In het kader van ons nieuwe schoolplan zien we voor de komende vier jaren een aantal risico's voor wat betreft de school, het personeel en de leerlingen. Hieronder beschrijven we de risico's per beleidsterrein en de voorgenomen maatregelen.

2.7 Landelijke ontwikkelingen

Passend Onderwijs is een brede ontwikkeling die voor onze school, naar verwachting de komende tijd meer impact gaat krijgen.

Dit zien we met name terug in de kleine afname van aanmelding van nieuwe leerlingen. Daarnaast zien we dat leerlingen die wel aangemeld worden een verdichting/verzwaring van (gedrags)problematiek met zich meebrengen waarvan een reguliere basisschool moet constateren niet tegemoet te kunnen komen aan de gevraagde onderwijs- /zorgbehoeften.

2.8 Aandachtspunten Schoolbeschrijving

(9)

3 Grote ontwikkeldoelen

3.1 Grote ontwikkeldoelen

Voor de komende vier jaar hebben we een aantal grote ontwikkeldoelen (streefbeelden) vastgesteld. Deze ontwikkeldoelen (streefbeelden) vormen de focus voor ons handelen in de jaren 2019-2023.

Het grote stichtingsoverkoepelende doel is dat wij (indien mogelijk alle) leerlingen met een reformatorische achtergrond met een bijzondere onderwijs-/zorgbehoefte kunnen opvangen binnen onze stichting. Dit willen wij realiseren in de samenwerking met zorgpartners als Adullam, Agathos, Bartiméüs, Kentalis en Eleos.

De samenwerking met de zorgpartners wordt verdiept en verbreed.

Schoolspecifieke ontwikkeldoelen zijn als bijlage opgenomen.

Bijlagen

1. Streefbeelden

(10)

4 Onderwijskundig beleid

4.1 De missie van de school

De slogan, voortkomend uit onze missie en visie is: ‘Meer dan meetbaar’.

Op onze scholen hebben we kinderen met allerlei intelligenties: van laag tot hoog. We willen voor alle kinderen een passend onderwijs aanbod bieden, gericht op hun cognitieve vermogen, hun mogelijkheden en behoeften, zodat ieder kind zijn of haar geschonken scheppingsgaven optimaal kan ontwikkelen. Om te kunnen ontwikkelen is er meer nodig dan alleen ‘meetbare’ gegevens. Het gaat om de ontwikkeling van het kind als gehele mens en die is niet in tabellen te vangen, juist ook in sociaal – emotioneel opzicht. Alle meetbare en niet-meetbare gegevens nemen we als school, tijdens de hele schoolperiode, als bagage mee op onze 'zoektocht' naar wat het beste is voor het kind. Daarbij is de voornaamste reden is dat we ons onderwijs geven in het besef dat de 'verticale relatie' centraal staat. Geestelijk leven is niet te ‘meten’, maar het mooiste zou zijn als middels ons onderwijs kinderen de HEERE leren kennen. Zo gaat het om meer dan meetbaar.

4.2 De visies van de school

Visie op identiteit

In onze school staat de Bijbel centraal. We willen de leerlingen toerusten en vormen naar de Bijbelse normen en waarden.

Visie op onderwijs

Onderwijs is onze kerntaak. Iedere leerling heeft een onderwijsbehoefte. Voor iedere leerling is er een

onderwijsperspectiefplan vastgelegd met daarin het aanbod van de specifieke onderwijsbehoefte. We stellen als doel dat het onderwijs ertoe bijdraagt dat de leerling als volwassenen deel kan nemen aan de maatschappij.

Visie op lesgeven

Leraren doen ertoe. De kwaliteit van het onderwijs wordt bepaald door de opbrengst van het handelen van de leerkracht.

Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn:

zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken bij de leerkracht van groot belang:

1. de leerkracht beheerst het vak van lesgeven 2. de leerkracht werkt vanuit een moreel kader 3. de leerkracht is innerlijk stabiel en zelfverzekerd

4. de leerkracht is in staat om te reflecteren en daaruit keuzes te maken 5. de leerkracht stelt het belang van het kind boven andere belangen 6.

Visie op leren

Kinderen leren doordat ze nieuwsgierig zijn. Onze leerlingen hebben een extra stimulans nodig om te komen tot leren en gemotiveerd te blijven om te leren. Naast cognitieve vaardigheden die wij naar niveau aanbieden neemt het leren leven een grote plaats in in ons onderwijs.

4.3 Levensbeschouwelijke identiteit

In de statuten zijn de grondslag en het doel van de stichting aldus verwoord:

Artikel 2

“De stichting heeft als grondslag de Heilige Schrift als het onfeilbaar Woord van God, zoals daarvan belijdenis wordt gedaan in de artikelen 2 tot en met 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Zij onderschrijft geheel en

onvoorwaardelijk de Drie Formulieren van Enigheid, zoals deze zijn vastgesteld door de Nationale Synode, gehouden te Dordrecht in de jaren 1618 en 1619.

De stichting en de van haar uitgaande school (scholen) maken gebruik van de Statenvertaling als de meest getrouwe overzetting van Gods Woord uit de grondtalen, met uitsluiting van elke andere vertaling”.

(11)

Visie op de mens

Om het doel van de opvoeding en het onderwijs te beschrijven, kunnen we niet om de vragen rond het mens-zijn heen. De vraag “Hoe beschouwen wij het kind, de mens?”, moet eerst beantwoord worden, wil de vraag “Wat is het doel van de opvoeding?” aan de orde komen. Hierbij dient Gods Woord ons te leiden als enige richtsnoer. In Zijn Woord zegt de Heere ons hoe het leven van Zijn schepselen werkelijk is en hoe het zou moeten zijn.

Bijbels mensbeeld

In Gods Woord lezen we hoe God de mens schiep: goed en naar Zijn evenbeeld. Genesis 1:31a: “En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed.”

Maar ook lezen we hoe de eerste mensen de band met God verbroken hebben; hoe Adam, die als het hoofd van het werkverbond het hele menselijk geslacht vertegenwoordigde, het verbond Gods verbroken heeft, waardoor de schuld gekomen is over alle mensen tot verdoemenis. Ons doopformulier vermeldt het zo duidelijk: “Wij zijn met onze kinderen in zonden ontvangen en geboren en daarom kinderen des toorns, zodat wij in het Rijk van God niet kunnen komen, tenzij wij van nieuws geboren worden.”

Verlossing beloofd

God Zelf heeft een weg ter verlossing gegeven. Direct na de val in het paradijs beloofde de Heere de komst van de Zaligmaker. Genesis 3:15: “En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.”

Als een gouden draad loopt door de Bijbel de geschiedenis van deze beloofde Zaligmaker. Hij, de Zoon van God, kwam, opdat geestelijk doden door Zijn kracht weer levend kunnen worden. “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.” (Johannes 3:16).

Wedergeboorte noodzakelijk én mogelijk

Noodzakelijk is dus het geloof in Hem, dat door de Heilige Geest, als toepasser van Christus’ heilsweldaden, in de wedergeboorte in het hart wordt gewerkt (Zie Heidelbergse Catechismus vraag en antwoord 65).

De Bijbel spreekt van een persoonlijk geloof en van een persoonlijke bekering. We kunnen niet van Abraham overnemen wat geloof is, of van David de ware zondedroefheid en de vreugde in Gods vergeving. De Heilige Schrift wijst op de noodzaak dat we persoonlijk weten moeten hoe groot onze zonde en ellende is en hoe we daarvan verlost moeten worden. Gods Woord leert ons duidelijk dat iedere zondaar van nature in een staat van zonde, blindheid, onwetendheid, in een geestelijke doodsstaat is. Er moet een radicale verandering plaatsvinden, willen we ooit zalig kunnen worden. Daartoe is een Goddelijk werk nodig. De Heere Jezus spreekt over de noodzaak van de

wedergeboorte met Nicodemus (Johannes 3).

Op kinderlijke wijze moet met onze kinderen gesproken worden over die noodzakelijkheid én de mogelijkheid van de vernieuwing van het hart. Met gunning mag er gesproken worden met de vraag: “Wie heeft lust den Heer’ te vrezen?”

(Psalm 25) Het is onze diepe wens om in het reformatorisch onderwijs met twee woorden te spreken, te weten zonde en genade.

4.4 Sociale en maatschappelijke ontwikkeling

Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan de sociale en maatschappelijke ontwikkeling van de leerlingen. We doen dit omdat we onze kinderen willen opvoeden tot verantwoorde burgers. Ze moeten naar

vermogen goed voor zichzelf kunnen zorgen en goed kunnen omgaan met de mensen en de wereld om hen heen (dichtbij en verder weg). De ontwikkeling van de groep en de individuele leerlingen wordt a.d.h.v. de methode ZIEN! in kaart gebracht. Tijdens de groeps(leerling) bespreking wordt deze besproken (leerkracht en IB). In deze gesprekken worden ook mogelijke aanpakken voor een groep of voor een individuele leerling besproken.

4.5 Actief Burgerschap en Sociale Cohesie

Onze scholen zien het als opdracht om een bijdrage te leveren aan de opvoeding en vorming van kinderen en jongeren.Het uitgangspunt daarbij is de Bijbel en de daarop gefundeerde belijdenis van de kerk. Het doel daarvan is ze te leren de hun geschonken gaven in te zetten in de dienst van God en de naaste en daarmee van de

samenleving. Ze op die manier met hun beperkingen te vormen tot zelfstandige persoonlijkheden die hun burgerschap verstaan. Deze opdracht vervullen we in afhankelijkheid van de HEERE en in een gemeenschap die mede bestaat uit de ouders, die de eindverantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen dragen en de kerken die ook aan deze vorming bijdragen.

(12)

4.6 Leerstofaanbod

Bij de start van elke leerling op onze school wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Op grond van

intelligentiegegevens, sociaal-emotionele ontwikkeling en leerresultaten (indien van toepassing) wordt vastgesteld hoe we verwachten dat de leerling zich qua leerresultaten zal ontwikkelen. Daarbij wordt een verwachting

uitgesproken richting de uitstroombestemming.

Na de evaluatieweek wordt bekeken of de leerling zich volgens het gestelde perspectief ontwikkelt. Blijft de

ontwikkeling achter bij het gestelde perspectief dan wordt nagegaan welke extra hulp de leerling nodig heeft. Als blijkt dat de leerling zich sneller ontwikkelt dan wordt het perspectief bijgesteld

We laten het onderwijs zoveel mogelijk aan sluiten bij de mogelijkheden van het kind. Dit gebeurt bij de vakken lezen, schrijven, taal, rekenen, wereldoriënterende vakken, expressievakken, bewegingsonderwijs, sociaal-emotionele ontwikkeling, praktische vakken, burgerschapsvorming en ICT. Deze vakken worden gegeven aan de hand van verschillende leerlijnen die binnen onze school ontwikkeld zijn (zie bijlage).

Bijlagen

1. Uitstroombestemming en leerlijnen (V)SO

4.7 Vakken, methodes en toetsinstrumenten

Door het cyclische proces van jaarlijkse toetsafname is het mogelijk om de opbrengsten van het onderwijs in kaart te brengen op de vakgebieden sociale veiligheid, mondelinge taal, spelling, lezen en rekenen. Om de ontwikkeling, stilstand of achteruitgang van de leerling te volgen, is het noodzakelijk dat leerlingen vanaf een bepaald niveau (zie bijlage) minimaal één keer per jaar getoetst worden door afname van niet-methodegebonden toetsen.

Kort samengevat is de doelstelling van toetsen:

.. volgen van de leerling in zijn leerontwikkeling. Vervolgens kan herhalingsstof of verrijkingsstof worden aangeboden .. bepalen van niveau, waarop de leerling functioneert.

Bijlagen

1. Toetskalender 2019-2020

4.8 Taalleesonderwijs

Het vakgebied Nederlandse taal krijgt veel aandacht in ons curriculum. We leren de kinderen taal om goed met anderen om te kunnen gaan en om effectief te kunnen communiceren. Om de wereld om je heen goed te kunnen begrijpen is het nodig om de taal adequaat te leren gebruiken. Ook bij veel andere vakken heb je taal nodig. Het is belangrijk dat kinderen goed kunnen lezen, omdat ze daardoor de informatie bij de andere vakken beter kunnen begrijpen en gebruiken.

Veel van onze leerlingen hebben te maken met ontwikkelingsproblematiek op het gebied van spraak en taal. Om hierin te kunnen ondersteunen hebben we binnen ons curriculum een logopedie-aanbod voor die leerlingen die na screening hiervoor in aanmerking komen. De overige leerlingen ontvangen extra begeleiding van onze logopediste d.m.v. DGM-lessen (denkstimulerende gespreksmethodiek). Om het leesonderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de ontwikkelingsbehoefte van de leerling hebben we een divers aanbod op het gebied van lezen: pictolezen en reguliere leesmethoden. Wanneer blijkt dat dit aanbod niet passend is, wordt de methode Leespraat ingezet. Deze methode gaat uit van het principe leren lezen met woordbeelden vanuit de persoonlijke belevingswereld van de leerling.

4.9 Rekenen en wiskunde

Rekenen vinden we een belangrijk vak. Het rooster borgt, dat we expliciet aandacht besteden aan rekenen en aan het automatiseren van het geleerde. We werken bij rekenen met groepsplannen.die gebaseerd zijn op onze rekenleerlijn.

De rekenleerlijn is opgezet volgens de methode Rekenboog.

4.10 Wereldoriëntatie

Wereldoriëntatie vinden wij van belang, omdat onderwijs meer is dan taal en rekenen. Wij willen onze leerlingen breed ontwikkelen. Wereldoriëntatie komt bij ons op school aan de orde middels thematisch werken in een rijke leeromgeving. Daarbij worden domeinen als aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, gezond gedrag en verkeer geïntegreerd. In dit leergebied oriënteren leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze

(13)

problemen oplossen en hoe ze zin en betekenis geven aan hun bestaan. Leerlingen oriënteren zich op de natuurlijke leefomgeving en op verschijnselen die zich daarin voordoen. Leerlingen oriënteren zich ook op de wereld, dichtbij en veraf, toen en nu en maken daarbij gebruik van cultureel erfgoed.

4.11 Kunstzinnige vorming

Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen zich breed ontwikkelen en dat ze zich oriënteren op kunstzinnige en culturele aspecten die een rol spelen in hun leefwereld. Dat zij kennis verwerven van de actuele kunstzinnige en culturele diversiteit en dat ze die naar gelang hun begripsniveau leren begrijpen en waarderen. Deze

schoolplanperiode staat muziek hoog in het vaandel. Het is een extra taal voor onze leerlingen. Onder begeleiding van externe professionals ontwikkelen we een eigen leerlijn.

4.12 Bewegingsonderwijs

Op onze school hechten we veel belang aan lichamelijke opvoeding. Opvoeding is wat ons betreft een zaak van hoofd, hart en handen. Daarnaast vinden we het vak belangrijk vanuit het sociale aspect: leren bewegen doe je altijd samen. De leerlingen in het SO krijgen bewegingsonderwijs van hun eigen bevoegde leerkracht. De VSO-leerlingen krijgen les van een gymdocent.

4.13 Wetenschap en Technologie

Onze leerlingen leren vooral door te doen. Met name binnen het VSO is er aanbod op het gebied van praktische vakken/vaardigheden. Leerlingen krjigen bijvoorbeeld les in houtbewerking. Daarnaast zijn er mogelijkheden om te verdiepen in lastechniek en het vak van loodgieter en elektricien.

4.14 Les- en leertijd

Op onze school hanteren we de volgende lestijden:

We starten ’s morgens om 8.25 uur en lunchen tussen 11.45 en 12.15 uur. ’s Middags is er les van 12.35 – 15.00 uur.

Op woensdag zijn de tijden: 08.25 – 12.15 uur. Voor de leerlingen t/m 6 jaar gelden dezelfde lestijden, alleen op woensdag hebben zij vrij Op onze school willen we de leertijd effectief besteden, omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we ze voldoende leertijd plannen, zodat de leerlingen zich het leerstofaanbod eigen kunnen maken. We werken vanuit een lessentabel (zie bijlage), een weekoverzicht en een dagvoorbereiding.

Bijlagen

1. Voorbeeld weekrooster 2. Voorbeeld weekrooster

4.15 Pedagogisch handelen

Onze leraren hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak: hun leerlingen op te voeden tot goede burgers.

Daarom vinden we het belangrijk dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. In onze lessen besteden we dan ook gericht aandacht aan de sociale en maatschappelijke competenties van de leerlingen. Onze leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen.

4.16 Didactisch handelen

Op onze school hebben de leraren de onderwijsbehoeften van de leerlingen in kaart gebracht. Op basis daarvan zorgen de leraren voor gedifferentieerd en gestructureerd onderwijs: ze zorgen voor leerstof, uitleg, opdrachten en begeleiding die past bij zowel de groep als geheel, als de individuele leerling. Daarnaast variëren ze de leertijd afhankelijk van de onderwijsbehoeften. De instructie wordt gegeven aan de hand van het model Directe Instructie.

Van belang is, dat de uitleg en de verwerking van de leerstof leiden tot begrip van de leerstof. De verwerking kenmerkt zich door: actieve leerlingen en ondersteuning door de leraar (in evenwicht met uitdaging).

4.17 Actieve en zelfstandige leerhouding van de leerlingen

Op onze school hechten we veel waarde aan de zelfstandigheid van de leerlingen. Kernwoorden daarbij zijn: zelf (samen) ontdekken, zelf (samen) kiezen, zelf (samen) doen. Naast zelfstandigheid vinden we het belangrijk om de

(14)

eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen te ontwikkelen. Autonomie en eigen verantwoordelijkheid betekenen niet, dat de leraren de leerlingen te snel en te gemakkelijk loslaten. Leraren begeleiden de leerprocessen en doen dat

“op maat”: leerlingen die (wat) meer sturing nodig hebben, krijgen die ook.

4.18 Klassenmanagement

Met klassenmanagement bedoelen we: sturen, plannen, regelen en organiseren. Wij vinden dat onze leraren pas succesvol kunnen zijn als ze hun instructie en de leeractiviteiten van de leerlingen goed kunnen organiseren. Het groepsprofiel is hierbij een belangrijk instrument (zie bijlage).

Bijlagen

1. Voorbeeld Groepsprofiel

4.19 Zorg en begeleiding

We streven ernaar, dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met grote verschillen, moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden, dat dit ook mogelijk is. Onze leraren zorgen ervoor, dat ze hun leerlingen goed kennen en ze volgen hun ontwikkeling nauwkeurig met behulp van de opgestelde OPP's en de bijbehorende leerlijnen. Daarbij wordt de sociale ontwikkeling tevens gevolgd middels het LVS ZIEN!. Omdat we opbrengstgericht werken vergelijken we de uitkomsten van toetsen met onze doelen

(normen/verwachtingen). Waar nodig stellen we het lesgeven of het aanbod bij en waar nodig geven we de leerlingen extra ondersteuning. In onze zorgcycklus staat onze zorgstructuur uitgebreid beschreven (zie bijlage). Naast de zorgcyclus beschikt onze school over een schoolondersteuningsprofiel (SOP). Het SOP verheldert welke leerlingen we (geen) zorg kunnen bieden en wat de extra ondersteuning van leerlingen inhoudt (zie bijlage). We volgen de ontwikkeling van leerlingen voortdurend (leraar), maar formeel gebeurt dit bij de groepsbesprekingen. Tijdens de groepsbesprekingen komen aan de orde: de ontwikkeling van de groep als geheel (en het leraargedrag), de

ontwikkeling van de subgroepjes (basis-meer-weer) en de ontwikkeling van individuele leerlingen. De afspraken naar aanleiding van het overleg worden vastgelegd en gemonitord in notities in ParnasSys.

Beoordeling

Omschrijving Resultaat

Zelfevaluatie - Zicht op ontwikkeling en begeleiding (OP2) 3,19

Aandachtspunt Prioriteit

Het OPP stuurt het plannen en volgen van de ontwikkeling van de leerlingen hoog De leraren vergelijken de behaalde resultaten met de verwachte ontwikkeling hoog Op basis van een analyse van de toetsgegevens wordt het onderwijs afgestemd op de

onderwijsbehoefte van individuele leerlingen

hoog

Bijlagen

1. Zorgcyclus Obadjaschool cluster 3 HGW/OGW 2. Schoolondersteuningsprofiel 2019-2020

4.20 Afstemming

Op onze school stemmen we ons onderwijs en ons onderwijsaanbod af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.

We werken handelingsgericht (HGW), met groepsplannen. Alle leraren beschikken over een groepsoverzicht met daarop de kenmerken van hun leerlingen. Op basis daarvan stellen de leraren twee keer per jaar een groepsplan op.

In het groepsplan onderscheiden we de basisgroep en de groep met een verdiepend arrangement. De leraren stemmen hun instructie, het aanbod en de tijd af op de kenmerken van de leerlingen in een groep. Ze dragen er op deze manier zorg voor, dat de leerlingen zich ononderbroken kunnen ontwikkelen en dat het onderwijs wordt afgestemd op groepjes leerlingen en leerlingen individueel. Omdat “afstemming” (differentiatie) van het onderwijs op leerlingen niet eenvoudig is, monitort de school voortdurend of de leraren voldoende in staat zijn om hun onderwijs af te stemmen op de groep, de subgroepjes en de individuele leerlingen. Dit doen we d.m.v. observaties in de groepen, waaraan functionerings- en beoordelingsgesprekken gekoppeld zijn en observaties door de IB, welke terugkomen in de groepsbesprekingen. We zijn op zoek naar een objectief meetinstrument om de pedagogische en didactische

(15)

vaardigheden van ons personeel in kaart te brengen en eventuele begeleiding en/of scholing hierop af te stemmen.

We verwachten dat dit de professionele ontwikkeling van de leerkrachten ten goede komt, met als resultaat met een (nog) betere afstemming op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.

4.21 Extra ondersteuning

Voor iedere leerling is op onze school een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften bieden we als school het volgende aan:

- Ondersteuningsgroep voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, waaraan in de 'reguliere' groep niet tegemoet gekomen kan worden.

- Zorgondersteuning - Rots en Water/Sherborne - PMT

- Sensorische Informatieverwerkingstherapie - Poptalk

- Logopedie - Fysiotherapie

4.22 Talentontwikkeling

Om onze leerlingen toe te rusten op de 21ste eeuw is het noodzakelijk dat we oog hebben voor de individuele talenten van de leerlingen. Daarbij gaat het ons om talenten in de meest brede zin van het woord. Bij onze leerlingen zijn dat niet zozeer de taal- en rekentalenten, maar vooral ook creatieve, culturele, motorische, sociale en

onderzoekende talenten en bepaalde praktische vaardigheden. Als we bij de leerlingen specifieke talenten ontdekken, dan zal dat consequenties hebben voor de organisatie in de klas en het aanbod in de lessen.

Het komt daarom voor dat leerlingen met een talent voor engels een extra module aangeboden krijgen via Deviant om de ontwikkeling van de engelse taal extra te stimuleren. Of een leerling met creatieve talenten die een grote

muurschildering mag maken. Sommigen hebben talenten op het gebied van houtbewerking en zullen hierin extra (praktische) lesstof krijgen aangeboden.

4.23 Passend onderwijs

Omdat we een speciaal onderwijs school zijn richt onze school zich op die leerlingen die niet binnen het regulier onderwijs hun onderwijs kunnen volgen. In ons schoolondersteuningsprofiel (zie bijlage) hebben we beschreven voor welke leerlingen wij een passend (zorg)/onderwijsaanbod hebben.

4.24 Opbrengstgericht werken

Op onze school wensen we opbrengstgericht te werken. We bevinden ons in een proces van zoeken naar het kunnen publiceren van goede en juiste resultaten van onze leerlingen. Hiervoor is een kwaliteitszorg orgaan binnen onze stichting opgericht. Dit orgaan beschrijft de te nemen ontwikkelingsstappen binnen onze organisatie op zowel bestuurlijk- al op schoolniveau.

Op dit moment worden opbrengsten gemeten n.a.v. de opgestelde ontwikkelingsperspectieven. Middels de zorgcyclus wordt gekeken waarin een leerling extra ondersteuning nodig heeft om op het gestelde perspectief te kunnen functioneren. Bij zowel leerlingen die zich ontwikkelen onder, als boven de norm van het gestelde perspectief wordt na een vastgestelde periode besloten het ontwikkelingsperspectief naar boven-/beneden bij te stellen.

Om onafhankelijke meetgegevens te hebben m.b.t. het niveau van functioneren worden leerlingen in sommige gevallen getoetst middels CITO.

4.25 Resultaten

Binnen het ontwikkelingsperspectief van de leerling wordt de lat zo hoog mogelijk gelegd. We streven ernaar de leerling maximaal uit te dagen op de diverse ontwikkelingsgebieden. We achten het van belang dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend vervolgonderwijs (VSO) of een passende werkplek. Op onze school gebruiken we een leerlingvolgsysteem met leerlijnen om de ontwikkeling van de leerlingen te monitoren (ParnasSys). We monitoren of de leerlingen zich ononderbroken kunnen ontwikkelen tijdens de groepsbesprekingen. Dan bespreken we of de groep zich ontwikkelt conform de verwachtingen, en of dat ook geldt voor de individuele leerlingen.

We steven ernaar dat 80% van onze leerlingen zich ontwikkelt volgens het opgestelde perspectief.

(16)

4.26 Toetsing en afsluiting

Door het cyclische proces van jaarlijkse toetsafname is het mogelijk om de opbrengsten van het onderwijs in kaart te brengen op de vakgebieden sociale veiligheid, mondelinge taal, spelling, lezen en rekenen. Om de ontwikkeling, stilstand of achteruitgang van de leerling te volgen, is het noodzakelijk dat alle leerlingen minimaal één keer per jaar getoetst worden door afname van niet-methodegebonden toetsen.

Kort samengevat is de doelstelling van toetsen:

.. volgen van de leerling in zijn leerontwikkeling. Vervolgens kan herhalingsstof of verrijkingsstof worden aangeboden .. bepalen van niveau, waarop de leerling functioneert.

Er zijn twee periodes gepland in het jaarrooster waarin de toetsen afgenomen worden. Tijdens deze weken mag het reguliere lesprogramma anders ingedeeld worden, om zoveel mogelijk tijd aan het toetsen te besteden. Het toetsen gaat voor! De toetsmomenten worden aan het begin van jaar in het jaarrooster gezet door de teamleiders.

De volgende onderdelen moeten minimaal één keer per jaar worden afgenomen:

- Sociale Veiligheidsenquete - AVI

- ZML Toetsen Rekenen (in ontwikkeling) - ZML Toetsen Taal (in ontwikkeling) - Rekenen

- Spelling

- evt. Begrijpend lezen

Voor een complete beschrijving verwijzen we naar de toetskalender in de bijlage.

Middels het OPP wordt gedurende de schoolperiode van de leerling toegewerkt naar het opgestelde uitstroomperspectief. Voor onze leerlingen betekent dit dat zij uitstromen naar:

- Dagbesteding/ervaringsgericht - Dagbesteding/activiteitsgericht - Dagbesteding/arbeidsmatig - Dagbesteding/arbeidsmarkt

- Praktijkonderwijs VO/LWOO/(V)MBO, Entreeopleiding

In overleg met ouders en praktijkbegeleiders wordt twee jaar voor schoolverlating het definitieve uitstroomperspectief vastgesteld en een passende werkplek gezocht. Tot twee jaar na schoolverlating houdt de school zorgplicht.

Bijlagen

1. Toetskalender Obadjaschool

4.27 Vervolgsucces

Na schoolverlating worden onze leerlingen nog 2 jaar gevolgd op de werkplek waar zij participeren in de

maatschappij. Er wordt gekeken of er evt. extra ondersteuning nodig is om bepaalde benodigde vaardigheden extra te ontwikkelen. Aan het einde van deze twee jaar wordt gekeken of de oudleerling op dezelfde plaats van uitstroom is gebleven. Mocht blijken dat een oudleerling een andere werkplek heeft gekregen welke niet overeenkomend is met het niveau (lees: onder het niveau) in het door school opgestelde OPP, moet geëvalueerd worden hoe in de toekomst dit voorkomen kan worden en wat er nodig is in het onderwijsaanbod van de huidige leerlingen.

(17)

5 Personeelsbeleid

5.1 Integraal Personeelsbeleid

Het integraal personeelsbeleid van onze school richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie van de school, en aan de vastgestelde competenties.

De vastgestelde criteria bij competenties zijn verdeeld naar start- basis- en vakbekwaam (conform de CAO Primair Onderwijs) en daarna vormgegeven in een kijkwijzer. Deze kijkwijzer is verwerkt in een instrument waardoor we zicht hebben op de ontwikkeling van de individuele leraar en het team als geheel. Dit instrument gebruiken we bij de groepsbezoeken. De inhoud van de kijkwijzer staat niet alleen centraal bij de diverse groepsbezoeken, maar bij alle instrumenten voor personeelsbeleid en met name bij de werk-, functionerings- en beoordelingsgesprekken.

5.2 Bevoegde en bekwame medewerkers

Op onze school werken bevoegde een bekwame leraren of leraren die een zij-introomtraject volgen en daardoor tijdelijk ontheffing hebben voor hun bevoegdheid.

Het ontwikkelen van de bekwaamheid van de leraren verloopt daarnaast via de lijn startbekwaam, basisbekwaam en vakbekwaam. In de gesprekkencyclus bespreken we hoe leraren zich kunnen ontwikkelen van de ene fase naar de volgende fase van bekwaamheid. Alle betrokkenen werken met een bekwaamheidsdossier.

Op onze school werkt het onderwijsondersteunend personeel voortdurend aan de ontwikkeling van hun professionaliteit.

5.3 Organisatorische doelen

We stellen geen concrete organisatorische doelen, omdat op stichtingsniveau wordt nagedacht over een gezond perspectief op zowel financieel als onderwijskundig gebied. Aanbevelingen van de onderzoeksgroep zullen na goedkeuring van het bestuur in het cursusjaar 2019-2020 gestalte gaan krijgen.

5.4 De schoolleiding

De schoolleiding wordt gevormd door de teamleiders van de school. Kenmerkend voor de schoolleiding is, dat ze zich richt op het onderwijskundig leiderschap, het zorgen voor goede ondersteuning van de medewerkers, goede

communicatie en op het adequaat organiseren van de gang van zaken op school.

5.5 Beroepshouding

Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding.

We vinden het daarom belangrijk dat onze werknemers mee kunnen denken in de schoolontwikkeling, dat er eigenaarschap is bij het opgestelde schoolplan. Dit realiseren we door de werknemers zelf te laten participeren binnen de verschillende schoolplanitems. Ze zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van hun eigen inbreng in de opgestelde doelen. Hierbij is samenwerking nodig tussen de verschillende werkgroepen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van schoolontwikkeling binnen onze leergemeenschappen.

Waar nodig volgen werknemers scholing om tot een goede uitvoering van het schoolplan te kunnen komen.

5.6 Professionele cultuur

De schoolleiding streeft ernaar de school te ontwikkelen tot een school die gekenmerkt wordt door een professionele schoolcultuur. Daarom worden er jaarlijks studiedagen voor het gehele team ingeroosterd. Speerpunt is de

ontwikkeling van de medewerkers tot nog betere medewerkers. Daartoe leggen de teamleider, de IB-ers

klassenbezoeken af en worden er nagesprekken gevoerd. Typerend voor onze school is tevens, dat we leren met en van elkaar in professionele leergemeenschappen. En dat de leraren hun eigen ontwikkeling bijhouden in een portfolio (onderdeel van het bekwaamheidsdossier).

5.7 Beleid met betrekking tot stagiaires

Voor de aanwas van nieuwe leerkrachten en assitenten vinden wij het belangrijk een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van aankomende leerkrachten, daarom bieden wij stagiaires van de pabo De Driestar en mbo Hoornbeeck de gelegenheid om ervaring op te doen. Jaarlijks wordt binnen het team geïnventariseerd welke

(18)

leerkracht een stagiaire of LIO-er in de klas wil (kan) begeleiden. Het aantal plaatsingsmogelijkheden wordt doorgegeven aan de pabo en mbo. Mogelijke stagiaires worden uitgenodigd voor een gesprek. Als na het gesprek alle partijen positief zijn worden nadere afspraken gemaakt.

5.8 Werving en selectie

We gaan bij werving en selectie uit van de identiteit en kwaliteit van de kandidaat. Sollicitanten onderschrijven de levensbeschouwelijke identiteit van de school en hebben grote betrokkenheid op het kwetsbare kind. Bij het sollicitatiegesprek komen zowel onderwijskundige als identeitsaspecten aan de orde.

5.9 Introductie en begeleiding

Nieuwe leraren krijgen een vaste begeleider en naast de uren duurzame inzetbaarheid een ‘bijzonder budget’ van 40 uren op jaarbasis voor het inwerken in de organisatie. De begeleider voert het kennismakingsgesprek. Daarmee wordt de nieuwe collega op de hoogte gesteld van de missie, de visie en de doelen van de school. Nieuwe leraren ontwikkelen een POP dat zich richt op het leren beheersen van de criteria die zijn gerelateerd aan de fase

‘startbekwaam’. De plaatsing in een groep is afhankelijk van de kwaliteit(en) van de nieuwe collega. De lesobservaties worden uitgevoerd door de teamleider. Om te bepalen of de nieuwe leraar zich in voldoende mate ontwikkelt naar basisbekwaam, gebruikt de school een gevalideerd observatie-instrument.

5.10 Taakbeleid

Op onze school krijgen alle leerkrachten elk schooljaar taken toebedeeld. Dit wordt vastgesteld in het

werkverdelingsplan. Vóór de zomervakantie wordt met iedere individuele werknemer afspraken gemaakt over het aantal lesuren of lesgebonden en/of behandeltaken, de tijd voor voorbereiding en nazorg, de professionalisering en overige taken. Elk jaar wordt er bekeken of de taken voor het beheer van de school, werkgroepen en sport- en spelactiviteiten goed verdeeld zijn over de verschillende leerkrachten. Daarbij wordt uitgegaan van wensen en sterke kanten van de personeelsleden.

5.11 Collegiale consultatie

Op onze school vindt leren tussen collega's plaats binnen de eigen klassenteams. Regelmatig vinden er klassenteamvergaderingen plaats waarin onder andere het functioneren en samenwerken van het klassenteam besproken en geëvalueerd wordt. Incidenteel komen collega's bij elkaar in de klas op bezoek met een hulpvraag.

5.12 Klassenbezoek

De teamleider legt jaarlijks, conform een opgesteld rooster, bij ieder teamlid een klassenbezoek af. Daarbij maken we gebruik van een gevalideerd instrument. Bij het klassenbezoek wordt de kijkwijzer gebruikt. Daarnaast wordt bekeken of de leraar op een correcte wijze uitvoering geeft aan de gemaakte afspraken en/of persoonlijke ontwikkelplannen.

Na afloop van het klassenbezoek volgt (standaard) een reflectief gesprek waarin nieuwe afspraken worden gemaakt en waarin de follow-up wordt vastgelegd.

5.13 Persoonlijke ontwikkelplannen

Iedere werknemer stelt jaarlijks een POP op. De inhoud van het POP is gebaseerd op onze competenties. Een werknemer scoort zichzelf op de vastgestelde competenties, voert een doelstellingengesprek en vult daarna het POP (volgens format) in. De uitvoer van het POP wordt geobserveerd tijdens de klassenbezoeken en de voortgang komt aan de orde bij het functioneringsgesprek. In het beoordelingsgesprek wordt door de teamleider een oordeel gegeven over de realisatie van de opgestelde POP. POP en afspraken worden gearchiveerd in het bekwaamheidsdossier van de leraar en komen aan de orde bij de klassenbezoeken.

5.14 Het bekwaamheidsdossier

Alle werknemers beschikken over een zogenaamd bekwaamheidsdossier. Deze dossiers worden beheerd door de leraren zelf; het dossier is altijd op school aanwezig. De directie zorgt ervoor, dat het bekwaamheidsdossier een levend document is door er veelvuldig mee te laten werken, door het te gebruiken bij het personeelsbeleid. In dit dossier bevinden zich:

Afschriften van diploma’s en certificaten De competenties

(19)

De gescoorde competentielijstjes De persoonlijke ontwikkelplannen De gespreksverslagen

Verslagen van feedbackgesprekken n.a.v. het klassenbezoek Overzicht van de gemaakte afspraken

Momenteel experimenteren we met een portfolio, als bijlage bij het bekwaamheidsdossier. In het portfolio verzamelt de werknemer ‘bewijzen’ voor zijn persoonlijke ontwikkeling.

5.15 Intervisie

Structureel vindt er in bouwvergaderingen intervisie plaats.

5.16 Functioneringsgesprekken

De teamleider(s) voert/voeren jaarlijks een functioneringsgesprek met alle medewerkers. Tijdens het

functioneringsgesprek staat het POP van de medewerker (met daarin de competenties) centraal. Op basis van het ontwikkelde POP wordt omgezien naar verbeterdoelen in relatie tot de schoolverbeterdoelen. Aan de orde komen verder: werkdruk, loopbaanwensen, scholing, taakbeleid, mobiliteit en de mate van bekwaamheid (start-, basis- of vakbekwaam) van de leraar.

5.17 Beoordelingsgesprekken

De teamleider voert een beoordelingsgesprek bij de overgang van een tijdelijke naar een vaste benoeming. Ook wordt er 1 x per 2 jaar een beoordelingsgesprek gevoerd met iedere werknemer. Bij dit beoordelingsgesprek wordt ons competentieprofiel gebruikt. Daarnaast worden houding en gedrag ten opzichte van collegae en ouders, en de doorgemaakte ontwikkeling in kennis en vaardigheden beoordeeld. De teamleider geeft tevens een oordeel over de mate van bekwaamheid van de leraar: start-, basis- of vakbekwaam. Op basis van alle beoordelingen stelt de directie een teamfoto op. Na bespreking en analyse daarvan worden er schoolverbeterpunten vastgesteld.

5.18 Professionalisering

Scholing komt aan de orde bij de functioneringsgesprekken. Medewerkers kunnen voor (persoonlijke) scholing opteren (bij voorkeur in relatie tot de organisatorische doelen van de school, de schoolverbeterdoelen, de

competenties en/of het opgestelde persoonlijk ontwikkelplan) en daarnaast organiseert en faciliteert de teamleider teamgerichte scholing. Ook deze scholing richt zich op het versterken van de missie, de visie en de ambities (doelen) van de school. De scholing wordt verwerkt in de normjaartaak onder het kopje professionalisering.

5.19 Teambuilding

Op onze school organiseren we diverse typen vergaderingen (zie hoofdstuk Organisatie en beleid) waarin we met elkaar overleggen over thema’s die inhoudelijk en/of organisatorisch van belang zijn voor de school en de

leerkrachten. De eenheid in het team wordt ook versterkt door de gezamenlijke momenten van nascholing. Ieder jaar volgt het team –naast de individuele scholing- samen een aantal cursussen. De school organiseert een samenzijn met de Kerst. Daarnaast is er jaarlijks een personeelsuitje aan het eind van het jaar. Tevens is er een werkgroep die op een aantal momenten in het jaar een teambuildingsactiviteit met de werknemers uitwerkt.

5.20 Verzuimbeleid

Een zieke werknemer meldt zich ziek bij de teamleider. Deze regelt de vervanging. De werknemer meldt zich ook beter bij de teamleider. Bij langduriger verzuim, wordt in de zesde ziekteweek de werknemer opgeroepen bij de Arbo- arts. Bij kort veelvuldig verzuim wordt een verzuimgesprek gehouden door de teamleider. Bij vermoeden van

oneigenlijk verzuim wordt de Arbo-arts ingeschakeld, in overleg met de consulent van Perspectief. Langdurig verzuim wordt afgehandeld conform de Wet Poortwachter. De re-integratie voor wat betreft het functioneren op school valt onder de verantwoordelijkheid van de teamleider. Bij ziekte wordt, naast de informele contacten door de collegae, formeel door de teamleider contact onderhouden met de betrokkene. Indien de zieke werknemer daar prijs op stelt, worden er huisbezoeken afgelegd. Regelmatig (eens per 6 weken) wordt een kaart of bloemetje gestuurd namens het team.

5.21 Mobiliteitsbeleid

Onze stichting heeft drie verschillende onderwijssoorten wat beperkingen geeft aan de mobiliteit van leerkrachten.

(20)

Bij werving wordt wel gekeken in hoeverre de kandidaat breed inzetbaar is. Bij onderwijs ondersteunend personeel is brede inzetbaarheid binnen de stichting een pré bij een benoeming.

(21)

6 Organisatiebeleid

6.1 Organisatiestructuur

Onze school is een van de scholen van de Stichting voor speciaal onderwijs op Gereformeerde grondslag te Zwolle.

De teamleider(s) geeft/geven, onder eindverantwoordelijkheid van de algemeen directeur, leiding aan de school. De teamleider is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en het uitvoeren van het beleid. De teamleider wordt bijgestaan door een intern begeleider. Het MT wordt gevormd door de teamleider(s) en de IB. De school heeft de beschikking over een MR. Op Stichtingsniveau is er een GMR.

6.2 Groeperingsvormen

De leerlingen zijn zoveel mogelijk gegroepeerd op leeftijd en niveau. Een groep telt gemiddeld 12 leerlingen in het SO en 7 in het SO-emb onderwijs.

6.3 Het schoolklimaat

Wij vinden het belangrijk dat de school een veilige en verzorgde omgeving is voor de leerlingen en de medewerkers.

Een omgeving waarin iedereen zich geaccepteerd voelt en waar het plezierig samenwerken is.

Ouders ontvangen maandelijks een nieuwsbrief en er vinden jaarlijks 3 ouderavonden plaats. Daarnaast worden veel ouders gesproken op multidisciplinaire overleggen over hun zoon/dochter.

6.4 Veiligheid

De school waarborgt de veiligheid van leerlingen en leraren (werknemers). Daartoe is allereerst vastgesteld welke (ernstige) incidenten de school onderscheidt. Dit zijn:

fysiek geweld

intimidatie en/of bedreiging met fysiek geweld

intimidatie en/of bedreiging via msn, sms, e-mail of internet pesten, treiteren en/of chantage

seksueel misbruik seksuele intimidatie discriminatie of racisme vernieling

diefstal heling

(religieus) extremisme

De school beschikt over een registratiesysteem: de leraar registreert incidenten (met behulp van een format). Naast de incidentenregistratie beschikt de school over een ongevallenregistratie De IB analyseren jaarlijks de gegevens en stellen, in overleg met de directie, verbeterpunten vast.

De school probeert incidenten en ongevallen te voorkomen. Er zijn school- en klassenregels (w.o. pleinregels; de regels zijn m.n. gedragsregels: hoe ga je met elkaar om?). Deze regels worden ook daadwerkelijk gehanteerd.

Incidenteel wordt er aan een groep een vorm van sociaal-emotionele training gegeven. De school beschikt daarnaast over een methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. De lessen sociaal-emotionele ontwikkeling staan in het teken van de ontwikkeling van goed (passend) gedrag.

Incidenten en ongevallen worden in eerste instantie afgehandeld door de leraar. Als zaken niet opgelost kunnen worden, wordt de IB of teamleider betrokken bij de afhandeling. Ook ouders worden betrokken bij de aanpak van incidenten en ongevallen.

Eenmaal per jaar vindt de afname van de veiligheidsmonitor plaats waarover verantwoording wordt afgelegd aan de inspectie van het onderwijs.

De school beschikt over een klachtenregeling (zie schoolgids), een klachtencommissie en een (interne en externe) vertrouwenspersoon. De school beschikt niet over een specifieke veiligheidscoördinator (aanspreekpunt). In de schoolgids en het informatieboekje worden ouders uitgebreid geïnformeerd over aspecten m.b.t. veiligheid. De school beschikt over 5 BHV'ers.

6.5 Arbobeleid

(22)

Onze school heeft met Perspectief een Arbo-contract afgesloten. Het beleid is erop gericht om uitval van leerkrachten te voorkomen. Bij langdurige uitval stelt de arbeidsdeskundige – eventueel in overleg met de bedrijfsarts – een probleemanalyse op. De teamleider en de zieke leerkracht stellen vervolgens een plan van aanpak op. Tevens bestaat de mogelijkheid voor overleg met de bedrijfsarts en de accountmanager van Perspectief. Wij hechten veel belang aan een gezond leef- en werkklimaat in en rondom de school.

We beschikken over een registratieformulier voor het melden van een ongeval en de oorzaak daarvan. Op die manier kunnen we tekortkomingen aan het gebouw en/of materialen in kaart brengen en acties plannen. Voor de

speeltoestellen is een logboek aanwezig voor het bijhouden van onderhoud en het melden van eventuele ongevallen.

De brandweer heeft een gebruiksvergunning afgegeven en (daarmee) via de vergunning de school brandveilig verklaard. Op de school is een calamiteitenplan aanwezig.

6.6 Interne communicatie

Op onze school vinden we de interne communicatie van groot belang. We zijn gericht op het creëren van betrokkenheid van de medewerkers op het werk en op de school om op die manier de kwaliteit van de school te optimaliseren. Daarom zorgt de schoolleiding voor een heldere vergaderstructuur en worden er effectieve hulpmiddelen gebruikt.

Qua communicatiegedrag vinden we het volgende belangrijk:

1. Zaken worden op de juiste plaats besproken 2. Vergaderingen worden goed voorbereid

3. Op vergaderingen is sprake van actieve deelname 4. In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf

5. We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen

Om professionele communicatie te bevorderen hebben we als team scholing gevolgd middels het PCM-model (Process Communication Model).

6.7 Samenwerking

Onze school werkt effectief samen met ouders en externe partijen.

Deze samenwerking is m.n. gericht op informatie-uitwisseling over leerlingen. Daarnaast werken we samen met vervolgscholen (ook bij een tussentijds vertrek). In alle gevallen betrekken we ouders bij het OPP van hun kind. Met betrekking tot leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte werken we samen met zorgpartners.

In het kader van de zorg onderhouden wij contacten met:

De leerplichtambtenaar Schoolarts

Centrum voor jeugd en gezin Eleos

Karakter Dimence Accare

Koffer van Kaat AB consults Agathos Adullam

6.8 Contacten met ouders

Goede contacten met ouders vinden wij van groot belang, omdat school en ouders dezelfde doelen nastreven.

Ouders zien we daarom als gelijkwaardige gesprekspartners. Voor de leraren zijn de bevindingen van de ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. En voor de ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind.

Aan het begin van een cursusjaar voeren we startgesprekken met ouders over hun zoon/dochter. Daarnaast is er de mogelijkheid voor twee gespreksavonden over het OPP. In individuele gevallen vinden er MDO's plaats.

Middels portfolio's worden ouders geïnformeerd over kwaliteiten van hun kinderen.

(23)

In onze school vinden wij ouderparticipatie belangrijk. Denk hierbij aan luizenmoeders, biebmoeders en begeleiding bij schoolbrede activiteiten.

6.9 Overgang PO-VO

We willen ervoor zorgen, dat onze leerlingen soepel instromen in het voortgezet (speciaal) onderwijs dat bij ze past.

Voor ons betekent dit dat wij meer inzicht willen krijgen in waar onze leerlingen na hun 12e levensjaar terechtkomen en wat zij (extra) nodig hebben om in het voortgezet (speciaal) onderwijs te slagen.

Binnen onze school zijn er korte lijntjes tussen het SO en het VSO, omdat we ons onderwijs op dezelfde locatie verzorgen.

Zie verder kopje Onderwijskundig beleid - Toetsing en afsluiting

6.10 Privacybeleid

De privacy in onze school is geregeld volgens de wettelijke voorschriften van de AVG. De school beschikt over een handboek waarin staat hoe wij met privacy omgaan. In het reglement staat hoe we omgaan met de

persoonsgegevens van leerlingen én medewerkers. En hoelang de gegevens worden bewaard. In het reglement garandeert we dat de persoonsgegevens zorgvuldig worden behandeld. Dat betekent dus ook dat de informatie die we in de schooladministratie (o.a. het LOVS) vastleggen juist, nauwkeurig én volledig up-to-date is. Het reglement staat op onze website en de hoofdlijnen staan in onze schoolgids. De belangrijkste kenmerken (eigen

kwaliteitsaspecten, eigen ambities) van onze school zijn:

6.11 tussenschoolse opvang (overblijven)

Onze school is een streekschool waardoor alle kinderen van ver komen. Dat houdt automatisch in dat zij tussen de middag op school blijven om daar hun lunch te gebruiken. De school zorgt voor toezicht tijdens het overblijven en het spelen op plein (tussenschoolse opvang).

(24)

7 Financieel beleid

7.1 Lumpsum financiering, ondersteuning en gesprekken

De afspraken met betrekking tot de financien van onze school zijn vastgesteld in het Financieel Beleidsplan van de Stichting (zie bijlage). De algemeen directeur (c.q. het bestuur) is eindverantwoordelijk voor de effectieve besteding van de middelen. Het financieel beleid is erop gericht om de continuïteit van de totale organisatie te waarborgen en de optimale randvoorwaarden te creëren om de gestelde doelen uit het strategisch beleidsplan van de Stichting en het schoolplan van de school te realiseren.

Alle lumpsumgelden worden bovenschools beheerd, evenals de gelden die voortkomen uit de bestemmingsboxen. De algemeen directeur zorgt - in samenspraak met de teamleiders - voor een deugdelijke verdeling van de gelden over de scholen. De financiële ondersteuning wordt verzorgd door de VGS in Ridderkerk.

Maandelijks bespreken de algemeen directeur en de teamleiders van de school de realisatie van de begroting.

7.2 Externe geldstromen

Van het rijk ontvangt de school: lumpsumgelden, geoormerkte gelden via de bestemmingsbox en gelden van het SWV. De budgetten komen op bovenschools niveau binnen en worden daar beheerd.

Incidenteel ontvangt de school van een gemeente projectsubsidies voor onderwijszorgarrangementen, participatie in de maatschappij, cultuureducatie en andere projecten die via gemeenten lopen.

De school verantwoordt zich over de deugdelijke besteding van de gelden via de managementrapportage(s). Bij het Vervangingsfonds Gereformeerd Schoolonderwijs (VfGs) worden de kosten door ziekte of rechtspositioneel verlof gedeclareerd, waarbij de kosten voor de eerste 10 ziektedagen voor eigen rekening van de school zijn.

7.3 Interne geldstromen

Aan de ouders wordt een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd. Het bedrag voor een kind is € 20,00 per jaar. Vanaf het derde kind wordt een bijdrage gevraagd van € 15,00. Van de inkomsten worden diverse zaken betaald. (zie de schoolgids)

Onze school kent ook een schoolreis of schoolkamp. Hiervoor ontvangen de ouders jaarlijks een brief met het verzoek de kosten van de schoolreis of schoolkamp te voldoen. Ouders die financieel geen mogelijkheden hebben om dit te betalen kunnen dit kenbaar maken bij de directie van de school. Er zal dan naar een oplossing worden gezocht zodat de leerling deel kan nemen aan de schoolreis of het schoolkamp.

7.4 Sponsoring

De school ontvangt geen middelen vanuit sponsoring

7.5 Begrotingen

De begroting wordt jaarlijks voorafgaande aan het kalenderjaar op voorstel van de algemeen directeur vastgesteld.

De vastgestelde begroting is taakstellend voor de algemeen directeur en de teamleiders van de scholen. Dat betekent dat in principe geen uitgaven kunnen worden gedaan, zonder dat deze zijn begroot. Schuiven binnen de begroting is toegestaan, mits geen geweld wordt gedaan aan de vooraf geformuleerde beleidsdoelen. De begroting is hiermee een belangrijk sturingselement geworden.

De teamleider stelt jaarlijks in overleg met de algemeen directeur een voorstel op voor een begroting voor het komende kalenderjaar met een toelichting (exploitatiebegroting). Daarin zijn alle inkomsten en uitgaven van de school opgenomen waarvoor de teamleider verantwoordelijk is. De exploitatiebegroting is gebaseerd op het beleidsplan van de school.

Daarnaast stelt de teamleider jaarlijks in het voorjaar in overleg met de algemeen directeur een

personeelsformatieplan op. Hierin worden de inzet van middelen met betrekking tot de formatie, Het formatieplan wordt besproken met de MR

Onze school beschikt vervolgens over een meerjaren exploitatiebegroting met een geldigheid van vier jaar (personeel en materieel). Deze begroting wordt opgesteld op hoofdlijnen en getoetst aan het meerjarenbeleidsplan. De

ontwikkeling van het aantal leerlingen en de gewogen gemiddelde leeftijd van het onderwijspersoneel zijn bepalende indicatoren voor de meerjarenbegroting.

(25)

De meerjaren investeringsbegrotingen (OLP, ICT, meubilair, apparatuur) worden afgeleid van de gegevens die zijn verkregen uit de zogenaamde nulmetingen. Vanaf het jaar 2005 zijn de investeringen geactiveerd en op basis van de gekozen afschrijvingstermijnen wordt bepaald wanneer de investering is afgeschreven.

(26)

8 Zorg voor kwaliteit

8.1 Kwaliteitszorg

Onze school beschikt over een systeem voor kwaliteitszorg: vanuit een meerjarenplanning beoordelen en verbeteren we de kwaliteit van ons onderwijs op een systematische en effectieve wijze (zie bijlage). Daarnaast hebben we onze kwaliteitszorg gekoppeld aan ons integraal personeelsbeleid. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze medewerkers parallel verloopt. De instrumenten die we inzetten voor kwaliteitszorg en integraal personeelsbeleid (zie hoofdstuk Personeelsbeleid) leiden vrijwel altijd tot aandachtspunten. Samen met het team –en in het perspectief van onze schoolplandoelen, aandachtpunten vanuit het bestuur, streefbeelden en actuele ontwikkelingen- stellen we op basis daarvan verbeterpunten vast. De gekozen verbeterpunten worden daarna verwerkt in het jaarplan. Aan het eind van het jaar evalueren we de verbeterplannen en verantwoorden we ons over onze werkzaamheden in het jaarverslag.

Bijlagen

1. Cyclus HGW-OGW

8.2 Kwaliteitscultuur

Op onze school geven we gestalte aan onderwijskundig leiderschap. We zijn sterk gericht op het steeds verbeteren van onze persoonlijke kwaliteit (zowel leidingevende als team). Het uitgangspunt voor onze professionalisering is onze visie die vertaald is in ambities.

8.3 Verantwoording en dialoog

Op onze school betrekken we ook externen bij de bepaling en beoordeling van onze kwaliteit. Planmatig wordt onze school geauditeerd. We organiseren een ouderpanel. Ieder jaar stellen we een jaarplan op (o.b.v. ons schoolplan) met onze verbeterdoelen. Het jaar sluiten we af met een jaarverslag waarin we verantwoording afleggen aan onze stakeholders voor wat betreft de realisatie van onze verbeterdoelen en de behaalde resultaten.

8.4 Het meten van de basiskwaliteit

De Inspectie van het Onderwijs beschrijft in haar waarderingskader 2017 de basiskwaliteit op 17 standaarden. Wij hebben gemeten of we voldoen aan de gestelde eisen van basiskwaliteit met behulp van de knop Zelfevaluatie Basiskwaliteit (Mijnschoolplan.nl). De scores per standaard en de actiepunten zijn opgenomen in ons schoolplan in de bijpassende paragrafen. De totaaluitslagen zijn als bijlage toegevoegd aan ons schoolplan. We zijn voornemens om de basiskwaliteit één keer per twee jaar te meten met behulp van een instrument. De acties die dat oplevert zullen we meenemen in de jaarplannen.

8.5 Onze eigen kwaliteitsaspecten

Onze school onderscheidt basiskwaliteit en eigen kwaliteitsaspecten (eigen ambities). We hebben per paragraaf steeds aangegeven wat de "kenmerken" zijn van onze school, geformuleerd als kwaliteitsindicatoren. Sommige kenmerken hebben we geoormerkt als "eigen kwaliteitsaspecten". Het gaat daarbij om kenmerken

(kwaliteitsindicatoren) waarvan we vinden dat we daarbij toegevoegde waarde leveren ten opzichte van de basiskwaliteit.

8.6 Wet- en regelgeving

Onze school heeft kennis genomen van de eisen van de Inspectie van het Onderwijs voor wat betreft wet- en regelgeving. Wij houden ons aan de volgende eisen:

De schoolgids leveren wij tijdig aan bij de inspectie De schoolgids voldoet aan de eisen die de inspectie stelt Het schoolplan leveren wij tijdig aan bij de inspectie Het schoolplan voldoet aan de eisen die de inspectie stelt

Het schoolondersteuningsplan leveren wij tijdig aan bij de inspectie (via het samenwerkingsverband) Het schoolondersteuningsplan voldoet aan de eisen die de inspectie stelt

Wij programmeren voldoende onderwijstijd

Wij programmeren niet meer dan (maximaal) 7 x een onvolledige schoolweek voor de leerlingen vanaf 7 jaar

8.7 Inspectiebezoeken

(27)

Onze school heeft op <datum> een schoolbezoek gehad van de Inspectie van het Onderwijs. We beschikken over een rapport met de bevindingen (zie bijlage). De inspectie heeft geconcludeerd dat de kwaliteit van het onderwijs op onze school op orde is: onze school heeft een basisarrangement (voldoende). Er zijn nauwelijks tekortkomingen, en daar war dat wel zo is, hebben we een plan van aanpak opgesteld.

8.8 Evaluatieplan 2019-2023

Onze school beschikt over een meerjarenplanning voor de kwaliteitszorg. Daarin zijn opgenomen de Quick Scan, de Schooldiagnoses en de vragenlijsten (zie bijlage). De diverse paragrafen komen als volgt terug in de

meerjarenplanning:

Hoofdstuk Beleidsterreinen

April 2020

April 2021

April 2022

April 2023 Onderwijskundig

beleid

Levensbeschouwelijke identiteit X

Onderwijskundig beleid

Sociaal-emotionele ontwikkeling X

Onderwijskundig beleid

Actief Burgerschap en Sociale Cohesie X

Onderwijskundig beleid

Leerstofaanbod X

Onderwijskundig beleid

Taalleesonderwijs X

Onderwijskundig beleid

Rekenen en wiskunde X

Onderwijskundig beleid

Wereldoriëntatie X

Onderwijskundig beleid

Kunstzinnige vorming X

Onderwijskundig beleid

Bewegingsonderwijs X

Onderwijskundig beleid

Wetenschap en Techniek X

Onderwijskundig beleid

Engelse taal X

Onderwijskundig beleid

Gebruik leertijd X

Onderwijskundig beleid

Pedagogisch handelen X

Onderwijskundig beleid

Didactisch handelen X

Onderwijskundig beleid

Actieve en zelfstandige leerhouding van de leerlingen

X

Onderwijskundig beleid

Klassenmanagement X

Onderwijskundig beleid

Zorg en begeleiding X

(28)

Onderwijskundig beleid

Afstemming - HGW X

Onderwijskundig beleid

Passend onderwijs X

Onderwijskundig beleid

Levensbeschouwelijke identiteit X

Onderwijskundig beleid

Opbrengstgericht werken X

Onderwijskundig beleid

Opbrengsten X X X X

Personeelbeleid Integraal personeelsbeleid X

Personeelbeleid Schoolleiding X

Personeelbeleid Beroepshouding X

Organisatie en beleid

Schoolklimaat X

Organisatie en beleid

Sociale en fysieke veiligheid X X

Organisatie en beleid

Interne communicatie X

Organisatie en beleid

Externe contacten X

Organisatie en beleid

Contacten met ouders X

Zorg voor kwaliteit Kwaliteitszorg X

Zorg voor kwaliteit Wet- en regelgeving X

9 9 8 9

Hoofdstuk Beleidsterreinen

April 2020

April 2021

April 2022

April 2023

(29)

9 Strategisch beleid

9.1 Strategisch beleid

De Stichting voor speciaal onderwijs op Gereformeerde grondslag te Zwolle beschikt over een strategisch beleidsplan (zie bijlage). Daarin worden de onderstaande aandachtspunten voor de scholen aangegeven.

Domein Aandachtspunten beleidsplan 2019-2023 Prioriteit

Trends en ontwikkelingen

Integratie onderwijs en zorg, waaronder kinddagcentrum (KDC) gemiddeld

Identiteit De scholen leren de leerlingen effectief en kritisch om te gaan met moderne media

hoog

Identiteit De scholen geven vorming van de leerlingen in het verantwoord omgaan met de schepping

hoog

Onderwijs We kijken altijd naar het ‘waarom’ van het gedrag (ijsberg) en doorbreken daarmee ineffectieve actie- reactiepatronen bij probleemgedrag

gemiddeld

Onderwijs We geven betekenisvol onderwijs hoog

Trends en ontwikkelingen

Realisatie Jong Kind Centrum gemiddeld

9.2 Extra paragraaf (1)

(30)

10 Aandachtspunten 2019-2023

Thema Mogelijk aandachtspunt Prioriteit

Beleidsplan 2019-2023:

Trends en ontwikkelingen

Integratie onderwijs en zorg, waaronder kinddagcentrum (KDC) gemiddeld

Beleidsplan 2019-2023:

Identiteit

De scholen leren de leerlingen effectief en kritisch om te gaan met moderne media

hoog

De scholen geven vorming van de leerlingen in het verantwoord omgaan met de schepping

hoog

Beleidsplan 2019-2023:

Onderwijs

We kijken altijd naar het ‘waarom’ van het gedrag (ijsberg) en doorbreken daarmee ineffectieve actie- reactiepatronen bij probleemgedrag

gemiddeld

We geven betekenisvol onderwijs hoog

Beleidsplan 2019-2023:

Trends en ontwikkelingen

Realisatie Jong Kind Centrum gemiddeld

Zorg en begeleiding Het OPP stuurt het plannen en volgen van de ontwikkeling van de leerlingen

hoog

De leraren vergelijken de behaalde resultaten met de verwachte ontwikkeling

hoog

Op basis van een analyse van de toetsgegevens wordt het onderwijs afgestemd op de onderwijsbehoefte van individuele leerlingen

hoog

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de kolom hiernaast, zet je een kruisje bij groen indien alles is gerealiseerd, in oranje bij deelrealisatie en in rood als het niet gelukt is.. Tussenevaluatie 2 |

Leerkrachten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het onderwijs aan alle kinderen binnen dit onderwijsteam, de procesbegeleider volgt het proces en stuurt waar nodig bij..

De onderwijskwaliteit valt onder de verantwoordelijkheid van de vakgroep. Met ingang van schooljaar 2018- 2019 voert de voltallige directie drie maal per jaar een gesprek met de

▪ Leerkrachten hebben zich het instructiemodel eigen gemaakt en gebruiken dit model als standaard voor alle lessen. ▪ Professioneel gedrag staat binnen het team voorop. Hiermee

Veelal worden deze gelden ingezet voor personeel, waardoor kleinere kleutergroepen meer aandacht per kind genereren en ook buiten de groep extra tijd en aandacht voor

Situatie in 2024: 2 fte is vrijgemaakt voor tijd voor onderwijsontwikkeling door docenten op het gebied van leerdoeldenken, het ontwikkelen van eigen leermiddelen en onderwijs

Bovenstaande stelt eisen aan de medewerkers van De Strandwacht en wel dusdanig dat we, indien we de leerling centraal willen stellen, onze inzet mede sterk moeten richten op

Voor de ICT investeringsplannen wordt een planningshorizon van vijf jaar gehanteerd en voor het meerjaren onderhoudsplan (MJOP) wordt uitgegaan van een termijn van 20 jaar.