• No results found

Inspectierapport Kindercentrum Beijum - locatie Pinokkio (KDV) Wibenaheerd PB GRONINGEN Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Kindercentrum Beijum - locatie Pinokkio (KDV) Wibenaheerd PB GRONINGEN Registratienummer"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Kindercentrum Beijum - locatie Pinokkio (KDV) Wibenaheerd 24

9736PB GRONINGEN

Registratienummer 204619087

Toezichthouder: GGD Groningen

In opdracht van gemeente: GRONINGEN

Datum inspectie: 21-08-2014

Type onderzoek: Regulier onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 23-09-2014

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek...3

Observaties en bevindingen ...4

Pedagogisch klimaat ...4

Personeel en groepen...6

Veiligheid en gezondheid ...7

Ouderrecht...8

Inspectie-items...9

Gegevens voorziening... 12

Gegevens toezicht... 12

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 13

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.

Beschouwing

Kindercentrum Beijum / locatie Pinokkio is onderdeel van de Holding Stichting COP groep.

Kindercentrum Beijum / locatie Pinokkio zit in het gebouw van basisschool de Expeditie in Beijum.

Het kindercentrum is door het gebruik van lage kasten ingedeeld in verschillende speelhoeken, zoals:

 een leeshoek

 een poppenhoek

 een autohoek

 een knutselhoek

Alle kasten met spelmateriaal voor de peuters zijn open en op peuterhoogte. Ook de kraan is op peuterhoogte gemonteerd, zodat kinderen er zelf gebruik van kunnen maken.

De buitenruimte is afwisselend met diverse ondergronden zoals tegels, zand en gras. Er is voldoende buitenspeelmateriaal dat geschikt is voor de leeftijd van de kinderen.

Inspectiegeschiedenis

Tijdens het inspectiebezoek op 27 augustus 2013 werd er volledig voldaan aan de getoetste kwaliteitseisen.

Bevindingen huidige inspectie 2014

De beroepskrachten van Pinokkio zijn betrokken en kennen de kinderen en de ouders goed.

Ze zijn op de hoogte van het VVE programma Piramide en voeren dit goed uit.

KDV Pinokkio voldoet aan de geïnspecteerde items die tijdens de inspectie op 21-8 zijn beoordeeld.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:

 emotionele veiligheid;

 persoonlijke competentie;

 sociale competentie;

 overdracht van normen en waarden.

Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum.

Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk wordt het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid.

Doel kindercentrum Beijum / locatie Pinokkio:

Pinokkio heeft tot doel het bevorderen van de ontwikkeling van peuters, onze leidraad voor het kind is "help mij het zelf te doen". We begeleiden het kind in de ontwikkeling van zijn

zelfstandigheid en in het leren dragen van eigen verantwoordelijkheid, aangepast aan de leeftijd en de persoonlijkheid van het kind. Er is optimale aandacht voor de individuele mogelijkheden van ieder kind, zijn belangstelling, talenten en voorkeuren

Pedagogische praktijk

De houder is verantwoordelijk voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Tijdens de observatie bleek dat de beroepskrachten werken volgens de inhoud van het pedagogisch beleidsplan.

Emotionele veiligheid

De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen.

De kinderen worden uitgenodigd tot participatie.

Persoonlijke competentie

Er is een goede interactie tussen de beroepskracht en individuele kinderen.

Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal,activiteitenaanbod en inrichting.

Observatie: De kinderen eten fruit aan de tafel. De beroepskracht praat veel met de kinderen, helpt ze op weg met het openen van de drinkbeker en het opeten van het fruit. Er wordt extra fruit klaargemaakt en aan de kinderen aangeboden. Daaruit blijkt dat er een goede interactie is.

Sociale competentie

De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten.

De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren.

Observatie: tijdens het buitenspelen mogen de kinderen zelf het speelgoed kiezen. Sommige kinderen willen gebruik maken van hetzelfde speelgoed. De beroepskracht voorkomt conflicten en helpt de kinderen om ze mee op te lossen. Daardoor wordt er voldaan aan de sociale competentie.

Normen en waarden

Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig.

Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk.

Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd.

Beroepskracht geeft zelf in spreken en handelen het goede voorbeeld.

Observatie:

De afspraken, regels en omgangsvormen zijn voldoende duidelijk en voldoen aan de gestelde voorwaarden.

Voorschoolse educatie

(5)

Voor de voorschoolse educatie wordt het programma Piramide gebruikt.

Pinokkio is 's ochtends geopend van 8:15 tot 11:45 uur en 's middags van 12:15 tot 14.45 uur. Het kind kan twee dagdelen gebruik maken van de peuterschool. Kinderen met een VVE-indicatie komen 4 keer per week. In het kader van KCN biedt Pinokkio ook opvang voor hele en halve dagen aan peuters van 2 tot 4 jaar. De activiteiten en begeleiding van de peuteropvang zijn gelijk aan die van de peuterschool, maar de openingstijden zijn aantrekkelijker voor werkende ouders. De opvang is verdeeld in dagdelen van 8.00 tot 13.00 uur, 12.00 tot 17.00 uur of van 13.00 tot 18.00 uur. Het kind kan tien dagdelen per week komen, mits er per dagdeel minimaal vijf kinderen zijn.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)

 Observaties

 Pedagogisch beleidsplan

 Opleidingsplan voorschoolse educatie

(6)

Personeel en groepen

Binnen dit domein zijn zowel de pedagogisch medewerkers steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.

De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.

Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.

Verklaring omtrent het gedrag

De verklaringen omtrent het gedrag van de personen werkzaam bij deze locatie zijn gecontroleerd en voldoen aan de voorwaarden.

Passende beroepskwalificatie

De beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

Opvang in groepen Groepen

De groepen bestaan bij Pinokkio uit maximaal 14 kinderen. Dit zijn verticale groepen: kinderen van 2 tot 4 jaar zitten bij elkaar in de groep. Daarmee biedt Pinokkio de kinderen de mogelijkheid om veel ervaringen op te doen op sociaal, emotioneel en intellectueel gebied: ieder kind is op deze manier eens een jongste en oudste kind.

Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep voldoet aan de voorwaarde. Tijdens de inspectie waren er 10 kinderen aanwezig in de leeftijd van 2 - 4 jaar, twee beroepskrachten en een stagiaire.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)

 Observaties

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

 Plaatsingslijsten

 Presentielijsten

(7)

Veiligheid en gezondheid

Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met

betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis te kunnen nemen.

Ook is binnen dit domein gekeken naar de Meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de Meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de Meldcode.

Het vierogenprincipe is in de praktijk gecontroleerd op uitvoering en beleid.

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid van 6 september 2013.

Binnenkort wordt deze risico-inventarisatie weer geactualiseerd.

Meldcode kindermishandeling

Vorig jaar zijn alle locaties door de houder geïnformeerd over de nieuwe Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

In 2013-2014 worden alle medewerkers van de COP groep geschoold in de RAAK training betreffende de aanpak van de meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling.

Een aantal pedagogisch medewerkers hebben de RAAK training in 2012 gevolgd.

De pedagogisch medewerkers kunnen ondersteund worden door de medewerkers van het CJG, wat het onderdeel van het JGZ uitmaakt.

Vierogenprincipe

In het pedagogisch plan staat het volgende omschreven: "We werken met twee pedagogisch medewerksters op een groep van 14 kinderen. Een aantal dagdelen per week is er een stagiaire aanwezig. We hebben samen met een architect de ruimte veilig en volgens voorwaarden

ontworpen. Dit houdt onder andere in:

- ramen in verschoonruimte en aangrenzend aan de groepsruimte - hoge deurklinken

- ramen in werkruimtes zodat er altijd door ouders en anderen naar binnen kunnen kijken dit zorgt ervoor dat er altijd contact is met de omgeving.

We hebben ervoor gekozen, en is ook in ons pedagogisch werkplan terug te vinden , om altijd met open deuren te werken. Bezoekers, ouders en onze leidinggevende, kunnen op elk gewenst moment de groep binnen komen. We hebben een aantal afspraken met het team, waardoor het handelen zo transparant mogelijk is gemaakt.

We verschonen in de ruimte met de deuren open.

De deur van de kantoorruimte is alleen gesloten bij afname toetsen, in de ruimte zit een raam naar het plein waar iedereen langs loopt en naar binnen kan kijken".

Tijdens de inspectie is gebleken dat de maatregelen die zijn getroffen overeen komen met de praktijk.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)

 Observaties

 Risico-inventarisatie veiligheid

 Risico-inventarisatie gezondheid

 Actieplan veiligheid

 Actieplan gezondheid

 Ongevallenregistratie

 Veiligheidsverslag

 Gezondheidsverslag

 Meldcode kindermishandeling

 Pedagogisch werkplan (van de site versie mei 2014)

(8)

Ouderrecht

Binnen dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders betrekt en informeert inzake het beleid.

Informatie

De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.

De houder informeert de ouders en de kinderen over in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag en welke groep horen.

Het inspectierapport staat op de website.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)

 Website

(9)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie

Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OFDe beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

(10)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OFDe stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(11)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

Meldcode kindermishandeling

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.

(art 1.51b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Vierogenprincipe

De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Ouderrecht

Informatie

De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.

(art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen.

(art 1.50 lid 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.

(art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(12)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Kindercentrum Beijum - locatie Pinokkio

Website : http://www.cop-groningen.nl

Aantal kindplaatsen : 14

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : Kindercentra Nederland B.V.

Adres houder : Friesestraatweg 213C

Postcode en plaats : 9743AD GRONINGEN

Website : www.cop-groningen.nl

KvK nummer : 01133573

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Groningen

Adres : Postbus 584

Postcode en plaats : 9700AN GRONINGEN

Telefoonnummer : 050-3674325

Onderzoek uitgevoerd door : C. Smit Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : GRONINGEN

Adres : Postbus 7081

Postcode en plaats : 9701JB GRONINGEN

Planning

Datum inspectie : 21-08-2014

Opstellen concept inspectierapport : 11-09-2014

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 23-09-2014 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie : 26-09-2014

Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 26-09-2014

Openbaar maken inspectierapport : 17-10-2014

(13)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit