Aangepast AJK 2015
Hormonen
Hormonen
• Homaein (Gr) -> opwekken,aandrijven.
• Stoffen uit kliercellen die uitgescheiden worden in weefselvloeistoffen en bloed.
• Activeren of remmen andere doelcellen,
• Lokale hormonen -> beperkte werking
• Systemische hormonen -> hele lichaam
Aangepast AJK 2015
Endocriene klieren.
• Endocriene klieren zijn klieren met interne secretie (bloedbaan).
• Interne secretie kan zonder afvoergang in tegenstelling tot externe secretie.
Soorten hormonen
• Op basis van hun doel
• Trope of glandotrope hormonen
– Stimuleren andere klieren
bv. FSH stimuleert ovaria tot productie van oestrogeen
• Effector hormonen
• Beïnvloeden lichaamsfuncties
bv. ADH zet de nier aan tot meer terugresorptie van water.
Aangepast AJK 2015
Feedback mechanisme
• homeostase in stand houden door meer of minder productie.
Hormoon productie Bloedspiegel
Bloedspiegel
Stimulatie + remmen -
Negatieve feedback
Ligging hormoonklieren
/Epifyse
Glandula thyroïdea/
parathyroïdea / /Hypofyse
/Thymus
Ovaria/
Pancreas/
Glandula suprarenalis/
/Uterus /Ren /Gaster /Cor
/Trachea Cutis/
Pulmonalis/
Hepar/
Colic/
Aangepast AJK 2015
De hypofyse en hypothalamus
• Zijn de grote “regelneven”
van het endocrien systeem
• Activatie van
boodschapperstoffen (releasing factors)
• Controle van alle andere hormoonproducerende klieren
• Terugkoppeling altijd via de hypothalamus -
hypofyse
• Directe invloed van CZS
Aangepast AJK 2015
Hypofyse
• Voorkwab (adenohypofyse)
• Achterkwab (neurohypofyse)
• contact met hypothalamus:
– Via hypofysepoortader systeem (adenohypofyse)
– Via zenuwbanen (neurohypofyse)
Aangepast AJK 2015
Adenohypofyse (voorkwab)
• Groeihormoon (GH)
• Schildklier (TSH)
• Bijnierschors (ACTH)
• Borsten (PRL – prolactine)
• Eierstokken en testikels (FSH –
follikelstimulerend hormoon en LH –
luteïniserend hormoon)
Groeihormoon (GH)
• Groei en deling meeste lichaamscellen
• Vooral bot en skeletspieren
• Regulatie stofwisseling van veel organen:
– Stimuleert eiwitsynthese, afbraak vetten en verhoogt bloedglucose
• Lichaamsgroei in kindertijd / adolescentie
• Regulatie bot- en skeletspiermassa na groeiperiode
• Productie is hoger tijdens slaap, laag bloedglucose, en nervositeit
Schildklier
Aangepast AJK 2015
Thyroïd stimulerend hormoon (TSH)
• Stimuleert groei en activiteit van de schildklier
• Schildklier produceert T3 en T4 (jodiumhoudend)
Aangepast AJK 2015
T3 & T4
Verhogen de basale stofwisseling en warmteproductie
Reguleren stofwisseling (koolhydraten, vetten en eiwitten)
Versterken effect van adrenaline en noradrenaline
• T4 (Thyroxine) vormt ongeveer 90% van alle schildklierhormoon. T3 is minder aanwezig maar wel krachtiger.
• Het meeste van het vrijgegeven schildklierhormoon is niet beschikbaar (gebonden aan plasmaeiwitten). Alleen vrije schildklierhormonen kunnen naar het target weefsel.
Calcitonine
• Calcitonine verlaagt het calcium gehalte in het bloed door:
– de botafbraak in de beenderen te remmen
– de calciumopname uit de darmen te verlagen – de calcium uitscheiding door de nieren te
verhogen
Aangepast AJK 2015
Glandulae parathyroidea
(Bijschildklieren)
• Parathormoon
– Belangrijkste functie is calciumspiegel in het bloed verhogen door:
• Remt afgifte van Ca+ in nieren
• Meer botafbraak door stimulatie osteoclasten
• Stimulatie nieren tot productie calcitrol uit vitamine D waardoor meer opname darmwand
Homeostase bloed calcium Calitonine & Parathormoon
Aangepast AJK 2015
Aangepast AJK 2015
Adrenocorticotroop hormoon (ACTH)
• Verhoogd de concentratie cholesterol en steroïden in de bijnierschors.
• Secretie van steroïdhormonen vooral cortisol.
• ACTH spiegel heeft een sterk dag-
nachtritme en heeft een nauw verband met het slaappatroon.
• Na verstoring lastig om ritme bij te stellen (jetlag, ploegendienst)
Glandula suprarenalis (bijniermerg)
Mineralcorticosteroiden
Aldosteron
• Toename terugresorptie natrium en daarmee water door de nieren
• (hierdoor verlies Kalium)
• Tevens verhoogt aldosteron de gevoeligheid voor zout
• Aldosteronproductie neemt voornamelijk toe o.i.v. het renine-angiotensine-systeem en een hoog Kalium
Aangepast AJK 2015
Aangepast AJK 2015
Glucocorticosteroiden
• Stimuleren van eiwitafbraak (vrijmaken van
aminozuren voor synthese van andere eiwitten of voor energieproductie)
• Bevorderd glucose aanmaak en vetafbraak
• Anti-inflammatoire effect (tegengaan ontstekingen)
Androgenen
geslachtshormonen
• Beide geslachten produceren kleine hoeveelheden mannelijke
geslachtshormonen (testosteron).
• Deel van de testosteron wordt in het bloed in oestrogenen omgezet.
Aangepast AJK 2015
Medulla / Bijniermerg
• Bevat zenuwweefsel en is onderdeel van het sympathisch zenuwstelsel.
• Productie van adrenaline en noradrenaline
– Werkt in op de adrenerge α- en β-receptoren van het lichaam;
• Versnellen de hartslag
• Verhogen bloeddruk
• Versnellen ademhaling
• Verwijden van de pupillen
• Stijging bloedglucosespiegel
Aangepast AJK 2015
Prolactine
• Stimuleert de melkklier in de borsten
– Vlak voor de menstruatie meer productie -> gezwollen borsten
– Door de korte duur geen melkproductie
• Tijdens de zwangerschap melkklieren
ontwikkelen zich en melkproductie komt op gang
– Zuigen van baby remt de negatieve feedback
– Oxytocine uit hypofyse achterkwab zorgt voor melk uitdrijving
Gonadotropinen
• Follikelstimulerend hormoon (FSH)
– Stimuleert de ovaria bij de vrouw – Stimuleert de testes bij de man
• Luteiniserend hormoon (LH)
– Stimuleert de ovaria bij de vrouw – Stimuleert de testes bij de man
Aangepast AJK 2015
Follikelstimulerend hormoon (FSH)
Bij vrouwen ->
Stimuleert productie van eicellen Oestrogeenafgifte
Bij mannen ->
Stimuleert productie van spermacellen
Luteïniserend hormoon
– Bij vrouwen->
• Eirijping en eisprong (Follikelcellen)
• Na eisprong -> corpus luteum -> productie van hormonen progesteron
– Bij mannen ->
• Rijping van de spermacellen (Cellen van Leydig of interstitiële cellen)
• interstitiële cellen in testikels productie van testosteron
Aangepast AJK 2015
Aangepast AJK 2015
Ei-sprong
Neurohypofyse (achterkwab)
Aangepast AJK 2015
Neurohypofyse
• Bestaat uit zenuwuitlopers
• Cellichamen bevinden zich in de hypothalamus
• Hormoonproductie vindt plaats in de cellichamen en door de uitlopers
getransporteerd naar de hypofyse
• Aan het einde van de uitlopers opgeslagen in blaasjes
• Zenuwprikkel van hypothalamus ->
afscheiding naar bloed middels exocytose.
• Effect op niet-endocrien weefsel
Oxytocine
• Oxytocine stimuleert de contractie van glad spierweefsel van de uterus.
• Oxytocine speelt een belangrijke rol in de melkejectie door de borstklieren.
• Oxytocine wordt door iedereen
aangemaakt bij positief onderling contact, zoals bij aankijken, aanraken, knuffelen en vrijen.
• Oxytocine contracties zaadleider en prostaatklier
Aangepast AJK 2015
ADH Anti diuretisch hormoon
De Hypothalamus laat de ADH los
• Het veranderd de doorlaatbaarheid van de wand van de lis van Henle waardoor meer vocht wordt teruggewonnen uit de urine.
• De zweetklieren worden geremd.
• Het gladde spierweefsel rondom de arteriolen trekken samen waardoor de bloeddruk
toeneemt.
Pancreas (alvleesklier)
Duodenum /
twaalfvingerige darm
Lien / milt
Aangepast AJK 2015
Eilandjes van Langerhans
• Alfacellen -> glucagon
– Bloedspiegel van glucose verhogen door glycogenolyse en gluconeogenese
• Bètacellen -> insuline
– Bloedspiegel van glucose verlagen
– Stimulatie van glycogenese (glycogeen vorming in lever en spieren)
– Versnellen opname aminozuren en eiwitsynthese – Stimulatie van vetzuren synthese en opslag van vet
(lipogenese)
Handhaving bloedsuikerspiegel
Aangepast AJK 2015
Epifyse (pijnappelklier)
Epifyse cerebri
• Typische jeugdklier die na het tiende levensjaar begint af te nemen, tot grootte van een erwt.
• Productie van hormoon melatonine (slaaphormoon)
– Heeft 24uurs ritme; productie is hoger in donker – Mogelijk van invloed op slaap/waak -en
voortplantingsritme (bij veel dieren), bij de mens niet overtuigend aangetoond.
– Remt de groei en ontwikkeling van de
geslachtsklieren tot de puberteit door verhindering van synthese of secretie van gonadotropinen
Aangepast AJK 2015
Prostaglandines
• Lokaal hormoon door de meeste weefsels geproduceerd (weefselhormonen)
– Regulatie van veel (patho)fysiologische processen
• Regulatie van ontstekingen
• Vasodilatatie / vasoconstrictie
• Pijn
• Koorts
• Bloedstolling
• Bescherming maagwand tegen inwerking maagzuur
• Ontstaan van weeën
– Worden geremd door NSAID’s (niet steroïde anti-inflammatoire drug) => maagklachten
Histamine
• Fungeert als neurotransmitter
• Functie in afweersysteem
• Functie in maagdarmkanaal
• Komt niet vrij voor. Opgeslagen in granulocyten en mestcellen
– Mestcellen bevinden zich in weefsels die in contact staan met de buitenwereld, longen, huid en maagdarmkanaal
Aangepast AJK 2015
Histamine
• Komt vrij bij allergische reacties
• Als transmitterstof. Vooral op waakcentrum (antihistaminica -> slaperig/suf)
• Werkt in op verschillende receptoren:
– Bloedvaten: vasodilatatie
verhoogd permeabiliteit capillairen – Luchtwegen: contractie gladde spiercellen
– Maagdarmkanaal: contractie gladde spiercellen, secretie van maagsap
Melanocyt stimulerend hormoon (MSH)
• Stimuleert de melanocyten van de huid tot toename synthese melanine in de
opperhuid
Aangepast AJK 2015
Thymus (zwezerik)
A = Thymus bij een pasgeborene B = Kind circa 2 jaar
C = Volwassene
1 = thymus 2 = hart
Wordt kleiner als je geslachtsrijp wordt
1
2 A
B
C