• No results found

Anglo-Saxon prognostics: a study of the genre with a text edition Chardonnens, L.S.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Anglo-Saxon prognostics: a study of the genre with a text edition Chardonnens, L.S."

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Anglo-Saxon prognostics: a study of the genre with a text edition

Chardonnens, L.S.

Citation

Chardonnens, L. S. (2006, June 22). Anglo-Saxon prognostics: a study of the genre with a

text edition. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/4439

Version:

Not Applicable (or Unknown)

License:

Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the

Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from:

https://hdl.handle.net/1887/4439

(2)

SAM

E N V AT T I N G

Het doel van deze studie van de Angelsaksische prognosticaties is een aantal nieuwe perspectieven en inzichten toe te voegen aan voorgaande onderzoeken naar dit onderwerp door C ockay ne, F ö rster en Henel in de periode 1850-1950 (Deel I ). Daarnaast biedt Deel I I voor het eerst een omvattende editie van alle Oudengelse en een groot aantal Latijnse teksten van prognostische aard. De eerste substantië le editie van de prognosticaties door C ockay ne (1861-66) werd gevolgd door een uitdieping van onze kennis over dit onderwerp in een reeks artikelen (1903- 1944) van F ö rster. F ö rsters opvatting dat de Angelsaksische prognosticaties vormen van folklore waren, werd bestreden door Henel (1934- 1942), die van mening was dat prognosticaties binnen het wetenschappelijke interessegebied van kloosterlingen vielen. Helaas zijn Henels argumenten volkomen genegeerd, terwijl de voorliggende studie laat zien dat de Angelsaksische prognosticaties wel degelijk een vorm van wetenschap waren. Bovendien levert de contextuele benadering die in deze studie is toegepast een zinvolle bijdrage aan de analy se van de plaatsing van prognosticaties, de taal waarin ze voorkomen, de overlevering in handschriften en het bedoelde gebruik van de teksten.

Prognosticatie is een methode om de toekomst van een individu of een identificeerbare groep individuen te voorspellen met behulp van de observatie van vooraf vastgestelde tekens en tijdstippen, of met behulp van mantiek. Prognosticaties leggen een causaal of sy nchronisch verband tussen twee gebeurtenissen, bijvoorbeeld de uitkomst van een droom die iemand heeft bij een bepaalde maanstand. Om dit te bewerkstelligen maken prognosticaties gebruik van een drievoudige structuur die bestaat uit de identificatie van wat er geobserveerd moet worden, het onderwerp waarover men iets wil weten, en de bijbehorende voorspelling. De onderwerpen die bevraagd kunnen worden zijn divers, maar ze worden begrensd door de levensduur van het individu op wie de voorspelling van toepassing is. G eliefde onderwerpen zijn gezondheid (met name aangaande ziekteverloop en tijdstippen voor aderlating), geboorte en dood, de betekenis van dromen, meteorologische verschijnselen en agrarische kwesties.

(3)

494

Hoofdstuk 2 biedt een overzicht van het tekstcorpus waarop de studie is gebaseerd. Dit corpus beslaat 171 teksten uit zevenendertig (fragmenten van) handschriften. Er zijn vijftig teksten in het Oudengels, elf in het Latijn met doorlopende volkstalige glossen (een gesloten groep omdat alle teksten zijn geïdentificeerd) en 110 in het Latijn (een open groep omdat slechts een deel van de teksten is geïdentificeerd). Deze teksten dateren uit de Angelsaksische en de vroeg Anglo-Normandische periodes. Hoofdstuk 3 bevat beschrijvingen van de prognostische tekstgenres die voor de dertiende eeuw bekend waren in Engeland. Ieder genre is beschreven in relatie tot de historie, de structuur, de inhoud en de geschreven overlevering. Het blijkt dat sommige genres op basis van thematische of structurele overeenkomsten in vaste volgordes werden overgeleverd.

In hoofdstuk 4 komt de handschriftelijke context aan bod. Het is hierbij van belang dat de Angelsaksische prognosticaties op contextueel bepaalde plaatsen in een handschrift worden aangetroffen, te weten (1) in kalenders, (2) in de computus, (3) in medische secties, (4) als teksten die later toegevoegd zijn, en (5) in secties waarin alleen prognosticaties voorkomen.

(4)

gestructureerde) als non-temporele genres (bv. alfabetische droomboeken) komen hier aan bod. Het bestaan van aparte secties voor prognosticaties alsmede de diversiteit in tekstgenres toont aan dat het besef van prognosticaties als een afgebakende groep teksten reeds bestond in de Angelsaksische periode. In hoofdstuk 5 worden de taal, de herkomst en de datering van de Angelsaksische prognosticaties geanalyseerd. De taal waarin prognosticaties zijn overgeleverd blijkt deels afhankelijk van de handschriftelijke context. Kalenders en medische secties vertonen een sterke voorkeur voor materiaal dat qua taal overeenkomt met de taal van de context. De computus daarentegen laat taalvariatie toe onder bepaalde voorwaarden, wat tot uiting komt in de aanwezigheid van volkstalig materiaal, Latijnse prognosticaties met glossen in het Oudengels, en Latijnse teksten. Voorwaarde voor die diversiteit in talen is dat de (overwegend Latijnse) computus ook teksten over tijdberekening bevat die in de volkstaal zijn geschreven. Prognosticaties die later aan reeds bestaande handschriften zijn toegevoegd hebben over het algemeen dezelfde taal als die van de context. De taalselectie in prognostische secties blijkt niet beïnvloed te worden door de handschriftelijke context, maar binnen de secties zelf is er sprake van een sterke scheiding op basis van taal. Een prognostische sectie met zowel volkstalige als Latijnse teksten met glossen houdt deze twee groepen strikt gescheiden. De meeste handschriften met prognosticaties komen uit Canterbury, Winchester, Worcester en Ramsey, maar de context en taal waarin de prognosticaties zijn overgeleverd, verschillen sterk per plaats. T eksten met glossen worden bijvoorbeeld slechts aangetroffen in handschriften uit Canterbury en Winchester; in beide locaties in de computus en in de eerste ook in een prognostische sectie. Prognosticaties worden voor het eerst in insulaire handschriften aangetroffen in de negende eeuw. Van een echte bloei is pas sprake in de elfde eeuw.

In hoofdstuk 6 wordt prognosticatie als vorm van bijgeloof besproken. Er wordt traditioneel verondersteld dat prognostische gebruiken indruisen tegen het orthodoxe Christendom in Angelsaksisch Engeland, maar voor deze veronderstelling is geen grond. Veel prognostische teksten bevatten verwijzingen naar klassieke en middeleeuwse autoriteiten die bedoeld waren om de geloofwaardigheid van de tekst te verhogen. Met behulp van Dieter Harmenings analyse van middeleeuws bijgeloof (1979) kunnen de prognosticaties worden geplaatst op het gebied van bijgeloof, en wel als vormen die gebruik maken van de observatie van tijden en tekenen, en mantiek. Mijn studie naar de Oudengelse woordenschat voor bijgeloof toont aan dat er nauwelijks woorden bestonden in de volkstaal om prognosticaties te beschrijven. De enkele woorden voor observatie en divinatie die er zijn, komen veelal uit elfde-eeuwse Latijns– Oudengelse glossaria samengesteld vooral aan de hand van het Latijnse werk van de schrijver Aldhelmus (639-709), die teruggreep op klassieke vindplaatsen voor zijn beschrijving van bijgelovige gebruiken. Deze observatie stelt de gangbaarheid van deze woorden in de Angelsaksische periode in twijfel, ondanks het feit dat geestelijke schrijvers zoals Wulfstan en Ælfric negatief stonden tegenover bijgeloof in het algemeen. Het publiek voor prognosticaties wordt soms gezocht buiten de Angelsaksische kloosters in de veronderstelling dat deze teksten een functie vervulden in de pastorale taken van priesters; hier heb ik echter geen enkele aanwijzing voor aangetroffen.

(5)

496

(6)

CUR R ICULUM VITAE

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Originally, this thesis was to be a text edition of the Old English prognostics and an introduction to these texts that foretell the future.. It soon became apparent that a study

In addition to prognostic material in the calendar, there are seven prognostics in the computus of Vitellius E.xviii, one in Latin and one glossed (both Apuleian Spheres), and five

Throughout this study, I have pointed at many indications that the prognostics are a form of science in Anglo-S axon England: prognostics were codified; they contained learned

18 Luna xvii Bona est. her hit is gód tíma. Luna xviii Non est bona. nis hit her god tima. Luna xix Melior est. her hit is betere... 21 Luna xx Non est bona. nis hit her gód tíma.

manuscript date origin pages type seq number lang

O’Brien O’Keeffe, K., and A. Latin Learning and English Lore. Studies in Anglo-Saxon Literature for Michael Lapidge. Toronto, Buffalo, London: Univ. of Toronto Press... Oess, G.,

De voorspelling dat zeedieren sterven als het op vrijdag onweert is gebaseerd op een corrupte lezing van het Oudengelse sædeora (‘zeedieren’) voor het overigens niet

So for this anonymous Latin homily, my condition (3) is certainly met with, i.e. quotations from the same capitulum are found within a narrow confine. In conclusion, then,