• No results found

PTT moet aantal kortings-regelingen beëindigen 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "PTT moet aantal kortings-regelingen beëindigen 2"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

N

IEUWS

-

EN PUBLICATIEBLAD VAN DE

O

NAFHANKELIJKE

P

OST EN

T

ELECOMMUNICATIE

A

UTORITEIT

E

NERTEL EN

KPN

MAKEN BEZWAAR TEGEN INTERCONNECTIEBESLISSING

2

PTT

MOET KOSTEN AANSLUIT

-NET UIT ABONNEMENTEN DEKKEN

4

OPTA

ONDERZOEKT ONEIGENLIJK GEBRUIK VAN PERSOONLIJKE NUMMERS

6

I

NTERNATIONALE ZEEKABELS

7

W

INSTOPSLAG VAN DOORSLAGGEVEND BELANG BIJ BEOORDELING

PTT-

TARIEVEN

8

A

ANBOD VOOR BIJZONDERE TOEGANG

0800-

EN

090

X

-

DIENSTEN UITGEBREID MET

06-

NUMMERS

9

P

ROBLEMEN BIJ UITWERKING

EDC/BU

WERKGROEPEN

10

OPTA

GAAT OOK OVER CARRIER PRE

-

SELECTIE CONSULTEREN

11

T

ARIEVEN VOOR INTERNATIONALE POST EN POSTBUSSEN VRIJ

12

B

EROEP

V

ERSATEL ONGEGROND

13

KPN

MOET

VPN-

NUMMERGE

-BRUIK EIND FEBRUARI BEEINDIGEN

14

R

EGISTRATIES INTERCONNECTIE EN BIJZONDERE TOEGANG

16

Februari 1998 -nr.

2

Begin november 1997 heeft OPTA PTT Telecom (opnieuw) verzocht een cijfermatige onderbouwing te geven van de kortingsregelingen telefonie. PTT Telecom heeft weliswaar naar de tekortopslagmetho-de verwezen, maar ze heeft niet cijfermatig ontekortopslagmetho-der- onder-bouwd welke kostenvoordelen aan de kortingsrege-lingen ten grondslag liggen. PTT Telecom heeft daar-op laten weten dat de kortingen gerechtvaardigd kunnen worden door een toeslag in de verkeerstarie-ven achterwege te laten (hierna: tekortopslagmetho-de). Deze toeslag is in de verkeerstarieven verwerkt ter compensatie van een te laag abonnementstarief.

Door dit lage abonnementstarief is er een tekort op het aansluitnet. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft eerder in haar brief van 1 juli 1997 over de kortingsregelingen aangegeven dat vanuit deze benadering de kortingen globaal kunnen wor-den getoetst. OPTA deelt deze opvatting.

Nu PTT Telecom de kortingen uitsluitend heeft gerechtvaardigd op grond van de tekortopslag-methode, heeft OPTA zelf een beoordelingskader beschreven waarbinnen de huidige kortingsregelin-gen getoetst kunnen worden. Als uitgangspunt geldt

PTT moet aantal

kortings-regelingen beëindigen

is het nieuws- en

publicatie-blad van de Onafhankelijke

Post en Telecommunicatie

Autoriteit. OPTA wil met deze

uitgave onder meer bereiken

dat de organisaties in de markt

voor telecommunicatie en post

op gelijke voet geïnformeerd

zijn over de ingenomen

stand-punten, gedane uitspraken en

nieuwe ontwikkelingen in

ver-band met het werk van OPTA.

Reacties op de inhoud van dit

blad zijn van harte welkom.

Voorlopig oordeel OPTA: Countryline, CPO en Termijnopties niet langer toegestaan

(2)

dat na een zekere hoeveelheid uitgaande verkeersminuten over een aansluitlijn, de tekortbijdrage voor de dekking van het aan-sluitnet via de verkeerstarieven als voldoen-de kan worvoldoen-den beschouwd. Over het meervoldoen-de- meerde-re verkeer kan de tekortopslag in de vorm van een korting achterwege blijven. Het beoordelingskader komt erop neer dat het tekort van het aansluitnet wordt vastge-steld. Vervolgens wordt het tekort verdeeld over de verschillende verkeerssoorten lokaal, interlokaal en internationaal verkeer. Het maximale kortingspercentage kan dan bepaald worden. Uit de berekening op basis van de gegevens van PTT Telecom blijkt dat dit maximum tussen de 22 en 23% ligt. Tenslotte moet dit beoordelingskader ver-taald worden in een kortingsregeling, waar-bij de drempel(s) vastgesteld wordt, waarbo-ven de tekortopslag achterwege kan blijwaarbo-ven. (Bepaald moet worden hoeveel interlokaal

dan wel internationaal verkeer over een aan-sluitlijn moet zijn afgewikkeld, om een klant verder vrij te stellen van de tekortopslag.) Toetsing van de huidige kortingsregelingen aan het beoordelingskader leidt ertoe dat een aantal kortingsregelingen niet kan wor-den gerechtvaardigd. Het gaat in het bijzon-der om de Termijnopties, CountryLine en de Corporate Plan One-regelingen (CPO, CPO Year, CPO Two Year, CPO Three Year). De regeling Termijnopties biedt een korting wanneer een klant zich bij het sluiten van een kortingscontract voor een langere tijd verbindt aan PTT Telecom. Bij CountryLine wordt een korting gegeven naar maximaal drie bestemmingen. In de CPO-regelingen wordt een korting geboden die gebaseerd is op het gezamenlijke verkeer van diverse aansluitlijnen, al dan niet op verschillende lokaties of van verschillende gebruikers. Bovendien worden de CPO-kortingen hoger

naarmate een gebruiker zich langer verbindt aan PTT Telecom. De kortingsregeling WorldLine lijkt wel gerechtvaardigd op grond van het beoordelingskader. Uit de beschrij-ving van deze kortingsregeling blijken de kortingen te zijn gerelateerd aan de hoe-veelheid verkeer per aansluiting en de maximale korting voor zowel nationaal als internationaal verkeer 20% is.

Een definitieve toets van de kortingsregelin-gen vindt plaats bij de beoordeling van de telefoontarieven (zie pagina 8). K

OPTA heeft KPN in dit verband verplicht vóór 1 februari 1998 een openbaar referentie-aanbod voor dit soort van toegang te doen. Dat aanbod is inmiddels gedaan en op 6 februari in de Staatscourant gepubliceerd. Het aanbod zal OPTA betrekken bij de voor-genomen marktconsultatie over bijzondere toegang tot het aansluitnet. OPTA heeft bij zijn beslissing van 17 december KPN tevens verzocht het tarief voor toegang tot de verkeerscentrales aanzienlijk te verlagen. Het college van OPTA heeft nog geen datum vastgesteld waarop het de bezwaarschriften van Enertel en KPN zal behandelen. Partijen

hebben gevraagd of OPTA een nadere termijn wil stellen voor indiening van de gronden bij hun bezwaarschriften.

KPN heeft overigens, ondanks haar bezwaar, tijdig voldaan aan bovengenoemde verplich-ting tot indiening van een openbaar referen-tie-aanbod. Het referentie-aanbod is voor marktpartijen die recht hebben op bijzonde-re netwerktoegang beschikbaar bij KPN. KPN heeft kenbaar gemaakt dat met de indiening van het referentie-aanbod niet is gezegd, dat zij met de verplichting om ontbundelde toegang tot het aansluitnet te bieden zou instemmen. Het referentie-aanbod dient er

uitsluitend toe om te worden gebruikt in het kader van de consultatie. Het aanbod leent zich volgens KPN dus niet voor aan-vaarding.K

Enertel en KPN maken bezwaar tegen

interconnectiebeslissing

(3)

Colofon

Eindredacteur: Ludo Korteman Redactie: Wim Glazenborg Hetty Joosten Louis van der Linden Geraldina Metselaar Wino Penris Basisvormgeving: Harlon, Utrecht Fotografie: Kelle Schouten Grafische productie: Herbschleb en Slebos Drukwerk: Meboprint, Amsterdam Redactieadres: Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 59 Telefax (070) 315 35 02

Connecties wordt met grote zorgvuldigheid samengesteld, maar om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereenvoudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uittreksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raadplegen. Aan de artikelen in Connecties kunnen geen rechten worden ontleend.

Het primaat van

de politiek

Begin maart behandelt de Tweede Kamer de ont-werp-Telecommunicatiewet. Een Kamerdebat dat voor een aantal jaren (tot de behandeling van wat ik maar alvast noem de Convergentiewet) de ont-wikkeling van de telecommunicatiemarkt in belang-rijke mate zal beïnvloeden. De Tweede Kamer speelt in het wetgevingstraject nog meer dan anders een doorslaggevende rol. De ervaring leert dat de rege-ring op het gebied van telecommunicatiebeleid en -regelgeving gehandicapt is door de onduidelijke en overleefde departementale taakverdeling tussen Verkeer en Waterstaat, Economische Zaken en OC&W. Daardoor is telecommunicatiebeleid vaak een speelbal in het interdepartementale niemandsland, in een voortdurend spel tussen departementale rugby-teams. Dat leidt tot blokka-des, bijvoorbeeld als het gaat om het onder ogen zien van de gevolgen van convergentie. Ook gaat het in het spel niet zelden om het balbezit, zoals je kunt merken in de voortdurende discussie over de afbakening van het toezicht en de macht van de NMa ten opzichte van andere toezichthouders. De Tweede Kamer houdt zich in het Haagse spel zonder scheids- en grensrechters veelal afzijdig. Behalve als het op wetgeving aan komt. Als mede-wetgever speelt de Tweede Kamer een cruciale rol, omdat hij zich niets aantrekt van de kalklijnen van de departementale indeling. De Kamer heeft daar-door al vaker problemen opgelost waarover de ministeries niet, of slechts door rare compromissen, tot zaken hadden kunnen komen.

Het wordt interessant om te zien of de Kamer ook nu weer deze glansrol zal vervullen. Er zijn meer dan genoeg punten die dat nodig maken. In de ‘scrum’ over de bal van het mededingingstoezicht is het onmogelijk het probleem van het ‘forum shopping’ te regelen. Dat kan namelijk alleen door de toe-zichthouders toegang te bieden tot elkaars wettelijk instrumentarium. Zo kunnen ze een concreet geval aan zowel algemene als specifieke mededingingsre-gels toetsen, en kan worden bepaald dat wie onte-vreden is met de uitkomst niet bij een andere toe-zichthouder nog een nieuw kansje kan wagen. De bedrijven in de telecommunicatiemarkt vragen met nadruk om zo’n eenduidige één loket-structuur, maar de rugbyteams zijn eenvoudigweg niet bij machte om het hierover eens te worden. Werk voor de Kamer dus.

Dezelfde ‘scrum’ maakt het de Nederlandse rege-ring onmogelijk om logische conclusies te trekken uit het inéénschuiven van markten, diensten en technieken: de vaste en de ethergebonden infra-structuur, omroepnetwerken en telecommunicatie-netwerken, programmadiensten en telecommuni-catiediensten. De Kamer heeft hiervan eind vorig jaar een duidelijk beeld gekregen tijdens een hoor-zitting over de organisatie van het toezicht. OPTA heeft in oktober 1997 in een advies over de Telecommunicatiewet aangegeven welke keuzen zouden kunnen worden gemaakt om een krachtig, eenduidig telecommunicatietoezicht mogelijk te maken. Die keuzen zijn nog steeds aan de orde, rond: frequentiebeheer, toegang tot de kabel, versterking van ex ante bevoegdheden omtrent kortingen en regionale tariefdifferentiatie, relatie met algemeen mededingingsrecht. Voorzover bij het maken van die keuzen de problematiek van het primaat van de politiek vragen oproept, heeft de Tweede Kamer zelf bij de recente behandeling van de nieuwe Bankwet het ei van Columbus uitgevon-den: met een amendement van de vier grote partijen regelde de Kamer dat de president van De Nederlandsche Bank twee keer per jaar in het par-lement het monetaire beleid moet komen toelich-ten. Een innovatie die de spanning oplost tussen de wenselijkheid van onafhankelijkheid, en het primaat van de politiek (eindelijk wordt het pri-maat van de politiek ook eens niet gelijk gesteld met het primaat van de regering!), en gelet op het amendement in de Bankwet kennelijk nu ook staatsrechtelijk aanvaard. Voor wie bij de behan-deling van de Telecommunicatiewet nog worstelt met de onafhankelijkheid van ZBO’s, een lumineus idee.K

(4)

Het college vindt dan ook dat PTT Telecom de dekking van de kosten van het aansluitnet niet afhankelijk mag maken van het verkeer dat een marktpartij genereert en in rekening moet brengen bij de eindgebruiker van de aansluitlijn. PTT zal daarom de kosten moeten dekken uit de eigen abonnements-inkomsten. Pas dan hebben PTT Telecom en concurrenten die van het net van PTT gebruik maken, een gelijke uitgangspositie voor het vaststellen van hun tarieven. De eindgebrui-ker neemt dan immers een abonnement bij PTT Telecom dat de kosten van de aansluitlijn dekt en kan daarnaast – uit daadwerkelijke concurrerende aanbiedingen – kiezen door wie hij zijn gesprekken laat verzorgen. Een gevolg van de door het college voor-gestelde doorberekening kan zijn dat het abonnementstarief voor het basispakket voor particulieren omhoog gaat, hoewel het gesprekstarief per minuut voor consumenten omlaag kan. Het kan zijn dat deze ‘herbalan-cering’ nadelig is voor particulieren die erg weinig bellen. Voor hen zou op basis van de ‘universele dienstverlening’, een in Europees verband afgesproken compensatiemechanis-me, de minister van Verkeer en Waterstaat zonodig een regeling kunnen treffen. OPTA publiceert nog deze maand een consulta-tiedocument dat nader ingaat op deze verkeerstarieven.

DE HUIDIGE SITUATIE

De huidige situatie is als volgt: PTT Telecom dekt in eerste instantie de kosten van het aansluitnet met de inkomsten uit abonne-menten. Deze inkomsten dekken volgens PTT

echter niet alle (vaste) kosten, en daarom berekent PTT de ontbrekende dekking door in de verkeerstarieven.

In de richtsnoeren interconnectie van de minister van Verkeer & Waterstaat (mei 1997) wordt bepaald dat een concurrent die het aansluitnet gebruikt om verkeer op te halen bij PTT-abonnees (‘originating access’; dit is bijvoorbeeld het geval bij carrier selec-tie, wanneer een PTT-abonnee zijn gesprek laat verzorgen door een andere aanbieder dan PTT) een vergoeding moet betalen voor het gebruik van dat aansluitnet. Deze vergoeding dient evenredig te zijn met het gebruik dat die dienstaanbieder van het aan-sluitnet maakt. Dit betekent dat de kosten van het aansluitnet worden toegerekend aan de diverse dienstaanbieders naar rato van het door hen afgewikkelde aantal uitgaande gespreksminuten.

GEVOLGEN VOOR DE CONCURRENTIE BIJ TOEPASSING VAN EEN VERKEERSAFHANKELIJKE VERGOEDING

PTT Telecom moet zelf als gebruiker natuur-lijk ook een deel van de kosten dragen (naar rato van zijn uitgaande verkeer) en moet dit doorberekenen in de tarieven van zijn eigen dienstverlening. Dat gebeurt hoofdzakelijk via een vast maandelijks abonnementstarief, maar dus ook via de verkeerstarieven. Doordat PTT een deel van de kosten al via de abonnementen terughaalt, is de kostencom-ponent ‘aansluitnet’ in de verkeerstarieven van PTT Telecom echter lager dan dezelfde kostencomponent in de tarieven van de con-currenten, die immers het gehele bedrag nog moeten dekken. Indien de

OPTA-college in consultatiedocument:

PTT moet kosten

Het college van OPTA is van mening dat de doorberekening van de kosten van het aansluitnet in de interconnectietarieven de concurrentie op vooral lokaal en regionaal niveau vrijwel onmogelijk maakt. Het tarief dat concurrenten per minuut

(5)

abonnementsinkomsten van PTT Telecom de kosten van het aansluitnet geheel zouden dekken, zou PTT zelfs helemaal geen kosten-component ‘aansluitnet’ in zijn tarieven hoeven door te berekenen. Het verschil in kostencomponent ‘aansluitnet’ bij PTT Telecom en de concurrenten is daarmee ook geheel afhankelijk van de keuze van PTT Telecom voor de mate waarin de abonne-mentsinkomsten de kosten van het aansluit-net dekken.

Dat betekent dat deze marktpartijen, om toch concurrerende tarieven te kunnen bieden, op andere gebieden lagere kosten dan PTT moeten maken of genoegen moeten nemen met een (veel) lagere winstmarge. De mogelijkheid om op andere kosten te besparen is echter beperkt. Kostenvoordelen behalen op transmissiekosten is, omdat nog veel gebruik moet worden gemaakt van PTT’s landelijk transmissienet, niet aannemelijk. Genoegen nemen met een lagere winstmarge kan echter alleen daar waar de winstmarges van PTT Telecom traditioneel hoog zijn, en dat is op de markt voor internationaal tele-foonverkeer. Dit betekent dat concurrentie op regionale en lokale schaal niet van de grond komt.

Bovendien worden de mogelijkheden voor concurrenten nog verder beperkt als PTT Telecom besluit hoge winstmarges terug te brengen. Deze ontwikkeling is de afgelopen jaren al in het internationale telefoonver-keer te zien. Het toepassen van de principes van kostenoriëntatie kan er verder ook toe leiden dat de tarieven voor het nationale lange-afstandsverkeer moeten worden verlaagd, waardoor de (nu bescheiden) concurrentie op dit type verkeer zeer moeilijk wordt.

Een ander gevolg van de bepaling in de richtsnoeren is dat de kostenvergoeding die een bepaalde aanbieder aan PTT Telecom moet betalen evenredig toeneemt met het originating verkeer dat voor hem bestemd is.

Dit heeft echter weinig te maken met de wer-kelijke kosten die PTT moet maken voor het aansluitnet. De kosten daarvan worden bepaald door het aantal abonnees (het aan-tal aansluitlijnen) en niet door het feit of die abonnees veel of weinig bellen. Het kan dus gebeuren dat een andere aanbieder meer dan de kosten moet betalen voor een aan-sluitlijn, omdat zijn klant erg veel belt. PTT Telecom zelf geeft zijn grote klanten (‘veelbellers’) mede hierom juist grootge-bruikerskortingen. De richtsnoeren intercon-nectie voorzien echter niet in een correctie op het vergoedingsmechanisme dat het con-currenten mogelijk maakt om vergelijkbare kortingen te verstrekken. K

Reacties tot 4 maart

mogelijk

OPTA vraagt in een onlangs verschenen consultatiedocument aan belanghebben-den om te reageren op de voorlopige visie van het college op de doorberekening door PTT Telecom van de kosten het zogenoemde aansluitnet.

Het aansluitnet is het net van verbindin-gen tussen een huisaansluiting en de wijktelefooncentrale. Belanghebbenden kunnen tot 4 maart hun schriftelijke reactie naar OPTA sturen. Op 4 maart organiseert OPTA een hoorzitting in het Sofitel, Koningin Julianaplein 35 in Den Haag, aanvang 10.00 uur. Het consulta-tiedocument staat ook op de OPTA-site op internet: www.opta.nl (keuze consulta-tiedocumenten).

Zo snel mogelijk na de hoorzitting zal het college met zijn definitieve standpunt komen en PTT Telecom verzoeken de referentie-aanbiedingen voor intercon-nectie en bijzondere toegang daarmee in overeenstemming te brengen.K

(6)

Europees Commissaris Martin Bangemann heeft op 10 februari in een persverklaring stelling genomen in het conflict dat zich aftekent tussen de Duitse telecom-toezicht-houder en de algemene mededingingsauto-riteit, het Bundeskartellamt. ‘Het is in het belang van de hele Europese economie dat we een volledig functionerende, competitie-ve EU telecommunicatiemarkt competitie-veilig stellen. Ik heb volledig vertrouwen in de nieuw opgerichte Nationale Regulerende

Autoriteiten (NRA’s) als de

eerstverantwoor-delijken in de Lid-Staten om in dit opzicht als katalysator te fungeren. We moeten hen hun gang laten gaan bij de uitoefening van hun taak.’

Bangemann gaf de verklaring uit nadat in Duitsland de voorzitter van het Bundes-kartellamt, Dieter Wolf, kritiek had uit-geoefend op de sinds 1 januari 1998 bestaande Duitse telecom-toezichthouder, de Regulierungsbehörde für Telekom-munikation und Post. Volgens Wolf gaat de Regulierungsbehörde te mild om met de

lokale telefoontarieven van Deutsche Telekom, en had de Regulieringsbehörde de voorafgaande instemming van het

Bundeskartellamt moeten vragen.

Inmiddels hebben ook Duitse politici zich in het debat geschaard aan de zijde van de Regulierungsbehörde. De ‘Duitse OPTA’ kent een begeleidingscommissie bestaande uit leden van de Bondsdag en van de regeringen van de deelstaten. Deze ‘Beirat’ heeft afstand genomen van de kritiek van Wolf. Nog verdere tariefverlagingen voor Deutsche Telekom zouden het nieuwe telecom-bedrij-ven moeilijker maken de markt te betreden, aldus de voorzitter van de Beirat. De politici hebben nu aan de Bondsregering gevraagd de bevoegdheidsverdeling tussen het Bundeskartellamt en de Regulierungs-behörde für Telekommunikation und Post beter te regelen (Handelsblatt, 9 en 10 februari 1998). K

OPTA onderzoekt of bedrijven zogenoem-de persoonlijke nummers, die met 087 beginnen, gebruiken voor doeleinden die zich niet verdragen met de omschrijving in het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten en andere regelgeving op het gebied van nummergebruik. OPTA heeft verschillende klachten ontvangen over vermeend verkeerd gebruik. In twee gevallen waarbij is gebleken dat bedrij-ven inderdaad deze nummers voor andere doeleinden gebruiken dan bedoeld zal OPTA maatregelen nemen.

In eerste instantie kan dat betekenen dat OPTA de desbetreffende bedrijven vraagt de verkeerde dienstverlening te stoppen. In het uiterste geval kan OPTA de nummers intrek-ken. Daarnaast heeft OPTA besloten deze kwestie in meer algemene zin onder de aan-dacht te brengen van telefonie-aanbieders. Resultaat daarvan zou moeten zijn dat abon-nees die een nummer bellen waarvoor meer dan het normale (interlokale) telefoontarief betaald moet worden een waarschuwing krij-gen en dat de telecombedrijven in publica-ties duidelijk aangeven welke tarieven voor bepaalde nummers, zoals de 087 nummers, gelden.

Persoonlijke nummers zijn ooit bedacht om het in Nederland rondreizende drukbezette abonnees mogelijk te maken voortdurend bereikbaar te zijn. Door de opkomst van de GSM-telefoon heeft deze dienstverlening echter geen grote vlucht genomen.

Over persoonlijke nummers zegt het nummerplan: deze zijn bedoeld voor een telecommunicatiedienst waarmee op één nummer verschillende netwerkaansluitpun-ten kunnen worden bereikt, afhankelijk van de programmering door de abonnee van de dienst.

Het gesignaleerde oneigenlijke gebruik betreft dienstverlening die sterk lijkt op de dienstverlening die bedrijven via koopnum-mers (0900 informatienumkoopnum-mers) aanbieden. Dat wil zeggen dat de abonnee een tarief moet betalen dat kan oplopen tot ƒ1,06 per minuut. In tegenstelling tot de informatie-nummers die hiervoor bestemd zijn krijgt de beller bij de persoonlijke nummers niet te horen dat er een (hoog) tarief geldt. Een deel van de inkomsten uit dit tarief gaat naar de eigenaar van het desbetreffende nummer. K

OPTA onderzoekt oneigenlijk gebruik van

persoonlijke nummers

Naar aanleiding van perikelen in Duitsland

(7)

Nu steeds meer marktpartijen internatio-naal verkeer aanbieden wordt het gebruik van en de toegang tot zeekabels steeds belangrijker. OPTA krijgt hierover veel vragen. Verschillende marktpartijen hebben rechten verkregen op het gebruik van zeekabel UKNL14 (United Kingdom -Nederland nummer 14) die bij Alkmaar ons land binnenkomt. Koppeling van hun net aan deze kabel is van essentieel belang voor deze partijen. PTT Telecom die de beheerder is van een groot deel van de zeekabels werkt aan een tarief-voorstel voor deze dienst. Dit tariefvoor-stel zal aan OPTA worden voorgelegd. Vooruitlopend hierop worden individuele afspraken gemaakt met diegene die rech-ten hebben verkregen op deze zeekabel en over een koppeling moeten beschik-ken. Daarbij doen zich een aantal proble-men voor zowel wat betreft de technische mogelijkheden als de tariefstelling.

De technische problemen hebben vooral betrekking op het afleveren van de gewenste capaciteit naar het afleverpunt van de aan-bieder elders in het land. Marktpartijen die een capaciteit hebben van minder dan 155 Mb krijgen in Alkmaar de gelegenheid hun capaciteit daar om te zetten naar 2 Mb of een veelvoud daarvan. Daarbij is het huidige tarief voor het gebruik van een 155 Mb huur-lijn het uitgangspunt. Dit tarief is, nu er nog geen afzonderlijk tarief voor deze speciale

dienst bestaat, het normale tarief voor vaste verbindingen.

PROBLEMEN

PTT Telecom stelt bij uitsplitsing in Alkmaar onder andere de volgende problemen te hebben. De netwerkstructuur is op dit moment zo ingericht dat de transmissie-capaciteit direct van Alkmaar wordt doorge-schakeld naar Amsterdam, in eenheden van 155 Mb. In Amsterdam worden eventuele storingen in de zeekabel gesignaleerd. Mocht een storing zich voordoen, dan wordt omgeschakeld naar de zeekabel in Domburg. In principe is het technisch mogelijk om direct in Alkmaar aan te koppelen. Omschakelen via Domburg bij storingen is dan echter niet mogelijk. Bovendien is er in de centrale in Alkmaar wellicht onvoldoende

ruimte om straks voor iedereen die daarom vraagt, deze dienst aan te bieden. COLLOCATIE

Ditzelfde probleem doet zich voor indien marktpartijen collocatie zouden krijgen in Alkmaar en vanaf dat punt zelf de verbinding verzorgen naar hun eigen landelijke centra-le. Collocatie wil zeggen dat diegene die beschikt over capaciteit op een deel van de zeekabel, zelf voor de koppeling zorgt. Dit gebeurt door het huren van een aantal vierkante meters in de PTT centrale. PTT Telecom heeft toegezegd zolang zij faciliteiten niet formeel aanbiedt in alle individuele gevallen mee te werken aan een tijdelijke oplossing. K

(8)

Over de vraag hoe precies invulling aan het begrip kostenoriëntatie moet worden gege-ven, heeft het college van OPTA een consul-tatiedocument uitgebracht. Op grond van de regelgeving is PTT Telecom namelijk ver-plicht kostengeoriënteerde tarieven te hanteren. Dat houdt in dat de tarieven een afspiegeling moeten zijn van de onderlig-gende kosten inclusief een winstopslag. De gedachte is dat in een volledig vrije marktsituatie concurrerende bedrijven ook niet meer dan de kosten plus een zekere winstopslag kunnen doorberekenen in hun prijzen. Of PTT’s tarieven kostengeoriënteerd zijn, moet OPTA beoordelen. In de nationale regelgeving is op hoofdlijnen beschreven via welke stappen de beoordeling moet plaats-vinden. Op welke wijze OPTA de tarieven precies moet beoordelen, ligt niet vast. REDELIJK RENDEMENT

De beoordeling van de hoogte van de tarie-ven is voor een groot deel terug te voeren op de vraag wat een redelijk redement op het geïnvesteerde vermogen is. In het con-sultatiedocument gaat OPTA hierop in. OPTA gaat ervan uit dat er een zekere relatie is tussen het rendement dat investeerders eisen en de risico’s die aan investeringen

verbonden zijn. Naarmate de risico’s groter zijn, zullen investeerders

een hoger rendement eisen. Op basis van dit uitgangspunt heeft OPTA vorig jaar in het kader van een interconnectiegeschil vastgesteld dat voor interconnectiedienstverle-ning een rendement van 12,5% rede-lijk is. Dit rendement wordt overigens in het kader van het vaststellen van kostengeoriënteerde

interconnectie-tarieven opnieuw beoordeeld. OPTA gaat ervan uit dat investeringen in

de telefoondienst in beginsel meer risico met zich meebrengen. Dat

zou een wat hoger rendement op de telefoondienst kunnen recht-vaardigen. Dat geldt vooral voor het afwikkelen van verkeer. Het bieden van toegang tot het PTT-net

(abon-nement) heeft een vergelijkbaar risicoprofiel als interconnectie.

Als bovengrens geldt het rendement dat PTT Telecom thans op de telefoondienst behaalt (iets meer dan 18%). Dat is immers het rendement dat PTT Telecom behaalt in een omgeving met vrijwel geen concurrentie. Kostenoriëntatie is mede bedoeld om op markten waar (vrijwel) geen concurrentie is, enige vorm van concurrentie na te bootsen. Verder stelt OPTA voor om ook binnen de telefoondienst zelf, verschil in rendement te maken.

ABONNEMENT EN GESPREKKEN

Bij de diensten maakt OPTA in het consulta-tiedocument onderscheid tussen de toegang tot verkeerdiensten (het abonnement) en de verkeersdiensten zelf (de gesprekken). Dat onderscheid is van belang omdat PTT-abon-nees verkeersdiensten niet noodzakelijker-wijs van PTT Telecom hoeven af te nemen. Via carrier selectie bestaat de mogelijkheid om gesprekken door andere aanbieders te laten afwikkelen.

PTT Telecom stelt dat het abonnement op dit moment niet kostendekkend is, waardoor het nodig is een deel van de vaste kosten door te berekenen in de gesprekstarieven. Abonnees die gebruik maken van carrier selectie kunnen die toeslag omzeilen, ten-minste als PTT het tekort niet doorberekent in de interconnectietarieven. OPTA stelt zich op het standpunt dat PTT’s tariefstructuur geen belemmering mag opleveren voor gebruikers die hun verkeer desgewenst via andere aanbieders willen laten lopen. Dat is volgens OPTA alleen goed mogelijk als PTT Telecom in ieder geval een volledig kostengeoriënteerd abonnement aanbiedt. Abonnees die daarvoor kiezen, betalen voor-af hun volledige bijdrage in de vaste kosten waarna ze vrij zijn om te kiezen bij welke aanbieder ze hun gesprekken willen afwikke-len. Bij zo’n kostengeoriënteerd abonne-ment horen uiteraard ook volledig kosten-georiënteerde gesprekstarieven.

Het redelijk rendement dat PTT in reke-ning mag brengen boven de kosten die het bedrijf maakt voor een aantal (tele-foon)diensten ligt volgens OPTA tussen 12,5 en 18%. Bij de beoordeling van de PTT-tarieven speelt de winstopslag een belangrijke rol. OPTA stelt voor een onderscheid te maken tussen de winst op het abonnement en op de gesprekken. Nadat alle betrokkenen commentaar heb-ben geleverd, volgt medio dit jaar een beslissing.

(9)

PTT Telecom heeft haar aanbod voor bijzondere toegang tot 0800-/090x-diensten uitgebreid met routering van 06-nummers per 1 maart 1998

De 06-nummers zijn per 1 januari 1997 dan wel omgenummerd naar 0800-/090x-num-mers, maar de marktpartijen lieten weten dat consumenten de ‘oude’ 06-nummers nog veel gebruiken. Indien 06-nummers niet in

het aanbod van PTT Telecom voor 0800-/090x-nummers zouden worden meegenomen, dan kunnen zij niet op gelijke basis concurreren met PTT Telecom. Immers, zij zouden het verkeer dat nog met 06-nummers wordt aangeboden niet kunnen afhandelen.

Tijdens een door OPTA georganiseerde ron-detafelbijeenkomst hebben marktpartijen PTT Telecom gevraagd om het aanbod voor bijzondere toegang tot 0800-diensten uit te breiden met 090x-diensten. Nadat OPTA

ken-nis kreeg van de 06-problematiek heeft zij aan PTT Telecom gevraagd om de routering van 06-nummers in haar aanbod voor 0800-/090x-diensten op te nemen. 06-informatienummers blijven tot uiterlijk 1 januari 2000 in gebruik, daarna zijn alleen 0800/0900 nummers beschikbaar voor gratis en betaalde informatiediensten. K

Bij de beoordeling van dit kosten-georiënteerde tariefpakket ligt de nadruk met name op de vraag of de tarieven niet te hoog zijn. Daarnaast meent OPTA dat PTT Telecom ook andere tariefpakketten (combi-naties van abonnementstarief en gespreks-tarieven) mag aanbieden. Denkbaar is dat bij een lager abonnementstarief een deel van de vaste kosten toch wordt versleuteld in de gesprekstarieven. Voor mensen die niet zoveel bellen kan dat aantrekkelijk zijn. De nadruk zou bij de beoordeling van deze pakketten meer moeten liggen op de vraag of van de tarieven niet een concurrentiever-storend effect uitgaat. Of ze te hoog zijn is minder relevant. PTT Telecom is namelijk niet verplicht meerdere pakketten aan te bieden en gebruikers hebben altijd de mogelijkheid het kostengeoriënteerde tariefpakket te nemen waarvan beoordeeld is of de tarieven niet te hoog zijn.

Belanghebbenden kunnen tot 1 april hun mening geven over het voorlopige standpunt van OPTA. Voor een nadere beschouwing over de in dit artikel genoemde onderwerpen

en zaken als kortingen, accounting rates en tariefdifferentiatie verwijst OPTA naar het consultatiedocument. Het document is beschikbaar op de website van OPTA. U kunt het ook bij OPTA aanvragen via telefoonnummer: (070) 315 35 48. K

Aanbod voor bijzondere toegang 0800-/090x-diensten

nu ook uitgebreid met 06-nummers

(10)

Het begint spannend te worden in de klankbordgroepen Embedded Direct Cost en Bottom-UP. Dit project dat de vaste lezers van Connecties natuurlijk al lang kennen, behelst het gelijktijdig ontwik-kelen van een kostentoerekeningssys-teem op basis van EDC door KPN en een Bottom-up kostenmodel door OPTA ten behoeve van de vaststelling van defini-tieve interconnectie- en bijzondere toe-gangstarieven. Volgens de deelnemers aan de werkgroepen heeft OPTA onvol-doende duidelijk vastgelegd wat de rol van het BU-model in de totstandkoming van de definitieve tarieven dient te zijn. Bovendien vond KPN het niet verant-woord om voor de eerste vergelijkingen van de resultaten van beide modellen voorlopige cijfers over 1997 ter beschik-king te stellen.

Begin januari liep de spanning op door een combinatie van factoren: de belangen zijn groot voor de verschillende partijen die deelnemen en meestal tegenstrijdig. Er is door veel mensen heel hard gewerkt, met als

resultaat dat beide modellen nu hun voltooi-ing beginnen te naderen. Reikhalzend keken de partijen dan ook uit naar de eerste voor-lopige resultaten. Door de onduidelijkheid over de rol van het BU-model vroegen

deel-Deadline 1 juli blijft haalbaar

Problemen bij uit

KPN heeft haar meerjarenbeleid voor de post- en telecommunicatieconcessie voor de periode 1998-2002 aan het colle-ge van OPTA aancolle-geboden. Het meerjaren-beleid vormt een onderdeel van de in de regelgeving opgenomen verplichting tot informatieverstrekking.

KPN is als houder van de post- en telecom-municatieconcessie verplicht om het college jaarlijks een meerjarenbeleid voor te leggen. Dit meerjarenbeleid gaat over de uitvoering van de dienstverlening van KPN voorzover deze binnen de concessie (opgedragen dienstverlening) valt. Voor de postsector heeft dit beleid betrekking op de dienstver-lening op het gebied van postzendingen. Het meerjarenbeleid voor de telecommunicatie-sector heeft betrekking op de ontwikkelin-gen in de telecommunicatie-infrastructuur. Het door KPN opgestelde meerjarenbeleid 1998 is een beknopte actualisering van het in december 1995 verschenen

Het document is bedoeld als toekomstge-richte aanvulling op het beeld dat over de concessiedienstverlening wordt geschetst in het jaarverslag en de concessieverantwoor-ding van KPN. Het document is ingedeeld in een openbaar gedeelte en een deel waarin investeringscijfers zijn opgenomen die bedrijfsvertrouwelijk zijn.

Aan belangstellenden wordt op verzoek een exemplaar van de openbare versie van het meerjarenbeleid toegezonden, zie ook bon achterzijde. K

(11)

OPTA gaat over

carrier pre-selectie

consulteren

OPTA zal in een binnenkort te verschij-nen consultatiedocument over bijzon-dere toegang ook aandacht besteden aan carrier pre-selectie. HDTP ziet daarom af van een aparte consultatie van de markt over dit onderwerp. Carrier pre-selection is een systeem, in de nummercentrales van PTT Telecom1,

waar-bij de telefoonabonnee (van PTT Telecom) de mogelijkheid heeft om zijn gesprekken te laten afwikkelen door een netwerkope-rator naar keuze. In tegenstelling tot

gewone carrierselectie hoeft de

telefoon-abonnee bij carrier pre-selectie geen aparte code (een viercijferig nummer dat begint met 16) te kiezen voordat hij een nummer van een andere abonnee kiest. De klant heeft als het ware een van te voren ingestelde vaste carrier selectieco-de. Toch kan de abonnee daarnaast zijn vaste code negeren door eerst een korte code in te toetsen en daarna een carrier selectie nummer (16xx) te kiezen. Carrier pre-selectie heeft het voordeel voor de klant (en voor met PTT concurre-rende operators) dat als hij gebruik maakt van zijn vaste via pre-selectie gekozen telefonie-aanbieder hij zonder een vooraf in te toetsen code kan telefo-neren. Zijn gesprek wordt dan automa-tisch via de concurrerende carrier afge-wikkeld.

1OPTA verwacht dat in de toekomst ook

andere operators met aanmerkelijke marktmacht carrier pre-selectie moeten aanbieden. K

nemers zich af of ze al het werk wellicht voor niets gedaan hadden. Dit resulteerde in zes bezwaarschriften aan het adres van OPTA. Bovendien vond KPN het niet verantwoord om voor de eerste vergelijkingen van de resultaten van beide modellen voorlopige cijfers over 1997 ter beschikking te stellen, waardoor deelnemers moeten wachten op door de accountant goedgekeurde cijfers, die pas eind april beschikbaar zijn. Mede hierdoor moest de planning van het project aangepast worden. Desondanks is de deadline van 1 juli nog haalbaar.

Enkele belangrijke punten uit de verga-deringen in januari volgen hieronder. EDC-KLANKBORDGROEP8 JANUARI

Tijdens deze vergadering rapporteerde NERA aan de groep de voorlopige resultaten van de zogenaamde ‘dieptesessies’, onderzoeken door OPTA en NERA ter plekke bij KPN. Tijdens deze sessies komt ook de informatie aan de orde die door KPN als bedrijfsvertrou-welijk wordt beschouwd en dus niet in de klankbordgroepen kan worden besproken. Een van de punten was de vraag of de dien-sten in het EDC-model voldoende ontbun-deld zijn in basisdiensten en toegevoegde waarde-diensten. Tevens bleek dat er soms verschillen van mening bestonden over de voor een bepaalde kostencategorie toepas-selijke kostenveroorzaker (cost driver). Mede daardoor werden in het EDC-model naar het oordeel van OPTA en NERA sommige kosten niet op de optimale wijze gegroepeerd. Ook vroegen OPTA en NERA zich af of het onder-scheid tussen verkeersafhankelijke en ver-keersonafhankelijke kosten wel overal juist gemaakt werd.

BU-KLANKBORDGROEP8 JANUARI

In deze vergadering was nogmaals de ver-trouwelijkheid van informatie onderwerp van gesprek, ditmaal naar aanleiding van de

berekening van de redelijke rendements-opslag tijdens een van de vorige vergaderin-gen. Op zich is de berekeningswijze geen geheim. Een probleem ontstaat echter op het moment dat één van de inputgrootheden in deze berekening niet gebaseerd is op publiek beschikbare informatie. In dat geval dient ook de uitkomst van de berekening als geheim beschouwd te worden. Deze informa-tie is dan namelijk ‘koersgevoelig’, dat wil zeggen dat ze informatie bevat die niet tege-lijkertijd beschikbaar is voor beleggers op de aandelenbeurs. Bij het beschikbaar komen van deze informatie zullen de beurskoersen dan ook op deze informatie reageren. Dit punt geldt extra sterk op het moment dat het specifieke informatie betreft over PTT Telecom, in verband met de op handen zijnde opsplitsing van KPN.

BU KLANKBORDGROEP15 JANUARI

Een van de punten die nog vastgesteld moe-ten worden is de keuze van de afschrijvings-methode. Er staan twee opties open: lineaire afschrijving en afschrijving op basis van tilted annuity. De laatste methode gaat er vanuit dat tijdens de eerste jaren van de levensduur het meest afgeschreven dient te worden op activa, omdat de waarde in die jaren ook het snelst afneemt. NERA presen-teerde een eerste voorlopige analyse van de effecten die beide methoden zouden hebben op de kosten. Er ontstond een discussie over de theoretisch juiste wijze van toepassen van de tilted annuity. Bovendien vroegen enkelen zich af of het toepassen van deze methode wel de moeite waard was. Bij een juiste toepassing zou namelijk het model aanzienlijk minder transparant worden, ter-wijl het verschil met lineaire afschrijvingen wellicht relatief klein zou zijn. NERA zegde toe het model, voor zover al af, door te reke-nen met beide methoden en de resultaten aan de groep te presenteren. K

(12)

Regelmatig ontvangt OPTA protesten tegen verhoging van de tarieven van PTT Post. De bezwaren richten zich vooral tegen het tarief voor postbussen en de internationale posttarieven. De regels van de Postwet laten PTT Post nu echter vrij in het vaststellen van deze tarieven. OPTA is hier niet bevoegd tot toetsing.

PTT Post heeft op grond van artikel 2 van de Postwet de opdracht om in heel Nederland postzendingen (zoals brieven, drukwerk en pakjes) t/m 10 kilogram te vervoeren. Deze opdracht geldt ook voor postzendingen van en naar het buitenland. Bij de uitvoering van deze opdracht moet PTT Post zich houden aan de verplichtingen die zijn opgenomen in het Besluit algemene richtlijnen post. Een van deze verplichtingen heeft betrekking op de tarieven.

De hoofdregel is dat PTT Post voor dezelfde diensten in het hele land dezelfde tarieven en voorwaarden moet hanteren. PTT Post moet dus voor bijvoorbeeld een brief naar de Schiermonnikoog hetzelfde tarief rekenen als voor een brief naar Amsterdam. De tarie-ven moeten vastgesteld worden op basis van objectieve criteria, zoals het aantal stuks (bij partijenpost), het gewicht, soort (bij-voorbeeld brief of drukwerk) en snelheid. Verder moet PTT Post ervoor zorgen dat de tarieven gepubliceerd zijn. De meeste tarie-ven van PTT Post zijn te vinden in de rode tarievenfolder.

Wanneer PTT Post een tarief wil wijzigen dan moet zij dat nieuwe tarief één maand voor de publicatie aan OPTA melden. OPTA toetst vervolgens of de wijziging voldoet aan het zogeheten tariefbeheersingssysteem. WAT HOUDT DEZE TOETSING NU IN?

De minister van Verkeer en Waterstaat heeft het tariefbeheersingssysteem opgesteld om de gemiddelde gebruiker te beschermen

(13)

tegen bovenmatige tariefstijgingen. In het systeem zitten twee pakketten met diensten. Eén pakket is representatief voor de particu-liere gebruiker, het andere pakket is repre-sentatief voor alle gebruikers (particulier en zakelijk). In ieder pakket zit een aantal dien-sten met het tarief zoals dat luidde in het vastgestelde basisjaar 1992. Verder is iedere dienst opgenomen met een bepaalde wegingsfactor. Deze wegingsfactor is bere-kend door de omzet (van 1992) van de betreffende dienst te relateren aan de omzet van het gehele pakket. De gewogen tarief-ontwikkeling van een pakket, gerekend vanaf het basisjaar 1992, mag de ontwikke-ling van de loonsomindex voor werknemers in de marktsector, zoals gepubliceerd door het Centraal Planbureau, niet te boven gaan. De tarieven worden dus niet ieder afzonder-lijk aan een index onderworpen. Het gaat er steeds om of de tariefontwikkeling van een geheel pakket van diensten onder de toet-singsindex blijft. Dit betekent dat wanneer een tarief van een dienst met een lage wegingsfactor wijzigt, dit nauwelijks van invloed is op de index van het pakket. Bovendien geeft een tariefdaling van een bepaalde dienst PTT Post de ruimte om een andere dienst meer in tarief te laten stijgen.

De toets bij tariefwijzigingen van OPTA beperkt zich dus tot het vaststellen of de gewogen tariefontwikkeling van een pakket onder ontwikkeling van de loonsom blijft. Per 1 januari 1998 is de index van het parti-culiere pakket 111,5, de index van het totale pakket is 110,7 en de loonsomindex (de toetsingsindex) is 121,5. PTT Post heeft op dit moment dus een behoorlijke ruimte voor het aanpassen van de tarieven, waar OPTA niets tegen kan ondernemen. Overigens wordt door de minister van Verkeer en Waterstaat op dit moment het Besluit alge-mene richtlijnen geëvalueerd, waarbij dus ook naar het tariefbeheersingssysteem gekeken wordt.

Een kanttekening die bij dit systeem geplaatst moet worden is dat niet alle opge-dragen diensten zijn opgenomen in de pak-ketten, maar slechts een selectie hiervan. Deze selectie omvat brieven, drukwerk, pak-jes, aangetekende zendingen, EMS-expresse post, antwoordzendingen, dagbladen en periodieken. Het gaat hierbij alleen om bin-nenlandse post. Voor de diensten die niet zijn opgenomen in een pakket, zoals inter-nationale post en postbussen, geldt dat OPTA geen bemoeienis heeft met de hoogte

van het tarief. PTT Post is dus vrij om deze tarieven aan te passen.

Hetzelde geldt voor nieuwe diensten. Het tariefbeheersingssysteem is gebaseerd op 1992. Diensten die na 1992 op de markt zijn gezet, zoals post betaald gemengd, zijn dan ook niet opgenomen in dit systeem. Ook voor deze diensten geldt dat PTT Post vrij is in het vaststellen van haar tarief.

Tenslotte mag PTT Post met aanbieders van grote hoeveelheden post speciale tarieven en voorwaarden afspreken. Deze aanbieders moeten dan wel op jaarbasis voor ten minste ƒ250.000,– aan partijenpost brieven, druk-werken of kaarten versturen (of voor ten minste ƒ30.000,– aan partijen streekpost). Deze voorwaarden hebben dan bijvoorbeeld betrekking op de wijze of het tijdstip van aanlevering. De voorwaarden leiden bij PTT Post tot kostenbesparingen die zij vervol-gens in de vorm van kortingen aan de klan-ten mag teruggeven. Omdat het tariefbe-heersingssysteem de gemiddelde gebruiker moet beschermen tegen te hoge tarieven zijn deze speciale tarieven, die natuurlijk lager zijn dan de gepubliceerde tarieven, niet opgenomen in dit systeem. K

OPTA hoeft Versatel niet als belangheb-bende toe te laten tot het interconnectie-geschil tussen Telfort en KPN. Daarbij heeft voor de rechter zwaar gewogen dat Versatel ook zelf een interconnectie-geschil bij OPTA aanhangig kan maken, en dat OPTA bij de beoordeling van zo’n geschil, niet gebonden is aan haar beslissing in een eerder geschil.

Op 18 februari heeft de president van de rechtbank te Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak die Versatel had aangespannen tegen OPTA. Versatel had OPTA gevraagd als belanghebbende in het interconnectiege-schil tussen Telfort en KPN te worden toege-laten. Hoewel OPTA het met Versatel eens is dat een uitspraak in een interconnectiege-schil voor meer partijen dan alleen de in het specifieke geschil betrokken partijen van belang kan zijn, kon volgens OPTA Versatel toch niet in het geschil worden toegelaten. Versatel en anderen hebben bij dit geschil namelijk geen rechtstreeks belang in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Voordat

een beslissing van OPTA in een interconnec-tiegeschil zijn doorwerking krijgt naar der-den, moet namelijk eerst de interconnectie-overeenkomst die derden hebben gesloten daarop worden aangepast.

Juist omdat in interconnectiegeschillen der-den niet als rechtstreeks belanghebbender-den kunnen worden toegelaten, terwijl buiten kijf staat dat zij vaak wel belang kunnen hebben bij de uitkomsten van het geschil, houdt OPTA in voorkomend geval consulta-ties. Bij deze consultaties kunnen ook derden zich uitlaten over meer principiële kwesties die ook in het kader van het interconnectiegeschil aan de orde zijn. K

ternationale post en postbussen vrij

(14)

OPTA wijst bezwaar KPN in VPN-zaak af

KPN moet VPN-nummergebruik eind februari

beëindigen

Het college van OPTA heeft een bezwaar-schrift van KPN met betrekking tot het gebruik van zogenoemde VPN-nummers (Virtual Privat Networks) ongegrond verklaard. Het bezwaarschrift richtte zich tegen een beslissing van OPTA van augus-tus vorig jaar, die erop neerkwam dat vijf aan KPN verleende VPN-nummers na februari dit jaar niet meer gebruikt mogen worden. KPN heeft drie van deze nummers in eigen gebruik. Twee ervan heeft ze aan AT&T Unisource in gebruik gegeven.

KPN heeft in de bezwaarprocedure verzocht de bovenbedoelde termijn te verlengen tot november dit jaar. Ze is van plan gedurende deze extra termijn haar klanten andere mogelijkheden aan te bieden. Op 20 februari heeft het college van OPTA dit verzoek van KPN om een aanvullende termijn echter afgewezen. Het college heeft daartoe onder meer overwogen dat het bewuste nummer-gebruik zich niet verdraagt met het Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten. Bovendien genieten KPN en AT&T Unisource van het gebruik van de nummers concurrentievoordeel ten opzichte van de andere VPN-aanbieders. De vijf nummers zijn namelijk vier-cijferig, hetgeen bij internatio-naal telefoonverkeer het voordeel biedt van zogenoemde ‘one-stage dialling’.

Ook de door AT&T Unisource sinds december vorig jaar aangeboden One Stage VPN Access-dienst maakt het concurrentievoor-deel volgens het college niet ongedaan. Het valt volgens het college niet te rechtvaardi-gen dat op dit punt langer aan een belang-rijk doel van het nummerplan, te weten libe-ralisering van de telecommunicatiemarkt, afbreuk wordt gedaan. Voor wat betreft de migratie van huidige klanten van KPN naar AT&T Unisource overwoog het college nog dat niet valt in te zien waarom AT&T Unisource op deze klanten meer aanspraak zou mogen maken dan andere commerciële VPN-aanbieders. De beslissing van het colle-ge, dat het onderhavige nummergebruik moet worden beëindigd, stemt overeen met hetgeen Telfort en Versatel in de bezwaar-procedure hebben gevorderd. K

OPTA beschikt sinds kort over nauwkeurig, gedigitaliseerd kaartmateriaal (schaal 1:25.000) waarin de grenzen van de net-nummergebieden zijn opgenomen. De kaar-ten zijn beschikbaar dankzij een applicatie, NetGIS genaamd, die is gebaseerd op een Geografisch Informatie Systeem (GIS). OPTA maakt gebruik van deze informatie voor het beheer van het nummerplan, en controle op de grenzen van netnummergebieden. De digitale kaarten zijn op verzoek ook beschik-baar voor marktpartijen.

Tot voor kort maakte OPTA gebruik van de kaarten uit bijlage 2 van het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten met de

geografi-sche bepaling van de netnummergebieden in Nederland. Deze bijlage bestaat uit één overzichtskaart van Nederland (schaal 1:500.000) en dertien geografische kaarten van de administratieve districten van PTT Telecom met de netnummergebieden (schaal 1:300.000). Deze kaarten liggen ter inzage bij OPTA.

Het nieuwe programma maakt gebruik van gegevens die door PTT Telecom zijn ver-strekt. Het is ontwikkeld door de Meet-kundige Dienst van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. NetGIS stelt OPTA in staat om op basis van X- en Y-coördinaten snel en nauwkeurig te bepalen in welk

net-nummergebied een bepaald terrein zich bevindt. Hierbij kan tevens de afstand tot een aangrenzend netnummergebied tot op vijf meter nauwkeurig worden bepaald, mits deze afstand niet groter is dan duizend meter.

Voor vragen op dit terrein kunt u terecht bij dhr. L. van der Linden,

telefoon (070) 315 92 27. K

(15)

Vestiging Daendelsstraat

College, Directie, Afdeling Toezicht, Bedrijfsbureau (Financiën, Personeelszaken, Automatisering, Communicatie), Bureau Interconnectie, Afdeling Juridische Zaken

Daendelsstraat 57, 2595 XT Den Haag Telefoon (070) 315 35 00

Fax (070) 315 35 01 E-mail mail@opta.nl

Vestiging Babylon

Hoofd Markttoegang, Bureau Nummertaken, Nummerloket, Bureau Vergunningverlening

Babyloncomplex

Koningin Julianaplein 30, toren B, 3e etage, 2595 AA Den Haag

Telefoon (070) 315 92 00 Fax (070) 315 92 01 E-mail mail@opta.nl

Nummerloket 0800-022 31 22 (gratis)

secretariaat mevr. I. Hupje (070) 315 35 71 adjunctsecretaris L. Korsten (070) 315 35 29

College

secretariaat mevr. H. van Vugt (070) 315 35 61

Directeur

secretariaat mevr. E. Reuselaars (070) 315 35 45

Toezicht

secretariaat mevr. Z. Bek (070) 315 35 36

Juridische zaken

secretariaat

mevr. T. van der Zee / mevr. M. van Druten (070) 315 92 32

Markttoegang

secretariaat mevr. Z. Bek (070) 315 35 36 Interconnectie mevr. G. Metselaar (070) 315 35 66 L. Korteman (070) 315 35 59 Communicatie secretariaat mevr. M. den Heijer (070) 315 35 22

(16)

Informatiebon

U kunt deze bon faxen naar OPTA, faxnummer: 070 - 315 35 02

of opsturen naar postbus 90420, 2509 LK Den Haag. Organisatie:

Naam: Adres:

Postcode en woonplaats:

Graag ontvang ik van u:

Rapport Kortingsregelingen telefonie

Regeling vergoedingen post- en telecommunicatie-inrichtingen OPTA 1998

Oordeel OPTA-college in het geschil EnerTel-KPN Consultatiedocument kostenoriëntatie spraak Meerjarenbeleid concessies KPN

Informatie over: Interconnectie nummer Naam bedrijf

40.020 Interoute Netherlands B.V.

40.021 Schiphol Telematics

40.022 Startec Global Com. Corp. - USA

40.023 Multicom N.V. - België

Registraties interconnectie en bijzondere toegang

Verschillende telecommunicatiebedrijven hebben zich bij OPTA laten registreren voor interconnectie of bijzondere toegang. In Connecties nr. 6 en nr. 8 (1997) werden al lijsten van deze bedrijven gepubliceerd.

Hieronder volgt een overzicht van de bedrij-ven die zich sinds 11 november 1997 hebben laten registreren.

Als u meer informatie over dit onderwerp wilt, dan kunt u contact opnemen met

dhr. W. Glazenborg van het bureau Vergunningverlening,

telefoonnummer (070) 315 92 36, e-mailadres W.Glazenborg@opta.nl.

Overigens merken we op dat er tot de inwer-kingtreding van de nieuwe Telecommuni-catiewet nog steeds een machtiging c.q. registratie is vereist voor het aanleggen, in standhouden, exploiteren of doen exploite-ren van een draadomroepinrichting ex art. 21 van de Wtv, ook genoemd kabeltelevisie-machtiging;

Khet aanleggen, in standhouden en gebrui-ken van een inrichting, bestemd voor tele-communicatie door middel van kabels en kabelwerken ex art. 23 van de Wtv, ook genoemd de bedrijfsnetten;

Khet ter beschikking stellen aan derden van vaste verbindingen door een art. 21 en art. 23 machtiginghouder (art. 22a en art. 23a van de Wtv).

Bijzondere toegangsnummer Naam bedrijf

40.525 XS4ALL Internet B.V.

40.526 Interoute Netherlands B.V.

40.527 Call Factory

40.528 Teltrack B.V.

40.529 World Telecom Labs NL B.V.

40.530 Startec Global Com. Corp. - USA

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de onderhavige regeling zijn de vergoedingen vastgesteld die door het college van de Onafhanke- lijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (verder: OPTA) in rekening zullen

We weten alleen nog niet goed hoe dat gezag vormgegeven moet worden op een manier die niet alleen fatsoenlijk, maar ook van deze tijd is. naar: Bart

Het college zal bij de beoordeling van verzoeken toetsen in hoeverre de concessiehouder andere aanbieders van postvervoer en zichzelf, indien hij niet opgedragen postvervoer

Verzoek 3) Volgens PTT Post is het niet juist dat de venstertijden waarbinnen postzendingen dienen te worden aangeleverd te beperkt zijn en dat die venstertijden niet voor PTT Post

Het college kan PTT Post niet volgen in haar betoog dat een garantieverplichting voor PTT Post ter zake van de voorgeschreven aflevering van de zendingen van MailMerge in de

Deze zienswijze door middel van bijgevoegde brief aan het dagelijks bestuur van GGD Hollands Noorden kenbaar te maken.. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bergen op 11 februari 2020. Anthonissen

Deze zienswijze door middel van bijgevoegde brief aan het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Cocensus kenbaar te maken.. Aldus vastgesteld in de openbare