• No results found

Vraag nr. 262 van 27 juni 2002 van de heer JOS DE MEYER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 262 van 27 juni 2002 van de heer JOS DE MEYER"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 262 van 27 juni 2002

van de heer JOS DE MEYER

Afbakening kwetsbare gebieden – Gevolgen Op 15 mei 2002 keurde de Vlaamse regering het nieuwe voorstel over de afbakening van kwetsbare gebieden goed. In de persmededeling van 16 mei 2002 van het kabinet van de minister werd toege-licht dat deze beslissing twee luiken omvat.

Vooreerst worden bijkomende bewarende maatre-gelen van kracht in heel V l a a n d e r e n : een strengere u i t r i j r e g e l i n g, een verlaging van de globale eindbe-mestingsnorm voor gras en de aanmoediging om een groenbemester in te zaaien na de hoofdteelt. Daarnaast werd aangekondigd dat op basis van de 265 MAP-meetpunten en alle 1.300 reguliere V M M-m e e t p u n t e n - o p p e r v l a k t e w a t e r, een afbake-ning was gebeurd van de kwetsbare gebieden ( M A P : M e s t a c t i e p l a n , V M M : Vlaamse Milieu-m a a t s c h a p p i j ) . SaMilieu-men Milieu-met de reeds in 1995 afgeba-kende zones wordt een oppervlakte van 311.252 h e c t a r e, of zo'n 46,6 % van de cultuurgronden, a f-gebakend als kwetsbaar gebied. Ten slotte werd in de persmededeling ook gewag gemaakt van een uitbreiding van het meetnet, een jaarlijkse analyse van de meetresultaten, een mogelijke herziening van de afgebakende zones op basis van de meetre-sultaten en een maatregelenpakket om het mesto-verschot te verminderen.

Het is echter maar na mijn actuele vraag van 22 mei 2002 dat ik mij niet meer hoef te baseren op deze vage persmededeling en dat ik de integrale tekst van de regeringsbeslissing kon bestuderen (Handelingen Plenaire Vergadering nr. 50 van 22 mei 2002, blz. 8-9).

Een grondige lezing van deze regeringsbeslissing toonde aan wat ik reeds lang vermoedde : het is op-vallend hoe uitermate exact en gedetailleerd de goedgekeurde tekst is uitgewerkt als het gaat over de bijkomende verplichtingen die aan de landbou-wers worden opgelegd, terwijl anderzijds de afge-sproken garanties voor de sector vaag en onduide-lijk werden geformuleerd.

Zoals verwacht, blijven enkele zeer kritische vra-gen na het lezen van de regeringsbeslissing nog steeds onbeantwoord.

1. Bemestingsnormen

Volgende passage in de beslissing van de Vlaamse regering van 15 mei 2002 roept

bijko-mende vragen op : "dat in de bijkobijko-mende kwetsbare gebieden de bepalingen gelden van de nitraatrichtlijn zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het mestdecreet".

Er zijn immers een aantal normen die niet ex-pliciet cijfermatig in de Europese nitraatrichtlijn s t a a n , maar wel in het Vlaamse mestdecreet zijn opgenomen omwille van de drinkwaterproduc-tie in de bestaande kwetsbare gebieden voor w a t e r. Ik vrees dat de Vlaamse regering, d o o r strenger op te treden dan door Europa opge-l e g d , de Vopge-laamse boeren op deze manier extra bezwarende maatregelen oplegt die een goede bedrijfsvoering haast onmogelijk maken.

Drie voorbeelden kunnen dit verduidelijken en leiden tot enkele prangende vragen.

Voorbeeld 1

De huidige totale stikstofnorm voor grasland bedraagt 350 kilogram stikstof (N) per hectare in kwetsbaar gebied (drinkwaterproductie) en 450 kilogram stikstof per hectare in niet-kwets-baar gebied. Deze beperkingen die door het mestdecreet worden opgelegd aan boeren in kwetsbaar gebied, zijn strenger dan vereist door Europa.

a) Wordt er dan ook, zoals in het mestdecreet staat aangegeven, in compensaties voorzien voor boeren in nieuwe kwetsbare gebieden en wordt ook in de mogelijkheid voorzien voor het afsluiten van beheersovereenkom-sten ?

b) Of wordt de norm van 350 kilogram stikstof per hectare aangepast aan een niveau dat geen productieverlies geeft, aangezien het hier geen zones voor drinkwaterproductie betreft ?

Voorbeeld 2

In niet-kwetsbare gebieden mag volgens het huidige mestdecreet bij de teelt van gras vóór m a ï s, mits maaien en afvoeren van het gras, d e totale stikstofgift in 2003 worden verhoogd van 275 kilogram tot 340 kilogram per hectare. D i t-zelfde mestdecreet verbiedt deze extra bemes-ting echter in kwetsbare zones voor water. c) Is het zo dat, door de geldende bepalingen

(2)

stik-stofnorm voor de teelt van gras-maïs op het-zelfde niveau blijft als voor enkel maïs, n a-melijk 275 kilogram stikstof per hectare ? d) Indien deze totale norm zowel voor

gras-maïs als voor enkel gras-maïs in de kwetsbare ge-bieden op 275 kilogram stikstof per hectare b l i j f t , moet dit gras dan nog worden gemaaid en afgevoerd ?

Waarvan moet dit gras dan groeien ?

e) Zal er een derogatie worden aangevraagd voor de teelt van gras-maïs waarbij de stif-stofgift uit dierlijke mest mag worden ver-hoogd en zo ja, tot welk bemestingsniveau ? Voorbeeld 3

In niet-kwetsbare gebieden mag volgens het huidige mestdecreet bij de dubbele teelt van groenten de totale stikstofgift worden verhoogd van 275 kilogram tot 340 kilogram per hectare. Ditzelfde mestdecreet verbiedt deze extra be-mesting echter in kwetsbare zones (drinkwater-productie).

f) Grote gebieden van groenteteelt in V l a a n d er e n , zoal SintKatelijneWaveer en We s t -V l a a n d e r e n , vallen nu in nieuw kwetsbaar g e b i e d . Als ook hier de extra bemesting voor dubbele teelten wordt uitgesloten op basis van het huidige mestdecreet, worden dan be-paalde teelttechnieken op deze groenteteelt-bedrijven niet onmogelijk gemaakt en wor-den aldus deze bedrijven niet economisch ontwricht ?

g) In de huidige kwetsbare zones voor water is ook een kunstmestgift verboden vanaf 1 sep-t e m b e r. Zal disep-t ook zo zijn in de nieuwe kwetsbare gebieden ?

En zo ja, hoe moeten dan najaars- en winter-t e e l winter-t e n , die omwille van kwaliwinter-teiwinter-tsaspecwinter-ten een beperkte stikstofgift nodig hebben, na 1 september worden geteeld ?

Naast de specifieke vragen bij deze drie voor-beelden rijst ook nog de algemene vraag of er naast de bemestingsnormen in deze nieuwe kwetsbare gebieden nog in bijkomende en/of beperkende voorwaarden wordt voorzien voor het toepassen van de derogatie.

2. Flankerende maatregelen

In haar beslissing van 15 mei 2002 heeft de Vlaamse regering de minister belast met het uit-werken van flankerende maatregelen voor het mestbeleid.

Zo wordt in een bijkomend bedrag van 25 mil-joen euro voorzien voor de warme sanering van de veestapel. Daarnaast wordt een aanpassing van het mestdecreet in het vooruitzicht gesteld, zodat samenvoegen en verplaatsen van vergun-ningen met bijbehorende nutriëntenhalte moge-lijk wordt met afroming van de bijgekomen nut-r i ë n t e n h a l t e. Ten slotte wonut-rden enkele maatnut-re- maatre-gelen aangekondigd inzake mestverwerking : e r wordt voor gezorgd dat het product na verwer-king niet meer wordt beschouwd als afval, dat er een erkenning komt voor het product zodat toe-passing mogelijk wordt in binnen- en buiten-l a n d , dat er een promotie- en kwabuiten-liteitsbuiten-labebuiten-l voor dit product komt en finaal dat de export van het product naar het buitenland wordt be-geleid door Export Vlaanderen.

De vraag is echter wat al deze maatregelen nu eigenlijk gaan opleveren.

a) Vooreerst is het belangrijk te kunnen in-schatten hoe groot de bijkomende over-schotten zullen zijn.

Vandaar de vraag : hoeveel hectaren per ver-schillende teeltgroep liggen in de nieuw afge-bakende kwetsbare gebieden ?

En hoe groot zijn dan de bijkomende over-schotten in kilogram fosfaat en stikstof die ontstaan door de bijkomende afbakening ? Wat is het verlies aan stikstofruimte uit dier-lijke mest (zonder rekening te houden met fosfaat) door deze bijkomende afbakening ? b) Welk gedeelte van deze overschotten in

kilo-gram fosfaat en stikstof zal worden wegge-werkt door een vrijwillige uitstapregeling ? Welk is het gedeelte aan stikstofruimte uit dierlijke mest (zonder rekening te houden met fosfaat) dat hierdoor opnieuw zal vrijko-men ?

(3)

3. Europa

In haar beslissing van 15 mei 2002 heeft de Vlaamse regering de minister ook belast met het overzenden van de volgende elementen aan E u r o p a : het voorontwerp van besluit, de bewa-rende maatregelen, de flankebewa-rende maatrege-l e n , de geboekte vooruitgang, het stappenpmaatrege-lan en kort na dit alles de derogatieaanvraag. D e vraag die rijst, is of Europa dit voldoende zal vinden.

a) Volstaat deze afbakening voor Europa om de procedure tegen Vlaanderen stop te zet-ten ? En zo neen, waarom niet ?

b) Hoe is de delegatie samengesteld die dit dos-sier voor Europa zal verdedigen ?

c) Informeert de minister de Commissie voor Leefmilieu of het parlement over de evolutie van dit dossier bij Europa en wanneer ?

Antwoord

1. Bemestingsnormen Voorbeeld 1

a) Samen met het besluit tot afbakening werd in de Vlaamse regering beslist in de moge-lijkheid te voorzien van derogatie op de be-mestingsnorm voor grasland. Deze derogatie betekent dat een hogere bemesting is toege-staan dan de bemestingsnorm voor dierlijke mest indien aan bepaalde voorwaarden, zoals bepaald in de richtlijn, is voldaan. Omdat via de beoordeling van derogaties van andere lidstaten door een expertencom-m i s s i e, aangesteld in het kader van de beoor-deling van derogaties van andere lidstaten, naar voor wordt gebracht dat 350 kilogram N totaal per hectare een limiet is, h e e f t Vlaanderen er ook voor geopteerd deze li-miet over te nemen in zijn derogatieaan-v r a a g. Gelet op de uitspraak derogatieaan-van de exper-t e n c o m m i s s i e, is heexper-t onwaarschijnlijk daexper-t Eu-ropa met beheersovereenkomsten zou in-stemmen die een eventuele opbrengstdaling zouden compenseren.

b) De nitraatrichtlijn legt uitdrukkelijk een maximale stikstofdosis op van 170 kilogram N uit dierlijke mest per hectare en zegt ook dat de bemesting uit kunstmest dient te wor-den beperkt. Uiteraard ligt er dan ook een beperking op de totale (dierlijke + kunst-mest) stikstofbemesting.

Voorbeeld 2 c), d) en e)

De norm voor een teelt snede gras gevolgd door maïs blijft behouden, doch het is één van de ge-wascombinaties die in de in het decreet in te schrijven algemene derogatieregeling zal worden opgenomen ; de norm voor deze gewascombina-tie wordt dan 230 kilogram N uit dierlijke mest en 275 kilogram N totaal. De snede gras voor de maïs moet worden geoogst. De bemesting van het gras mag gebeuren vanaf 15 f e b r u a r i .

Voorbeeld 3

f) De dubbele of meervoudige teelt van groen-ten en zo mogelijk ook andere teeltcombina-ties zal eveneens kunnen gebruikmaken van derogatie, met name de specifieke derogatie. Hierbij dient te worden aangetoond dat het gewas deze afwijkende N-bemesting nodig heeft en dat de bodem deze via mineralisatie onvoldoende zal kunnen leveren.

g) Het bemestingsverbod vanaf 1 september geldt eveneens voor deze nieuwe kwetsbare gebieden ; in de geplande voorstellen van de-c r e e t s w i j z i g i n g, die in het kader van het flan-kerend beleid wordt ontwikkeld, wordt het gebruik van stalmest toegelaten tot 15 no-vember en vanaf 15 januari.

(4)

2. Flankerende maatregelen

a) Met inbegrip van de kwetsbare gebieden die reeds eerder werden afgebakend, is de ver-deling op basis van het teeltjaar 2001 :

Gras Maïs Andere Lage Totaal

N-behoefte

Oppervlakte in kwetsbare zone water (ha) 119.330 82.027 91.509 18.387 311.252

Door deze afbakening verlagen de afzetmo-gelijkheden voor nutriënten uit dierlijke mest met volgende hoeveelheden, op basis van een normaal toewijzingsscenario van de verschil-lende types mest aan de verschilverschil-lende gewas-sen en bij 100 % benutting van de afzetmoge-l i j k h e d e n , zonder rekening te houden met de verhoogde afzetmogelijkheden bij dubbele oogst in hetzelfde jaar (snede gras + ander gewas, groentencombinaties, graszoden) : Afzetmogelijkheden

nu-triënten uit dierlijke mest

(x 106kg) N P 205 Oude afbakening 131,8 57,9 Nieuwe afbakening 122,3 54,7 Verschil 9,5 3,2 (P2O5: difosforpentoxide – red.)

Indien geen rekening zou worden gehouden met de in het decreet ingeschreven fosfaatbe-p e r k i n g, dan bedraagt de bijkomende N-be-perking :

Afzetmogelijkheden N

uit dierlijke mest (x 106kg) N

Oude afbakening 148,7

Nieuwe afbakening 130,3

Verschil 18,4

b) Per schijf van 25 miljoen euro is er een stop-zetting van reële productie van ongeveer 1,05 miljoen kilogram P2O5 en 2,4 miljoen

kilo-gram N. Indien de overige reële dierlijke pro-ductie en de plaatsingsruimte gelijk blijven, dan betekent dit na verloop van tijd (var-kenshouders hebben een zekere periode de tijd vooraleer ze definitief zijn gestopt) een

vermindering van het Vlaams overschot met dezelfde hoeveelheid.

In 2001 werd in een schijf voorzien van 25 miljoen euro, die volledig werd (of zal wor-den) aangewend. Het grootste gedeelte van de bedrijven die in 2001 hierop hebben inge-s c h r e v e n , zijn effectief geinge-stopt eind 2001, begin 2002. Het effect hiervan zal dus maar zichtbaar worden in de cijfers van dierlijke productie van het jaar 2002.

Voor de inschrijvingsperiode van 2002 is in tweemaal het bedrag van 25 miljoen euro v o o r z i e n . Aangezien de beoordeling van de inschrijvingen voor 2002 nog lopende is, is het nu nog moeilijk in te schatten of het volledige bedrag zal worden benut. Indien dit bedrag volledig zou worden aangewend, betekent dit een totale jaarlijkse reële productieverminde-ring uit dierlijke mest, door de afbouw van de v a r k e n s s t a p e l , van ongeveer 3,1 miljoen kilo-gram P2O5 en 7,2 miljoen kilogram N

(in-schrijvingsperiode 2001 en 2002).

Het tweede deel van de vraag is irrelevant, aangezien de afbouw van de varkensstapel enkel betrekking heeft op de productie. A l s één der pijlers van het mestdecreet werd in "aanpak aan de bron" voorzien. Dit betekent het niet meer produceren van de nutriënten N en P2O5voor 25 % van het mestoverschot,

namelijk 10 % via afbouw van de veestapel en 15 % via P-arm en N-arm voeder. Uit de cijfers is duidelijk dat met de uitgetrokken budgetten voor de afbouw deze aanpak aan de bron wordt gehaald.

(5)

exploi-taties hun bedrijf uitbaten. Het betreft op-nieuw een vrijwillige maatregel.

3. Europa

a) Op deze vraag kan enkel de Europese Com-missie zelf antwoorden.

b) en c) Op dit moment is het dossier schrifte-lijk aan de Commissie overgezonden.

Hiertoe is volgende briefwisseling gevoerd : – 21 december 2001 : mededeling voorstel

tot afbakening kwetsbare zones ;

– 19 juli 2002 : besluit van de Vlaamse rege-ring van 14 juni 2002 met afbakening kwetsbare zones en een nota omtrent het mestbeleid in Vlaanderen ;

– 2 augustus 2002 : besluit van de V l a a m s e regering van 14 juni 2002 als Staatsblad-versie in het Nederlands en het Frans (pu-blicatie 17 juli 2002) en twee kleurenkaar-ten met alle (oude + nieuwe) afbakenin-gen.

Een delegatie werd tot vandaag dus nog niet s a m e n g e s t e l d , vermits de onderhandelingen nog niet zijn opgestart.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De scholen en scholengemeenschappen zullen tijdig op de hoogte worden gebracht van de maatregelen betreffende het ondersteunend personeel.. 107 van de 119

Niets doet vermoeden dat de beslissingen inza- ke toegelaten afwijkingen op het verbod op n a c h t- en zondagstages voor het secundair on- derwijs niet vóór de start van

De regularisatie van de gesco's uit de conventie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest maakt geen voorwerp uit van de eerste fase van de re- gularisatie die met ingang van 1

De Administratie der Pensioenen kan deze pere- quatie echter maar uitvoeren wanneer zij beschikt over de weddeschalen die gelden met ingang van 1 december 2001.. Uiteraard betrof

Personeelsleden uit het onderwijs die de leeftijd van 50 jaar bereikt hebben, kunnen gedeeltelijke loopbaanonderbreking nemen tot uiterlijk 31 au- gustus van het schooljaar waarin ze

– vastbenoemde personeelsleden uit andere onderwijsniveaus dan het hoger onderwijs die in de periode van 1 september 1995 tot 31 augustus 1996 tijdelijk een ambt hebben

Franstalige leerovereenkomsten – Taalwetgeving Nederlandstalige leersecretarissen erkend door het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Onderne- men (VIZO), verantwoordelijk voor V

Rammelstroken voor het waarschu- wen van naderende files voor vrachtverkeer werden bijvoorbeeld in Beervelde niet gebruikt wegens de snel opeenvolgende wijzigingen in