Geachte heer Droppers,
Hierbij ontvangt u een reactie op uw verzoek aan de heer Teulings (16 okt. 2009, kenmerk P_000054/14.B1285) om te reageren op de NMa-agenda 2010-2011. (Deze reactie wordt ook nog per post verstuurd.)
Antwoorden op vraag 3:
1. Toezicht op woningcorporaties is vooral gericht op
financiële en boekhoudkundige verantwoording. De vraag is of zo'n blik niet te nauw is, en of er niet sprake is van een ongelijk speelveld ten opzichte van andere sectoren dan de sociale huursector. Corporaties kunnen zich immers buiten hun kerntaak begeven en met hun omvangrijke kapitaalvoorraad niet alleen concurreren met commerciële projectontwikkelaars maar zich ook bijvoorbeeld mengen in zorg- en onderwijsactiviteiten.
2. De energiesector zal in het komende decennium naar verwachting een grote investeringsinspanning moeten leveren om de infrastructuur in staat te stellen veranderingen in vraag en aanbod te kunnen
accommoderen. Tevens zal er een beroep worden gedaan op het innovatieve vermogen van de sector. Denk daarbij aan de ontwikkeling van zogenaamde smart grids. Het is dan ook goed dat de NMa aangeeft aandacht te besteden aan de vraag in hoeverre de huidige regulering die ruimte voor investeringen en innovatie biedt. Het is van belang dat de NMa tijdig maar weloverwogen aangeeft of en hoe het reguleringskader aangepast dient te
worden om zulke investeringen op efficiënte wijze te laten plaatsvinden.
3. De financiële sector heeft roerige tijden achter de rug en ook in de (nabije) toekomst zal er veel veranderen.
Banken hebben noodgedwongen hun ambities bijgesteld en regulering zal intensiever worden. De overheid zal in de komende jaren haar belangen afstoten. Al deze
ontwikkelingen beïnvloeden de mate van concurrentie in de financiële sector en vragen om aandacht van de
Nederlandse NMa. De interactie met het vraagstuk van stabiliteit en systeemrisico maakt dat de vraag of er al dan niet voldoende concurrentie bestaat tussen banken, in de toekomst mogelijk met een andere bril bekeken gaat worden. Het is belangrijk deze
ontwikkelingen te blijven volgen.
1
4. In de zakelijke dienstverlening is een gebrekkige markttransparantie waarschijnlijk het belangrijkste marktfalen. Kwaliteitsvergelijkingssites op Internet zouden voor sommige (min of meer) gestandardiseerde zakelijke diensten uitkomst kunnen bieden. De Europese Commissie bestudeert de bruikbaarheid van sjablonen voor vergelijkingen van dienstverleners en eventueel daarvan afgeleide keurmerken. Wellicht zou de NMa deze benadering op haar merites kunnen onderzoeken.
5. In de zorg vormt concurrentie tussen zorgverzekeraars een sleutelvariabele voor de transitie van de sector.
Het is daarom belangrijk dat de concurrentie-
ontwikkelingen tussen zorgverzekeraars gevolgd worden (los van de vraag bij welke toezichthouder deze taak ligt).
6. ICT- en mediasectoren veranderen en convergeren in hoog tempo. Daarnaast wordt in diverse landen discussie
gevoerd over de rol van de overheid met betrekking tot de uitrol van breedbandnetwerken – bijvoorbeeld in het kader van de universele dienst. Dergelijke vraagstukken zijn ook voor Nederland zeer relevant, te meer omdat ondanks het feit dat we momenteel twee netwerken hebben met een fijnmazige landelijke dekking (KPN en de
kabelnetwerken), er geen garantie is dat dat altijd zo zal blijven. Schaaleffecten met betrekking tot
opwaardering tot en uitrol van glasvezelverbindingen (of gelijkwaardig) zijn dermate groot dat het
infrastructuurconcurrentie op langere termijn geen gegeven is. Het is verstandig om de optie van een terugkeer naar een natuurlijk monopolie niet uit te sluiten in het nadenken over toekomstige ontwikkelingen in ICT en media.
Met vriendelijke groet, Paul de Bijl
__________________________________________________________________
_______
Paul de Bijl
hoofd sector Marktordening / head of department Competition &
Regulation
CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis a: po box 80510, 2508 GM Den Haag, Netherlands
2
t: +31-70-338 33 79 f: +31-70-338 33 50 i: http://www.cpb.nl/
3