W D-Expresse wordt
opgeheven
De WD-Expresse zal met ingang van januari 1989 wor den opgeheven. Het Hoofdbestuur heeft node deze beslissing moeten nemen doordat bij gebrek aan vol doende abonnees exploitatietekorten ontstonden. Wij beseffen dat deze noodzakelijke maatregel voor u als Expresse-lezer en voor de redactie teleurstellend is. Niet alleen is de Expresse de afgelopen vijf jaar voor velen een vademecum geweest op het gebied van snelle nieuwsin- formatie over ons parlement, maar het was ook mogelijk buiten de recesperioden wekelijks de afdelingen nader op de hoogte te stellen van partij-informatie.
Daarnaast had u als Expresselezer de mogelijkheid om de Teldersstichtingrapporten gratis op te vragen. Het spijt ons dat ook aan die service om financiële redenen een eind moet komen.
De redactie van Vrijheid en Democratie zal in haar maan delijks blad een deel van de doelstelling van de Expresse trachten op te vangen. Werkten beide bladen - met verschillende doelgroepen - tot nu toe aanvullend op elkaar, met ingang van 1989 zal in het ledenblad veel meer informatie over het parlementair gebeuren worden opgenomen.
Dat kan niet gebeuren in de vorm waarin u dat in de Expresse gewend was, maar via een andere, meer jour nalistieke, benadering.
Vrijheid en Democratie zal mede daartoe al in december met een nieuw formaat, een andere lay-out en een andere indeling gaan verschijnen. De redactie beseft dat zij de volledigheid van de Expresse in haar maandblad niet kan benaderen. Wel zal zij door het geven van veel korte parlementaire berichten meer aan de interessesfeer van de actieve leden in de partij en in de politiek tegemoetko men, waarbij zij ’het clubblad’-aspect niet uit het oog zal verliezen.
Namens het hoofdbestuur de algemeen secretaris W.J.A. van den Berg
TWEEDE KAMER
Meer politie nodig
plaatsvinden. Maar het verhuizen van 2600 functionaris sen in drie jaar vindt de W D te ver gaan. Daardoor zou in kleinere gemeenten die moeten inkrimpen het gevoel van onveiligheid toenemen en zal een deel van de georgani seerde misdaad een veilig onderkomen in kleine ge meenten zoeken. De te grote werkdruk in gemeenten als Heerlen, Deventer, Breda en Amsterdam kan niet alleen worden opgelost door verschuiving van manschappen. Er is ook een uitbreiding van de totale sterkte nodig. De WD-fractie roept het kabinet op de komende maan den creatief naar nieuwe mogelijkheden te zoeken om middelen vrij te maken voor vergroting van de poli tiesterkte met enige honderden functionarissen, zodat de problematiek in gemeenten met de grootste werklast wordt verlicht.
De W D zal daarover zonodig zelf nadere concrete voor stellen doen in de Tweede Kamer-UCV over het beleids plan politie op 12 december aanstaande.
De W D vindt dat extra sterkte bij voorrang aan die regio's met hoge werkdruk moet worden toegekend als daar ook de bedrijfsvoering en regionale samenwerking worden verbeterd, zodat er een premie is voor grotere efficiency bij de politie.
Een deel van het ongenoegen van de politie kan worden weggenomen als de mogelijkheden voor bevordering van politie-functionarissen (agent-hoofdagent) enigszins worden verruimd. In de huidige situatie zijn de carrièrelij- nen verstopt. Dit knelpunt kan wellicht in overleg met de bonden worden verlicht.
Joris J.C. Voorhoeve
Minderhedenbeleid
Inleiding - dood tij
Bij het Kamerdebat over het Minderhedenbeleid-1988, vorig jaar, achtte de W D het beleid niet mislukt, maar zag wel s ta g n a tie . De verwachtingen moesten - aldus de WD - omlaag worden geschroefd, vanwege: • integratie is lange termijn proces; * rijksoverheid heeft beperkte in vloed daarop; » de economische stagnatie; * de voort durende immigratie. - De W D deed vorig jaar twee voorstellen, nl: a) regering moet een bewust immigra tiebeleid gaan voeren; b) grotere decentralisatie (motie WD/D’66). De minister zweeg over a) en verwierp b), maar had geen eigen ideeën. Hij gaat door op de oude voet in afwachting van het rapport van de Wetenschap pelijke Raad voor het Regeringsbeleid (W.R.R.).: minder hedenbeleid bevindt zich in „ d o o d tij".
Het rapport van de Commissie, die heeft aanbevolen om 2600 man politie over te plaatsen naar gemeenten met een hoge werkdruk, toont dat er gemeenten zijn met een duidelijk te lage politiesterkte.
Er zal in de toekomst een zekere herverdeling moeten
Toekomst - migrantenbeleid
-208
d e n b e le id in d e ja r e n n e g e n tig . De W D vindt dat de minister hierop moet reageren.
- W D - p o s it ie : enkele bouwstenen voor minderheden beleid in de jaren ’90:
a) minderhedenbeleid ombouwen tot m ig ra n te n b e le id : niet op groepen richten maar op individuen, en de nadruk leggen op zelfredzaamheid/scholing/betere beheersing van de Nederlandse taal. Een sterke rol categorale orga- nisaties/middenveld is onwenselijk.
b) grotere rol g e m e e n te n : 80% van de minderheden woont in ± 20 gemeenten.
c) verantwoord im m ig r a tie b e le id (aantal migranten 1975-1985 verdubbeld tot 600.000; tot 2000 nog ± 140.000 Marokkanen/Turken extra te verwachten (N.l. D.I.); in 2000 in de grote steden is de helft van de scholieren gekleurd (CBS). Hierbij ook de Europese di mensie betrekken i.v.m. wegvallen binnengrenzen 1990- 1992.
d) voortgaan met a n ti- d is c r im in a tie b e le id en r e m ig r a tie b e le id .
- WD-woordvoerder Jan Kees Wiebenga pleitte kortom vooreen mindercategorale/groepsgewijzeaanpak, meer plaatselijk beleid en voor zelfontplooiing; „de minderhe den moeten niet worden doodgeknuffeld” , zei hij. Niet de overheid kan minderheden emanciperen, dat kunnen zij alleen zelf.
- Uit het Kamerdebat bleek, dat de PvdA- en de CDA- fractie meer dan de W D hechtten aan categoraal beleid. De regering bleef vaag en wil geen duidelijke beleidswijzi ging doorvoeren in afwachting van het in 1989 te verschij nen W.R.R.-rapport.
(V o o r n a d e re in lic h tin g e n : m r. J .G .C . W ie b e n g a , T w e e d e K a m e r, tel. 0 7 0 - 18 3 9 04).
E S S E
De E uro-E xpresse w o rd t u itgegeven o n d e r a uspiciën van de N ederlandse leden van d e Liberale en D e m ocra ti
sch e Fractie in het E uropese Parle m ent.
Landbouwbegroting 1989
Algemeen
Dit jaar is de landbouwbegroting een wel erg mager stuk. Immers in de eerste zin van de memorie van toelichting deelt de minister mee dat de lange termijn visie via een structuur nota en een beleidsplan nog dit jaar zullen verschijnen. Middels deze werkwijze devalueert de mi nister zelf de aangeboden begroting. Langere termijnvisie komt dus later en is nu niet aan de orde. Hier kunnen tweeërlei reacties op gegeven worden. Enerzijds van treurnis en gemis, anderzijds van: het is de realiteit en we zullen er mee moeten werken. De WD-fractie kiest voor deze laatste optie en wil nu reeds een aantal hoofdlijnen aangeven waaraan in onze zienswijze de toegezegde nota zal moeten voldoen.
A ls h e t n ie t g a a t z o a ls h e t m o e t, m o e t h e t m a a r z o a ls h e t g a a t.
Europa ’92
Het „Europa van 1992” is voor de Nederlandse landbouw van uitzonderlijk belang. Voor een sector waarvan de levensader via het exportpad loopt is dit evident. Het is niet alleen van groot belang, het is tevens een uitdagende opdracht om met name voor de landbouw als enige geïntegreerde sector in de E.G. de produktieom- standigheden zo te harmoniseren dat er meer sprake is van gelijkwaardige omstandigheden. Wij denken dan met name aan veterinaire fytho sanitaire en fiscale aangele genheden. Het veel geroemde specialisatiebeginsel zal dan ook voor de landbouw meer kansen behoren te krijgen.
Het 'grenzeloze' Europa zal een stimulans kunnen geven aan de algemene economie. Men spreekt zelfs over een voordeel van '300 miljard’. Willen we dit vermeende voordeel echt effectueren dan zullen we ook de nodige zelfkritiek moeten opbrengen ten opzichte van onze eigen organisatiestructuren.
Tijdens het Paasdebat heeft de WD-fractie een 300 miljoen plan voor de landbouw gepresenteerd. Een on derdeel daarvan is vastgelegd in een nog boven de markt hangende motie 20 492 nr 22. Het gaat hier om een herallocatie van middelen binnen de landbouwbegroting ten bedrage van 50 miljoen. Onderliggende argumentatie is het afslanken van de overheidsbemoeienis. Nu hebben we per 10 landbouwbedrijven 1 ambtelijke medewerker. In de V.S. is dit 1 op de 20 bedrijven.
Enigerlei vorm van verdunning is ook in ons land mogelijk, zonder dat het ten koste gaat van de noodzakelijke en hoog gewaardeerde kwaliteit.
Produktschappen
De vraag is in toenemende mate actueel wat er nog over zal blijven van de medebewindstaken van de produkt schappen. Zaken zoals restituties, heffingen, MCB’s, certificaten, het vervallen van de statistische verplichtin gen. Zo is in toenemende mate actueel wat de plaats van het V(B nog zal zijn. Dit met name nu de overschotten slinken.
kenmerkend is voor de PBO-structuur, t.w. een volwaar dige deelname van de werknemersorganisaties al ge deeltelijk is achterhaald, nu de FNV al vanaf 1978 de opengevallen vacatures niet meer vervult en het CNV nog gedeeltelijk participeert en zich zelfs daarover nog diepgaand beraadt. Tenslotte nog opgemerkt dat indien de minister betere voorstellen heeft, die tot uitvoering van eerder genoemde motie leiden er met de WD-fractie is te praten.
BTW-WIR compensatie
Dat de landbouw een trekpaard is van onze nationale economie is sinds geruime tijd bij velen be- en erkend. Echter nu het overschot op de nationale handelsbalans nog slechts 3 miljard is, is de 17 miljard overschot op de agrarische handelsbalans wel zeer overtuigend.
Met ongeveer 12% van de werkgelegenheid inclusief de agribusiness is deze sector de steunpilaar van ’s-lands economie. Hiervoor mag terecht een pluim op de agrari sche hoed geplaatst worden. Niet in de laatste plaats is dit resultaat te danken aan het voorwaardenscheppende beleid dat de laatste decennia is gevoerd. Het is met name dit beleid dat in toenemende mate onder druk komt te staan. Enerzijds de overheidsfinanciën saneren, een beleid dat op de W D steun kan rekenen, anderzijds het voorkomen van lastenverzwaring, ja zelfs lastenverlich ting op de naald van het kompas gegraveerd hebbend, dreigen we in eigen zwaard te vallen, t.w. een te vergaan de ingreep in het voorwaardenscheppende beleid. De ESTW/WIR-compensatie is daar een duidelijk voor beeld van. Een regeerakkoord waar geen sprake is van een WIR-afbouw, waar gesproken wordt over overleg met het bedrijfsleven en een kabinet dat toch kiest voor WIR afschaffing en in de compenserende sfeer dan kiest voor werkgelegenheid waardoor arbeidsintensieve sec toren anders worden behandeld dan kapitaalintensieve sectoren.
Het is om die reden dat de W D zowel bij het Paasdebat alswel bij de onlangs gehouden algemene beschouwin gen aandacht heeft gevraagd voor dit probleem. Hierbij wordt gedoeld op de inmiddels nationaal bekende motie Voorhoeve/De Vries, waarin de Kamer zich uitspreekt om 100 miljoen van de vennootschapsbelasting naar de inkomstenbelasting te sluizen.
Tijdens de algemene beschouwingen heeft de minister president het landbouwbelang in dezen zeer duidelijk erkend en daarenboven toegezegd dat het landbouwbe- drijfsleven zal worden uitgenodigd voor een nader overleg. Dit overleg heeft dan betrekking op een remodel- lering van de KST. Dit overleg wordt door de WD-fractie toegejuicht.
Tijdens de algemene beschouwingen is er nog een motie De Vries/Voorhoeve aangenomen, betreffende een extra 100 miljoen t.g.v. de bestrijding van het milieuprobleem. Met name het verzuringsonderdeel en de milieutechnolo gie zijn voor de landbouw van belang. De W D intentie bij deze motie is dat 50% van het genoemde bedrag t.g.v. de delen landbouw zal moeten komen. Wij denken hierbij aan de ammoniak emissie problemen. Met name die emissie die bij het houden van dieren vrijkomt. Investerin gen in dure deksels op mestsilo’s zijn we niet weg van. Als het deksel echt op slot zit, vliegt het in de lucht. Vliegt het niet uit elkaar dan ontsnapt de ammoniak. Dit is meer modieus dan functioneel.
Landbouw en milieu
Op het grensvlak van landbouw en milieu worden er in toenemende mate taken aan het landbouwbedrijfsleven opgelegd. De WD-fractie is van mening dat dit een
terechte ontwikkeling is. Immers, de druk op het milieu is een zorgelijke, die om adequaat handelen vraagt. Nu tijdens de algemene beschouwingen dit milieupro bleem zeer centraal in de discussie stond, is het vanuit een min of meer geïsoleerde positie tot een maatschap pelijk probleem geworden. Dat de mestwetgeving in toenemende mate geaccepteerd wordt is in dezen gun stig.
Overigens betreuren we het in hoge mate dat de geza menlijke opslag toch slecht van de grond komt. De verdere uitvoering van de mestwetgeving zal echter nog grote offers vragen. Wij zullen dat ook aan de landbouw moeten voorleggen.
Maar ook de schade die de landbouw zelf ondervindt loop in de honderden miljoenen.
Ook dit verdient meer aandacht. Algemene beleidslijn van de W D zal zijn het zeker stellen van de continuïteit en concurrentiepositie van de dierlijke sector. Ook dit weer in een meer liberale markt.
Melk
Bij de dierlijke sector is sprake van een groot verschil in inkomenssituaties. Daar waar het in de melkveehouderij goed is, gaat het met de kalverenmesterijen zonder meer slecht.
De laatste tijd zijn er in beide sectoren spraakmakende zaken aan de orde.
In de melkveehouderij de verhoging van de consump- tiemelk prijs. De markt is door de superheffing enigszins opgeschoond en het markt-mechanisme gaat weer in werking. De WD-fractie zal zich overigens niet verzetten tegen het beëindigen van het minimumprijzenbeleid. Het vijfjarig arrangement m.b.t. de superheffing eindigt per 1 april 1989. Het is niet reëel te veronderstellen dat het totale instrument dan weg kan. Daarvoor is de ingreep te ingrijpend geweest. Het zou immers betekenen dat de aanwezige produktiecapaciteit, die nu niet benut wordt zeer spoedig weer opgevuld zou worden. Nee, hier is geleidelijkheid noodzakelijk.
Wij zouden graag een verruiming van de produktie met enkele procenten tegemoet zien.
Tevens is het terugbrengen van flexibiliteit ten gunste van de bedrijfsontwikkeling noodzakelijk. Mede daarom zijn we voorstander van een vijfjarig leasing-systeem. Wij zouden in dit verband ook willen opmerken dat het restitutiebeleid zeer nauwgezet direct marktvolgend be hoort te worden aangepast. Het steunbeleid voor de interne afzet hoort ook in deze operatie meegenomen te worden.
Mest
Daar waar het de mestwetgeving betreft is er sprake van een onnodige starheid. Nu de mestrechten per bedrijf zijn vastgesteld, is het niet meer relevant op welke wijze men gebruik maakt van die rechten, dat is een verantwoorde lijkheid van de ondernemer zelf.
De W D wil nu reeds aankondigen dat ze een initiatief wetsvoorstel in voorbereiding heeft, waardoor een uit wisselbaarheid van diersoorten mogelijk gemaakt wordt. De invoering van het verplaatsingsbesluit is een tweede noodzakelijke wetswijziging. De WD-fractie is bereid om vergaande medewerking te verlenen ten gunste van een snelle invoering. Voor ons gelden een drietal criteria die bij de beoordeling zwaar zullen wegen, t.w. rechtzeker heid, rechtsgelijkheid en de fiscale gevolgen voor de sector.
onzerzijds. Dit te meer omdat genoegzaam bekend mocht worden verondersteld, wat onze wensen waren.
Akkerbouw
Hoewel sommige vrije produkten het minder slecht doen dan het vorige jaar is m.n. in de graansector er nog sprake van algehele malaise. De invoering van de stabilisatoren is een goede greep geweest van Europese top. Daarmee Is er duidelijkheid gekomen en is een verder afglijden van de E.G. richting marktbescherming op lidstatenniveau voorkomen. De WD-fractie wil ook de minister dank zeggen voor de benaderingswijze van het initiatief dat wij vorig jaar genomen hebben, het WD-sectorplan akker bouw. Dit initiatief heeft in positieve zin niet alleen de aandacht gevestigd op een in moeilijkheden verkerende sector. Het heeft ook een sneeuwbal effect teweeg gebracht.
Zo kwam enige tijd later het landbouwschap met een meer uitgewerkt actieplan, waarin 287 mio, in 5 jaar te besteden, van de overheid werd gevraagd. Nu na een jaar is er via de 100 miljoen BTW gelden ongeveer 30 miljoen beschikbaar gekomen.
Daaroverheen komt nog de nadere invulling van de motie De Vries/Voorhoeve, aangenomen tijdens de algemene beschouwingen waarvan een aanzienlijk deel naar de agrificatie wordt toegesluisd.
Daarnaast wordt het landbouwbedrijfsleven uitgenodigd om verder over de invulling van de motie Voorhoeve/De Vries, ingediend tijdens het Paasdebat, te gaan praten. Kortom, de WD-fractie denkt dat de akkerbouw wel aan de gevraagde middelen komt en dat is terecht. De positieve reactie van de minister op het W D cellulose- plan verheugt ons. Het bedrijfsleven is nu aan zet. ( V o o r n a d e re in lic h tin g e n : P .M . B la u w , tel. 0 7 0 -1 8 2 8 8 1 ).
heeft dringend behoefte aan diezelfde benadering. Mo menteel bestaat er alleen wetgeving over t im e s h a r in g in Portugal, Frankrijk en Griekenland. Het is nu gemakkelij ker om een Europese richtlijn in te voeren dan wanneer er al in iedere lidstaat regels zouden bestaan, die moeizaam moeten worden aangepast.
Het Europees Parlement heeft daarom, met volledige steun van de liberalen bij de Europese Commissie aange drongen zo spoedig mogelijk een ontwerprichtlijn uit te werken die de volgende aspecten dient te omvatten: - de rechten en plichten van de deelnemers aan tim e
s h a rin g ;
- de algemene clausules van de contracten, en zeker ook de wederrechtelijke clausules;
- de regeling van het mede-eigenaarschap;
- de regeling betreffende de vennootschappen die de t im e s h a r in g objecten verkopen en beheren;
- het tegengaan van misleidende of oneerlijke reclame; - een bedenktijd voor de koper van een t im e s h a r in g
object;
In het Europa van de burger moet deze burger worden beschermd tegen fraude en zal hij op doorgrondelijke, overzichtelijke wijze zijn rechten en plichten moeten kennen.
(V o o r n a d e r e in lic h tin g e n : M e v r o u w M r. J .E .S . L a riv e , E u ro p e e s P a rle m e n t, B e llia r d s tr a a t 9 7 -1 1 3 , . B - 1 0 4 0 B ru s s e l, te l.: 0 9 - 3 2 2 2 3 4 2 2 1 3 ).
Time-sharing
De ontwikkeling van t im e - s h a r in g is recent in Europa maar zeer spectaculair. T im e s h a r in g is mede-eigendom van een appartement of huis waar men contractueel een gedeelte van het jaar als eigenaar over kan beschikken. Uit Europees onderzoek blijkt dat er in 1986 over de hele wereld meer dan 2200 van dergelijke vakantiewoningen waren, waarvan 400 in Europa. Dit betekent dat ongeveer 250.000 Europese deelnemers aan t im e - s h a r in g doen en hiermee is een bedrag van ongeveer 1 miljard gulden gemoeid.
Liberalen vinden deze ontwikkelingen goed. De toerist met beperkte financiële middelen kan zo op aangename wijze vakantie houden en t im e - s h a r in g betekent ook een aanzienlijke bron van inkomsten voor de toeristensector van het betrokken land. Maar de bescherming van de toerist blijkt onvoldoende en de problemen stapelen zich op tengevolge van harde en bedrieglijke marketingtak- tieken, onvoldoende inachtneming van de bedenkperio- de, weinig juridische waarborgen, onvoldoende controle op het beheer van het complex en het ontbreken van rechtsbescherming.
De huidige verschillen tussen de nationale wetgevingen of zelfs het ontbreken van regelgeving vormen een be langrijke hinderpaal voor het vrije verkeer en de vrije vestiging - al is het alleen gedurende vakantieperiodes - van personen. Dezelfde problemen hebben zich in de VS voorgedaan. Sinds de invoering van een federale kaderwet inzake tim e - s h a r in g , die in alle Amerikaanse staten werd omgezet in 'nationale’ regelgeving, is men de moeilijkheden daar de baas. De Europese Gemeenschap
3
'EXPRESSE
Verschijnt wekelijks met uitzondering van de reces periodes van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Uitgave van de Haya van Somerenstichting; waarin opgenomen de mededelingen van het hoofdbestuur van d e W D .
