Vraag nr. 29
van 21 oktober 1998
van de heer CHRISTIAN VAN EYKEN
Arbeidsmarktsituatie migranten – VESOC-ak-koord
In het tweewekelijks tijdschrift van het VEV (Vlaams Economisch Verbond) "Snelbericht", nummer 14, staat een artikel over de tewerkstelling van migranten. Hierin spreekt men echter enkel van de Turkse en Marokkaanse migranten die in het Vlaamse gewest wonen en waarvan 32 % werk-loos is.
In het artikel is eveneens sprake van een engage-ment van het VEV om samen met de Vlaamse vak-bonden en de Vlaamse overheid inspanningen te leveren om de situatie van de migranten op de arbeidsmarkt te verbeteren.
1. Wat zijn de cijfers van de werkloze migranten van een andere nationaliteit ?
2. Wat is de inhoud van het Vesoc-akkoord (Vlaams Economisch en Sociaal Overlegco-mité) van 8 juni 1998 ?
Antwoord 1. Nationaliteit Totaal (30/9/98) België 193.013 Duitsland 379 Frankrijk 914 Groot-Brittanië 336 Nederland 1.836 Italië 2.150 Griekenland 247 Portugal 302 Spanje 617 Andere EU 130 Ex-Joegoslavië 458 Oost-Europa 267 Ex-Sovjetunie 337 Turkije 5.315 Maghreb 5.867 Maghreb/Turkse EU-ers 6.508 Vluchtelingen 1.241 Congo (Kinshasa) 245 Andere 1.871 Totaal 222.033
2. Naar aanleiding van de bekendmaking van de resultaten van de studie van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) op 30 oktober 1997 door het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding, heb ik besprekingen opge-start met de sociale partners. Uitgangspunt hier-bij waren de resultaten van bovenvermelde stu-die stu-die wezen op sterke discriminatie van allochtonen bij aanwerving. Deze besprekingen hebben geresulteerd in een Vesoc-akkoord tewerkstelling migranten, dat op 8 juni 1998 werd ondertekend.
Doelstelling van dit akkoord is het engagement van de Vlaamse regering en de sociale partners om de werkloosheidsgraad van allochtonen terug te brengen tot het niveau van de Belgen. Dit is een langetermijndoelstelling. De Vlaamse regering en de sociale partners engageren zich om inspanningen te leveren om deze doelstel-ling te bereiken.
Het akkoord voorziet niet in kwantitatieve streefcijfers. Hierover is tussen de onderteke-nende partners lang gediscussieerd in de werk-groep. Het Nederlandse model leerde hierover dat evenredige streefcijfers niet echt werkbaar zijn. Verplichte aanwervingen kunnen immers sterk contra-productieve effecten hebben. De strategie is drieledig. Er dienen acties te wor-den ondernomen op diverse terreinen die alle met elkaar samenhangen, met andere woorden een geïntegreerde aanpak. Van belang is dat het niet meer volstaat om acties aan de aanbodzijde te nemen, die enkel betrekking hebben op scho-ling en training. Essentieel is dat de vraagzijde, de bedrijven en de publieke sector, mee dienen te worden betrokken. De drie terreinen zijn daarom :
1. bijkomende tewerkstelling via positieve actieplannen in bedrijven en de openbare diensten ;
2. anti-discriminatieacties in bedrijven en bij bemiddelaars ;
3. acties aan de aanbodzijde met opleiding, vor-ming, verbeterde toeleidingsacties, ...
introduceren in bedrijven, evenwel zonder kwantitatieve doelstellingen inzake aanwerving, maar veeleer gericht op concrete stappen. Bij-voorbeeld : verbetering van de aanwervingspro-cedures, Nederlands op de werkvloer organise-ren, ...
Belangrijk in dit akkoord zijn de werkafspraken. Het is een concreet akkoord met vrij concrete engagementen. Ook is er voorzien in een ging en uitvoering van het akkoord. De opvol-ging ervan gebeurt in de stuurgroep subregiona-le tewerkstellingscomités (STC). De uitvoering van dit akkoord zal daarom gebeuren aan de hand van jaarlijkse actieprogramma's. Het actie-programma 1998-1999 is inmiddels opgestart. Centrale doelstelling voor 1998-1999 is het betrekken van 75 bedrijven en openbare instel-lingen die met een positieve actie wensen op te starten. De uitvoering ervan zal voor een groot deel gebeuren in de STC's. Ook zij zullen een regionaal actieprogramma opmaken ten behoe-ve van de tewerkstelling van migranten.