Vraag nr. 255 van 13 juli 1998
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Kinderpsychiaters – Behoefte
Vorig jaar wees ik zowel minister Demeester-De Meyer als de minister vice-president op het tekort aan kinderpsychiaters om de behoefte te dekken.
Inderdaad, de nieuwe ontwikkelingen in het kader van de kindermishandeling bij de centra voor gees- telijke gezondheidszorg (CGG) en in de kinderpsy- chiatrie brengen een acuut tekort aan kinderpsy- chiaters mee, vooral in excentrisch gelegen gebie- den en in de ambulante zorg. Het beleid kan zodoende niet worden uitgevoerd.
De oorzaken zijn bekend :
– het aantal artsen dat wordt toegelaten tot de specialisatie kinderpsychiatrie is erg laag ;
– het werkaanbod in Nederland is groter en inte- ressanter dan in Vlaanderen ; vele Vlamingen lopen trouwens stage in Nederland tijdens hun opleiding en blijven er nadien ;
– de verloning voor psychiaters in de CGG's is laag en het werkaanbod slechts deeltijds, zodat men drie tot vier jobs moet cumuleren om tot een volwaardig werk te komen.
In mijn schriftelijke vraag nr. 239 van 9 juli 1997 vroeg ik hiervoor aandacht (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 2 van 16 oktober 1997, blz. 191 – red.).
Vandaar mijn vragen, nu één jaar later.
1. Hoeveel kinderpsychiaters studeerden er elk jaar af sinds 1993 in Antwerpen en in Leuven ?
2. Werden alle opleidingsplaatsen de afgelopen vijf jaar volledig ingenomen ?
3. Heeft de minister van Onderwijs reeds contact gehad met deze opleidingsplaatsen om de rede- nen te bespreken waarom zo weinig kinderpsy- chiaters worden toegelaten ?
Zo ja, welke redenen worden aangegeven ?
Heeft de minister eventueel initiatieven geno- men om deze redenen te neutraliseren ?
Antwoord
De Universitaire Instelling Antwerpen en de Katholieke Universiteit Leuven hebben mij de vol- gende gegevens verstrekt.
1. Aan de Universitaire Instelling Antwerpen stu- deren er sinds 1993 elk jaar twee kinder- en jeugdpsychiaters af. Het aantal afgestudeerde kinderpsychiaters aan de Katholieke Universi- teit Leuven kende het volgende verloop : 1993 : 3 ; 1994 : 2 ; 1995 : 2 ; 1996 : 4 ; 1997 : 2 en 1998 : 5.
2. Alle opleidingsplaatsen aan beide instellingen waren en worden volledig ingenomen. De vraag naar de opleiding is groter dan het aantal plaat- sen.
3. Een van de redenen waarom het aantal plaatsen beperkt is en wordt gehouden, is de precaire financiering van deze opleidingsplaatsen gezien het structureel financieel deficitair karakter van de Kinder- en Jeugdspychiatrie.