Verschijnt wekelijks met uitzondering van de recesperiodes van de Tweede-Kamerfractie.
Uitgave van de Haya van Somerenstichting onder de verantwoordelijkheid van het hoofdbestuur van de VVD. De inhoudelijke verantwoordelijkheid berust bij de Tweede-Kamerfractie van de VVD.
14 november 1986 nummer 133
-HECENTRUM
POUTIEK
éredactie: H.F. Heijmans, drs. L.M.L.H.A. Hermans;
redactie-adres: Postbus 20018, 2500 EA 's-Gravenhage, tel. 070-61 4911; organisatie: J.N.J. van den Broek;
abonnementenadministratie: algemeen secretariaat VVD, postbus 30836,2500 GV ’s-Gravenhage, tel. 070-614121;
abonnementsgeld: ƒ 5 0 ,- perjaar; vormgeving en druk: Hofstad Druktechniek bv, Zoetermeer.
Samenleving en Criminaliteit
Op 10 november jongstleden is de voortgangsrappor tage over het plan ter bestrijding van de criminaliteit „Samenleving en Criminaliteit" van Minister Korthals Altes tezamen met het jaarverslag van het Openbaar Ministerie besproken in een uitgebreide commissievergadering.
De nota Samenleving en Criminaliteit is het antwoord van de regering op de toenemende verontrusting in de samenleving over de criminaliteitsontwikkeling en op de gestegen irritatie daarover,
Zo’n antwoord was ook nodig. In een tijd waarin de overheid zich steeds meer met van alles is gaan bemoeien, verwaarloosde zij een taak, die juist bij uitstek een klassieke overheidstaak is. Deze ontwikkeling doet het vertrouwen in de overheid dalen.
De overheid dient de veiligheid van de burgers te verzekeren, Thans kraakt de strafrechtspleging in zijn voegen.
Tot voor kort werd aan verbetering van deze situatie betrekkelijk weinig gedaan. De VVD stond jarenlang als enige partij op het standpunt dat er meer prioriteit gegeven moest worden aan politie en justitie.
Zo heeft alleen de W D een eigen plan ter bestrijding van de criminaliteit opgesteld en was de nota „Samenleving en Criminaliteit" zelf het resultaat van een motie Nijpels.
Het beleidsplan geeft een analyse van de problemen en bevat een visie. De regering geeft aan op welke wijze zij het beleid met betrekking tot de rechtshandhaving denkt te voeren. Daartoe moeten op een breed front inspanningen worden verricht. Veel is in gang gezet en het is nuttig om na verloop van tijd de resultaten te bespreken.
De enorme ontwikkeling van de criminaliteit vereist een geweldige coördinatie, inzet en planning.
Wonderen mogen niet van de ene op de andere dag worden verwacht, maar niettemin had de VVD nog wel enkele kritische opmerkingen. Zo zijn er teveel coördina tiecommissies, politiële beleidsplannen, experimenten, eva luaties etcetera. Dit wijst met op een deregulerende aanpak en op den duur zal deze versnippering van de inspanning een remmend effect hebben.
Van alle departementen wordt een inspanning ge vraagd, waarbij de coördinatie ligt bij de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Opvallend is, dat de Ministe ries die door VVD-ers zijn bemand deze problematiek in het algemeen serieuzer aanpakken dan andere.
Teleurstellend is de aanpak van de Ministèries van Onderwijs en van Sociale Zaken. Bij de begrotingsbehande lingen van die Ministeries zal de VVD de Ministers daarop aanspreken. Met name het Ministerie van Onderwijs kan veel doen. Men denke aan lesuitval, schoolverzuim en der gelijke.
De bewindslieden Van Dijk en Korthals Altes wezen er in de UCV terecht op, dat vooral op locaal niveau veel
gedaan kan worden. Subsidies voor locale beleidsplannen ter voorkoming van criminaliteit zijn beschikbaar gesteld. Vele aanvragen voor projecten zijn ingediend en de gelden voor 1986 zijn op basis van vastgestelde criteria reeds ver deeld,
Een belangrijk instrument voor plaatselijke overheden is het zogenaamde „driehoeksoverleg”, Daarin kan afstem ming plaatsvinden tussen het gemeentebestuur, Openbaar Ministerie en de politie.
De W D-fractie heeft op een spoedige wettelijke ver ankering aangedrongen. Anders is het vertrouwen hierin reeds weggeëbd, voordat het in de wet is opgenomen.
Binnenkort komt de regering met haar standpunt over het eindrapport van de Commissie Roethof over de bestrij ding van de „kleine” criminaliteit.
De VVD acht het onaanvaardbaar, dat nog steeds 40% van de aangegeven winkeldiefstallen niet wordt vervolgd. Een consequente vervolging is noodzakelijk.
Het Jaarverslag van het Openbaar Ministerie behan delde onder meer de informatievoorziening,
De VVD is verheugd over de modernisering op dit terrein. Wat dit betreft bestaat nu een geweldige dynamiek bij het Openbaar Ministerie. Aan de hand van verschillende begrotingen heeft de VVD aangetoond dat immers in het verleden de invoering van de automatiseringssystemen ken nelijk slecht verliep. Geschat wordt, dat dit al in een achter stand van twee a drie jaar op het oorspronkelijke schema is ontstaan.
Ook de Minister van Justitie toonde zich bezorgd en hij is op deze problematiek derhalve uitgebreid ingegaan. Hij kondigde onder andere aan, dat de belangrijkste deelsyste men aan het eind van 1987 in werking zullen treden.
De W D-fractie zal dit proces eveneens met aandacht volgen.
Criminaliteitscijfers
Uit de statistieken van het Openbaar Ministerie blijkt, dat het groeipercentage van de misdaad in 1985 ten opzichte van 1984 slechts 1% zou zijn; het gaat zelfs verder, na correctie zou er helemaal geen groei meer zijn.
Het zou mooi zijn als de verscherpte aandacht voor rechtspleging reeds op zo korte termijn tot resultaten had geleid. De W D-fractie was echter bang, dat deze statis tieken een vertekend beeld gaven. Een deel van de vermin derde groei lijkt immers veroorzaakt te worden door demoti vatie van de slachtoffers van misdrijven, die daardoor geen aangifte meer doen. Een andere oorzaak zou wellicht een verminderde opsporingsinspanning voor sommige delicten kunnen zijn.
1 3 3 - 2
van de samenleving de strijd tegen de criminaliteit nu serieus wordt genomen.
Op termijn zal dit vruchten afwerpen.
(V o o r n a d e re in fo rm a tie : m r. A .H K o rth a ls , tel. 070-614911, tst.2 1 1 9 .)
Verslag van de Algemene Rekenkamer
over 1985
Op 3 november werd in de Tweede Kamer een Uitgebreide Commissie Vergadering (UCV) gehouden over het verslag van de Algemene Rekenkamer 198S. Tijdens de nieuwe fact-findingprocedure bij de behandeling van de diverse begrotingen is gebleken dat er sprake is van een administratieve chaos op de departementen.
Op de meeste departementen is in het verleden te weinig of geen aandacht besteed aan de administratieve organisatie en interne controle.
De VVD heeft in deze UCV gezegd dat de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de onderhavige materie de Tweede Kamer veel te oppervlakkig heeft ingelicht. De aandacht bij de Algemene Rekenkamer was misschien wat teveel gericht op faciliteiten die goed in de publiciteit liggen en die later onjuist blijken te zijn. De knelpunten op de departementen betreffen niet alleen'de accountantscontrole, maar ook:
- de interne financiële controle van de administratie; - de controle op de betrouwbaarheid en de doelmatigheid
van de administratie;
- de rechtmatigheid en de doelmatigheid van het beheer; - de doelmatige opzet en het functioneren van het stelsel
van interne controlemaatregelen;
- het voldoen aan de eisen van getrouwheid van de depar tementale financiële verantwoording, enzovoort, enzo voort.
Het is jammer, maar dit alles overziende moest de VVD constateren dat het Parlement en de Algemene Reken kamer niet brandschoon zijn.
Op vele terreinen zijn gelukkig initiatieven ontplooid en conclusies getrokken. Het afgelopen jaar heeft in het bijzonder de minister van Financiën, na flink geprikkeld te zijn door de Tweede Kamer, een aantal aanzetten gegeven om te komen tot een ordentelijke boekhouding.
Wat betreft het oplossen van de achterstand verschilt de VVD-fractie nog steeds van mening met het kabinet.
Het gebruik van externe accountants, zoals door Rudolf de Korte voorgesteld, voor het wegwerken van ach terstanden juichen wij toe. Deze oplossing verdient navol ging.
Helaas is de regering het niet met ons eens. Zij kan zich niet vinden in onze stelling dat een externe accountant die met behulp van de interne departementale accountants dienst de jaarrekening vaststelt de beste waarborg is voor een zo objectief mogelijk en prompt verslag.
(V o o r n a d e re in fo rm a tie : J. v a n R e y , te l. 070-614911, tst.2 0 6 4 .)
Uit de Eerste Kamer
Algemene Financiële Beschouwingen
We zijn nog lang niet uit de gevarenzone, met name omdat de „verkeerd om denkende mentaliteit” in ons land
nog lang niet dood is, zo betoogde woordvoerder Van Tets bij de Algemene Financiële Beschouwingen in de Eerste Kamer.
Teveel krachten zijn nog werkzaam - soms zichtbaar in de media - die vinden dat het nu wel welletjes is met de ombuigingen, ook in de kring van de regeringspartijen en hun vertegenwoordigers in gemeenteraden, ziekenhuisbe sturen. schoolbesturen etcetera die meehuilen m het koor dat verder bezuinigen niet kan, niet moet en niet mag.
Maar nu wij weer kunnen kiezen moeten we ook durven kiezen voor structurele gezondmaking, voor groei, voor investeringen en voor produktieve werkgelegenheid en niet voor de schijn-oplossing van werkgelegenheid in een uit zijn krachten gegroeide kwartaire sector met dubieuze rentabiliteit.
Voor een bedrijfsleven dat op eigen benen kan staan. De collectieve sector is nog steeds groter dan elders en ruim een derde hoger dan in 1970. En dat terwijl andere OESO landen - op drie na - lager zitten dan ons peil van 1970 en zelf ook omlaag gaan.
Omdat zowel de lastendruk, als de aardgasbaten als het financieringstekort (de drie financieringsbronnen van de uitgavenstijging in de afgelopen jaren) moeten dalen of al dalen is onontkoombaar dat de uitgaven fors dalen; niet minder stijgen, maar dalen. Niet minder ambtenaren meer, maar minder ambtenaren.
Van Tets toonde zich weinig gerust dat wat daartoe nodig is ook gebeurt. Het is ook niet te bereiken met de kaasschaaf, maar moet door het echt afstoten van taken, beëindigen van programma’s, bemoeienissen, onderzoeken, subsidiëringen. .Belastingverlagingen in andere landen zul len meer uitstraling hebben dan in het verleden omdat het gemakkelijker is diensten en electronica te verplaatsen dan de staalfabrieken en raffinaderijen uit een vorige periode.
Het programma voor het moeilijke jaar 1987 (12 mil jard minder aardgasbaten is niet in één jaar in de uitgaven te compenseren) accepterend, noemde onze woordvoerder het buitengewoon onbevredigend indien in de totale kabi netsperiode door onvoldoende uitgavenverlaging geen ver mindering van lastendruk zou worden bereikt. Dit vooral door het ontmoedigingseffect dat met name van de hoge marginale tarieven uitgaat.
Zou het met belangrijker zijn een tijdpad vast te stellen voor het terugbrengen van het beslag van de collec tieve sector op het nationaal inkomen, dan voor de reductie van het financieringstekort dat wordt beïnvloed door olie prijs, dollarkoers en wereldconjunctuur, en wel m versterkte mate omdat het een saldo is.
Voor VA miljard kunnen de tarieven in de structuur Oort terug naar 40-50-60. Het psychologisch zo belangrijke marginale tarief boven de 50%, dat de mensen nu al bene den modaal aangrijpt, wordt daarmee naar boven tweemaal modaal opgeschoven.
Dat moet een waarde hebben voor onze economie die vele malen groter is dan het economisch nut van de margi nale 1 'A miljard aan collectieve uitgaven.
1 3 3 - 3
Maar zelfs als dat zo zou zijn - hetgeen liberalen zoals bekend niet geloven - geeft dat dan de stimulans die nodig is voor de investeringen die als enige ons werkloosheidspro bleem echt kunnen helpen oplossen?
(V o o r n a d e re in fo rm a tie : Jhr. m r. C.O.J, van Tets, tel. 010- 525445.)
Stelselherziening
De Eerste-kamerfractie van de VVD is zonder enig gejuich accoord gegaan met de zeven wetsontwerpen die de herziening van het stelsel van sociale zekerheid inhouden en met het zogenaamde reparatiewede.
Het aanvankelijk „aarzelende ja" werd iets minder aarzelend, nadat staatssecretaris De Graaf het verzoek van woordvoerder Heijmans had ingewilligd om op een geëi gend moment - en dat is iets anders dan de lange baan! - met een multidisciplinaire aanpak - dus onder andere in samenhang met fiscale raakvlakken - het terrein van de sociale zekerheid nog eens om te ploegen. Het gaat dan om de systematiek van het stelsel - onder andere de privatise ring- en met zozeer om de hoogte van de uitkeringen. Heijmans had in eerste termijn acht punten ingebracht - „zeer waardevol," aldus de staatssecretaris, die in zo'n aan pak moeten worden betrokken. Het grote bezwaar van de VVD-fractie tegen de opzet van de staatssecretaris is de al te centrale plaats die de Bijstandswet - en in samenhang hiermee de (niet objectiveerbare) minimumbehoefte-functie - in het stelsel inneemt. Bovendien ondergraaft de staatsse cretaris dit in zijn wetsontwerpen „dragende beginsel" met zijn voorstellen om de vermogenstoets scherper te doen zijn naarmate de tijd van werkloosheid toeneemt. Immers, bij een minimumbehoefte behoort onverbrekelijk een toets op inkomen én vermogen („opeten eigen huis"). Wie aan deze toets knabbelt, ondergraaft het uitgangspunt van de mini mumbehoefte, en hij kan er dan ook moeilijk een beroep meer op doen ter verdediging van zijn stelselsysteem. De heer Heijmans wees op de grote bezwaren van zijn fractie tegen de Toeslagenwet. („De hoge prijs, die we wel zullen moeten betalen voor een door ons gewenste verdere ver zelfstandiging") die mede leidt tot ondoorzichtigheid van het stelsel, en fraudegevoeligheid. Bovendien werkt hij ontmoe digend voor de partner - meestal de vrouw - om tot de arbeidsmarkt toe te treden. Ook zijn de wetten moeilijk uitvoerbaar. Heijmans besprak de wetsontwerpen tegen de achtergrond van ons zedelijk en maatschappelijk denken, van economisch-financiële ontwikkelingen en van sociaal- politieke opvattingen. Zijn beschouwingen kregen van de staatssecretaris een zwakke respons, en dit bracht hem tot de uitspraak dat concrete wets- en regeltechniek de bewindsman meer „liggen" dan de wat abstractere beschou wingen van meer rechtstheoretische, wetssystematische en zedelijk-maatschappelijke aard. De financiële besparingen en ombuigingen noemde hij niet onbelangrijk. Aan de andere kant: de bevriezing van de uitkeringen - zoals nu ook weer voor 1987 voorgesteld - levert ongeveer evenveel op als de in 1990 uit de stelselherziening voortkomende bezuini gingen (een miljard gulden) en over de structurele bespa ring van 3 miljard, die in 2017 wordt bereikt, kon hij zich moeilijk verheugen. „Dan bestaat dit stelsel niet meer". Deze tijdelijkheid van het nieuwe systeem en het feit, dat het ondoorzichtige geheel een stimulans kunnen zijn in het pro ces van privatisering waren mede aanleiding voor de libe rale Eerste-kamerfractie om toch maar „ja” te zeggen. Heij mans wees er nog wel met grote nadruk op, dat zo'n privati
sering - overigens een internationaal verschijnsel - heel zorgvuldig moet geschieden en dat de overheid haar verant woordelijkheid moet blijven behouden voor (beneden) mini male uitkeringen. „Sociale zekerheid is een te belangrijk goed om er al te frivool mee om te springen". Over de datum van ingang - 1 januari 1987 - zei hij: „Als de staatssecretaris die politieke verantwoordelijkheid wil nemen, zal mijn frac tie hem deze niet onthouden.”
(V o o r n a d e re in fo rm a tie : H .F. H e ijm a n s tel. 074-494331.)
Teldersstichting
Binnenkort publiceert de Prof. Mr. B.M. Teldersstich ting geschrift no. 61 „Een concurrerend recept voor de Nederlandse gezondheidszorg”. Circa 10 procent van het nationale inkomen wordt per jaar in Nederland uitgegeven aan gezondheidszorg. Alom worden heden ten dage voor stellen gedaan om dit hoge kostenniveau terug te brengen. In dit geschrift wordt een nieuw stelsel van ziektekostenver zekeringen ontvouwd. De kerngedachte achter dit stelsel is gereguleerde concurrentie.
Gereguleerde c o n c u rre n tie om prikkels in te bouwen ten einde onacceptabele kostenstijgingen te voorkomen.
G e re g u le e rd e concurrentie met het oog op het voor komen van negatieve gevolgen van ongebreidelde concur rentie.
Dit geschrift kunt u
