Gedeputeerde Staten van Gelderland
Antwoord op Statenvragen PS2021-520
De leden van Provinciale Staten
Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenlid Rene Westra VVD over Rechterlijke uitspraken en energietransitie
Ingevolge het bepaalde in artikel 39 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van Rene Westra toekomen.
Aanleiding:
Op 25 juni 2020 heeft het Europees Hof arrest gewezen in de kwestie van de milieubeoordeling van windmolens (Nevele-arrest). Het betreft een prejudiciële uitspraak m.b.t. de richtlijn 2001/42/EG voor de gevolgen voor het milieu van plannen en programma’s. In dit arrest wordt nader ingegaan wat wordt verstaan onder “plannen en programma’s” en “milieubeoordeling”. De conclusie van het Hof is dat bij een “een besluit en een omzendbrief die elk verschillende bepalingen bevatten over de bouw en exploitatie van windturbines, waaronder maatregelen inzake slagschaduw, veiligheid en geluidsnormen plannen en programma’s vormen waarvoor volgens (die) bepaling een
milieubeoordeling moet worden verricht” (96/2).
De Raad van State constateert in zijn uitspraak van 30 juni 2021 dat t.a.v. het Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding dat de milieubeoordeling ontbreekt en dat dit, indachtig het Nevele-arrest, wel had gemoeten. Hiermee slaagt het beroep. Aan een inhoudelijke bespreking van de beroepsgronden komt de Raad van State niet toe. Omdat het Unierecht hier voorrang heeft, kan de rechter ook geen voorzieningen treffen. De Afdeling signaleert dat dit betekent dat de nationale en/of lokale
overheid aan zet zijn.
Op vrijdag 2 juli 2021 verscheen de Extra mededelingenbrief van GS. Hierin wordt aangegeven dat de provincie afstemming zoekt met IPO. EZK en andere partners.
Vraag 1:
Is GS met de VVD van mening dat deze uitspraak van de Raad van State (uitspraak Raad van State inzake Windpark Delfzijl d.d. 30 juni 2021, EV), in het verlengde van het arrest van het Europees Hof, grote gevolgen kan hebben voor RES-plannen indien bij de plannen m.b.t. de windenergie geen milieubeoordeling heeft plaatsgevonden?
Antwoord:
In de tussenuitspraak van de Raad van State over Windpark Delfzijl op 30 juni 2021 is aangegeven dat een verwijzing naar de windturbinenormen uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling in de omgevingsvergunning niet volstaat, omdat er geen
milieueffectrapportage aan het Activiteitenbesluit en de
Activiteitenregeling ten grondslag ligt. Het Rijk had dit volgens de Raad van State op grond van Europese regels moeten doen bij het opnemen van de windturbinenormen in haar regels. De gemeente
Datum
7 september 2021 Zaaknummer 2021-010266 Inlichtingen bij Provincieloket 026 359 99 99 post@gelderland.nl Blad1 van 3
Datum
7 september 2021 Zaaknummer 2021-010266 Blad
2 van 3
wordt in de gelegenheid gesteld een eigen onderbouwing bij haar besluit over normen voor windturbines in de omgevingsvergunning op te nemen met een eigen milieubeoordeling.
Grote gevolgen voor de RES-plannen worden op dit moment niet voorzien. Voor een RES-plan zelf geldt geen verplichting tot het uitvoeren van een milieueffectbeoordeling. De besluiten die volgen op de RES-plannen waarin besloten wordt tot het bouwen van een windturbinepark op een bepaalde locatie, zullen rekening houden met deze uitspraak en waar nodig zal een
milieueffectbeoordeling aan de motivering van een besluit worden toegevoegd. In zeker drie gevallen heeft dit geleid tot een vertraging van 6-12 maanden, waarmee ook de voorziene
aanvraagronde voor SDE wordt gemist. In andere gevallen wordt door het toepassen van een eigen milieubeoordeling vooralsnog verwacht dat de voorziene planning gehaald wordt.
Vraag 2:
Kan GS aangeven welke van de lopende en de geplande windenergieprojecten een milieubeoordeling hebben gehad?
Antwoord:
Wij hebben een overzicht van de Gelderse windprojecten. De projecten die zijn gerealiseerd en waarvan het bestemmingsplan onherroepelijk is worden in de beantwoording buiten beschouwing gelaten aangezien de uitspraak hierop geen betrekking heeft. Naast projecten in een verdere, meer premature fase resteren de categorieën ‘lopende projecten’ en ‘projecten in voorbereiding’. De lopende projecten zijn allen voorzien van een (vrijwillige) MER. Dit zijn Windpark IJsselwind (Zutphen), Windpark Lorentz (Harderwijk), Windpark Midden-Betuwe (Neder- en Over-Betuwe), Burgerwindpark A2 (Maasdriel), Windpark Beuningen, Windpark Caprice (Lingewaard) en Windwinning Culemborg.
De projecten in voorbereiding zijn allen MER-plichtig (>15 MW), waarbij de MER-procedure voor zover bekend nog niet is uitgevoerd. Dit zijn de volgende projecten: Windpark A28 Horst en Telgt (Ermelo/Putten), Windpark Avinkstuw (Berkelland), Landgoed Keppel (Doetinchem) en Windpark Wijchen A50. Windpark Wijchen Bijsterhuizen is ook een project in voorbereiding waarvoor geen formele MER wordt uitgevoerd. Hier wordt volstaan met het uitvoeren van de benodigde
onderzoeken.
Vraag 3:
Kan GS aangeven welk tijdpad GS voor ogen heeft om, al dan niet met IPO en/of EZK, duidelijkheid te kunnen verschaffen hoe om te gaan met de milieubeoordeling?
Antwoord:
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) gaat een plan-MER opstellen bij de
windturbinenormen uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. Dit staat in de Kamerbrief (DGKE-WO/ 21177649, 6 juli 2021) waarin gereageerd wordt op de uitspraak. Zij verwachten dat dit 1,5 tot 2 jaar in beslag neemt.
Zo lang de milieubeoordeling bij de regels op Rijksniveau nog niet beschikbaar is, is het aan het bevoegd gezag (gemeenten/provincies) van de vergunningen voor een windturbinepark om een eigen milieubeoordeling op te stellen bij haar besluit.
Vraag 4:
De focus ligt op de windprojecten. Maar de werkingssfeer van de richtlijn (art 3) is veel breder. Wat betekent de uitspraak voor andere “plannen en programma’s” van de RES-plannen?
Antwoord:
In de uitspraak van 30 juni 2021 heeft de Raad van State alleen geoordeeld over rijksregels voor windturbineparken. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat analyseert momenteel de mogelijke effecten voor algemene regels voor andere bedrijfsmatige activiteiten. Wij starten een gelijksoortig onderzoek binnen de provincie Gelderland.
Datum
7 september 2021 Zaaknummer 2021-010266 Blad
3 van 3 Vraag 5:
In het verlengde van vraag 4: wat betekent de uitspraak voor andere aandachtsgebieden van de provincie?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 6:
Zou GS willen nadenken over de juridische haalbaarheid van de mogelijkheid van een marginale milieubeoordeling om eerder en sneller projecten te kunnen toetsen?
Antwoord:
Wij hebben het voortouw genomen door de gemeenten en ontwikkelaars die direct te maken hebben met de uitspraak samen te brengen binnen een Community of Practice (CoP). Nieuwe inzichten en ervaringen met de op te stellen milieubeoordeling worden hier gedeeld.
NPRES maakt deel uit van deze CoP. Via provincie Gelderland en NPRES is er een lijn met o.a.
EZK, RVO en IPO. EZK en IenW werken daarnaast aan een landelijk ondersteunend platform voor o.a. provincies en gemeenten.
Vraag 7:
Wat betekent de uitspraak voor af te geven omgevingsvergunningen en de in ontwikkeling zijnde Omgevingsverordening?
Antwoord:
Het gevolg van de uitspraak is dat het bevoegd gezag bij de beoordeling van de milieutechnische aanvaardbaarheid van een windpark niet meer kan aansluiten bij de windturbinenormen in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. Dit betekent niet dat de verlening van
omgevingsvergunningen (en de vaststelling van ruimtelijke plannen) voor windparken stil komt te liggen. De windturbinenormen zijn verder nog steeds bindend voor bestaande, vergunde
windturbines. Het bevoegd gezag kan ‘eigen’ windturbinenormen opnemen in een besluit over een windpark, bijvoorbeeld ter beperking van geluid en slagschaduw. Het bevoegd gezag zal deze normen per situatie zorgvuldig moeten onderbouwen.
De uitspraak heeft geen gevolg voor de in ontwikkeling zijnde Omgevingsverordening. Voor de verordening geldt geen milieubeoordelingsplicht. Voor de al eerder opgenomen Windvisie is wel een milieubeoordeling uitgevoerd.
Verdere informatie:
https://www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/uitspraak-raad-state/gevolgen-raad-state- uitspraak-windturbineparken/uitspraak-raad-state/
https://www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/uitspraak-raad-state/gevolgen-raad-state- uitspraak-windturbineparken/
Gedeputeerde Staten van Gelderland
John Berends - Commissaris van de Koning Miriam Nienhuis - Secretaris