• No results found

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen · dbnl"

Copied!
311
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan,

en anderen

bron

Lambert de Visscher, Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen. F.J. van Tetroode,

Antwerpen 1794

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_eva006evan02_01/colofon.php

© 2013 dbnl

(2)

Tot den Leezer en Zanger.

Deeze verandering is gemaakt, om dat de Vooyzen van eenig Liedjes van 't Evangelische Visnet aan ons onbekend waren, zo dat wy dezelve door leezen en herleezen niet agterhalen, ofte door het af en bydoen van eenige woorden op geen, by ons bekende Voys, brengen konden. Wy hebben 'er zoo veele bygevoegt, dat wy op ieder Zondag, Heiligdag en grootste Feestdagen van het geheele Jaar, een of meer liedjes hebben, op d'alderbekendste Vooyzen, met byvoeging van meerder Vooyzen, om dat Lied daar door beeter te kunnen zingen. Onder andere Digteren, is

waarschynlyk de Schryver van 't Visnet bewogen om eenige Historien van het Evangelie en van 't leven der Heiligen op wereldsche Vooyzen te digten, om onze aanhanklykheid tot die Vooyzen te gemoet te komen, en aldus aftrekken van de wereldsche Liedjes, die dikwils zeer onstigten, of ten minsten vercierzels zyn.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(3)

Tot den Zanger.

Het is aan ieder een bekend, Dat 'er geen Lied boek is geprend, Of men vind daar in altoos

Veel Liedjes daar men nooit de vooys Van vinden kan tot ons verdriet, Waar door men 't Lied niet eens inziet;

Men leest 't niet om de rym zo zeer, Of inhoud: maar men zingt veeleer Als ons bekend is het geluid.

Hierom zoo nam men het besluid, Dit Boekje te maken gemeen:

Tot dienst van ons en ieder een:

Want als men heeft nu dit Visnet Op nieuw aldus te zaam gezet, Vind men de liedjes voor 't heel Jaar.

Veel Visnet vooyzen ik verklaar, 't Geen' Visnet wel eer ging voorby.

Dan zult gy vinden nu in my En Liedje onbekende wys Te zingen na 't Sermoon zyn eys.

By tyden dikwils meer als een, Bekende vooyzen zoo gemeen, Dat men met dees spreuk zeggen kan:

Zy zyn bekend Jan alle man.

Niet ledig.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(4)

Op het Evangelische Visnet, Zyn verandering.

Zie hier het Vissers Net verandert of verbreid.

o Mensch het is geen net, dat list of lagen leid, Gelyk een Werelds Net gesteld om Visch te vangen.

Die door haar domme drift zig zelfs daar in verhangen, Zo komt ook meenig mensch, hier in de Netten zweven, Van Venus liedjes en verliest het deugdlyk leven.

Voeg u in 't geest'lyk Net dat Visser heeft gespreid, Dat u niet als tot deugd en 't eeuwig leven leid.

Op dat Ulys, 't gezang der meermins niet zou horen, Houd hy zig aan de mast, en stop met wasch zyn ooren, Om te zyn onbekoord van in de zee te springen, Hoor Vissers met u hert en open ooren zingen

Van 't geen Gods Dienaar preekt, op Heilige en Zondagen.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(5)

Rust Visser by die geen daar gy van gingt gewagen!

Zie zanger aan dees fuyk een vleugel aangesteld.

Veel vooyzen in 't Visnet door deezes druk gemeld.

Men koopt een Venus lied, En laat zig zomtyds horen, Het kwaad behaagt my niet, De vooys kwam my bekoren, Is dat gy hier spreekt waar, Koopt 't geestelyk Visnet Zing van Gods werken daar En zynder Heiligen, let Hoe zy hier dienden God.

Volg hun geloof en deugden, Zo word namaals uw' lot, Met rust by God in vreugden.

Waak, bid, en doe het goed, Leef met uw naasten vredig, Valt dikwils God te voet, Wie zo zingt is niet leedig.

J.B.

[Laat ons God bidden aan]

Laat ons God bidden aan, en danken voor weldaden, Die hy ons dag en nagt betoond door zyn genaden.

Dees dag nagt bezonderlyk (och dat men 't wel bezef) Daar toe dat ik, o God myn stem tot U ophef.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(6)

Morgen en Avond Gezang.

Stem: {Ons Vader eeuwig God, {Hou Voerman van de Hel.

{Abraham heeft bevel.

{Maria Wees gegroet.

w'Erkennen U, o God! voor Meester Opper Heere, En dat men zonder u in 't minst niet en vermag, Gy ons het leven geeft, dat bros is ende teere, En ons daar in behoud tot heden dezen dag.

2. Wy zyn door U verlost, tot 't Christendom beroepen, g'Hebt tot de zaligheid ons middelen bereid,

Boven veel duizenden, die om ons zyn by troepen, Die nooit tot dat geluk, door U zyn aangeleid.

3. Wy danken U, o Heer, voor alle die weldaden, Geschonken van 't begin ons levens tot dees dag:

Voorkom tog dagelyks ons werk door uw' genaden, Dat men van tyd tot tyd in deugden voortgaan mag.

4. Trek nooit uw hand van ons, vervul ons met uw' zegen.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(7)

Uw' Goddelyke kragt al in wezen hout:

Heer laat ons dwaalen niet maar ley ons in uw' wegen, En laat het godloos pad door ons tog zyn beschouwt.

5. Verligt Heer ons verstand, door Adams val verduisterd.

Zo dat men zonder U in 't minste niets goeds verrigt:

Aan ons bedorven wil leggen wy zwaar gekluisterd, o Heere ons bestraal met uw' goddelyk ligt.

6. Versterkt ons zwakheid Heer, bewaar ons voor het vallen, Want men kan zonder u hebben geen goegedagt.

Maar door uw graties kragt, vermag men weder alles, En Wereld, duivel, Vlees word dan omgebragt,

7. Vervul ons ledig hart, o Heere met uw' liefde, Door liefde tot den Mensch, uw' Zoon uw wil volbragt, Door liefde liet hy toe, dat men zyn vleesch door griefde;

Door liefde hy hersteld' het menschelyk geslagt.

8. Heer genees onzen wil door d'erfzonde bedorven

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(8)

Want deze voor die val is goet en wel geweest;

Maar wanneer door de zond, het Adam had verdorven, Streyd de geest tegen 't vlees en 't vlees tegen den geest.

9. Geef ons de overhand tegen alle vyanden, Zo wel die zigtbaar zijn, als die wy niet en zien:

Datze zwigten voor ons, met schaamte en met schanden, Zo gy Heere met ons zyt, zullen zy van ons vlien.

10. Aanneem o Heer ons werk, dat wy aan U opdragen.

Met uw genade zoet voorkom ons t'allen tyd, En door 't Heilig gebruik laat ons aan U behagen.

o Heere roep ons tot U namaals uit dezen stryd.

Niet dag.

Het Vader Ons. Matth. 6.

Stem: {Hou Voerman van de Hel.

{Abraham heeft bevel.

{Maria wees gegroet.

{'t Christelyk A. B. C.

Ons Vader, eeuwig, God, wilt onze stem aanhooren, Wy roepen uw om hulp hier in dit tranendal

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(9)

Wy waren door de zond' van Adam gansch verloren, Maar zyn door 't Kruis rantzoen, gered uit dezen val.

2. Uw naam geheiligd werd' in 't houden der Geboden.

Die uwe Zoon aan ons op Aerden heeft geleerd, Maar hier toe, o Heer, uw' gratie ons van noden, Die gy Hier mededeelt aan die zig tot u keerd.

3. Dat ons uw' ryk toekom', dat Satan heeft verloren!

Geef Heer dat elk zyn naast' gelyk zyn zelven min, Op dat wy in 't Oordeel die stemme mogen horen:

Koom neem bezit van 't Ryk, u bereid van 't begin.

4. Laat uw' wil zoo schien op aard, hier in ons menschen, Gelyk die word volbragt al in den Hemel schoon,

Leer ons u wille doen, onze boet is wenschen, Geensins u gratie Seer om t'houden geboon.

5. Geef ons het daag'lyks brood, Heere, door uw' genaden, Tot syns van ons ligchaam, o Heer, en noodruft geeft.

Schenk ons uw' zelven ook, om ons ziel te veraden.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(10)

Breek ons u God'lyk woord, waar by de ziele leeft.

6. Vergeeft o Heer, ons schuld' gelyk wy ook de zonden, Van hun die ons misdoen: laat gramschap van ons vlien, U Zoon is ons rantzoen, die liet g' aan 't Kruis doorwonden, Hy sprak schied dit in 't groen, wat zal 't dor geschien.

7. Laat ons niet zyn bekoord door werelds en 's vlees kragten, Door 't geloof en 't gebed laat ons haar weerstand bien:

De Helsche Leeuw gaat om zoekt wie hy zal versmagten, Weerstaan w' hem door 't Geloof, zo zal hy van ons vlien.

8. Van 't groot kwaad ons verlost dat is van hel en zonden, U te minnen o Heer! dat is het grootste goed

Zo het ons zalig is, verlost ons van ons wonden, Van ziekt, oorlog en pest, 'o Heer ons toe behoed.

9. Amen, het is alzo, het zal aldus geschiede, Niet een stip van u woord, zal Heer verloren gaan:

Leven wy na u woord, doen wy na uw' gebieden, Zo zult gy onze ziel in eeuwigheid verzaan.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(11)

Het Weest Gegroet. Luc. 12.

Op de voorgaande Vooyzen.

Maria weest gegroet, want gy zyt vol van gratie, Sprak d'Engel Gabriel in de Stad Nazaret, Hy treed de kamer in, en groet u met veel statie:

Daar gy alleenig waard en bezig in 't Gebed, 2. De Heer die is met u, o edel Maagd geprezen, Want boven 't vrouws geslagt zyt gy gebenedijd, Dat gy ontfangen zult, men in Gods woord kan lezen En blijven egter Maagd, zo een Propheet belyd.

Gezegend is de vrugt uw 's Ligchaams uitgelezen, o Maagd gebenedyd, hy is ons zaligheid

Geboren in der tyd van u o Maagd geprezen, Van alle eeuwigheid van God ons toebereid.

4. Bid voor ons Moeder Gods nu en ook in doods stonden:

Wees onze voorspraakeres by uwen lieven Zoon, Op dat wy zyn belofte, eens waardig zijn bevonden,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(12)

Om te aanschouwen hem hier boven in zyn Throon.

6. Amen dit is alzo het geen wy hier belyden, Van Christus onzen Heer en van u Maagd vol deugd' Og! mogten w' ons hier na met Maria verblyden Die spiegel van de deugd voor Oud en Ionge Ieugd.

Het Weest Gegroet. Luc. 1.

Stem: {Ag niet van edel bloed, {Lestmaal treed ik ter Iagt.

{Wel dus bedroeft Ionkvrouw.

Maria wees gegroet Uit Davids zaat gesproten, Vol gratie en ootmoed, Met deugden overgoten,

Van wezen schoon, Maar meer van deugd.

Met deze groete kwam ons vreugd' 't Heeft Abrams geest verjeugd'

2. De Heer die is met u, O edel Maagd der Maagden, Aan God den Heer behaagden, Gy van der eeuwigheid Gy zyt de victorieuze Vrouw, Door uw Zaad, Maagd getrouw.

Die 't Serpents hooft verpletten zouw, 3. Gebenedyd zy gy

Boven 't geslagt der vrouwen, Gy zult nu baren bly

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(13)

Hem, die ons komt behouwen Naast God zyt gy ons toeverlaat, Die Serpents hooft plet door uw zaad, o Schoone dageraad.

4. Gezegend is de vrugt, Die van u word gebooren:

Door Abrams appelbeet Waren wy al verloren, Eva at eerst doen Adam meê, Eva verandert in Ave, Iesus brengt ons de vreê.

5. o Heilige Moeder Gods, Bid voor ons t'allen tyden, Dog meest in de uur des doods, Als wy van hier gaan scheiden, Doe ons gelei na 't Hemels Land, Hoed ons van de Helschen vyand, Dat hy ons niet aanrand.

6. Amen, 't waar alzoo,

Dat dees Maagd t'zaam was Moeder:

Die zy ons heeft gebaard, Is God en 's Menschen broeder:

Na 't paren bleef zy Maagd altyd:

Ag dat haar Zoon gebenedyd, Ons altyd van 't kwaad vryd!

Niet ledig.

Opwekking voor den Goddelyken Dienst der H. Misse.

Stem: Hy spande zyn boogje rasse.

Laat ons in Gods kerk vergaren, Met aandagt beschouwen dit toneel,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(14)

Aanzien, 't Autaar als Calvarie, Loven God met Instrument en Keel, Dit Rein Offer is voorzeid,

Voor Christus geboort veel tyd, Zeer klaar,

Malchias dit beleid, Over menig honderd Iaar.

2 God ging 't door hem dus verklaren Myne willen is niet onder u.

(Zo sprak hy tot de Ioodsche Schaaren) Ik keer my haast tot de Heidens nu, Want ik heb geen behagen meer, In 't onzuiver brood en smeer,

Hoort Ioon,

Dat gy lien tot mynder eer Op te offeren zyt gewoon.

3. 'k Zal 't geen meer van u ontfangen:

Maar van die plaats daar de Zon opgaat, Tot dat zy heeft haar ondergange,

Zal mijn Naam groot maaken 't Heidens zaat, En opdragen t'alle kant',

Eene zuiver Offerhand, Zeer puur,

Aan myn naam door alle Land.

Ziet de Waarheid door 't Figuur.

4. Dus partij beduid dees woorden, Op de offerhande van 't Gebed.

(Gelukkig die nooit zulks hoorden) Gods Kerk heeft hier beter opgelegt.

Want d'Oudvaders lang voorheen.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(15)

Offerden aan God gebeen, Tot zoen

Maar naar den Propheet zyn reen, Zullen d'Heidens 't offer doen.

4. Of zy willen het beduiden Op de Offerande aan het Kruis Dees' Nieuw' gevoelende Luiden, Begaan hier weder groot abuis.

Want is Christus niet (o dwaas) Opgeoffert op een plaats,

Men zal.

Naar Malachias relaas, Dit Offer doen overal.

6. Dat door d'Heid'nen zoud' geschiede, Is niet anders dan de Heil'ge Miss', Melchisedech dit voorbedieden Malachtas dit voorzeid' gewis, 't Is van Christus ingesteld, En belast ieder kruisheld.

Hoor aan,

Dat dit is, als Lucas meld.

Van d'Apostelen gedaan.

7. Nooit Gods dienst, of m' heeft de Goden.

Waar of valsch, gediend met offerhand.

Is nu 't offer niet van noden,

Hoe zal dees spreuk dan houden stand, Is niet Christus onzen Heer,

Opper Priester naar Gods leer, 't Heeft schyn,

Dat dan hier op Aarde neer Zeker Onder Priester zyn;

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(16)

8. 't Werd hun door dit Woord bevolen, Doet dit tot mynder gedagtenis.

'k Bid u Iesu, die verholen, Schuilt op onzen Autaar dis, Onder schyn van Brood en Wyn:

Gy der ziele medicijn Voorwaar!

Geeft ons namaals uw' aanschyn Te zien uw' Godheid klaar.

Niet ledig.

Opwekking voor den Goddelyken Dienst der H. Misse.

Stem: In Oostenryk daar staat een huis.

Bereid u hert, opent u oor,

Gods Kerks gebod wil nu volbrengen:

Devotig bid zing koor, om koor, Heer ons verhoor, Laat ons stem tot uw' Troon doordringen

2. Dit Heilig Offer van de Mis, Zyn wy verpligt om by te wonen, Zondags en 's Heil'gen daags gewis,

Ook als 't Feest is,

Zo last de Bruid van God den Zoone.

3. Aanziet o Heer, my arm zondaar, Die in u Huis hier koom verschynen,

Om door de hand van uw' Dienaar, op uw' Autaar, Te Off'ren voor zond' en mijne

4. 'k Erken hier Heer, u oppermagt, Door 't Lam dat men u op zal dragen,

't Geen van begin al is geslagt, dat is, geeft agt,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(17)

Al van 't begin van Adams dagen, 5. Melchisedech dit voor beduid, Malachias dit lang voorspelde, 't Geen nu Opoffert Gods waare Bruid,

De Schrift besluit,

Dat dit Gods Zoone zelfs instelde.

6. Heer dat uwe Kerk hier van leerd, Geef dat ik dat voor vast aanneeme, Zy moet by ons door zyn geëerd,

't Is uw begeert,

Laat my Heer nooit van haar vervremen.

7. Geef Heer, dat ik voor uw' aanschyn My nedrig en eerbiedig toone,

Maak zuiver en rein het hart van myn, Terwyl wy zyn,

Daar men op offert uwen Zoone.

8. Want het is al te schroomelyk, Met u grooten God te spotten.

Gy Heer van Aard en Hemelryk, En wy maar slyk,

Ons ligchaam zal tot aard verrotten.

9. Wilt ook ontlasten, Lieven Heer, Van alle verstrooitheden,

Myn' ziel verrukken heen en weer, Ia tot zo veer,

Dat zy niet kend hare gebeden, 10. Die zy o Heere, tot u spreekt:

Ag wild ons zeer wild harte stillen, Aandagtigheid ons ook ontbreekt,

Waarom m' u smeekt,

Ons zwaar gemoed opwaarts te tillen.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(18)

11. In deeze zigtbaar Offerhand', Die word verzeld met cerimonyen;

Wild tog hier door, als met 'er hand // na 's Hemels Land, Ons zwakke ziel tot u waarts leijen.

12. Het kostelyk Kerk cieraad Zeid myn gepeis tot 's Hemels zalen, Dees schoonheid met 'er tyd vergaat,

Der zaal'gen staat

Kan geen verstand regt agterhalen.

13. o Heer! ziet neder van uw' Troon, Gy ons, nog sondaars eer beminde, Laat ons door uw' gekruisten Zoon,

Namaals tot loon.

Genade voor uw' aanschyn vinden.

Opwekkende Samenspraak over den Goddelyken Dienst der H. Misse.

Stem: {My verwondert boven maten.

{Kom myn hartje, kom my tr.

{Van Gooslen.

Wy hebben volle verzoening Door d'Offerhande aan 't Kruis, Genoeg voor ons zond' voldoening.

Dat is waar, maar dit abuis, Dat men daarom in Gods Huis.

Niet meer heeft van noden Autaar Dissch // Paap of Miss'.

Maar die moet uitronden

2. Dat Christus voor onze zonden Heel volkomen heeft betaald,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(19)

Gaat men aan ons wel verkonden:

Dog de Kerk ons ook verhaalt, Op dat Kruis prys in ons daalt, Hebben wy van noden

Eenige vat // Daar mee dat Ons word aangeboden.

3. Dus geschied het met het Doopen:

En dus ook met Christus Disch, En naar een gemeene hoope Van de Kerk, met de Miss', Daar men ons toevoegh gewis, De prins van zyn lijden:

Strekt ten goed // Dierbaar bloet Gestort in der tyde.

4. Zo dan hier mee word geschonden De prys van Heer Christus moed, Zo moet het Doopsel te gronde Gaa: Preek, Leer, vry; 't blijft niet goed En 't geen volgt, het ook niet doet, Minnen, of geloven,

Maar Kruis dood // 't Lyden groot Van zyn prys beroven

5. Zegt gy dat en niet kan sluiten:

Zo en sluit ook niet min Paris als g' u koomt te uyten, En trekt een zo grooten zin Daar nogtans geen kwaad steekt in U dan hier genoegt.

Kruis prys word // Niet verkort, Door 't geen my toevoegt.

6. Zou ik my laten gezeggen?

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(20)

Neen myn vriend zo ligt nog niet, Ten zy gy my voor gaat leggen, Dat Gods woord de Miss' gebied.

Wel dees Text dan eens inziet Gesteld hier ter zij,

En den zin // Legt daar in

*Malach. 1. VII.

Vind by*Malachye:

7 Van daar waar de Zon gaat ryzen, Tot dat zy haar steld ter neer,

Zal het Heldendom mij pryzen, En op Offeren zeid den Heere:

('t Beesten vlees haagt my niet meer:) Eene offerhande

Rein en puur // (Lees Schriftuur) Voorts in alle Landen

8. Wat voor nieuwe offeranden Hebt gy lieden in uw' Kerk, Die gy God in alle landen.

Opdraagt naar Schriftuurs bemerkt) Antwoord hierop maak u sterk, Gy geeft aan te merken,

Zo men let, Oud besmet Zyn uw beste werken.

9. Nieuw en zuiver moet dog wezen Deze Offerhande groot,

's Heeren vlees en bloet geprezen, Wijst m' u onder schyn van brood, Van 't nieuw offer zijt gy blood:

*Hebr. 10. v. 14.

Want uw'*nieuwe gronden Hoort m' u aan // Doe verstaan Oudheid ende zonden.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(21)

Opwekkende Samenspraak over den Goddelyken Dienst der H. Misse.

Stem: {o Booze domme Ieugd.

{Hoe steekt de wereld dus.

{Nu leef ik in 't verdriet.

Vergeefs in Godes Huis, Een ander offerhand, Gezogt als Christus Kruis, Daar door ons hoogste pand Van 't eeuwige verzoen, Zo vol verkregen is, Dat wy nu niet van doen En hebben paap, of miss'.

2. Des Heeren Kruis, 't is waar, Is d'eenige Fontein

Van 't Leevend Water, daar De zielen groot en klein Gewasschen worden in, Dies moet dit reine nat, Gebragt zyn niet te min Tot ons door eenig vat.

3. Dusdanig is den Doop:

Dusdanig Christus Disch;

En na gemeene hoop Der Kerken, met de Misse.

Door welken dat ons word Geëigend tot profyt, Het bloed voor ons gestort Van Christo, in der tyd.

4. Word hier nu mee geschend

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(22)

De Prys van Christus bloed:

Zoo en kan nog Sacrament, Nog Doopzel blyken goed, Ia waar men Preekt of Leere, Verhoopt, bemind, gelooft;

De Passie werd onteerd, En van haar prys berooft.

5. Gelyk dit niet en sluit;

Zoo sluit nog al veel min, Het Fondament, daar uit Men trekt zoo grooven zin;

Houd u misdien vernoegh, Het Kruid word niet verkort Door 't geen, 't welk my toevoegt De prys voor my gestort.

6. Vernoegd? og neen ik niet, Ten zy gy my bewyst

Dat God de Miss' gebied, Op zyn beschreve lyst, Al ree, Man, ziet den Text,

+Malach. 2. 22.

Die Malachias boek:+ Gy zult op zyn perfect, Daar vinden dat gy zoekt.

7. Van daar de Zon opryst, Tot daar s' haar steld ter neer;

Het Heidendom my pryst, End' Offert zeld den Heer, Een zuivre Offerhand.

Waarom dan en vereerd Gy ook niet in uw' land, Den Heer zoo hy 't begeerd,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(23)

8. En wat heeft tog uw' Kerk Voor offerhande rein,

Voorwaar geen deugdzaam werk;

Want dit 's naar het gemein Gevoelen van de wet, Daar op gy luiden bouwd, Met zond altijd besmet;

En daar en boven oud.

9. Waar nieuw en zuiver moet Dees' Offerhande zijn,

Dies wij het Vlees en Bloed.

Des Heeren, onder schijn Des Broods u wyzen aan:

Terwyl uw' nieuw verbond, Ons niet en doet verstaan Als ouderdom en zondag

Op de altyds Zigtbaarheid van Gods Kerk.

Stem: {Komt myn hartje, kom myn tr.

{Van Goessen.

Bidders looft Sangers wilt paren Uw stem, een zo galmen uit Gods lof, op orgels en snaren, In de Kerk zijn lieve Bruyd:

Dien hy naar zijn woords besluyd.

Voor eeuwig ging trouwen Sal hoor aan // Nooit vergaan, Maar altyd stand houwen.

2. Gods geest is haar alle dagen, By, tot aan des werelds end', Dit zal dan wel zorge dragen.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(24)

Dat zy haar trouw' niet schend, Ook en zal het helsch serpent, Haar in 't minst niet deeren,

Want Gods Geest // Zo men leest, Zal haar alles leeren.

3. De Heere die heeft in d'Zonne, Zyn Tabernakel gesteld,

Word van geen tyrans verwonnen, Ia zelfs van geen helsch geweld, Dit word van de Kerk gemeld.

Wie neemt haar die klaarheid?

En Gods geest // Zo men leest, Leert haar alle waarheid.

4. Doet myn broer tegen my zonden, Maakt hy van 't vermaan, geen werk, Moet ik 't aan de Kerk verkonden, Volhard hy in de boosheid sterk, Zy sluit hem buiten haar perk.

Zal zy 't kwaad genezen,

Moet voorwaar // Zigtbaar klaar, Van ons vindbaar wezen.

5. Zo de Kerk nu is vervallen, Zeg waar vind ik haar gewis?

By ons, by ons, roep gy allen, Ik weet maar Een waarheid is, Dus zo leerd gy allen mis.

Gaat eerst al eens leeren, Dit gedaan // Dan bestaan, Ons te Reformeren.

6. Vlied dan die u willen leeren.

Dat de Kerk is vergaan.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(25)

d'Helsche poort zal haar niet deeren, Zy blyft op den steenrots staan, Zy begrijpt goe' en kwaan, Binnen de Muuren.

Maar het kaf // Scheid God af, Kooren in zijn Schuuren.

Na den Goddelyken Dienst en Predikatie.

Stem: Wanneer de Zon zyn Paarden ment Of: Alkmaar een schoon Lantsdouw verm.

Dewijl de Mensch alleen niet leeft Van brood; maar van Gods Woord Zo is 't noodig, dat men zig begeeft Daar men dat dikwils hoort, Om ons ziel te spyzen, Hier in dit Aardsche dal.

Doch zeer is te mispryzen, Het geen 'k hier zeggen zal:

2. Zo wij, om dat 't Gods Kerk gebied, De Misse maar woonen bij,

En ondertusschen peyzen met, Wat of dit Offer zy

Schoon men daar zig laat vinde, Maar met zo klein aandagt:

Gods Kerk Gebod beminde, Word dus niet wel volbragt;

3. Maar denken dat hier word vernieuwt, Offerhande aan 't Kruis,

Gewillige verstrootheit schuwt, En peijst 'k ben in Gods huis, Van Godes Zoone goedig, Schied d'onbloedig' opdragt,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(26)

Die voor ons zond' is bloedig Op Golgotha geslagt.

4. De dienst, doch onvolmaakt te zaam Gehoord; maar met oogmerk,

Om t'eeren Gods Heiligen naam, Ons profyt en Gods Kerk, Zo off'ren w' ons Gebeden, Schoon flaauw en niet als 't hoord, Hier na wij dan toe treeden, Om t' hooren Godes woord.

5. Dat uwe Godsdienst reed'lyk zy, Dit aan ons Paulus zegt:

Daarom hebben van nooden wy Dat men ons onderregt

Die slegts naar huis toe keeren, Zig van Gods woord berooft, Hoe kan zo een Mensch leeren, Wat dat 'er dient gelooft,

6. Al die uit God den Heere zyt, Die hoord ook graag zyn Woord.

Hoe zullen ontgaan dit verwyt:

Al die 't Woord niet aanhoort, Die is ook niet uit Gode, Die dit aanhooren niet, Gods woord is ons van noode, Zo de Schriftuur bedied.

7. Dat uw' Woord Heer, 't zoet voorwerp zy, Daag'lijk van myn gepeis.

En geeft aldus te leeven vereis

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(27)

Want al die zegt Heere, Heere, En zal niet binnen gaan, Maar die (zo is uw' Leere) 's Vaders wil heeft gedaan.

8. ô Heer uw' Woord door my gehoord Tot in myn hert behoud,

Geeft dat het daar zijn vrugt brengt voort, Sestig honderd fout.

Geeft dat het niet en roove, De Duyvel die om gaat;

ô Grootste God van daden, Bewaar in my uw' zond.

Niet ledig.

Zinnen-stryd.

Stem: {Hoe leg ik hier in dees ellende.

{In Pruysland daar was woonagt.

{'k Heb niet te eeten als voeten &c.

Hoe leeft men hier in dees ellende, In dit bedroefde jammer dal, Waar ik mijn keere of te wende, Ik word bedrogen over al;

Myn zinnen my gestadig wekken Tot lusten die myn ziel bevlekken.

't Gezigt lokt mijn tot ydelheden, En wellust van het dartel vleijs, Als ik dat volg en na wil treden, Om te voldoen zyn lust en eys, Dan vind ik myn dikwils bedrogen, Door 't spelen van 't gezigt der oogen

't Gehoor heeft grage lust tot horen, Al wat men daar af ginder spreekt,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(28)

En luyster snel met open ooren, Na 't geen dat hem of haar gebreekt.

Waar door dat men kwalen kan zuygen, En vaak door 't hooren hinder krygen

De Reuk die doet ons dikwils tragten, Na lekkerny en zoetigheid,

Waar door wy goede spys veragten, Die ons tot voedzel word bereyd;

De reuk in ons veel kwaad kan bringen.

Als wy ons lusten niet bedwingen.

De smaak doet gulzigheid bedryven, Tot nadeel van ons ziel en lyf,

Waar door veel lasten ons bij blijven, Ia worden vroeg in leden styf;

Wy zullen na den druppel haken, Zo wij te veel in wellust smaken.

't Gevoel in ons veel kwaad kan werken, Ia brengen ons van kwaad tot kwaad, Als wy niet voelen nog aanmerken, Hoe groot ons God de zonden haat.

En zo in 's Werelds listen woelen, Dat wij de straffen niet en voelen.

Dus moeten wy genadig vegten, En strijden tegen deeze vyf,

Als sterk gewapende Oorlogs knegten, Vyanden van ons ziel en lijf;

Want winnen zij, wy zyn verlooren, En waren nutter nooit gebooren.

Den Heer zal dan verwinning geven, Door Geloof, Hoop en Liefdens schild:

Ook door berouw een beter leven,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(29)

Dus gunnen door zijn zegen mild, Dat ons vyanden haar beschamen, En vlieden voor den heere, Amen.

Van de Scheppinge des Werelds.

Stem: {ô Heere aanziet dog Zion teer.

{ô Geest die ons kunt aldermeest.

{Ik lyd in 't harte pyn.

O God! u werken zyn zo groot!

Tot deezer stonden, Nooit mensch gevonden, Die 't Aardryks ronde kloot, Wel kan doorgronden,

Wiens langt, dient', breed' en wyd,

Gemaakt in korten tyd, Besluit een ronden.

Veel min kwam ooit in iemands zin, Het werk daar boven,

Daar d'Engelen loven, Dien Heer die in 't begin, Schiep 't ligt uit 't doven, De Heldre Maan en Ster, En Zonne die van ver, Bestraalt de hoven.

U Woord bragt in 't beginzel voort Veld, Kruijd en Boomen,

En Waterstroomen,

Die uit Suyd, West en Noord, En Oosten komen:

Vogelen, Vis en Vee, Ia, Kruip gedierte mee, Daar wy voor schroomen.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(30)

Gy spraakt, en voort wierd gemaakt, Met grooter baarde, Gesteld in waarde, Den mensch bloot en baakt,

En Heer op d'Aerde, Dit goet, wel bekwaam,

Gaf alles zijnen naam // En welbewaarde.

Van niet, is 't al door u gebied, Eerst voortgekoomen // Een rib genomen Uit, Adam dat gy liet // Slapen dromen, Daar van gemaakt een Vrouw,

Die hy door liefd' en trouw, Heeft aangenomen.

Hy zaagt doen 't zesmaal had gedaagt, In alle perken // Op uwe werken,

Die u hebben behaagt, Zo wy aanmerken;

Den zeevensten met lust, Neemt gy Heer uwen rust, Om ons te sterken.

Adams val

Stem: Liefste Lief wanneer zal 't weezen.

Grooten God hier nooit volprezen, Die neêr kwam ons te geneezen, Van het kwaad, En die schaad', Vader Adam zijn misdaad, Ons veroorzaakt door de zonde;

Wanneer als hy heeft geschonden U bevel // Regt en wel, Ende wierd aan U rebel.

2. Wel! wat overgroote schaden*

* Christ. van den Berg, 1 Les vrage. XI.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(31)

Komen uit Adams misdaden, d'Onnozelheid, 't Geloofs beleyd, Met Gods gratie raakt hij kwijd.

Afgekeert van God in 't willen.

Van 't verstand kwam ook verspillen, Als hy viel, 't Menschdom hiel.

Een leelyk besmette Siel.

3. Uit dan niet gehoorzaam wezen, Is nog al meer kwaad gerezen,

En 't is deez' // Als men leez', Wederspannigheid van 't vleesch.

't Gaat tegen den Geest begeeren, En zoekt dat te overheren,

Toont zyn kragt // Hard of zagt, Adams zond dit in ons wragt.

4. Is genoodzaakt om te sterven, 't Ligchaam dood 't Hof Eeden derven,

Haar uitstoot // d'Engel 't sloot, Naar 't weerkeren des verbond:

En den Heer ging daar verklaren, Dat Eva met pyn zou baren,

Adam weet // U brood eet, Voortaan in u aanzigts zweet.

5. Door dit meer als onwys mallen.

Zyn wij al met hem gevallen, Door een stoot // Swaar en groot, In schuld van d'eeuwige dood, Om voor altyd te bezuuren, Waar van ons geen creatuuren

Vrijden kon // Als die Son Die dood en duyvel overwon.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(32)

6. Wij zyn vijand kwam hy minnen, Wint hem ook met hart en zinnen,

't Heele hart, Niet een part, Hij u redde uit doode smart, Is waard van zyn creatuuren, Wederliefden t'aller uuren,

Hem bezind, En bemind, Iesus weez' altyd ons vrind.

Begin van den Advent. Ofte verwagting ons Heeren Saligmaker Iesu Christi.

Stem: {Komt tot ons H. Geest.

{Miserere mei Deus.

Komt komt dog eenig Soon, Des Vaders nederdalen, En wild der zonden loon, Aan 't Kruijs voor ons betalen.

Want gy waaragtig zyt, Ons belooft door Propheten, Die u komst voor dees tyd, Voor lang hebben geweten.

Abraham voorzag u komst, Die hem in 't hart verblyde, Geeft ons kragten uit gonst, In deezen onzen tijde

Dat wy met Abraham, U komst met vreugd verwagten, Steld dan dien ouden stam, Altyd in ons gedagten.

Leert ons al in 't gemein

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(33)

Hoe bros wij zyn van zinnen, Geef dat wy u alleen, Boven al mogen minnen.

Gij zijt ons troost alleen, Op u staat ons betrouwen;

Zonder u kan niet een, Mensch eeuwig zy behouwen.

Alleenig uit genaad, Silt gy daar wy na wenschen.

Voldoen voor de misdaad, Van onze aardsche menschen,

Geeft dat u komst ons baart Een nieuw leven te zamen, Ons zielen dog bewaart Voor allen kwade Amen.

Den Lofzang Alma redemptoris Mater. Van den Advent tot Vrouwendag.

Stem: {Conditor alme siderum.

{ô Schepper alle Sterren klaar.

{ô Alderbeste Ian Babtist

{Sint Lucas beschryft ons klaar.

Maria! gy hebt voortgebragt Heer Iesus! die lang was verwagt:

Die de open poort des Hemels blyft, Die met u bidden ons geryst,

2. Die ons Verlosser hebt gebragt, De Heer van Hemel en van Aard', Die zyt de Sterr' des Werelds See, Wiens Zoon ons lost van 't eeuwig wee.

3. Uw' oogen staat uit 's Hemels wolk

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(34)

Te hulpe komt het vallend' Volk.

''t Welk op te staan zoekt uit zijn kwaad, 't Welck rouw verwek, van zijn misdaad, 4. Gij die gebaart hebt wonderlijk Den Schepper die ons schiep uitlyk' Die Maagd gebieden zijt altyd, Die zyt geweest van zond' bevrijd.

5. Aan wien den Engel Gabriël, Geboodschapt heeft na Gods bevel, Dat Godes Zoon zou worden vleys.

De Vreede maken kwam en peys.

6. De Zondaars (Moeder Gods ontfermt, De Zondaars van de heil' beschermt:

De Zondaars by uw' Zoon gedenkt.

De Zondaars in den Hemel brenkt.

Op den I Zondag in den Advent Luc. 14.

Stem: {Het viel een Hemels douwe {ô Eeuwig God almagtig

{Wilhelmus van Nassouwe.

{Holland waar is gebleven.

Daar zullen tekens komen In Zon, Maan en Ster,

Dat ijder menich zal schromen, Als hij dit ziet van ver,

De Zee en al haar vloeden, Zullen met groot geluit, Zo razen en zo woeden, Dat yders hart toesluit

De menschen zullen vreezen,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(35)

Verdorven van 't gehoor, Dat overal zal wezen, De gantsche wereld door, Want al des Hemels kragten Zullen worden beroert, Men zal in droefheid smagten Als God zijn wil volvoert.

Dan zal des menschen Soone, Met groote mogentheid, Hme in de lugt vertoone, In zijne Majesteid, En zitten op de wolken Dat yder een beschout, In 't aanzien aller volken, Ionge zo wel als out.

Als gy dit ziet geschieden, Openbaar voor u oog, Dit waarschouw ik u lieden, Heft dan u hart om hoog, Want dan staat te genaken, Uwe verlossing zoet, En zult daar na geraken By God u eenig goet.

Dat zal u eerst voortkomen, Aanziet de Vijgeboom, En alle goede boomen, Ik zegt u zonder schroom, Als zy haar gaan verryken, Bezwangeren door haar vrucht, Dan gaat de winter wyken, Men krygt een zomer lugt.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(36)

Zo weet ook onderlingery, Onthout dit wel van mij, Als gy ziet deezen dingen, Gods Rysie is na by, Dit zal niet agter blyven, Weet vry dat dit geschied, Gods woorden die beklyven, Al ander dingen niet.

Op den II Zondagin den Advent. Mat. 11.

Stem: {Ach treurt met my bedroefde Schaapen.

{De winter is voorby gestreeken.

Ioannes gehoort hadde, bevonden, Van Christus wonder werken groot, Heeft zyn Discipelen twee gezonden, Om hem te vragen naakt en bloot, Of hy die geene

Was, die daar nog zou Komen, met eene Zeer vasten betrouw, Weg neemen al haar rouw.

Iesus antwoord', haar beid' te zaamen, Om haar de waarheid te bedien,

Als zij aan hem te vragen kwamen, Zegt Ioannes wat gij hebt gezien, Blinde zyn Ziende,

De kreupelen gaan, Melaatsche vriende Nu gezuyvert staan, De dooden hooren 't aan

De dooden van der door verrijzen,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(37)

De armen preekt met Gods woord Zalig zijn zy waardig om te pryzen Die volstandig zijn zo 't behoort;

Ofte arger niet, Maar hoort mijn Vader Wat hy haar gebied,

Want haar veel heil geschied.

Doen de Discipelen zyn vertrokken, Heeft God hem tot de schaar gewent, En heeft bevel van Iohannes gesproken Waar zyt gij gaan zien, op wat ent Hebt waar gy gezien

Nu in de woestyn, Een bros riet vervlien, Komt en zegt het myn, Door winden wankel zyn.

O waar hebt gy aan ooit gaan zoeken, Geen mensch zeer zegt gekleed geweest.

Gaat vrij zoeken in veel hoeken, Men vind's in Konings Hoven meest, Waar zijt gij gegaan,

Te ziet een Propheet,

Dit meest kan verslaan, En het beste weet, Van myn het regt bescheet,

Deeze is 't, waar van is geschreven, Ik zend mijn Engel voor u heen, Die getuig aan den mensch zal geven, Onderwijzen met goede reen;

Hij zal berijden, Voor u, uwen weg, Zonder verbeiden, Hoort nu wat ik zeg, Met een goed overleg.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(38)

Van den H. Bisschop St. Nicolaas, Patroon der Kerken van Edam, Muyden, Vinkeveen en andere Plaatsen, 6 December.

Stem: ô Boose Wereld vol bedrieg'lykh.

Sint Nicolaas, eerwaardige Prilaat,

Spiegel van deugd' in woord en met 'er daad, Die een zeer liberalen Vader zyt,

En in ons kind'ren mond gebedenijd.

2. Al waard gy van een treffelijk geslagt, Hebt gij uit 's Moeders ligchaam meê gebragt, De penitentie, nemende de borst

Waar eens 's Woensdags en Vrydags voor den dorst 3. Gij groeide met de jaren ook in deugd, Vliede de zonde van de jonge jeugd:

Speurende na de wetenschap met vlijd, Wierd gevolleerd daar in een korten tyd.

4. Met vasten hebt gy uw' ligchaam getemt, 't Vlees prikkel met een hairen kleed gedempt.

U ziel en Tempel van de Heil'gen geest, Is dag en nagt aan God gehegt geweest.

5. Na dat gij tot een Priester zijt gewyd, Hebt gij de deugd nog verder bevryd, 't Ligchaam een zwaren Oorlog aangedaan, Omdat hier meer onder den geest zou staan.

6. Gij sliept en at veel minder als voorheen,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(39)

En uwe drank was klaar water alleen, U kleed'ren waren slegt, evenwel net, De geest ghijd bekommert in 't Gebed

7. Wanneer u Ouders beide ware dood, Hebt gy dan hun geërft een schat zeer groot, Die gy niet hebt onnuttelyk verkwist, Of opgeslooten in een Yzer kist

8. Den Armen gaf gy mildelijk het haar Wast gy u niet en hield als eijgenaar, Maar als uitreyjer dan den Heer gesteld, Waar door men ook deeze daad van verteld.

9. In Parata was een arm edelman, Die by zyn vrouw drie schoone dogters wan, Dan zo zij nu geworden waren oud,

Kond hij haar niet in eer doen haar onderhoud.

10. Zo heeft hij haar gegeven eenen raad, Die voor haar ziel was doodelyk en kwaad, Dat zy om een stuk Geld haar zuiverheid, Zouden bevlekken met oneerbaarheid.

11. Zo haast Sint Nicolaas zulks had verstaan, Is hy bij nagt na 't zelve huis gegaan,

Wierp 't venster in een kneppeldoos met goud, Waar door dit eene dogter is gehoud.

12. Nog andermaal keerd hij na 't huisgezin, En wierp nog eens het Goud te venster in, Waar door de twede dogter wierd getrouwt, Zo grooten kragt had dit verborgen Goud.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(40)

13. De derde dogter heeft hij mee bedagt, En op een nagt het Geld in huis gebragt, Waar door hij haar Ligchaamen in de nood Bewaart heeft en haar zielen voor de dood.

14. ô Wijze en barmhertigen Prelaat, U is bekend ons slibberige staat, Waar door ons onbedagte jonge jeugd,

Haast word vervoert van haar onnooz'le deugd.

15. Verkryg ons van God een devoot gemoed, Dat altyd zuiver zyne wille doet,

Geef ons het Goud der liefde in ons schoot Dat wy ontgaan de straffe van Gods hoet.

Op de onbevlekte Ontfangenis van de H. Maget Maria. Den 8 December.

Stem: {Van 't vergulde Uurslag.

{'t Nagtegaaltje kleyne.

Hoe word vercierd een woning, Gebouwt voor een groot man, Van magt voortreffelyk;

Ia 't is voor een Koning, Men spaart geen kost daar an, (Men heeft daar van veel blyk) Met kamers kostelyk

Voorzien met ligten En alderley huis raat, Om het gezigt te streylen Van een van groote Staat

2. Hoe zal de Heer der Heeren,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(41)

Dan cieren het verblijf, Voor zynen lieven Zoon!

Hy zal gewis vereeren Met deftigheede haar lyf, De ziel met deugden schoon:

Want God in zyn Throon, Van alle eeuwigheden, Deeze Perzoon voorzag, Dus heeft men groote reden.

Te vieren deezen dag.

3. Op welken is ontfangen, Die schoone dageraat.

Maria Maagd altyd', Zy zal de Helsche slange, Vertreede door haar zaat, Oudvaders weest verblijd, Nu eindig uw gekrijt.

Uit haar zal zijn geboren.

Die u verlossen zal, Die de hel zal verstoren, U vryden van den val.

4. Door Maagden ende Vrouwen.

Zo de Schriftuur vermeld, In 't Oude Testament, Is deeze Maagd getrouwe, Met haar deugden voorspeld.

Als welk klaar staat geprent, Maar gij, ô Godes tent, Word boven al geprezen, Want z'hadden elk een deel, Maar alzo wy leezen, Bezit het in 't geheel.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(42)

5. ô Hof, altijd gesloten, Bezegelde fontein!

ô Beeste vol wellust, ô Vrugtbaar Iesses looten!

Bid voor ons Maget rein, Op dat wy eens de rust, En eeuwige wellust, Krijgen in 's Hemels zaalen, Die hier nooit oog en zag, Of Mensch kan achterhalen, ô Heer, schenk ons dien dag.

Niet ledig.

Op den III. Zondag in den Advent. Iob 1.

Stem: Wel dus bedroeft Ionkvrouw.

Beryd des Heeren weg, Dit zijn Iohannes woorden, De Ioden dit gezeg, Veel van Iohannes hoorden, Maar zij kenden Iohannes niet, Daarom zenden door haar gebied, Den Priester en Leviet.

2. Die vraagde wie zijt gy, Nu geeft ons goede reeden, Op dat gelooven wij, Hij heeft hun voort beleden, Daar voor gij lieden my aanziet, Die Christus ben ik waarlijk niet, Te veel eer my geschied.

3. Zy vragen waarom dan, Wat voor een man dat hy was, Wat zyt gij voor een man?

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(43)

Of zyt gij dan Elias?

Maar gy sprak neen tot haar gereed, Wel vriend zijt gy dan de Propheet;

Nu geeft ons regt bescheijt.

4. Iohannes antwoord neen:

Maar zy hem weder vragen, Wat zijt gy dan voor een?

Op dat wij 't overdragen, Aan die geen die ons aan u zend, Wat voor een man gy tog bent;

En ook u zelven kend?

5. Ik ben sprak Iohannes nu, Een stem inde Woestyne;

Die roepen komt tot u, Maakt door arbeid en pyne, Door boete en goed overleg, Na Iesaias Propheets gezeg, Wel regt des Heeren weg.

6. Sy spraken tot Iohan, Wel zijt gy geen van allen, Zee: Waarom Doopt gy dan!

Hoe kan ons dit gevallen?

Ik doop de Lien in 't water, maar, Sprak Iohannes, dat is zeker waar Straks stond een ander daar.

7. Hy heeft by u gestaan, Die komen zal in het ende;

En is voor my gegaan, Die gy lien niet en kende,

Ik kan hem, en dit is myn vermoen, Dat ik de riemen van zyn schoen,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(44)

Niet waardig ben t' ondoen.

8. Dees dingen zijn gedaan, In Bethani gelegen,

Iuist over de Iordaan, Daar veel hebben gekregen, Den Doop van de heil'gen Iohan, En 't Geloof ook genomen an, Door deezen heil'gen Man.

Op den IV. Zondag in den Advent Luc. 2.

Stem: {Conditor alme siderum.

{ô Schepper aller Sterren klaar.

{ô Alderbeste Ian Baptist.

Sinte Lucas beschrijft ons klaar, Hoe dat in het vijftien jaar, Des Keijzers rijks Tiberius, Heerste Pontius Pilatus,

2. Zijn heerschappij was in Iudeen Herodes Heerst' in Galileen;

En Philippus zijn broer' (ik meen) Regeerden 't Landschap Iudeen.

3. Lisanias, ook een Viervorst, Heerste met een opgeblase borst, En hij was ook op deezen termijn, Regerende in Abisijn.

4. Onder Annas en Caiphas, Welk waren Priesters van Iudas:

Kwm 's Heeren woord aldaar ten loon, Aan Ioannes Zacharias zoon

5. Ioannes kwam aan de Iordaan, Doopsel aan boet was zijn vermaan,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(45)

Dit was dat hy het volk verkond' Tot vergiffenisse den zond'.

6. Gelijk daar ook geschreven was, In 't boek der woorden Iesaias, Een stemme roept in de woestijn, Maak 's Heeren weg regt als een lyn.

7. Valeijen vuld, de bergen slegt, U kromme weg wild maken regt, Doet boet' en wilt de zonden vlien, Zo zal ons oog' de zaligheid zien.

8. ô Iesu Heer der Heeren ach!

ô Regter van dien grooten dag!

Scheld ons Heer ons misdaden kwyd, Van 't eeuwig kwaad ons tog bevryd.

9. Geeft Heer dat elk genade vind, Gij die ons word een kleyn kind, Nogtans een Heer der waereld wyd, Wild ons schenken een bly Kerstijd.

Op 8. Thomas dag den 21 Decemb. Ioh. 20.

Stem: {Te Emmerik in de vergulde gans.

{Te Ryssel in 't vergulde rad.

Thomas geboren in Galileën, Didimus of Tweeling geheeten, Hoe kwam 't dat u geloof verdween?

Was Christus woord u al vergeeten?

Dat hij de derden dag zou opstaan, En dan in Galileën u voorgaan.

2. Gij waard gescheiden van u meemaats, Als Iesus is by hun gekomen,

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

(46)

Waart gy niet bij hun in die plaats,

Zij 't u verhaalden; maar zonder schromen, Zeyd' gy, ik zal 't geloven niet,

Ten zy ik in de gaten der nagelen ziet.

3. Dat ik mynen vinger mag steeken daar in, Anders zal ik met mij verblijden,

En verder (hoort toe na den zin,) Mijn hand mag steeken in zyn zijde, Zo zal ik het geloven niet,

Ik neem 't niet aan op u bedied' 4. Als agt dagen waren verleen, d'Apostels vergadert waren,

En Thomas met hun, doen verscheen Hun Iesus, na Ioannes verklaren, Met gesloten beurzen kwam Iesu in, De vrede te wenschen was zijn begin.

5. Daar na heeft hij tot Thomas gezeijd Breng uw' hand voort nu tot een teeken, In ongeloof niet lang en beijd:

En wildtze in myn zyde steeken:

Dit ontroerde Thomas zo zeer,

Hij beleed voort Iesus zijnen God en Heer.

6 De Heer gaat Thomas doen bedien, Om dat gij ziet, gaat gij geloven, Welzalig zijn zij die 't niet en zien, Zeg 'k u, Thomas, daar en boven, Om dat zij 't horen, geloven daar door, Want het geloof komt door 't gehoor.

7. Thomas na deezen niet bezweek In 't geloof, zo 't is gebleeken.

Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik denk dat de ariaan, als de Zaligmaker hem net zo zou verhoren als Hij mij verhoorde, toen Hij mij van het gebed deed opstaan met een glans op mijn gezicht en een ziel

Het hart van de mens is fundamenteel goed (het heeft een goddelijk centrum), versus het hart van de mens is boos. EEN ONTKENNING VAN DE ZONDENATUUR. De mens kan God vinden door

Dit zijn wezenlijk verschillende wegen die maar naar één kant blijken te leiden: een eindtijdse kerk, met nieuwe apostelen en profeten, die de aarde zal onderwerpen voor

Die Nagt als Phebus Gulde Stralen Gedoken was in den Oceaan, Kwam zy mijn in de Zinnen malen, Daar ik lag op het Dons der Zwaan, Morfis die komt mijn gestadig ontrusten, En steld

Want Jesus ziet needer op zuchtende herten, Verzagt door zyn Oly hun bittere smerten, Dat weet ik nu alles, dies wil ik niet laaten Van Jesus, myn liefde, ik moet hem omvaten1. Op

Hier daalt Gods eigen zoon, Van zijn' verheven troon;?. Om als een' Offeraar te staan, En zelf als offer op

Schep-per ende Voeder. Soo dat het te rechtfijnen naem in het Latijn Jllauda, vanLooft, gekregen heeft: als willende, doorfijn geduerigh om hoogh klimmen, endefingen, met den

Zie, heel mijn hart staat voor U open en wil, o Heer, uw tempel zijn.. O Gij, wie aard en hemel zingen, verkwik mij met uw