• No results found

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING GVO / 2010 / 2 / 31 maart 2010

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING GVO / 2010 / 2 / 31 maart 2010"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS

BESLISSING

GVO / 2010 / 2 / 31 maart 2010

Inzake … , wonende te … ,

bijgestaan door meester … , advocaat verzoekende partij,

tegen … , met maatschappelijke zetel te … ,

vertegenwoordigd door ..., afgevaardigd bestuurder en bijgestaan door meester … , advocaat

verwerende partij.

Met een ter post aangetekende brief van 25 januari 2010 tekent verzoeker beroep aan tegen de beslissing van het … , hem betekend bij aangetekende brief van 23 december 2009, waarbij hem de tuchtstraf van het ontslag wordt opgelegd.

1. Over de gegevens van de zaak Verzoeker is vastbenoemd leraar mechanica.

Met een schrijven van 22 juni 2009 deelt het schoolbestuur mee dat er een tuchtonderzoek wordt ingesteld. De aanleiding van dit onderzoek is:

- het gebruik van fysiek geweld ten aanzien van een leerling op 18 mei 2009;

- het niet verlenen van hulp aan een leerling die het slachtoffer is van geweld tijdens de les op 8 juni 2009.

Verzoeker wordt preventief geschorst, eerst tot 31 oktober 2009, daarna tot het definitieve einde van de tuchtprocedure.

Met een aangetekend schrijven van 16 november 2009 wordt betrokkene uitgenodigd voor een tuchtverhoor.

(2)

2 De tuchtmacht beslist op 9 december 2009 om verzoeker de tuchtsanctie van het ontslag op te leggen.

De beslissing wordt hem meegedeeld bij aangetekend schrijven van 23 december 2009.

Tegen deze beslissing tekent verzoekende partij beroep aan met een aangetekend schrijven van 25 januari 2010.

2. Over het verloop van de procedure

Verzoekende partij dient geen toelichtende memorie in.

Verwerende partij maakt de stukken van het dossier over aan de kamer van beroep met een schrijven van 24 februari 2010. Zij dient geen verweerschrift in maar stuurt alsnog op 26 maart 2010 aan de kamer een nota waarin zij aankondigt welk standpunt zij ter zitting zal innemen.

Er worden geen getuigen opgeroepen.

De kamer hoort de partijen op de zitting van 31 maart 2010.

3. Over de ontvankelijkheid van het beroep

Verwerende partij voert aan dat het beroep buiten de termijn is ingediend en daarom onontvankelijk moet worden verklaard. De beslissing werd betekend bij aangetekende brief van 23 december 2009. De post heeft bericht gelaten op 24 december 2009 en noteerde dat de zending niet werd afgehaald. Verwerende partij stuurde ‘ten overvloede’

kopie van de zending van 23 december 2009 met een tweede aangetekende brief op 15 januari 2010. Daarin stelt zij dat het niet afhalen van de eerste zending geen afbreuk doet aan de rechtsgeldigheid daarvan. Verzoekende partij stelt beroep in met een aangetekende brief van 27 januari 2010. Op dat ogenblik is de vervaltermijn van 20 kalenderdagen zoals bepaald in art. 72, 1° van het decreet rechtspositie van 27 maart 1991 al ruim overschreden. Verwerende partij wijst op de rechtspraak die stelt dat niet afhalen van een aangetekende zending voor rekening van de geadresseerde komt.

Verzoekende partij heeft als enig verweer dat zij niets ontvangen heeft.

De kamer van beroep stelt vast dat verwerende partij geen uitzonderlijke omstandigheden inroept die aanvaarbaar zouden maken dat het niet afhalen van de aangetekende zending van 23 december 2009 haar niet moet worden aangerekend. Verder blijkt uit het dossier dat de verzoekende partij in het hele verloop van de procedure op geen enkele uitnodiging om verhoord te worden heeft gereageerd. De kamer besluit dat vaststaat dat het beroep buiten de wettelijke termijn is ingediend. Het is niet ontvankelijk.

(3)

3 BESLISSING

Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch- sociale centra, zoals het werd gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 22 mei 1991 omtrent de preventieve schorsing en de tucht, alsmede omtrent het ontslag van sommige tijdelijke personeelsleden in het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerd psycho-medisch- sociale centra, zoals het werd gewijzigd;

Gelet op het huishoudelijk reglement van de Kamer van Beroep van het gesubsidieerd vrij onderwijs van 20 oktober 1999;

Na beraadslaging, Met unanimiteit Enig artikel

Het beroep is niet ontvankelijk.

Brussel, 31 maart 2010.

De Kamer van beroep is samengesteld uit:

De heer Raf VERSTEGEN, voorzitter;

Mevrouw B. PLETINCK en de heer P. WILLE, vertegenwoordigers van de representatieve groeperingen van de inrichtende machten;

Mevrouw H. LAVRYSEN en de heren M. BORREMANS, P. GREGORIUS, L.

SMEETS, P. VERCRUYSSE en J. Van Caeneghem, vertegenwoordigers van de vakorganisaties;

Mevrouw Karen DE BLEECKERE, secretaris.

Na loting om de pariteit onder de geledingen te herstellen nemen M. Borremans, P.

Gregorius, L. Smeets en J. Van Caeneghem niet deel aan de stemming.

Opgemaakt in drie originele exemplaren, waarvan één voor elke partij en een voor het dossier van de kamer.

(4)

4

De secretaris, De voorzitter,

Karen DE BLEECKERE Raf VERSTEGEN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met een ter post aangetekende brief van 9 september 2010 tekent verzoekende partij beroep aan tegen de beslissing van de Inrichtende macht VZW … van 27 augustus 2010 waarbij

Overigens mag uit het feit dat verwerende partij eerdere feiten niet met een tuchtstraf sanctioneerde, worden afgeleid dat de keuze voor het ontslag als tuchtmaatregel gemaakt in

Met een ter post aangetekende brief van 11 mei 2010 tekent verzoekende partij beroep aan tegen de beslissing van de Inrichtende macht VZW … van 27 april 2010, hem ter

Zij verwijst daarvoor onder meer naar de § 1, 2° van het zelfde artikel waarin bepaald wordt dat leden van het beleids- en ondersteunend personeel kunnen worden ingezet ‘voor en

Verzoekende partij stelt dat de door de verzoeker in de loop van het gerechtelijk onderzoek afgelegde bekentenissen van het begaan van drie moorden zoals die bekentenissen in

De Kamer van beroep is van oordeel dat de verwerende partij in eerste instantie na het lezen van de tekst nog had kunnen van oordeel zijn dat zij gerechtigd was om verzoekster

Met een aangetekend schrijven van 8 juni 2009 deelt het schoolbestuur aan verzoeker mee dat er een tuchtonderzoek wordt ingesteld. Met een aangetekend schrijven van 23 november

Met een ter post aangetekende brief van 18 maart 2010 tekent verzoeker beroep aan tegen de beslissing van de vzw … , hem betekend bij aangetekende brief van 1 maart 2010,