• No results found

Expertadvies-WDO-Datamodel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Expertadvies-WDO-Datamodel"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Forum Standaardisatie

Expertadvies WDO Datamodel versie 3.3

Datum 31 juli 2013

(2)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

Colofon

Projectnaam Expertadvies WDO Datamodel Versienummer 1.0

Locatie

Organisatie Forum Standaardisatie Postbus 96810

2509 JE Den Haag

forumstandaardisatie@logius.nl

Auteurs Prof. Dr. Y.H. Tan (TU/Delft) Ir. L.M. Punter

(3)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

Inhoud

Colofon ... 2

Inhoud ... 3

Managementsamenvatting ... 4

1 Doelstelling expertadvies ... 8

1.1 Achtergrond ... 8

1.2 Proces ... 8

1.3 Vervolg... 9

1.4 Samenstelling expertgroep ... 9

1.5 Toelichting WDO Datamodel ... 10

1.6 Relatie met andere standaarden ... 14

1.7 Leeswijzer ... 14

2 Toepassings– en werkingsgebied ... 15

2.1 Functioneel toepassingsgebied ... 15

2.2 Organisatorisch werkingsgebied ... 16

3 Toetsing van standaard aan criteria ... 17

3.1 Toegevoegde waarde ... 17

3.2 Open standaardisatieproces ... 21

3.3 Draagvlak... 26

3.4 Opname bevordert adoptie ... 30

3.5 Adoptieactiviteiten... 31

4 Advies aan Forum en College ... 33

4.1 Samenvatting van de toetsingscriteria... 33

4.2 Advies aan Forum en College... 35

4.3 Aanbevelingen ten aanzien van de adoptie van de standaard ... 35

5 Referenties ... 36

(4)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

Managementsamenvatting

Dit expertadvies is een vervolg op een eerder adviesrapport uit 2008 van het Forum Standaardisatie ten aanzien van het WDO Datamodel. Nu diverse aanbevelingen uit dat rapport zijn ingevuld, wordt voorgesteld het WDO Datamodel op te nemen op de lijst voor ‘pas toe of leg uit’.

Wat is de conclusie van de expertgroep?

De expertgroep adviseert het WDO Datamodel, versie 3.3, op te nemen op de lijst voor ‘pas toe of leg uit’ voor: “Gegevensuitwisseling tussen het bedrijfsleven en de bij grensoverschrijding betrokken overheden om de formaliteiten te vervullen voor de opslag, aankomst, import, doorvoer, export, vertrek en vrijgave van goederen, vervoermiddelen en personen.”

De expertgroep wijst op de samenhang met de keuzes voor de inrichting van ‘single windows’ – digitale postbussen voor communicatie tussen het bedrijfsleven en de overheid, waarbij bedrijven éénmalig gegevens aanleveren en de single window-toepassing (b.v. Digipoort, Maritiem Single Window, Single Window Handel & Transport) dit verspreidt onder de betrokken overheidsorganisaties.

De introductie van ‘single windows’ leidt tot veranderingen in de bestaande keten van gegevensuitwisseling. Niet alleen leidt dit tot technische aanpassingen in interfaces, maar ook tot wijzigingen van de architectuur. Dit heeft potentieel grote gevolgen voor bijvoorbeeld de functionaliteit van een port community systeem en de daaraan gekoppeld systemen. Hoewel ‘single windows’ primair betrekking hebben op de communicatie-infrastructuur, en het WDO Datamodel op de semantiek van gegevensuitwisseling zijn deze discussies in de praktijk vaak gekoppeld.

Als voorbeeld: zo leidt de introductie van het Maritiem Single Window mogelijk tot een verandering van de rol van het port community systeem.

In de context van de lijst voor ‘pas toe of leg uit’ speelt deze koppeling echter niet. Immers: de verplichting geldt pas nadat tot

vernieuwing/verandering (bijvoorbeeld ingegeven door de introductie van een ‘single window’) is besloten. De verplichting via ‘pas toe of leg uit’

volgt het besluit tot introductie van een ‘single window’ en niet andersom.

Waar gaat het inhoudelijk over?

Het WDO Datamodel bevat zogenaamde ‘informatiepakketten’ voor gegevensuitwisseling. Een informatiepakket beschrijft de semantiek van de uitgewisselde informatie: gegevens- en procesmodellen en hiervan afgeleide berichtspecificaties (Message Implementation Guidelines).

Informatiepakketten kunnen aan elkaar gerelateerd worden, waardoor samenhang ontstaat. Het WDO Datamodel integreert op deze manier de semantiek voor verschillende toepassingsdomeinen. Hierbij gaat het niet alleen om de Douane, maar ook om tal van andere overheidsinstellingen die betrokken zijn bij grensoverschrijdend verkeer (Voedsel en Waren Autoriteit, Havenautoriteiten etc.).

(5)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

Het bedrijfsleven krijgt naar verwachting enkel te maken met deze

berichtspecificaties. Doordat overheden het WDO Datamodel toepassen bij het opstellen van deze berichtspecificaties zijn deze meer samenhangend.

Hoe is het proces verlopen?

In 2008 is een adviesrapport opgesteld door het Forum Standaardisatie rondom het WDO Datamodel. In dit rapport is in meer detail ingegaan op het potentieel en zijn kritische kanttekeningen geplaatst bij de

randvoorwaarden voor adoptie. Deze betroffen o.a. het verbeteren van het beheer in Nederland. Door de instelling van het Nationaal Platform Datamodel en structurele borging hiervan binnen Logius is hieraan inmiddels voldaan. Conform het toenmalige advies is de standaard daarom nu aangemeld voor ‘pas toe of leg uit’.

Door een brede expertgroep is in een bijeenkomst op 5 juni 2013 de standaard getoetst aan de criteria. Hierbij is bovendien nadrukkelijk gekeken naar de bredere impact, die o.a. voortkomt uit de introductie van

‘single windows’. Naast de experts is met enkele direct belanghebbenden gesproken, die niet aanwezig konden zijn bij de sessie. Dit betrof o.a. een vertegenwoordiger van het Havenbedrijf Rotterdam en de Alliantie Douane Software. Hun mening is daar waar mogelijk en waar relevant

meegenomen in het advies.

De resultaten van de toetsing zijn verwoord in dit expertadvies.

Hoe scoort de standaard op de toetsingscriteria?

Toegevoegde waarde

Het WDO Datamodel draagt bij aan betere afstemming van berichtspecificaties voor gegevensuitwisseling met de overheid (B2G/G2B/G2G). Dit biedt voordelen op langere termijn.

Op korte termijn moeten systemen aangepast worden aan deze nieuwe berichtspecificaties, wat kosten met zich meebrengt voor het

bedrijfsleven. Deze aanpassingen hangen echter veelal samen met de introductie van ‘single windows’.

Open standaardisatieproces

Het internationale beheer van de standaard is primair vormgegeven vanuit het perspectief van de Wereld Douane Organisatie als internationale koepel van douane-organisaties. Hoewel ook derden (bedrijfsleven of andere overheden) toehoorder kunnen zijn en inbreng kunnen leveren, is er geen formele beslissingsmacht voor niet-douane-organisaties. Ook zijn er beperkingen in het inzien en het gebruik van het WDO Datamodel:

Voor het downloaden van de specificatie (via de website van de WDO) is voor niet-overheden een vergoeding verschuldigd van 980 euro. Nederlandse overheidsinstellingen (naast de douane) kunnen via Logius een gratis toegangscode krijgen.

Bij een toepassing die beschouwd kan worden als ‘herpublicatie’ is een aanvullende overeenkomst nodig met de WDO. Voor afgeleid werk (b.v. een berichtenspecificatie op basis van het WDO Datamodel of een implementatie van het model in een systeem) geldt dit niet.

(6)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

De expertgroep is van mening dat deze twee zaken zijn ondervangen:

Ten aanzien van het open beheer: binnen Nederland is er het Nationaal Platform Datamodel, waarin ook derden (andere

overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen) kunnen participeren.

Er ligt een afspraak dat wijzigingsverzoeken die daar gedaan worden door de Nederlandse douane ingebracht worden in internationaal verband.

Ten aanzien van de kosten:

o Overheidsinstellingen (ook niet-douane) kunnen, als aangegeven, de standaard kosteloos verkrijgen via Logius.

o Derden (bedrijfsleven) zijn wel de 980 euro kosten verschuldigd, indien men het achterliggende model wil inzien. Praktisch gesproken zal men meestal kunnen volstaan met het inzien van de berichtspecificaties van de diverse overheidsinstellingen. Het inzien van het complete model is daarvoor niet noodzakelijk; dit geldt naar

verwachting voor 95% van het bedrijfsleven. In die resterende gevallen waarbij het praktisch handig is om ook het model in te zien (b.v. als aanbieder van een port community systeem of als grote softwareleverancier), dan wordt de 980 euro als overkomelijk ervaren.

Op grond hiervan concludeert de expertgroep dat het standaardisatieproces voldoende open is.

Draagvlak

Er is voldoende draagvlak voor het WDO Datamodel; bij vrijwel alle geplande ontwikkelingen geldt het WDO Datamodel als uitgangspunt.

WDO en de implementatie van ‘Single Windows’

Wel moet geconstateerd worden dat discussies over het WDO Datamodel vaak doorkruist worden door discussies over de architectuur van ‘single windows’. Bij het Maritiem Single Window is dit een actuele en acute discussie. De expertgroep vindt dat, hoe valide de discussie ook kan zijn, dit echter los gezien moet worden van het WDO Datamodel als zodanig.

De keuze voor het WDO Datamodel volgt de besluitvorming rondom

‘single windows’ (en andere vernieuwingen/aanpassingen aan overheidszijde) en niet andersom.

WDO en het bedrijfsleven in de Topsector Logistiek

Vanuit het NLIP (Neutraal Logistiek Informatieplatfom), de publiek-private samenwerking rondom gegevensuitwisseling in de topsector logistiek is er – binnen randvoorwaarden – steun voor de keuze voor het WDO

Datamodel. Deze randvoorwaarden zijn dat:

De keuze voor het model primair geldt voor het overheidsdomein.

Het bedrijfsleven moet vrij zijn om datamodellen en

ontwikkelaanpakken te kiezen voor haar eigen toepassingen.

Het model is afgestemd op vigerende wet- en regelgeving én op internationale ontwikkelingen (geen specifiek Nederlands initiatief).

Voor de meerderheid (‘95%’) van het bedrijfsleven uit een verplichting van het WDO Datamodel enkel een verplichting volgt om de op basis van het model ontwikkelde berichtspecificaties te gebruiken.

(7)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

Met het voorliggende advies om het WDO Datamodel voor de overheid verplicht te stellen wordt naar mening van de expertgroep voldaan aan deze randvoorwaarden:

Het WDO Datamodel (met de daarin opgenomen set aan

‘informatiepakketten’) wordt verplicht gesteld voor

overheidstoepassingen – deze verplichting strekt zich niet uit naar toepassingen van het bedrijfsleven.

Het WDO Datamodel is een internationaal model en in lijn met andere relevante internationale ontwikkelingen en standaarden.

Via het NPDM wordt dit afgestemd in Nederlands verband.

De overgrote meerderheid (‘95%’) van het bedrijfsleven krijgt inderdaad enkel te maken met op het WDO Datamodel gebaseerde berichtspecificaties (voor wettelijk verplichte

aangiftes/informatieverstrekkingen aan de overheid). Zij hoeven enkel te voldoen aan deze berichtspecificaties en hoeven daarvoor niet noodzakelijkerwijs ook de rest van het WDO Datamodel in te zien of te gebruiken. Voor de overige 5% is het model eveneens niet verplicht, maar mogelijk wel handig om toe te passen.

Opname bevordert de adoptie

Opname op ‘pas toe of leg uit’ draagt naar verwachting bij aan de adoptie van de standaard.

Welke additionele adviezen zijn er ten aanzien van de adoptie van de standaard?

Het Forum Standaardisatie wordt geadviseerd het Nationaal Platform Datamodel op te roepen om binnen een jaar na opname te komen tot een publieke handreiking over de werking van het WDO Datamodel. Gebleken is dat, hoewel veel partijen de uiteindelijke berichtspecificaties kunnen interpreteren en gebruiken, dit niet geldt voor de achterliggende

onderdelen (‘informatiepakketten’) van het WDO Datamodel zelf. Hier ligt vooral een uitdaging voor overheidspartijen die zelf aan de slag gaan met de ontwikkeling van nieuwe berichtspecificaties op basis van het WDO Datamodel en het bedrijfsleven dat daar – via het NPDM – bij betrokken wordt.

Aanvullend wordt geadviseerd om in Europees verband te komen tot betere afstemming van standaarden voor grensoverschrijdend verkeer.

Naast een oproep hiertoe aan de direct betrokken ministeries

(Economische Zaken, Financiën en Infrastructuur en Milieu) om dit mee te nemen in het overleg met de gerelateerde DG’s, adviseert de expertgroep het Forum Standaardisatie dit onderwerp aan de orde te stellen in het Europese Multi-Stakeholder Platform voor standaardisatie.

(8)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

1 Doelstelling expertadvies

1.1 Achtergrond

In 2007 is door het kabinet besloten tot een actieplan Nederland Open in Verbinding [1]. Het doel van dit actieplan is om de informatievoorziening toegankelijker te maken, onafhankelijkheid van ICT-leveranciers te creëren en de weg vrij te maken voor innovatie.

Eén van de maatregelen van het actieplan is het gebruik van een lijst met standaarden, die vallen onder het principe "pas toe of leg uit" (comply-or- explain) [2]. Het College Standaardisatie, dat in 2006 door het kabinet is ingesteld, spreekt zich uit over de standaarden die op de lijst zullen worden opgenomen, o.a. op basis van een expertbeoordeling van de standaard [3]. Het College Standaardisatie wordt geadviseerd door het Forum Standaardisatie. Bureau Forum Standaardisatie ondersteunt beide instellingen.

Een elftal experts is verzameld in een expertgroep, die de standaard heeft beoordeeld aan de hand van een aantal criteria. Deze criteria – vooraf vastgesteld door het College Standaardisatie [4] en uitgewerkt in de vorm van concrete vragen - worden in het hier voorliggende expertadvies genoemd en behandeld.

Onderwerp van dit expertadvies is het WDO Datamodel. Deze standaard is aangemeld door de Nederlandse douane voor opname op de lijst met open standaarden voor ‘pas toe of leg uit’. De opdracht aan de expertgroep was om een advies op te stellen over het wel of niet opnemen van deze standaard op de lijst, al dan niet onder bepaalde voorwaarden.

1.2 Proces

Voor het opstellen van dit advies is de volgende procedure doorlopen:

- In 2008 is in opdracht van het Forum Standaardisatie een onderzoek uitgevoerd naar het WDO Datamodel, als generieke standaard voor gegevensuitwisseling rondom grensoverschrijdend personen- en goederenverkeer. Het onderzoeksrapport [5] bevatte een aantal adviezen, welke zijn overgenomen door het Forum Standaardisatie. In de periode hierna zijn de adviezen opgevolgd door de diverse

betrokken partijen. Eén van de adviezen betrof het aanmelden van het WDO Datamodel als standaard voor de lijst voor ‘pas toe of leg uit’.

- Dit heeft in 2012 geleid tot aanmelding van versie 3 van het WDO Datamodel door de Nederlandse douane. Hierin is de standaard getoetst op uitsluitingscriteria (‘criteria voor in behandelname’) en is een eerste inschatting gemaakt van de kansrijkheid voor opname. Ook is gekeken naar gerelateerde ontwikkelingen, zoals het Single Window Handel & Transport, en de keuzes die daarin zijn gemaakt m.b.t. het WDO Datamodel.

- Op basis van de intake is besloten tot het instellen van een expertgroep. Op basis van dit besluit is door het Bureau Forum

Standaardisatie een groep samengesteld en een voorzitter aangezocht - De opdracht aan de expertgroep was om te onderzoek of, en zo ja,

onder welke voorwaarden het WDO Datamodel opgenomen zou

(9)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

kunnen worden op de lijst voor ‘pas toe of leg uit’. Het Forum Standaardisatie heeft de expertgroep bovendien de mogelijkheid gegeven om, mocht de conclusie zijn dat opname niet haalbaar is, nadere aanbevelingen te doen.

- Vervolgens is de expertgroep op woensdag 5 juni 2013 bijeengekomen om de bevindingen in het algemeen en de

geïdentificeerde knelpunten in het bijzonder te bespreken. Tijdens deze bijeenkomst zijn ook het toepassings- en werkingsgebied vastgesteld.

De uitkomsten van de expertgroep zijn door de voorzitter en begeleider verwerkt in dit advies rapport. Een eerste conceptversie is aan de leden van de expertgroep gestuurd met verzoek om reactie. Na verwerking van de reacties is het rapport afgerond, nogmaals toegestuurd aan de experts en ingediend voor de publieke consultatieronde.

1.3 Vervolg

Dit expertadvies zal ten behoeve van een publieke consultatie openbaar worden gemaakt door het Bureau Forum Standaardisatie. Eenieder kan gedurende de consultatieperiode op dit expertadvies zijn/haar reactie geven. Het Bureau Forum Standaardisatie legt vervolgens de reacties voor aan de voorzitter en indien nodig aan de expertgroep.

Het Forum Standaardisatie zal op basis van het expertadvies en relevante inzichten uit de openbare consultatie een advies aan het College

Standaardisatie opstellen. Het College Standaardisatie bepaalt uiteindelijk op basis van het advies van het Forum of de standaard op de 'pas toe of leg uit'-lijst komt.

1.4 Samenstelling expertgroep

Voor de expertgroep zijn personen uitgenodigd die vanuit hun persoonlijke expertise of werkzaamheden bij een bepaalde organisatie direct of indirect betrokken zijn bij de standaard. Het Forum streeft naar een zo

representatief mogelijke expertgroep, met een evenwichtige mix van eindgebruikers, IT-leveranciers, wetenschappers, adviseurs, en

vertegenwoordigers van de standaardisatieorganisatie. Zowel technische experts als experts die inzicht hebben in de functionele impact zijn uitgenodigd. Daarnaast is een onafhankelijke voorzitter aangesteld om de expertgroep te leiden en als verantwoordelijke op te treden voor het uiteindelijke expertadvies.

Als voorzitter is opgetreden prof. dr. Yao-Hua Tan. Hij is hoogleraar Informatie en Communicatie Technologie bij de TU Delft aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Zijn onderzoeksveld richt zich o.a. op de rol van ICT in de internationale handel en regelgeving, met onder meer douane, belastingen en e-government als hoofdonderwerpen. Hij is vice- voorzitter voor innovatie bij de Committee on Trade van de United Nations Economic Commission for Europe, als expert lid van de

evaluatiecommissie van de Europese Commissie voor de douane-unie en lid van de klankbordgroep van het Neutraal Logistiek Informatie Platform, onderdeel van de Nederlandse Topsector Logistiek.

(10)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

Aan de expertgroepbijeenkomst hebben deelgenomen:

Ronald van den Heuvel, projectmanager voor het Maritiem Single Window bij Rijkswaterstaat.

Sybrand Bootsma, inhoudelijk expert vanuit de Nederlandse douane.

Lup van de Bunt, informatiemanager bij de Nederlandse douane, indiener.

Cor Franke, voorzitter van het Nationaal Platform Data Management

Lex de Lijster, vertegenwoordiger van het Nederlandse bedrijfsleven bij de International Maritime Organization, Peter Oudenes, betrokken bij de ontwikkeling van het Binnenvaart Single Window (BICS2).

Jacques de Wit, vanuit Logius betrokken bij ontwikkelingen rondom transport & logistiek.

Michiel Haarman, projectleider van de werkgroep standaarden van het NLIP, waarin o.a. de Port Community Systemen en het bedrijfsleven vertegenwoordigd zijn.

Benno Slot, betrokken bij het CLIENT e-certsysteem vanuit de Nederlandse Voedsel & Waren Autoriteit (NVWA).

Harrij Schmeitz, coördinator van Frug-I-Com (platform voor gegevensuitwisseling in de groente- en fruitsector) en betrokken bij Tuinbouw Digitaal, o.a. op het gebied van internationale standaardisatie.

Daarnaast hebben een aantal mensen, die niet aanwezig konden zijn bij de sessie, afzonderlijk input aangeleverd die waar mogelijk betrokken is bij het opstellen van het advies:

Jan Akkermans, vertegenwoordiger van de Alliantie Douane Software.

Hans Rook, consultant bij Portbase en voorzitter van de

Standardization, Harmonisation & Technologies commissie van de European Port Community Systems Association.

Procesbegeleider was Matthijs Punter, namens het Bureau Forum Standaardisatie was bovendien Marijke Salters aanwezig als toehoorder.

1.5 Toelichting WDO Datamodel Achtergrond

Het WDO1 Datamodel is in 1997 opgezet vanuit de G7 naar aanleiding van de wens van het bedrijfsleven om gegevensaanlevering van het

bedrijfsleven naar de overheid op het gebied van grensoverschrijdend personen- en goederenverkeer meer te simplificeren en te harmoniseren.

Aangevers worden op dit moment geconfronteerd met het feit dat men dezelfde gegevens vaak meerdere keren moet aanleveren, op

verschillende manieren, aan verschillende overheidsinstanties en in verschillende landen.

1 Wereld Douane Organisatie; ook wel World Customs Organizations

(11)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

Bovendien verschilt vaak ook de opbouw van gegevens:

Verschillende syntax (veldlengtes, berichtstructuren, berichtstandaarden)

Verschillende semantiek (definities, codes/codelijsten)

Door de ontwikkeling van ‘single windows’ wordt gestreefd naar eenmalig aanleveren van gegevens en meervoudig gebruik (binnen een land of domein). Dit biedt al een belangrijke vereenvoudiging: er ontstaat één

‘digitale postbus’ voor het aanleveren van gegevens. In Nederland komen deze ontwikkelingen samen in het Single Window Handel & Transport.

Naast vereenvoudiging van het aanleverkanaal, is het echter ook wenselijk de uitgewisselde gegevens zelf beter te standaardiseren. Hier kan het WDO Datamodel een rol spelen om de semantische

interoperabiliteit te verbeteren.

Ontwikkeling

Sinds de start in 1997 zijn er drie versies van het WDO Datamodel verschenen:

Versie 1.0 was primair gericht op berichten voor douaneprocessen (1.0)

Versie 2.0 kende een uitbreiding richting UN/Trade Data Elements, business processen en UML-informatiemodellen (2.0)

In versie 3.0 is de stap gemaakt naar een generiek datamodel (3.0), toepasbaar voor ‘single windows’. Sinds deze versie is het geen specifiek douane-model meer. Het model is bovendien in lijn is gebracht met de UN/CEFACT Core Component bibliotheek.

Inmiddels is de standaard aangekomen bij versie 3.3.

Opzet

De term WDO Datamodel doet vermoeden alsof het gaat om slechts een gegevensmodel. Dit is echter niet juist.

Het WDO Datamodel is opgebouwd uit:

Gestandaardiseerde componenten: codelijsten, attributen en identifiers die hergebruikt kunnen worden. Waar mogelijk wordt hier verwezen naar andere relevante standaarden, zoals de Core Component bibliotheek en de UN/Trade Data Elements Directory.

Informatiepakketten: gegevens- en procesmodellen en daarvan afgeleiden bevat XML-schema’s/Message Implementation Guidelines.

Informatiepakketten zijn gelaagd opgebouwd. Dit betekent dat het mogelijk is een specialisatie te maken op een hoger liggend

informatiepakket. Op het hoofdniveau (‘Basis informatiepakket’) definieert het WDO Datamodel Informatiepakketten voor:

Het uitvoeren van een declaratie bij de overheid (B2G) Het ontvangen van een antwoord (response; G2B)

Het uitwisselen van gegevens tussen overheden (InterGov; G2G) Het aanvragen en terugmelden van een autorisatie (Licenses,

Permits, Certificates or Other types of authorization).

Daarnaast is een mapping gedefinieerd naar een EDIFACT bericht, het GOVCBR (Government Cross Border Regulatory message) bericht.

(12)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

Vervolgens zijn er diverse onderliggende informatiepakketten gespecificeerd (‘Afgeleide informatiepakketten’):

Voor autorisaties: CITES ePermit (flora/fauna), Elektronisch Certificaat van Oorsprong, eCERT en ePHYTO voor elektronische certificaten en fytosanitaire controles.

Voor G2G verkeer: eTIR (I-berichten; berichten tussen douanekantoren), AEO (authorized economic operators).

Voor declaraties: SAD (voor import), IMO (FAL en SOLAS MSC 1170; voor scheepsbewegingen).

Op basis van deze rijke set Informatiepakketten kunnen meer specifieke informatiepakketten worden ontwikkeld voor specifieke toepassingen (‘Mijn informatiepakket’). Hierbij kan eventueel onderscheid worden gemaakt tussen regionale pakketten (b.v. het ‘Nederlandse pakket’) en toepassingsspecifieke pakketten (b.v. het ‘Maritiem Single Window’).

Figuur 1 Van generieke informatiepaketten naar specifieke informatiepakketten

Uiteindelijk wordt op het laagste niveau, binnen een ‘Mijn Informatiepakket’ een berichtenspecificatie opgesteld (‘Message Implementation Guideline’).

Hoe wordt het WDO Datamodel praktisch toegepast?

De informatiepakketten en de bijbehorende systematiek (zoals hiervoor beschreven) zijn vooral van belang voor overheidsorganisaties die een nieuwe toepassing willen ontwikkelen of een bestaande toepassing willen moderniseren.

In dat geval zal er een specifiek ‘Mijn Informatiepakket’ opgesteld moeten worden. Dit kan soms 1:1 een informatiepakket uit de standaard zijn, maar vaak zal een specifieke invulling gekozen moeten worden.

(13)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

Dit ‘Mijn Informatiepakket’ bevat vervolgens de basis voor:

De inrichting van systemen (b.v. als basis voor het gebruikte database-schema).

Een berichtenspecificatie (Message Implementation Guidelines;

MIG) voor berichtuitwisseling. Deze MIG’s kunnen vervolgens beschikbaar worden gesteld aan derden, voor de aanlevering van gegevens.

Figuur 2 Praktische toepassing

95% van het bedrijfsleven zal kunnen volstaan met het implementeren van de uiteindelijke berichtenspecificatie/Message Implementatie Guideline, zonder dat kennis/inzage nodig is in de achterliggende informatiepakketten en de door het WDO Datamodel geïmpliceerde ontwikkelmethodiek.

Slechts een kleine hoeveelheid bedrijven (resterende 5%) zal wellicht ook inzage willen in het achterliggende model. Hierbij zou het bijvoorbeeld kunnen gaan om aanbieders van bepaalde grote

softwarepakketten/integratiesystemen of port community systemen.

Beheer van de standaard

De WDO in Brussel is de beheerder van het WDO Datamodel. Zij beheert namens 178 landen (leden) het model. Alleen douaneorganisaties kunnen lid worden van de WDO. Zowel leden van de WDO als zgn. observers (geen leden) kunnen wijzigingsvoorstellen op de standaard indienen.

Binnen Nederland is er het Nationaal Platform Datamodel (NPDM). Dit is een overlegorgaan, facilitair ondergebracht bij Logius, waarin

overheidspartijen, marktpartijen en kennisinstellingen overleggen over beheer en toepassing van het datamodel binnen Nederland. Er is de afspraak gemaakt dat wijzigingsverzoeken vanuit dit platform worden ingebracht bij de WDO door de Nederlandse douane. Op deze manier, en via de status van observer, hebben ook niet-douane organisaties een rol bij het beheer van de standaard.

Versie van de standaard

Aangemeld is versie 3.3 van de standaard; dit is de meest recente versie, vastgesteld in oktober 2012.

(14)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

1.6 Relatie met andere standaarden

Er is geen directe relatie met andere standaarden op de lijst voor ‘pas toe of leg uit’ of de lijst met gangbare standaarden.

Indirect is er een koppeling met de volgende standaarden:

De Digikoppeling-standaard wordt ingezet voor Digipoort, de dienst van Logius voor aanlevering van gegevens aan de overheid.

Digipoort wordt weer gebruikt voor de implementatie van het Nederlandse Single Window Handel & Transport. Het WDO Datamodel kan gebruikt worden voor het beschrijven van de semantiek van de op deze manier uitgewisselde informatie (zie ook 3.1.2.1).

Binnen het WDO Datamodel wordt, net als in vele andere standaarden, gebruik gemaakt van gangbare standaarden als XML.

Daarnaast is er een relatie met andere standaarden die betrekking hebben op het toepassingsdomein. Deze zijn beschreven in hoofdstuk 3 van dit advies.

1.7 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt beschreven in welke gevallen de standaard functioneel gezien gebruikt zou moet worden (functioneel

toepassingsgebied) en door welke organisaties deze gebruikt zou moeten worden (organisatorisch werkingsgebied).

Om te bepalen of de standaard opgenomen moet worden op de lijst met standaarden voor ‘pas toe of leg uit’, is deze getoetst aan een viertal door het College Standaardisatie vastgestelde criteria. In hoofdstuk 3 staat het resultaat van deze toetsing.

Hoofdstuk 4 bevat een samenvatting van de toetsresultaten en het advies van de expertgroep aan het Forum Standaardisatie.

(15)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

2 Toepassings– en werkingsgebied

Van overheidsorganisaties wordt verwacht dat zij de lijst met open standaarden hanteren bij aanbestedingstrajecten volgens het “pas toe of leg uit”-regime. Afhankelijk van de aan te schaffen functionaliteit zal bepaald moeten worden welke koppelvlakken geïmplementeerd moeten worden, en welke standaarden uit de lijst hiervoor ingezet dienen te worden. Om dit te kunnen doen heeft de expertgroep gekeken in welke gevallen de standaard functioneel gezien gebruik moeten worden

(functioneel toepassingsgebied), en door welke organisaties deze gebruikt zou moeten worden (organisatorisch werkingsgebied).

2.1 Functioneel toepassingsgebied

Als functioneel toepassingsgebied wordt voorgesteld:

Gegevensuitwisseling tussen het bedrijfsleven en de bij

grensoverschrijding betrokken overheden om de formaliteiten te vervullen voor de opslag, aankomst, import, doorvoer, export, vertrek en vrijgave van goederen, vervoermiddelen en personen.

Er is voor deze formulering gekozen om een aantal redenen:

Het gaat om gegevensuitwisseling – het koppelvlak tussen verschillende partijen en niet zozeer om de interne inrichting van systemen zelf.

Deze gegevensuitwisseling heeft betrekking op het B2G, G2G en G2B verkeer, dus niet op het B2B verkeer.

Het gaat om gegevensuitwisseling die betrekking heeft op formaliteiten. Dat wil zeggen: voor door wet- of regelgeving verplichte verstrekkingen van gegevens aan de overheid.

Bijvoorbeeld: een importaangifte of een scheepsmelding.

Het gaat om gegevensuitwisseling voor specifieke formaliteiten:

grensoverschrijdend, aankomst/vertrek/vrijgave van goederen, vervoermiddelen en personen.

Het toepassingsgebied gaat hiermee verder dan het douane domein.

Immers: er zijn ook zeer veel andere controles die plaatsvinden bij grensoverschrijdend verkeer. Denk bijvoorbeeld aan veterinaire controles, fytosanitaire inspecties en controles van scheepsbewegingen.

(16)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

2.2 Organisatorisch werkingsgebied Het organisatorisch werkingsgebied is:

Overheden (Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen) en instellingen uit de (semi-) publieke sector.

Concreet betekent dit, in combinatie met het toepassingsgebied, dat hierdoor de volgende verplichting ontstaat:

Overheden en instellingen uit de (semi-) publieke sector dienen bij nieuwe toepassingen of bij vernieuwing van bestaande

toepassingen het WDO Datamodel te ondersteunen.

Conform de principes van ‘pas toe of leg uit’ betekent dit geen geforceerde migratie, maar een transitie die wordt bepaald door het tempo van vernieuwingen. Binnen de nieuwe systemen moet het WDO Datamodel ondersteund worden, maar blijft er de mogelijkheid om – ter ondersteuning van de transitie – daarnaast ook nog bestaande (legacy) formaten te ondersteunen.

Rol voor het bedrijfsleven

Verplichting via ‘pas toe of leg uit’ brengt geen directe verplichting met zich mee voor het bedrijfsleven om systemen aan te passen, noch om alle facetten van het WDO Datamodel te gebruiken/toe te passen.

Indirect ontstaan er wel een aantal effecten:

Doordat het WDO Datamodel wordt gebruikt voor het opstellen van berichtspecificaties (Message Implementation Guidelines) voor gegevensaanlevering naar de overheid, zullen deze

berichtspecificaties beter op elkaar afgestemd zijn.

Wanneer voor bepaalde van overheidswege verplichte

toepassingen, zoals douaneaangiftes, op het WDO Datamodel gebaseerde berichtspecificaties verplicht worden gesteld (wellicht na een bepaalde transitietermijn), dan dient het bedrijfsleven de systemen hierop aan te passen. Dit kan door zelf systemen aan te passen of door gebruik te maken van een derde partij

(bijvoorbeeld een port community systeem) die zorgt voor conversie van berichten. Bedrijven hebben dan alleen te maken met de berichtspecificaties en niet met de overige onderdelen van het WDO Datamodel2.

Voor B2B-toepassingen in het bedrijfsleven wordt het WDO Datamodel als zodanig niet verplicht. Wel kan het toegevoegde waarde bieden om bepaalde onderdelen als standaard

bouwblokken (database-onderdelen, gegevensmodellen, etc.) als hulpmiddel aan te bieden in platformen, zoals port community systemen. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn in toepassingen waar een B2G-interactie als resultaat van een B2B-keten (bijvoorbeeld:

een importaangifte na een internationaal transport). Er ligt echter geen verplichting om dit te doen.

Kortom: het bedrijfsleven krijgt enkel te maken met berichtspecificaties en heeft het voordeel dat deze berichtspecificaties beter op elkaar zijn afgestemd.

2 In feite weinig anders dan de huidige situatie, waarbij de overheid ook zorgt voor een

berichtenspecificatie. Het WDO Datamodel biedt het voordeel dat berichtenspecificaties beter op elkaar afgestemd zijn.

(17)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

3 Toetsing van standaard aan criteria

Om te bepalen of de standaard opgenomen moet worden op de lijst met open standaarden zijn deze getoetst aan een aantal criteria. Er zijn vier hoofdcriteria:

1. Toegevoegde waarde 2. Open standaardisatieproces 3. Draagvlak

4. Opname bevordert adoptie

Deze criteria staan beschreven in het rapport, “Toetsingprocedure en criteria voor indieners en experts” [4] en staan op de website

www.forumstandaardisatie.nl/open-standaarden. Het resultaat van de toetsing zal in dit hoofdstuk per criterium beschreven worden. Voor de volledigheid is tevens de definitie van elk criterium opgenomen.

3.1 Toegevoegde waarde

De interoperabiliteitswinst en andere voordelen van adoptie van de standaard wegen overheidsbreed en maatschappelijk op tegen de risico’s en nadelen.

3.1.1 Is het toepassings- en werkingsgebied van de aanmelding goed gedefinieerd?

3.1.1.1 Is het functioneel toepassingsgebied goed gedefinieerd?

Het functioneel toepassingsgebied is aangepast; het aangepaste toepassingsgebied is opgenomen in hoofdstuk 2.

De expertgroep heeft een inschatting gemaakt van de impact van het toepassingsgebied. Expliciet is aangegeven dat het moet gaan om verplichte aanlevering en verstrekking van gegevens in B2G- en G2B- ketens. Voor het bedrijfsleven resulteert dit in beter (tussen overheden) afgestemde berichtspecificaties, die afgeleid zijn van het WDO Datamodel.

Voor het bedrijfsleven is er (anders dan het benutten van deze beter afgestemde berichtspecificaties) geen verdere verplichting. Ook is expliciet aangegeven dat het B2B-verkeer buiten het toepassingsgebied valt.

3.1.1.2 Is het organisatorisch werkingsgebied goed gedefinieerd?

Het werkingsgebied is in lijn gebracht met het aangepaste toepassingsgebied. Aangezien het altijd gaat om aanlevering van gegevens naar de overheid, is geen specifieke afbakening nodig.

(18)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

3.1.1.3 Is de standaard generiek toepasbaar en niet alleen bedoeld voor gegevensuitwisseling met één of een beperkt aantal specifieke voorzieningen? (toelichtende vraag)

Het WDO Datamodel is niet enkel bedoeld voor één toepassing of één ICT- voorziening, maar voor een hele serie toepassingen. Dit varieert van douaneaangiftes tot veiligheidsinspecties.

3.1.2 Verhoudt de standaard zich goed tot andere standaarden?

3.1.2.1 Kan de standaard naast of in combinatie met reeds opgenomen

standaarden worden toegepast (d.w.z. de standaard conflicteert niet met reeds opgenomen standaarden)?

De standaard kan worden ingezet in combinatie met Digikoppeling, voor gebruik in Digipoort. Er zijn geen concurrerende standaarden opgenomen.

In hoofdstuk 2 is een nadere toelichting gegeven.

3.1.2.2 Biedt de aangemelde standaard meerwaarde boven reeds opgenomen standaarden met een overlappend functioneel toepassings- en

organisatorisch werkingsgebied? (Dit kan ook om een nieuwe versie van dezelfde standaard gaan.)

Er zijn op dit moment geen standaarden opgenomen op de lijst voor ‘pas toe of leg uit’ met een overlappend toepassingsgebied.

3.1.2.3 Biedt de aangemelde standaard meerwaarde boven bestaande

concurrerende standaarden die in aanmerking zouden kunnen komen voor opname? (toelichtende vraag)

Er zijn op dit moment geen standaarden bekend die aangemeld zijn voor

‘pas toe of leg uit’ die concurrerend zouden kunnen zijn. Wel is er een link met diverse andere internationale standaarden. Zie hiervoor de volgende vraag.

3.1.2.4 Is de standaard een internationale standaard of sluit de standaard aan bij relevante internationale standaarden? (toelichtende vraag)

Het WDO Datamodel is een internationale standaard, maar maakt ook gebruik van diverse andere standaarden. Vaak wordt verwezen naar andere standaarden voor bijvoorbeeld codelijsten (zie ‘gestandaardiseerde componenten’ in paragraaf 1.5).

In het bijzonder de volgende zaken kunnen worden genoemd:

UN Trade Data Element Directory

Unique Consigments Reference number (UCR); douanecodering Diverse ISO codetabellen (landen, valuta’s, containercodes, etc.) UN/ECE aanbevelingen, zoals Core Components (datum/tijd, UN lokatiecodes, etc.) en EDIFACT

Daarnaast wordt er voor een aantal specifieke informatiepakketten aangesloten bij relevante domeinstandaarden:

eCert voor digitale certificering voor o.a. fytosanitaire inspecties.

IMO-FAL conventie voor scheepsmeldingen.

(19)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

UNEP-CITES conventie (handel in bedreigde dieren en planten), d.m.v. een toolkit e-Permit.

Het WDO Datamodel is afgestemd c.q. gebaseerd op de volgende standaarden/specificaties:

eTIR specificaties

SAFE Framework of Standards

Globally Networked Customs (via het InterGov bericht) WDO-UPU Customs Post Messages

Immediate Release Guidelines

UNCTAD/ASYCUDA Mapping Alignment

Tenslotte vindt een harmonisatie plaats met ISO-28005 (standaard voor single window toepassingen), zodat beide standaarden optimaal

aanvullend zijn. Er is geen sprake van interferentie.

3.1.2.5 Draagt de standaard voldoende bij aan interoperabiliteit zonder dat aanvullende standaardisatieafspraken (zoals lokale profielen) noodzakelijk zijn? (toelichtende vraag)

Voor toepassingen gebaseerd op het WDO Datamodel zijn vrijwel altijd aanvullende standaardisatieafspraken nodig. Hiermee kunnen toepassing specifieke elemenenten worden toegevoegd en kan een specifieke Message Implementation Guidelines worden opgesteld.

Het is niet op voorhand te zeggen hoeveel aanvullende afspraken nodig zijn. Voor veel gebruikte toepassingen zijn immers al Informatiepakketten beschikbaar vanuit de standaard en is slechts een beperkte lokalisatie nodig. Voor toepassingen waarvoor dit niet geldt zal een uitgebreidere lokalisatie nodig zijn.

Het NPDM kan een rol spelen bij het vormgeven van deze toepassing specifieke lokalisaties. Bijvoorbeeld als klankbord bij de ontwikkeling van berichtspecificaties en ‘Mijn informatiepakketten’ (zie 1.5) door

overheden. Ook kan hier de keuze worden gemaakt om daar voorgestelde lokalisatie in te brengen in de internationale standaardisatie.

3.1.3 Wegen de kwantitatieve en kwalitatieve voordelen van adoptie van de standaard, voor de (semi-)overheid als geheel en voor de maatschappij, op tegen de nadelen?

Algemeen

Het WDO Datamodel heeft de potentie om tal van berichtspecificaties voor gegevensaanlevering naar de overheid te harmoniseren. Op nadrukkelijke wens van het bedrijfsleven is daarom ook besloten tot ontwikkeling van een dergelijk model. Dit model heeft in de eerste plaats waarde voor douanetoepassingen (minder verschillen in internationaal opzicht) en in de tweede plaats breder voor ‘single window’ toepassingen:

gegevensuitwisseling met de overheid voor grensoverschrijdend verkeer (ook binnen een land). Invoering van het model maakt

gegevensuitwisseling met de overheid zodoende makkelijker en meer samenhangend. In een eerder rapport van het Forum Standaardisatie is hier uitgebreid op ingegaan [5].

(20)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

De overgang naar nieuwe berichtformaten vergt echter ook investeringen van de zijde van het bedrijfsleven (immers: systemen moeten geschikt worden gemaakt voor deze toepassingen). Bovendien leidt de introductie van single windows tot aanpassingen in de architectuur van

gegevensuitwisseling. Dit leidt tot vragen over governance en exploitatiemodellen, bijvoorbeeld m.b.t. de rol van port community systemen en commerciële aanbieders van transactieverwerkende systemen.

Hoewel het beeld van de expertgroep is dat het hebben van meer

afgestemde berichtspecificaties wenselijk is, moet zeker rekening worden gehouden met de transitie op korte termijn. Deels wordt deze ingegeven door de ontwikkeling van ‘single windows’, deels door nieuwe

berichtformaten ontstaan uit het WDO Datamodel.

3.1.3.1 Draagt de adoptie van de standaard bij aan de oplossing van een bestaand, relevant interoperabiliteitsprobleem?

Nederland heeft de ambitie te fungeren als ‘Gateway to Europe’. Dit uit zich niet alleen in mainports en goede fysieke verbindingen, maar ook in een goede informatie-infrastructuur. In de topsector Logistiek wordt dit onderkend door de ontwikkeling van het ‘Neutraal Logistiek

Informatieplatform’

Het WDO Datamodel draagt daar aan bij door – vanuit de overheid –te zorgen voor meer afgestemde berichtspecificaties.

3.1.3.2 Draagt de standaard bij aan het voorkomen van een vendor lock-in (leveranciersafhankelijkheid)?

Het WDO Datamodel draagt niet bij aan het oplossen van een specifiek vendor-lockin probleem. In algemene zin kan gesteld worden dat het WDO Datamodel het mogelijk maakt om software te maken voor diverse ‘single window’ toepassingen, zowel aan overheidszijde als aan de kant van het bedrijfsleven.

3.1.3.3 Wegen de overheidsbrede en maatschappelijke baten voor de informatievoorziening en de bedrijfsvoering op tegen de kosten?

Dit is het geval, zie de algemene beantwoording. In paragraaf 3.3 wordt nader ingegaan op het resulterende draagvlak in specifieke situaties, waaronder het NLIP.

3.1.3.4 Zijn de beveiligingsrisico’s aan overheidsbrede adoptie van de standaard acceptabel?

Het WDO Datamodel leidt niet tot specifieke beveiligingsrisico’s.

3.1.3.5 Zijn de privacyrisico’s aan overheidsbrede adoptie van de standaard acceptabel?

Het WDO Datamodel leidt niet tot specifieke privacyrisico’s.

(21)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

3.1.4 Conclusie

Het WDO Datamodel draagt bij aan betere afstemming van berichtspecificaties voor gegevensuitwisseling met de overheid (B2G/G2B/G2G). Dit biedt voordelen op langere termijn.

Op korte termijn moeten systemen aangepast worden aan deze nieuwe berichtspecificaties, wat kosten met zich meebrengt voor het

bedrijfsleven. Deze aanpassingen hangen echter veelal samen met de introductie van ‘single windows’.

3.2 Open standaardisatieproces

De ontwikkeling en het beheer van de standaard zijn op een open,

onafhankelijke, toegankelijke, inzichtelijke, zorgvuldige en duurzame wijze ingericht.

3.2.1 Is de documentatie voor een ieder drempelvrij beschikbaar?

3.2.1.1 Is het specificatiedocument beschikbaar zonder dat er sprake is van onacceptabele belemmeringen (zoals te hoge kosten en te hoge lidmaatschapseisen)?

Het Datamodel zelf is te downloaden via de website van de WDO.

De kosten bedragen € 980,-.

http://WDOomdpublications.org/data-model-3.html Overheden kunnen het Datamodel kosteloos verkrijgen; in Nederland verloopt de distributie via Logius.

Berichtspecificaties die zijn afgeleid van het WDO Datamodel (via een

‘Mijn informatiepakket’) worden kosteloos beschikbaar gesteld door de overheid aan het bedrijfsleven. Deze berichtenspecificatie is voor vrijwel alle bedrijven (‘95%’) voldoende om de standaard te implementeren voor een specifieke toepassing. Enkel partijen die meer generieke toepassingen leveren (b.v. port community systemen of integratieplatformen) hebben meerwaarde bij het inzien en gebruiken van de achterliggende specificatie van het WDO Datamodel.

3.2.1.2 Is de documentatie over het ontwikkel- en beheerproces (bijv. het voorlopige specificatiedocument, notulen en beschrijving

besluitvormingsprocedure) beschikbaar zonder dat er sprake is van onacceptabele belemmeringen (zoals te hoge kosten en te hoge lidmaatschapseisen)?

Het internationale beheer wordt uitgevoerd door het Data Model Project Team, onder auspiciën van het Information Management Sub-Committee van de WDO. Documentatie over het beheerproces is niet publiek

beschikbaar, maar enkel voor leden (douane-organisaties).

Binnen Nederland is een opener structuur opgezet, in de vorm van het Nationaal Platform Datamodel (NPDM; zie:

http://www.logius.nl/producten/gegevensuitwisseling/wdo-

datamodel/nationaal-platform-data-model/), facilitair ondergebracht bij Logius. Dit platform kent een veel opener structuur. Via de Nederlandse

(22)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

douane worden wijzigingsverzoeken ingebracht bij het platform en vice versa. Dit stelt de Nederlandse community, inclusief het bedrijfsleven, in staat om meer nadrukkelijker ‘aan het stuur’ te zitten m.b.t. het

ontwikkel- en beheerproces.

3.2.2 Is het intellectuele eigendomsrecht voor eenieder beschikbaar, zodat de standaard vrij implementeerbaar en te gebruiken is

Wanneer het vanuit ontwikkeldoelen handig is om ook kennis te nemen van de achterliggende Informatiepakketten, dan zijn de kosten van 980 euro voor de meeste partijen waarschijnlijk te overzien. In een reactie geeft dhr. Akkermans van de Alliantie Douane Software aan dat dit voor zeer kleine softwareleveranciers toch een hoog bedrag is. Desalniettemin onderkend hij dat voor de meeste toepassingen volstaan kan worden met de – op het WDO Datamodel gebaseerde – berichtspecificaties, die vrij beschikbaar zijn.

3.2.2.1 Stelt de standaardisatieorganisatie het intellectueel eigendomsrecht op de standaard m.b.t. bijvoorbeeld eventuele patenten- onherroepelijk royalty- free voor eenieder beschikbaar?

Dit is deels het geval:

Het WDO Datamodel als zodanig kan onbeperkt worden gebruikt en geïmplementeerd door overheidsorganisaties.

Dit geldt ook voor implementatie van het WDO Datamodel in systemen van het bedrijfsleven, bijvoorbeeld door het overnemen van bepaalde gegevensmodellen (mocht dit gewenst zijn).

Ook berichtspecificaties, afgeleid van het WDO Datamodel, zijn onbeperkt en kosteloos te gebruiken.

Er geldt echter een beperking die gericht is op ‘herpublicatie’ van het model. Mocht bijvoorbeeld een deel van het model via een neutraal intermediair platform (b.v. een port community systeem) beschikbaar worden gesteld als ‘ontwikkelhulpmiddel’, dan zou dit kunnen worden opgevat als herpublicatie van het model. In dit geval moeten nadere afspraken gemaakt worden met de WDO.

Voor overheidsorganisaties voldoet het WDO Datamodel geheel aan de gestelde eis. De expertgroep is van mening dat het WDO Datamodel voor het bedrijfsleven in voldoende mate aan de eis voldoet. Immers: de verplichting voor ‘pas toe of leg uit’ leidt de facto alleen tot het verplichte gebruik van bepaalde berichtspecificaties, die gratis en onbeperkt gebruikt mogen worden.

De letterlijke tekst van het copyright statement luidt:

“WDO grants the non-exclusive and royalty-free license to copy, multiply, distribute and perform this work and to make derivative works.

This restricted copyright does not allow the reproduction of this work or parts thereof for publication in whatever form for commercial purposes.

For any reuse or distribution, the license terms of this work must be copied into the copies or derived work. Requests and inquiries concerning the restricted copyright should be addressed to copyright@WDOomd.org.”

(23)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

Ten aanzien van het verdere gebruik meldt de WDO:

3.2.2.2 Garandeert de standaardisatieorganisatie dat partijen die bijdragen aan de ontwikkeling van de standaard hun intellectueel eigendomsrecht

onherroepelijk royalty-free voor eenieder beschikbaar stellen?

Ten aanzien van het WDO Datamodel zelf is dit moeilijk vast te stellen, aangezien hier immers al voor geldt dat dit niet royalty-free beschikbaar wordt gesteld. In theorie zou voor bepaalde achterliggende modellen royalties gevraagd kunnen worden; gezien de aard van deze

achterliggende modellen (UN/ECE aanbevelingen, IMO-FAL vereisten, etc.) ligt dit niet voor de hand.

Voor de van overheidswege verplichte berichtspecificaties speelt dit probleem overigens niet.

3.2.3 Is de inspraak van eenieder in voldoende mate geborgd?

3.2.3.1 Is het besluitvormingsproces toegankelijk voor alle belanghebbenden (bijv. gebruikers, leveranciers, adviseurs, wetenschappers)?

Derden kunnen als ‘observer’ deelnemen aan het besluitvormingsproces binnen de WDO. Diverse internationale koepel organisaties zoals de IATA, FIATA, UN/ECE, CLECAT, TIACA, GS1, ICC en GEA zijn waarnemers in de diverse overleggen binnen de WDO. Ook andere overheden zijn welkom bij de discussies

Inherent aan de opzet van de WDO als koepelorganisatie van douane- organisaties is dat de daadwerkelijke besluitvorming enkel door douane- organisaties geschiedt. Via het NPDM (zie volgende vraag) is de

besluitvorming voor Nederland echter verbreed.

3.2.3.2 Vindt besluitvorming plaats op een wijze die zoveel mogelijk recht doet aan de verschillende belangen?

De Nederlandse douane heeft een belangrijke stem in het

besluitvormingsproces. Niet alleen doordat men een formele stem heeft als douane-organisatie, maar ook omdat men in belangrijke mate bijdraagt aan de ontwikkeling van het model.

Binnen Nederland is het platform NPDM (Nationaal Platform Datamodel) actief. Dit platform is facilitair ondergebracht bij Logius. Via dit platform

(24)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

vindt kennisuitwisseling plaats over het WDO Datamodel. Deelnemers komen vanuit de diverse overheidsorganisaties (buiten de douane), het bedrijfsleven en kennisinstellingen. De Nederlandse douane heeft dit platform een formele rol toegekend: wijzigingsverzoeken die op draagvlak kunnen rekenen binnen dit platform worden doorgezet naar de

internationale standaardisatie.

Ook kan dit platform fungeren als klankbord voor toekomstige nationale of domein specifieke profielen (specifieke informatiepakketten).

De expertgroep is van mening dat hiermee in voldoende mate recht wordt gedaan aan de verschillende belangen. Bovendien wordt er hiermee gezorgd dat de inbreng effectief verbreed wordt (niet enkel douane).

Zoals in het eerdere rapport over het WDO Datamodel van het Forum Standaardisatie [5] al werd aangegeven is het wenselijk dat het NPDM uitgroeit tot een nationaal platform voor en register van toepassingen van het WDO Datamodel.

3.2.3.3 Kan een belanghebbende formeel bezwaar aantekenen tegen de gevolgde procedure?

Logius kent een klachtenprocedure, die ook benut kan worden voor klachten ten aanzien van het NPDM.

Bij de WDO is bezwaar mogelijk bij het Permanent Technical Committee en de WDO Council.

3.2.3.4 Organiseert de standaardisatieorganisatie regelmatig overleggen met belanghebbenden over doorontwikkeling en beheer van de standaard?

(geen harde voorwaarde)

Vanuit zowel de WDO als het NPDM vindt regelmatig overleg plaats met belanghebbenden.

3.2.3.5 Organiseert de standaardisatieorganisatie een publieke consultatie voordat (een nieuwe versie van) de standaard wordt vastgesteld? (geen harde voorwaarde)

Er is geen specifieke publicatie consultatie, anders dan het overleg vanuit zowel WDO als NPDM.

3.2.4 Is de standaardisatieorganisatie onafhankelijk en duurzaam?

3.2.4.1 Is de ontwikkeling en het beheer van de standaard belegd bij een onafhankelijke non-profit standaardisatieorganisatie?

Het beheer wordt uitgevoerd door de Wereld Douane Organisatie (WDO), dit is een intergouvernementele organisatie gevestigd te Brussel, met 178 leden.

Het NPDM is facilitair ondergebracht bij Logius. Inhoudelijk zijn de

activiteiten echter gescheiden van de diverse ontwikkelactiviteiten, gericht op voorzieningen voor ‘single windows’.

(25)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

3.2.4.2 Is de financiering van de ontwikkeling en het onderhoud van de standaard voor tenminste drie jaar gegarandeerd?

Het WDO garandeert het beheer van het Datamodel.

Inmiddels is het beheer van het NPDM structureel geborgd via Logius. Tot voor kort was er geen structurele financiering voor de activiteiten van het NPDM, nu is dat wel het geval. Momenteel worden diverse structurele activiteiten opgezet, daar waar het platform tot op heden een meer informeel karakter kende.

3.2.5 Is het (versie) beheer van de standaard goed geregeld?

3.2.5.1 Heeft de standaardisatieorganisatie gepubliceerd beleid met betrekking tot versiebeheer van de standaard? (met o.a. aandacht voor migratie van gebruikers)

Vastgelegd is dat iedere 3 jaar een nieuwe ‘major’ versie van de standaard verschijnt.

Daarnaast verschijnt er frequenter een ‘minor’ versie. Deze frequentie kan wisselen en wordt bijvoorbeeld ingegeven door nieuwe wetgeving, die directe aanpassing van de standaard noodzakelijk maakt.

WDO heeft e.e.a. vastgelegd in een ‘Maintenance Procedure’.

3.2.5.2 Is het standaardisatieproces van de standaardisatieorganisatie zodanig goed geregeld dat het Forum zich kan onthouden van aanvullende toetsing bij de aanmelding van een nieuwe versie van de standaard?

Op dit moment adviseert de expertgroep bij iedere nieuwe versie te toetsen in hoeverre deze opgenomen kan worden op de lijst voor ‘pas toe of leg uit’. Dit wordt ondermeer ingegeven door het feit dat het NPDM slechts zeer recent structureel ondersteund wordt.

3.2.5.3 Is het belang van de Nederlandse overheid voldoende geborgd bij de ontwikkeling en het beheer van de standaard?

De Nederlandse douane neemt rechtstreeks deel aan ontwikkeling en beheer in internationaal verband. Via het Nationaal Platform Datamodel kunnen ook andere overheidspartijen (naast het bedrijfsleven) op nationale schaal deelnemen.

3.2.6 Conclusie

Het internationale beheer van de standaard is primair vormgegeven vanuit het perspectief van de Wereld Douane Organisatie als internationale koepel van douane-organisaties. Hoewel ook derden (bedrijfsleven of andere overheden) toehoorder kunnen zijn en inbreng kunnen leveren, is er geen formele beslissingsmacht voor niet-douane-organisaties. Ook zijn er beperkingen in het inzien en het gebruik van het WDO Datamodel:

Voor het downloaden van de specificatie (via de website van de WDO) is voor niet-overheden een vergoeding verschuldigd van

(26)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

980 euro. Nederlandse overheidsinstellingen (naast de douane) kunnen via Logius een gratis toegangscode krijgen.

Bij een toepassing die beschouwd kan worden als ‘herpublicatie’ is een aanvullende overeenkomst nodig met de WDO. Voor afgeleid werk (b.v. een berichtenspecificatie op basis van het WDO Datamodel of een implementatie van het model in een systeem) geldt dit niet.

De expertgroep is van mening dat deze twee zaken zijn ondervangen:

Ten aanzien van het open beheer: binnen Nederland is er het Nationaal Platform Datamodel, waarin ook derden (andere

overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen) kunnen participeren.

Er ligt een afspraak dat wijzigingsverzoeken die daar gedaan worden door de Nederlandse douane ingebracht worden in internationaal verband.

Ten aanzien van de kosten:

o Overheidsinstellingen (ook niet-douane) kunnen, als aangegeven, de standaard kosteloos verkrijgen via Logius.

o Derden (bedrijfsleven) zijn wel de 980 euro kosten verschuldigd, indien men het achterliggende model wil inzien. Praktisch gesproken zal men meestal kunnen volstaan met het inzien van de berichtspecificaties van de diverse overheidsinstellingen. Het inzien van het complete model is daarvoor niet noodzakelijk; dit geldt naar

verwachting voor 95% van het bedrijfsleven. In die resterende gevallen waarbij het praktisch handig is om ook het model in te zien (b.v. als aanbieder van een port community systeem of als grote softwareleverancier), dan wordt de 980 euro als overkomelijk ervaren.

Op grond hiervan concludeert de expertgroep dat het standaardisatieproces voldoende open is.

3.3 Draagvlak

Aanbieders en gebruikers moeten voldoende ervaring hebben bij het ondersteunen, implementeren en gebruiken van de standaard.

3.3.1 Bestaat er voldoende marktondersteuning voor de standaard?

3.3.1.1 Bieden meerdere leveranciers ondersteuning voor de standaard?

Ja, de standaard wordt breed ondersteund.

Wel moet opgemerkt worden dat ondersteuning vooral samenhangt met ondersteuning van de afgeleide berichtspecificaties. Doordat de douane in Nederland de eerste partij was die op WDO gebaseerde

berichtenspecificatie verplicht stelde, ondersteunt vrijwel ieder douane- softwarepakket de standaard. Voor andere domeinen, waar deze berichtspecificaties nog in ontwikkeling zijn geldt dat de ondersteuning uiteraard nog niet aanwezig is.

(27)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

3.3.1.2 Kan een gebruiker de conformiteit van de implementatie van de standaard (laten) toetsen?

Er zijn twee manieren om conformiteit te testen:

Vanuit de WDO zijn (betaalde) tools beschikbaar om te werken met Informatiepakketten. Deze tools kunnen worden gebruikt om de relatie tussen standaard Informatiepakketten, afgeleide Informatiepakketten en berichtspecificaties te controleren (Data Harmonisatie Tools).

Software pakketten vanuit het bedrijfsleven dienen te voldoen aan de afgeleide berichtspecificaties. Hiervoor moet gebruik gemaakt worden van de bij de voorziening geleverde test- en

validatieomgevingen. Digipoort biedt een dergelijke testomgeving, net als de port community systemen.

3.3.2 Kan de standaard rekenen op voldoende draagvlak?

3.3.2.1 Wordt de aangemelde versie van de standaard binnen het

organisatorische werkingsgebied door meerdere organisaties gebruikt?

Op dit moment vindt binnen Douane een transitie plaats naar de nieuwe versie van het model. Voor meerdere systemen is dit inmiddels

geïmplementeerd. Deels zijn de huidige systemen nog gebaseerd op een oude versie van het model.

Internationaal wordt de standaard al wel door diverse landen gebruikt.

Binnen Nederland is gebruik van de standaard voorzien bij een aantal toepassingen:

Het overkoepelende ‘Single Window Handel & Transport’

Het Maritiem Single Window Het Binnenvaart Single Window

Via deze toepassingen werkt de standaard dan door naar achterliggende systemen voor specifieke inspecties en domeinen (fytosanitaire inspecties, inspecties van de Voedsel & Waren autoriteit, etc.).

3.3.2.2 Wordt een vorige versie van de standaard binnen het organisatorische werkingsgebied door meerdere organisaties gebruikt?

Zie de vorige vraag: dit geldt primair voor de douane.

3.3.2.3 Is de aangemelde versie backwards compatible met eerdere versies van de standaard?

Ja, hier is in de standaard rekening mee gehouden.

3.3.2.4 Zijn er voldoende positieve signalen over toekomstige gebruik van de standaard door (semi-)overheidsorganisaties, het bedrijfsleven en burgers?

Zoals eerder in dit rapport genoemd vergt de introductie van het WDO Datamodel en Single Windows een transitie. Deze transitie brengt kosten met zich mee en zorgt voor veranderingen in de keten van informatie- uitwisseling met de overheid. Dit leidt tot twee signalen:

(28)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

Enerzijds is er in het overheidsbeleid al op veel fronten sprake van een nadrukkelijke keuze voor het WDO Datamodel, bijvoorbeeld in de plannen voor het (overkoepelende) Single Window Handel &

Transport en bij het Maritiem Single Window.

Anderzijds is er terughoudendheid bij aanbieders van bestaande systemen en processen, die wijzen op reeds gedane investeringen en de benodigde aanpassingen bij het bedrijfsleven.

Single Window

Het meest nadrukkelijk lijkt dit op dit moment naar voren te komen in de discussies rond het Maritiem Single Window. Op dit moment fungeert Portbase, het port community systeem in de Rotterdamse haven, als aanleverpunt voor scheepsmeldingen (IMO-FAL). Deze informatie wordt gedeeld met de havenmeester en havenautoriteiten, ondergebracht in het Havenbedrijf Rotterdam. Naast formele controles (b.v. veiligheid,

gevaarlijke stoffen) wordt deze informatie gebruikt voor de operationele afhandeling van schepen in de haven.

Bij de ontwikkeling van een Maritiem Single Window3 door

Rijkswaterstaat, op basis van Digipoort, wordt uitgegaan van een grotere

‘knip’ tussen publieke en private taken. Voor publieke taken (b.v.

veiligheid, gevaarlijke stoffen) moet aangifte worden gedaan via het Maritiem Single Window, van waaruit het gedeeld wordt met andere overheidsorganisaties binnen Nederland en in de EU (Safe Sea Net). Voor private taken (de verdere afhandeling van het schip) moet contact worden gezocht met het havenbedrijf. De vraag is dan: Hoe gaan de

informatiestromen lopen? Krijgen alle partijen nog voldoende informatie?

Maar ook: Wat betekent dit voor reeds gedane investeringen in het port community systeem, dat nu de facto als een ‘proto-single window’

fungeert? En hoe moet omgegaan worden met de investeringen die bedrijven (rederijen, agenten, etc.) moeten doen om te voldoen aan de nieuwe berichtspecificaties en koppelvlakken?

Het Havenbedrijf Rotterdam heeft zich daarom kritisch opgesteld in de discussie rondom het WDO Datamodel. Voor het Havenbedrijf richt de discussie zich primair op de architectuur van het Single Window en secundair op andere zaken, zoals het WDO Datamodel. De discussie rondom het Maritiem Single Window is acuut, omdat Nederland hier in 2015 aan moet voldoen. Om tijdig te kunnen voldoen zijn in de tweede helft van 2013 keuzes nodig over de benodigde investeringen. Op hoog ambtelijk niveau vindt daarom op dit moment overleg plaats tussen het Havenbedrijf Rotterdam en Rijkswaterstaat.

De expertgroep verwacht dat vergelijkbare discussies ook op andere plaatsen kunnen gaan spelen. Deze discussies zijn dan vooral ingegeven vanuit de vraag hoe ‘single windows’ ingericht moeten worden en wat de rol is van de diverse partijen. Mogelijk kunnen in het kader van de ontwikkeling van het ‘Neutraal Logistiek Informatie Platform’ (NLIP), vanuit de topagenda logistiek hierop generieke antwoorden gevonden worden.

3 In 2015 verplicht op basis van EU richtlijn 2010/65 voor: Melding verwachte aankomst/vertrek schip, Melding aankomst/vertrek schip, Melding ladinggegevens, Melding personen aan boord, Melding scheepsvoorraden, Melding bezittingen bemanning, Melding afval en residuen, Melding veiligheidsinlichtingen, Melding gezondheidsverklaring en Melding uitgebreide inspectie.

(29)

Expertadvies WDO Datamodel | Forum Standaardisatie | 31 juli 2013

Bedrijfsleven en NLIP

Binnen het NLIP is er – onder voorwaarden – draagvlak voor het

toepassen van het WDO Datamodel door de overheid. Voor het NLIP ligt het voordeel vooral in meer afgestemde berichtspecificaties (‘Message Implementation Guidelines’). Men wil voorkomen dat, doordat de overheid kiest voor het WDO Datamodel voor het opstellen van berichtspecificaties, dit model als zodanig ook gaat gelden voor het bedrijfsleven. Voor B2B- toepassingen kunnen immers hele andere vereisten gelden. Daarnaast gaat het WDO Datamodel verder dan enkel berichtspecificaties, maar biedt het ook achterliggende informatie- en procesmodellen die niet in alle gevallen van toepassing zijn op het bedrijfsleven. Kortom: het NLIP is voorstander van meer afgestemde berichtspecificaties en ondersteunt dit van harte, maar is geen voorstander van het generiek verplicht stellen van het WDO Datamodel als zodanig, daar waar dit het bedrijfsleven raakt.

Met het gekozen toepassingsgebied wordt dit ondervangen:

De verplichting voor ‘pas toe of leg uit’ geldt voor

overheidsinstellingen die berichtspecificaties ontwikkelen.

Het bedrijfsleven moet – op basis van (andere) wet- en

regelgeving – gegevens verstrekken aan de overheid. Dit verloopt via deze berichtspecificaties.

De overgrote meerderheid van bedrijven (‘95%’) krijgt hierdoor enkel te maken met de berichtspecificaties. Voor een kleine minderheid (‘5%’) kan het handig zijn om ook de achterliggende modellen te benutten, hoewel dit ook voor hen niet verplicht is. Hierbij moet vooral gedacht worden aan integratieplatform of port community systemen.

Algemeen

Los van de geconstateerde structuurdiscussie is de verwachting rondom de adoptie positief. Nu al komt in vrijwel alle plannen voor vernieuwing van systemen komt de ondersteuning van het WDO Datamodel als basis voor berichtspecificaties prominent naar voren. Bovendien geldt dat de verplichting van het WDO Datamodel via ‘pas toe of leg uit’ pas zal gaan gelden als het besluit tot vernieuwing (en dus ook: tot eventuele

architectuurwijzigingen in de gegevensuitwisseling) is genomen.

3.3.3 Conclusie

Er is voldoende draagvlak voor het WDO Datamodel; bij vrijwel alle geplande ontwikkelingen geldt het WDO Datamodel als uitgangspunt.

WDO en de implementatie van ‘Single Windows’

Wel moet geconstateerd worden dat discussies over het WDO Datamodel vaak doorkruist worden door discussies over de architectuur van ‘single windows’. Bij het Maritiem Single Window is dit een actuele en acute discussie. De expertgroep vindt dat, hoe valide de discussie ook kan zijn, dit echter los gezien moet worden van het WDO Datamodel als zodanig.

De keuze voor het WDO Datamodel volgt de besluitvorming rondom

‘single windows’ (en andere vernieuwingen/aanpassingen aan overheidszijde) en niet andersom.

WDO en het bedrijfsleven in de Topsector Logistiek

Vanuit het NLIP (Neutraal Logistiek Informatieplatfom), de publiek-private samenwerking rondom gegevensuitwisseling in de topsector logistiek is er

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bent u het eens met het advies van de expertgroep om Oauth2.0 met een ‘pas toe of leg uit’-verplichting op te nemen op de lijst met open standaarden nadat er een

Het opnemen van een nieuwe versie van een standaard voor juridische informatie (BWB) op de ‘pas toe of leg uit’-lijst en het toekennen van uitstekend beheer... Ad.1 Het opnemen

Dit advies gaat over de toepassing van deze standaardsyntaxis op de functioneel toepassingsgebieden van de standaarden COINS, VISI, IFC, SETU, WDO en Geo-standaarden op

‘pas toe of leg uit’-lijst wordt een expertgroep samengesteld om de standaard te toetsen. Bij een aanmelding die de lijst met gangbare open standaarden volstaat meestal de

‘pas toe of leg uit’-lijst wordt een expertgroep samengesteld om de standaard te toetsen. Bij een aanmelding die de lijst met gangbare open standaarden volstaat meestal de

3.2.1 Wordt de aangemelde versie van de standaard binnen het organisatorische werkingsgebied door meerdere organisaties

Metadateren van publieke overheidsinformatie op internet Overheden en instellingen uit de (semi-) publieke

Overheden en instellingen uit de (semi) publieke sector - Het "pas toe of leg uit"-regime voor XBRL geldt alleen voor gebruik in combinatie met standaard taxonomieën die