• No results found

Samenwerking-tussen-beroepskrachten-en-vrijwilligers [MOV-4544245-1.0].pdf 1.53 MB

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Samenwerking-tussen-beroepskrachten-en-vrijwilligers [MOV-4544245-1.0].pdf 1.53 MB"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samenwerking tussen

beroepskrachten en vrijwilligers

Deze leaflet is geschreven door Jolanda Elferink en Aletta Winsemius in het kader van betere

kennisuitwisseling tussen wetenschap en praktijk. Zie ook de leaflets over buurthulp en zelfredzaamheid. Het project Kennismakelaar Ruimte voor Initiatief verzorgt deze publicaties. Dit is een samenwerking met het ministerie van BZK en Platform31. Voor meer informatie kunt u terecht bij Aletta Winsemius:

a.winsemius@movisie.nl

Deze leaflet is geschreven door Jolanda Elferink en Aletta Winsemius in het kader van betere

kennisuitwisseling tussen wetenschap en praktijk. Zie ook de leaflets over buurthulp en zelfredzaamheid. Het project Kennismakelaar Ruimte voor Initiatief verzorgt deze publicaties. Dit is een samenwerking met het ministerie van BZK en Platform31. Voor meer informatie kunt u terecht bij Aletta Winsemius:

a.winsemius@movisie.nl

In de participatiemaatschappij wordt veel verwacht van vrijwilligers. Vooral in zorg en ondersteuning zullen beroepskrachten en vrijwilligers steeds meer met elkaar te maken krijgen. Lokale beleidsmakers en (sociale) professionals vragen zich af of er grenzen zijn aan wat van vrijwilligers verwacht kan worden. Wat kan aan hen worden overgelaten? En welke taken zijn voorbehouden aan beroepskrachten? Waarderen klanten, doelgroepen, gebruikers het werk van vrijwilligers anders dan dat van beroepskrachten? Is er verschil?

In de participatiemaatschappij wordt veel verwacht van vrijwilligers. Vooral in zorg en ondersteuning zullen beroepskrachten en vrijwilligers steeds meer met elkaar te maken krijgen. Lokale beleidsmakers en (sociale) professionals vragen zich af of er grenzen zijn aan wat van vrijwilligers verwacht kan worden. Wat kan aan hen worden overgelaten? En welke taken zijn voorbehouden aan beroepskrachten? Waarderen klanten, doelgroepen, gebruikers het werk van vrijwilligers anders dan dat van beroepskrachten? Is er verschil?

Grenzen

Beleidsmakers maken zich zorgen over aansprakelijkheid en veiligheid. Ze vragen zich af of er handelingen, taken of werkwijzen zijn waar vrijwilligers verre van moeten blijven.

Er zijn geen juridische beperkingen aan de inzet van vrijwilligers in zorg en ondersteuning (Scholten en Van Dijk, 2012). Vrijwilligerswerk wordt wel begrensd door algemene regels in organisaties. Zorginstellingen bijvoorbeeld hebben te maken met de Kwaliteitswet Zorginstellingen. Die geldt ook voor vrijwilligers. Aansprakelijkheid kan voor organisaties een reden zijn om te kiezen voor een strikte taakafbakening voor vrijwilligers, maar verplicht is het niet. De grenzen van wat vrijwilligers kunnen doen is afhankelijk is van wat zij willen en kunnen. Die grenzen kunnen alleen in samenspraak worden bepaald en veranderen in de tijd.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (Mensink e.a. 2013) deed onderzoek naar vrijwillige inzet en ondersteuning in het kader van de Wmo. Er werd onder meer gekeken naar de opvattingen van de verschillende betrokkenen over de afbakening van

bevoegdheden en verantwoordelijkheden van vrijwilligers. In de vijf gemeenten waar het onderzoek plaatsvond verschilden initiatiefnemers (vrijwilligers) nogal van mening met

beleidsambtenaren. Sommige initiatiefnemers zien hun activiteit als geheel en als hun eigen verantwoordelijkheid.

Anderen zien hun activiteit als aanvulling op of als vervanging van professioneel aanbod. Beleidsambtenaren denken bij verantwoordelijkheid vooral aan de individuele burger die niet te snel een beroep moet doen op formele voorzieningen. Ze zijn terughoudend in het overdragen van verantwoordelijkheid aan vrijwilligers en initiatieven.

Mensink, W., Boele A. en Houwelingen, P. van (2013).

Vrijwillige inzet en ondersteuningsinitiatieven. Een verkenning van Wmo-beleid en –praktijk in vijf gemeenten. Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau.

Scholten, C. en Dijk, K. van (2012). Grenzen verleggen.

Belemmeringen en mogelijkheden voor samenspel tussen informele en formele zorg. Utrecht, Vilans.

(2)

Voorwaarden voor optimale samenwerking

Over de samenwerking tussen beroepskrachten en vrijwilligers is in Nederland al aardig wat kennis vergaard:

Bochove, M. van, Tonkens, E. en Verplanke, L. (2014).

Kunnen we dat (niet) aan vrijwilligers overlaten?

Nieuwe verhoudingen tussen vrijwilligers en beroepskrachten in zorg en welzijn. Den Haag, Platform31 / Amsterdam, Universiteit van Amsterdam.

Terra, W. (2013). Actieve burgers. Ontmoedigende en bemoedigende interacties tussen vrijwilligers en professionals en de invloed op de motivatie van vrijwilligers. Amsterdam, Universiteit van Amsterdam.

Tonkens, W., Broeke, J. van den en Hoijtink, M. (2008).

Op zoek naar weerkaatst plezier: Samenwerking tussen mantelzorgers, vrijwilligers, professionals en cliënten in de multiculturele stad. Den Haag, Nicis Institute.

Oudenampsen, D., Vliet, K. van, Winsemius A. en Haeff, C. ten. (2006). Samenwerking vrijwilligers en

beroepskrachten bij maatschappelijke ondersteuning.

Utrecht, Verwey-Jonker Instituut / NIZW.

Daal, H.J. van, Plemper, E. en Winsemius, A. (2005).

Vrijwilligers en beroepskrachten. Verslag van een

Voorwaarden voor optimale samenwerking

Over de samenwerking tussen beroepskrachten en vrijwilligers is in Nederland al aardig wat kennis vergaard:

Bochove, M. van, Tonkens, E. en Verplanke, L. (2014).

Kunnen we dat (niet) aan vrijwilligers overlaten? Nieuwe verhoudingen tussen vrijwilligers en beroepskrachten in zorg en welzijn. Den Haag, Platform31 / Amsterdam, Universiteit van Amsterdam.

Terra, W. (2013). Actieve burgers. Ontmoedigende en bemoedigende interacties tussen vrijwilligers en professionals en de invloed op de motivatie van vrijwilligers. Amsterdam, Universiteit van Amsterdam.

Tonkens, W., Broeke, J. van den en Hoijtink, M. (2008). Op zoek naar weerkaatst plezier: Samenwerking tussen mantelzorgers, vrijwilligers, professionals en cliënten in de multiculturele stad. Den Haag, Nicis Institute.

Oudenampsen, D., Vliet, K. van, Winsemius A. en Haeff, C.

ten. (2006). Samenwerking vrijwilligers en beroepskrachten bij maatschappelijke ondersteuning. Utrecht, Verwey- Jonker Instituut / NIZW.

Daal, H.J. van, Plemper, E. en Winsemius, A. (2005).

Vrijwilligers en beroepskrachten. Verslag van een verkennend onderzoek naar hun relatie. Utrecht, Verwey- Jonker Instituut.

Meerwaarde

Zowel beleidsambtenaren, professionals als initiatiefnemers vragen zich af of cliënten, doelgroepen of gebruikers vrijwilligerswerk anders waarderen dan beroepsmatig werk.

Meijs, Roza en Metz (2013) deden hier onderzoek naar. Ze noemen zes redenen om te kiezen voor vrijwilligers.

* Cliënten zien vrijwilligers als meer onafhankelijk en oprecht.

Beroepskrachten werken voor een organisatie en moeten rapporteren. Dat beperkt de openheid van cliënten.

* De relatie met een vrijwilliger heeft meestal meer betekenis voor de cliënt. Een vrijwilliger kiest er zelf voor om contact te hebben met een cliënt, het contact is informeler en

vrijwilligers delen vaak bepaalde kenmerken met cliënten. Ze wonen in dezelfde buurt of hebben bijvoorbeeld eenzelfde levensovertuiging. Wanneer specifieke deskundigheid is vereist, dan richten cliënten zich liever tot beroepskrachten.

* Door de grotere nabijheid tussen vrijwilligers en cliënten is er sprake van meer vertrouwen op persoonlijk niveau. Bij beroepskrachten hangt het vertrouwen samen met hun deskundigheid.

* De relatie tussen vrijwilliger en cliënt wordt als meer gelijkwaardig ervaren. Vrijwilligers zijn volgens cliënten minder betuttelend, moraliserend en veroordelend. Ze zijn meer toegankelijk. Vrijwilligers leveren hierdoor een bijdrage aan het versterken van de eigen kracht van cliënten.

* Vrijwilligers leveren in een organisatie vaak additionele dienstverlening. Ze staan vaak ook losser van de organisatie waardoor ze bijvoorbeeld beter in staat zijn om buiten de bestaande kaders te denken en te handelen. Vrijwilligers zijn daardoor beter in uitzonderingssituaties en in het bieden van maatwerk. Beroepskrachten zijn weer beter in het realiseren van een basiskwaliteit, een standaard aanbod en in het omgaan met meervoudige dan wel zware problemen.

* Tot slot is de beschikbaarheid van vrijwilligers groter. Ze zijn veel minder gebonden aan kantoortijden. Ook onderhouden ze soms nog contact nadat de relatie van de cliënt met de organisatie beëindigd is.

Ook Meijs c.s. constateren dat het uiteindelijk per vrijwilliger verschilt wat aan taken en houding verwacht kan worden. De één is wel bereid om een langdurige relatie met een cliënt aan te gaan, of zich langdurig in te zetten voor een bepaalde activiteit of project, terwijl een ander bijvoorbeeld alleen korte, gerichte klussen wil.

Meijs, L., L. Roza en J. Metz (2013). Beroepskrachten vervangen door vrijwilligers? Op: socialevraagstukken.nl, 1 augustus.

(3)

MOVISIE * Postbus 19129 * 3501 DC Utrecht * T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11 * www.movisie.nl * info@movisie.nl MOVISIE * Postbus 19129 * 3501 DC Utrecht * T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11 * www.movisie.nl * info@movisie.nl

Meer weten?

* Over samenwerking in wijkteams:

Mellouki Cadat (m.cadat@movisie.nl)

* Over arbeidsverdringing, wetten en regels:

Ronald Hetem (r.hetem@movisie.nl)

* Over samenwerking binnen en tussen organisaties:

Willem-Jan de Gast (wj.degast@movisie.nl)

* Over samenwerking in de zorg:

Jolanda Elferink (j.elferink@movisie.nl)

* Over samenwerking in het algemeen:

Michaëla Merkus (m.merkus@movisie.nl)

Meer weten?

* Over samenwerking in wijkteams:

Mellouki Cadat (m.cadat@movisie.nl)

* Over arbeidsverdringing, wetten en regels:

Ronald Hetem (r.hetem@movisie.nl)

* Over samenwerking binnen en tussen organisaties:

Willem-Jan de Gast (wj.degast@movisie.nl)

* Over samenwerking in de zorg:

Jolanda Elferink (j.elferink@movisie.nl)

* Over samenwerking in het algemeen:

Michaëla Merkus (m.merkus@movisie.nl) Zeker waar het gaat om zorg en ondersteuning van

kwetsbare mensen bestaat er angst dat vrijwilligers grensoverschrijdend gedrag vertonen. Dit kan worden voorkomen, bijvoorbeeld door het volgende te doen.

* Formuleer richtlijnen voor gedrag.

* Maak een klachtenreglement.

* Maak afspraken over privacy.

* Vraag een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) aan uw vrijwilligers.

* Leg de afspraken met de vrijwilliger vast in een vrijwilligersovereenkomst.

Zeker waar het gaat om zorg en ondersteuning van kwetsbare mensen bestaat er angst dat vrijwilligers grensoverschrijdend gedrag vertonen. Dit kan worden voorkomen, bijvoorbeeld door het volgende te doen.

* Formuleer richtlijnen voor gedrag.

* Maak een klachtenreglement.

* Maak afspraken over privacy.

* Vraag een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) aan uw vrijwilligers.

* Leg de afspraken met de vrijwilliger vast in een vrijwilligersovereenkomst.

Waar ligt de grens van het

vrijwilligerswerk in uw organisatie?

De grens tussen vrijwilligerswerk en het werk van

beroepskrachten ligt niet vast. Het verschilt per organisatie, per taak en per medewerker, beroepskracht dan wel vrijwilliger.

Er zijn verschillende soorten grenzen.

* Wettelijke en juridische grenzen; de organisatie is

verantwoordelijk om de zorg voor en de ondersteuning van cliënten (eventueel door vrijwilligers) goed te regelen.

* Persoonlijke grenzen: vrijwilligers én beroepskrachten hebben zelf ideeën over wat zij wel en niet kunnen of willen doen.

* Relationele grenzen: de wijze waarop vrijwilligers,

beroepskrachten, cliënten en familieleden elkaar zien en met elkaar omgaan.

* Functionele en organisatorische grenzen: de werkzaamheden die vrijwilligers uitvoeren, hun verantwoordelijkheden en bevoegdheden. De organisatie bepaalt deze grenzen.

Hoe grenzen bepalen?

De grenzen tussen het werk van beroepskrachten en dat van vrijwilligers kunnen alleen in onderling overleg worden bepaald.

Ga met elkaar in gesprek over grenzen. Bespreek waar grenzen liggen binnen de organisatie, hoe dit kan verschillen per vrijwilligersfunctie (voor koffie schenken gelden andere

grenzen dan voor op stap gaan met een cliënt), per vrijwilliger (afhankelijk van de wensen en mogelijkheden van de

vrijwilliger) en per situatie (de relatie tussen cliënt en vrijwilliger kan bijvoorbeeld intensiever worden, waardoor meer mogelijk wordt). Praat niet alleen met een vrijwilliger, maar ook met andere betrokkenen, zoals (vertegenwoordigers van) cliënten, mantelzorgers, beroepskrachten en andere vrijwilligers.

Onderzoek de wensen en behoeften van cliënten en kijk naar passende grenzen, individueel en per cliëntgroep. Zeker wanneer cliënten behoefte hebben aan één-op-één ondersteuning door een vrijwilliger, is het van belang goede afspraken te maken. Welke zorghandelingen mag een vrijwilliger wel uitvoeren, welke niet? Stem ook af met het sociale netwerk van een cliënt.

Bepaal de grens per vrijwilligersactiviteit. Beschrijf wat een activiteit van een vrijwilliger vraagt, wat de vrijwilliger hiervoor zou moeten weten, willen en kunnen en werf hierop

vrijwilligers.

Het bepalen en bewaken van grenzen maakt deel uit van een goede begeleiding van vrijwilligers. Het gaat er om samen te zoeken naar passende mogelijkheden. Informele en

beroepsmatige zorgverleners leveren elk vanuit hun eigen rol een bijdrage aan het welbevinden van cliënten. Een

voorwaarde voor optimale samenwerking is dat

beroepskrachten en vrijwilligers elkaar als gelijkwaardige partners zien.

Kijk ook op www.

zorgbetermetvrijwilligers.nl.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Zorg voor affiniteit met en kennis over LHBT-jongeren, vooral als het gaat om trans jongeren. Er is veel onwetendheid over trans jongeren en waarmee zij geconfronteerd

Uit bovenstaande stellingen komt naar voren dat de meeste respondenten (80% is het helemaal eens met deze stelling) het hun maatschappelijke opdracht vinden om vrijwilligers een

Stap 6 Bespreek de conclusies van het gesprek Als u niet zelf bij het gesprek aanwezig was, brengen de professionals u na hun gesprek met het vermoedelijke slachtoffer (en

ondersteuning te bieden in hun laatste levensfase. Zij doen dat voornamelijk door er in deze fase ‘voor hen te zijn’. De vrijwilliger is er ook voor de naasten. Vrijwilligers

opleveren. Vrijwilligersorganisaties zouden zich ook meer bewust mogen worden van de waarde en kracht van het vrijwilligers- werk in plaats van de zwakte... Tot zover de

Vooral in organisaties waar beroepskrachten dominant zijn wordt soms te weinig stilgestaan bij de speciale kenmerken van het vrijwilligerswerk.. vrijwilligersorganisaties worden

De vermaatschappelijking van de zorg heeft gevolgen voor de samenwerkingsrelaties tussen beroepskrachten en vrijwilligers binnen organisaties die verantwoordelijk zijn voor het

De vrijwilligersorganisaties in de zorg, verenigd hebben in het Overleg Zorg van de Vereniging NOV, willen meer inzicht krijgen in de positie van vrijwilligersor- ganisaties