• No results found

ADVIES Nr 49 / 2002 van 28 november 2002

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ADVIES Nr 49 / 2002 van 28 november 2002"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AD 49 - 2002 - 1 / 3

ADVIES Nr 49 / 2002 van 28 november 2002

O. Ref. : 10 / A / 2002 / 040

BETREFT : Invoeging van artikel 60bis in de gecoördineerde wetten van 3 juni 1970 op de beroepsziekten.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 29;

Gelet op de adviesaanvraag van 25 oktober 2002 van de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen;

Gelet op het verslag van dhr. E. Van Hove,

Brengt op 28 november 2002 het volgende advies uit :

(2)

AD 49- 2002 - 2 / 3

I. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG:

---

De arbeidsgeneesheer is belast met het preventieve gezondheidsbeleid in de onderneming.

Dit zowel op het vlak van de individuele werknemer als op het collectieve vlak. In dat kader doet hij aangifte bij de geneesheer-arbeidsinspecteur en bij de geneesheer-adviseur van het Fonds voor de beroepsziekten van alle gevallen van beroepsziekten en vermoedde beroepsziekte die hij vaststelt bij werknemers over wie hij het arbeidsgeneeskundig toezicht uitoefent. Het voorgestelde artikel 61bis draagt het Fonds op om de arbeidsgeneesheer in te lichten over het gevolg dat werd gegeven aan zijn aangiften.

Het Fonds voor Beroepsziekten behandelt de aanvragen van werknemers die aanspraak wensen te maken op uitkeringen in het kader van de wetgeving op de beroepsziekten. Deze aanvragen zijn vergezeld van attesten van artsen waaronder niet noodzakelijk de arbeidsgeneesheer van de onderneming waar deze werknemer in dienst is of was. Het voorgestelde artikel 61bis draagt het Fonds op om de arbeidsgeneesheer in te lichten over het gevolg dat gegeven wordt aan een aanvraag uitgaande van een werknemer over wie hij het arbeidsgeneeskundig toezicht uitoefent.

II. BESPREKING ---

Bij de eerste opdracht aan het Fonds vervat in het toe te voegen artikel plaatst de Commissie twee kanttekeningen :

1. De aangiften passen in een epidemiologische gegevensverzameling door het Fonds, het is niet voor de hand liggend dat er een individueel gevolg wordt gegeven aan een aangifte;

2. De aangiften worden niet aan het Fonds als zodanig overgemaakt maar aan de adviserende geneesheren van het Fonds, dit om enige garantie in te bouwen dat medische persoonsgegevens onder de hoede van het medisch beroepsgeheim blijven. Men kan dan ook moeilijk een individuele feedback verwachten van een Fonds dat niet geacht is kennis te nemen van de individuele aangiftegegevens. De feedback, indien passend geacht in sommige gevallen, zou dan ook moeten uitgaan van de adviserende geneesheren van het Fonds.

Bij de tweede opdracht aan het Fonds vervat in het toe te voegen artikel plaatst de Commissie volgende kanttekeningen :

1. Alhoewel bij wet voorzien is in een grote mate van onafhankelijkheid van de arbeidsgeneesheer in de uitoefening van zijn taak en hij daarenboven expliciet geen controletaken heeft kan het toch wel voorkomen dat de getroffen werknemer die een aanvraag doet daarin de betrokken arbeidgeneesheer niet wenst te kennen. Het is immers zeer goed mogelijk dat hij deze arbeidsgeneesheer mede verantwoordelijk acht voor zijn schadegeval.

Deze kan bijvoorbeeld verzuimd hebben de nodige preventieve maatregelen op te leggen of de verplichte medische onderzoeken eerder routinematig verricht hebben. De wetenschap dat de betrokken arbeidsgeneesheer ingelicht zal worden kan dan ook een zekere terughoudendheid bij het slachtoffer bewerken. Het is dus zeker gewenst dat deze feedback onderworpen wordt aan de expliciete toestemming van de aanvrager, zoals voorzien in de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, artikel 7. Indien expliciete toestemming niet wenselijk is, dan kan men voorzien dat de feedback rond deze aangifte op zulke wijze gebeurt dat heridentificatie niet mogelijk is.

(3)

AD 49- 2002 - 3 / 3

2. Men kan een zekere maatschappelijke waarde toekennen aan het inlichten van een arbeidsgeneesheer over het gevolg gegeven aan aanvragen door werknemers. Deze schadegevallen kunnen immers wijzen op te nemen preventieve maatregelen in het bedrijf. Om dit maatschappelijk goed te realiseren moet echter niet de arbeidsgeneesheer ingelicht worden waar de betrokken werknemer nu of op het ogenblik van de aanvraag in dienst is of was, maar de arbeidsgeneesheer of de arbeidsgeneeskundige dienst van de onderneming waar de beroepsziekte of het ongeval is ontstaan.

OM DEZE REDENEN,

Geeft de Commissie een ongunstig advies over het toe te voegen artikel in zijn huidige vorm.

Voor de secretaris, De voorzitter,

wettig verhinderd,

(get.) D. GHEUDE, (get.) P. THOMAS.

adviseur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Teneinde deze klip te omzeilen, dringt de Commissie erop aan dat in het eerste lid van artikel 1 nader wordt bepaald dat de toegang van de MIVB tot de gegevens bedoeld in artikel

BETREFT : Ontwerp van ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 1998 tot regeling van de werkings- en erkenningsprocedure betreffende de centra

Naar aanleiding van twee mondelinge vragen in de Kamercommissie Justitie betreffende de al dan niet vrije toegang tot het verslag van de voorlichtingscommissie Congo, heeft de

De inhoud van de beschikbare informatie online (zoals bijvoorbeeld die met een gewelddadig of sexueel karakter) of de praktijken van inzameling van persoonlijke gegevens op deze

Het voorontwerp van koninklijk besluit dat de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ter advies wordt voorgelegd, heeft tot doel in het koninklijk besluit van

BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit waarbij de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gemachtigd wordt toegang te hebben tot

Indien in een latere fase persoonsgegevens zullen geregistreerd en overgedragen worden, meent de Commissie dat ofwel de individuele ondubbelzinnige toestemming van alle betrokkenen

gerechtelijke) en het Controleorgaan voor gegevensverwerking (art. 44/7), wordt in dit ontwerp bijkomend voorzien dat het gebruik van de bijzondere opsporingsmethoden aan de