University of Groningen
Deprescribing in older people
van der Meer, Helene Grietje
IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from
it. Please check the document version below.
Document Version
Publisher's PDF, also known as Version of record
Publication date:
2019
Link to publication in University of Groningen/UMCG research database
Citation for published version (APA):
van der Meer, H. G. (2019). Deprescribing in older people: development and evaluation of complex
healthcare interventions. Rijksuniversiteit Groningen.
Copyright
Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Take-down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.
Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
Stellingen
behorende bij het proefschrift
DEPRESCRIBING IN OLDER PEOPLE
Development and evaluation of complex healthcare interventions
1. Ondanks het feit dat de effectiviteit van preventievegeneesmid-delen ligt in het voorkomen van ziekten op de lange termijn, worden deze geneesmiddelen voorgeschreven bij oudere ver-pleeghuisbewoners aan het levenseinde. (Hoofdstuk 2)
2. Deprescribing of staken van preventieve geneesmiddelen in de populatie van oudere verpleeghuisbewoners aan het levenseinde gebeurt vooralsnog alleen bij statines. (Hoofdstuk 2)
3. Ondanks de risico’s op cognitieve en fysieke achteruitgang met o.a. vallen als gevolg, gebruikt één derde van de thuiswonende oudere geneesmiddelgebruikers in Nederland een anticholinerg en/of sederend geneesmiddel. (Hoofdstuk 3)
4. De populatie thuiswonende ouderen in Nederland die meerdere anticholinerge en/of sederende geneesmiddelen gebruikt kan op basis van het geneesmiddelgebruik in vier klinische subgroepen verdeeld worden. Deprescribing interventies moeten worden toegespitst op elke van deze vier groepen. (Hoofdstuk 3) 5. Medicatiebeoordelingen zoals ze in de huidige praktijk door de
apotheker in samenwerking met de huisarts en patiënt worden uitgevoerd zijn niet effectief in het verminderen van chronisch gebruikte anticholinerge/sederende geneesmiddelen bij thuis-wonende ouderen. (Hoofdstuk 4 en 5)
6. Als een gezondheidszorginterventie in de praktijk niet effectief is, moet de-implementatie overwogen worden. (Hoofdstuk 5 en 6) 7. Bij een effectieve deprescribing interventie staat de patiënt
cen-traal, is de interventie gericht op een specifieke patiënten- en/of geneesmiddelengroep en bestaat er een goede interprofessionele samenwerking. (Hoofdstuk 5 en 6)
8. Negatieve resultaten moeten ook gepubliceerd worden — weten dat iets niet werkt is net zo belangrijk als weten dat iets wel werkt.
9. De Drug Burden Index is niet alleen geassocieerd met anticho-linerge en sederende bijwerkingen bij ouderen, maar brengt ook veel verwarring bij onderzoekers teweeg.
10. De aanhouder wint.
Heleen van der Meer 22 maart 2019