• No results found

1 Titel. 2 Aanleiding en doel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "1 Titel. 2 Aanleiding en doel"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

R IA

1 Titel

Ontwerp van decreet houdende instemming met het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind inzake een mededingingsprocedure, aangenomen in New York op 19 december 2011 en ondertekend in Genève op 28 februari 2012

2 Aanleiding en doel

2.1 Aanleiding

1. Het VN-Verdrag inzake de Rechten van Kind

Bijna 23 jaar geleden keurde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) op 20 november 1989 een resolutie goed waarbij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (VRK) werd aangenomen en opengesteld voor ondertekening.

Het VRK verzekert de burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten van het kind. Het waarborgt de rechten van kinderen inzake bescherming, voorzieningen en participatie.

Het VRK is het VN-mensenrechtenverdrag dat met 193 staten het grootste aantal partijen telt. Enkel de Verenigde Staten en Somalië hebben het verdrag niet ondertekend. België ondertekende het VRK op 26 januari 1990. De Vlaamse Gemeenschap keurde het bij decreet van 15 mei 1991 als eerste Belgische overheid goed. Vervolgens volgden de andere overheden van België. Het Verdrag trad in werking in België op 15 januari 1992.

Op 25 mei 2000 werden twee facultatieve protocollen bij het VRK aangenomen. Het eerste bestrijdt de betrokkenheid van kinderen in gewapende conflicten en het tweede verbiedt de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie. België is partij bij beide protocollen.

Het VN-Comité inzake de Rechten van het Kind controleert de toepassing van het verdrag en de facultatieve protocollen. Op 11 juni 2010 heeft het Comité zijn slotbeschouwingen geformuleerd bij de door België ingediende en verdedigde rapporten. Het betrof het gecombineerde derde en vierde periodieke rapport betreffende het VRK zelf (2008) en het initiële rapport inzake het Facultatief Protocol betreffende de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie. De redactie en presentatie van de rapporten, waaraan de Vlaamse overheid actief heeft meegewerkt, werd gecoördineerd door de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind.

Kind- en jongereneffectrapport (JoKER) bij het

instemmingsdecreet Facultatief Protocol bij het

Verdrag inzake de Rechten van het Kind inzake

een mededelingsprocedure

(2)

R IA

2. De noodzaak van een mededelingsprocedure

Het VRK is het enige internationale mensenrechtenverdrag dat geen

“mededelingsprocedure” heeft. In de terminologie van de VN-mensenrechtenverdragen duidt de term “mededelingsprocedure” (“communications procedure”) op een quasi- jurisdictionele klachtenprocedure bij het toezichthoudende Comité. Door de afwezigheid van een dergelijke procedure gebeurt de internationale controle op de uitvoering van het VRK nu enkel via de verplichte periodieke rapportage door de lidstaten aan het Comité inzake de Rechten van het Kind. Voor kinderen of hun vertegenwoordigers is het evenwel niet mogelijk om op internationaal vlak bij het Comité een klacht (“mededeling”) in te dienen wanneer de rechten van de minderjarigen worden geschonden.

Het is weliswaar zo dat ook kinderen een beroep kunnen doen op soortgelijke procedures voor analoge rechten uit andere verdragen. Dat is bijvoorbeeld het geval voor het recht op onderwijs uit het VN-Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (VESCR) en het recht op leven uit het VN-Verdrag inzake burgerlijke en politieke rechten (VBPR). In die mededelingsprocedures kan echter geen rekening worden gehouden met de specificiteit van het VRK. Dit komt neer op een verminderde internationale bescherming van kinderen en vermindert de doeltreffendheid van het verdrag. De invoering van een

mededelingsprocedure naar het model van wat er in de context van de andere VN- mensenrechtenverdragen bestaat, is dan ook een doeltreffend middel om de uitvoering van het VRK te verbeteren.

3. Het ontstaan van het Facultatief Protocol

Sinds 2006 heeft een coalitie van meer dan 80 internationale en nationale niet- gouvernementele organisaties (ngo’s), gesteund door ruim 600 organisaties, actief

gelobbyd om een klachtenmechanisme in te stellen. De coalitie kreeg daarbij onder meer de steun van het Comité inzake de Rechten van het Kind.

De Mensenrechtenraad van de VN besliste in zijn resolutie van 17 juni 2009 een werkgroep op te richten die de mogelijkheid diende te onderzoeken om een facultatief protocol bij het VRK op te stellen. Elke geïnteresseerde staat kon deelnemen aan de werkzaamheden van de werkgroep die een eerste maal vergaderde van 16 tot 18 december 2009. De

Mensenrechtenraad verruimde in maart 2010 het mandaat van de werkgroep. In de Belgische context werden deze vergaderingen bijgewoond door een vertegenwoordiger van de dienst Mensenrechten van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie, maar elke vergadering werd voorbereid door een COORMULTI-vergadering waar de Vlaamse

overheid mee het standpunt bepaalde. Het standpunt werd mee gevoed door een advies van het Kinderrechtencommissariaat, dat mede-ondertekend was door andere jeugd- en kinderrechtenorganisaties, en een advies van een expertenwerkgroep van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind. Deze adviezen werden op 4 februari 2011 meegedeeld aan de Vlaamse Regering (VR 2011 0402 MED 0063).

Op 17 juni 2011 hechtte de VN-Mensenrechtenraad zijn goedkeuring aan het Facultatief Protocol. De Algemene Vergadering van de VN nam het Protocol aan op 19 december 2011.

4. De Vlaamse houding ten aanzien van het Comité voor de Rechten van het Kind Bij de Belgische standpuntbepaling in het kader van het COORMULTI-overleg heeft de

(3)

R IA

ook aan de basis gelegen van de wil van de Vlaamse Regering om een antwoord te formuleren op de slotbeschouwingen van het Comité ten aanzien van België op 11 juni 2011. Er werd meegewerkt aan de bespreking en opvolging ervan in het kader van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind. Door de goedkeuring van het Vlaams Actieplan Kinderrechten (VAK) 2011-2014 op 15 juli 2011 was de Vlaamse Regering de eerste in België om haar aanpak in een actieplan om te zetten.

Het VAK sluit aan bij het Vlaams Jeugdbeleidsplan 2010-2014. Het waarborgt dat de Vlaamse Regering haar verbintenissen op het vlak van kinderrechten nakomt. Het moet duidelijkheid scheppen over wat de Vlaamse Regering binnen de lopende regeerperiode zal realiseren om haar beleid in overeenstemming te brengen met de slotbeschouwingen van het Comité van juni 2010, in het licht van het volgende rapportagemoment (juli 2017).

In uitvoering van artikel 3, lid 4 van het decreet van 20 januari 2012 houdende een

vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid zal er vanaf de volgende legislatuur (2015-2019) overigens sprake zijn van een geïntegreerd Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan: “In het Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan beschrijft de Vlaamse Regering ook hoe ze invulling geeft aan de slotbeschouwingen van het Comité voor de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties, geformuleerd naar aanleiding van het rapport dat door België werd ingediend overeenkomstig artikel 44 van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, en aan de andere internationale beleidskaders in verband met de rechten van het kind.”

De operationele doelstelling (OD) 1.5 van het VAK stelt dat de Vlaamse overheid het debat aangaat met de andere overheden betreffende het verdrag en zijn protocollen en de slotbeschouwingen van het Comité die gemengd van aard zijn. De Vlaamse overheid engageert zich om snel over te gaan tot de goedkeuring van het decreet tot instemming met het Facultatief Protocol, en dit ook bij de andere Belgische overheden te bepleiten met het oog op een snelle ratificatie door België en de uitvoering ervan.

Kinderrechten zijn ook een centraal thema in het Vlaamse internationale beleid. In het beleidsdocument “Mensenrechten en het Vlaamse internationale beleid”, dat op 9 december 2011 door de minister-president werd voorgelegd aan het Vlaams Parlement, worden kinderrechten naar voren geschoven als één van de vier prioritaire

mensenrechtenthema’s, wat onder meer tot uitdrukking komt in de Vlaamse

ontwikkelingssamenwerking. Ook in dat beleidsdocument wordt expliciet aangegeven dat Vlaanderen wil dat het klachtenprotocol bij het VRK zo snel mogelijk werkelijkheid wordt.

2.2 Doelstelling

Snelle goedkeuring door Vlaanderen en ratificatie door België van een

mededelingsprocedure bij het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind met aanvaarding interstatelijke en onderzoeksprocedure.

3 Opties

Optie 1: Nuloptie: Niet-goedkeuring Facultatief Protocol

Vlaanderen neemt geen decretaal initiatief om het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind inzake een mededelingsprocedure goed te keuren.

(4)

R IA

Optie 2: Goedkeuring Facultatief Protocol

Optie 2.1 Goedkeuring Facultatief Protocol met bevoegdheid interstatelijke en onderzoeksprocedure

Vlaanderen neemt een decretaal initiatief om het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind inzake een mededelingsprocedure goed te keuren.

Daarbij wordt zowel de mogelijkheid tot interstatelijke mededelingen als de voorziene onderzoeksprocedure voor ernstige of systematische schendingen aanvaard.

Optie 2.2 Goedkeuring Facultatief Protocol met bevoegdheid onderzoeksprocedure Vlaanderen neemt een decretaal initiatief om het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind inzake een mededelingsprocedure goed te keuren.

Daarbij wordt de voorziene onderzoeksprocedure voor ernstige of systematische schendingen aanvaard, maar wordt niet akkoord gegaan met de mogelijkheid tot interstatelijke mededelingen.

Optie 2.3 Goedkeuring Facultatief Protocol zonder bevoegdheid interstatelijke of onderzoeksprocedure

Vlaanderen neemt een decretaal initiatief om het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind inzake een mededelingsprocedure goed te keuren.

Daarbij wordt noch de mogelijkheid tot interstatelijke mededelingen, noch de

voorziene onderzoeksprocedure voor ernstige of systematische schendingen aanvaard.

4 Effecten

4.1 Doelgroepen en betrokken partijen

• Burgers van om het even welke leeftijd, dus ook wanneer zij inmiddels al

meerderjarig zijn geworden, die de schending van hun kinderrechten wensen voor te leggen aan het VN-Comité inzake de Rechten van het Kind

• Vlaamse overheid

• België

• VN-Comité voor de Rechten van het Kind

4.2 Optie 1 Nuloptie: Niet-goedkeuring Facultatief Protocol

Op 17 februari 2012 keurde de Vlaamse Regering het klachtenprotocol bij het Kinderrechtenverdrag goed. Ze stemde tevens in met de interstatelijke procedure,

bevestigde uitdrukkelijk haar akkoord met de onderzoeksprocedure en gelastte de federale vertegenwoordiger het protocol te ondertekenen namens de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest.

Niet goedkeuring van het Facultatief Protocol zal de volgende gevolgen hebben, zoals beschreven in volgende vergelijkingstabel van alle effecten:

(5)

R IA

Vergelijkingstabel van alle effecten

Doelgroepen en

betrokken partijen Baten Kosten

Omschrijving schatting omschrijving schatting

Burgers (ongeacht

leeftijd) Geen mogelijkheid van

mededelingen/ klachten over de schending van hun kinderrechten aan het Comité voor de Rechten van het Kind voor te leggen

Vlaamse overheid Niet-nakoming

engagementen (VAK &

beleidsdocument MR)

België Niet-nakoming

engagementen (cf.

ondertekening te Genève op 28/02/12 & Belgische standpunten bij de onderhandelingen) Gebrekkige toepassing Kinderrechtenverdrag VN-Comité voor

de Rechten van het kind

Beperking van de

bijkomende werklast (wat betreft mogelijke klachten uit België)

Onmogelijkheid om deze bevoegdheid naar Belgische burgers uit te oefenen

4.3 Optie 2 Goedkeuring Facultatief Protocol

Vlaanderen neemt een decretaal initiatief om het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind inzake een mededelingsprocedure goed te keuren.

Personen kunnen op om het even welke leeftijd, dus ook wanneer zij inmiddels al meerderjarig zijn geworden, mededelingen (met andere woorden klachten) over de schending van hun kinderrechten voorleggen aan het Comité inzake de Rechten van het Kind, met de inmiddels klassieke voorwaarde dat de nuttige interne rechtsmiddelen werden uitgeput.

Het Comité stelt bij de behandeling van deze mededelingen het belang van het kind voorop. Het houdt rekening met de rechten en de meningen van het kind, waarbij passend belang wordt gehecht aan de mening van het kind in overeenstemming met zijn leeftijd en rijpheid. In zijn procedureregels worden veiligheidsmaatregelen

ingebouwd om te vermijden dat een kind wordt gemanipuleerd door zijn of haar vertegenwoordigers. De verdragsluitende staten dienen van hun kant de nodige maatregelen te treffen om te verzekeren dat hun onderdanen niet het slachtoffer worden van mensenrechtenschendingen, mishandeling of intimidatie vanwege hun contacten met het Comité.

Een mededeling kan worden gedaan door of namens een persoon of een groep personen. Na ontvangst van de mededeling kan het Comité de betrokken staat vragen voorlopige maatregelen te nemen om te vermijden dat slachtoffers van een vermeende schending van de rechten onherstelbare schade oplopen. Het Comité brengt de betrokken staat zo vlug mogelijk op de hoogte. Die staat antwoordt binnen

(6)

R IA

de kortste keren en in elk geval binnen de zes maanden. Het Comité geeft zijn mening en doet aanbevelingen aan de betrokken staten die ook hierop hun antwoord

bezorgen.

Optie 2.1 Goedkeuring Facultatief Protocol met bevoegdheid interstatelijke en onderzoeksprocedure

Daarbij wordt zowel de mogelijkheid tot interstatelijke mededelingen als de voorziene onderzoeksprocedure voor ernstige of systematische schendingen aanvaard.

Volledig parallel met de andere mensenrechtenverdragen

In artikel 12 voert het protocol een interstatelijke klachtenprocedure in. Elke verdragspartij kan te allen tijde verklaren dat zij in deze de bevoegdheid van het Comité erkent om mededelingen te ontvangen en te onderzoeken waarin zij verklaart dat een andere verdragspartij zijn verplichtingen niet nakomt. In deze optie wordt voorgesteld om, zoals voor de andere mensenrechtenverdragen, deze bevoegdheid te erkennen, ook al is het weinig waarschijnlijk dat deze vaak in de praktijk zal worden gebruikt.

Naast deze klachtenprocedures bevat dit Facultatief Protocol in de artikelen 13 en 14 ook een onderzoeksprocedure. Indien het Comité betrouwbare informatie ontvangt over het feit dat een verdragspartij zich schuldig maakt aan ernstige of systematische schendingen van de rechten, zal het die staat uitnodigen om samen te werken bij het onderzoeken van die informatie. Het Comité kan een of meer van zijn leden aanduiden om een onderzoek in te stellen en dringend verslag uit te brengen. Na een grondige analyse van de resultaten van dat onderzoek, zal het Comité zijn bevindingen

meedelen aan de staat in kwestie, samen met zijn commentaar en zijn aanbevelingen.

Indien noodzakelijk, kan het Comité de betrokken staat vragen informatie te bezorgen over de genomen maatregelen. Elke verdragspartij kan op het ogenblik van de ondertekening of de ratificatie van het protocol verklaren dat zij in deze de

bevoegdheid van het Comité niet erkent. In deze optie gaat men ervan uit dat er geen reden is om deze bevoegdheid aan het Comité te ontzeggen, meer nog, deze

procedure heeft een belangrijke toegevoegde waarde.

Deze optie zal volgende gevolgen hebben, zoals beschreven in volgende vergelijkingstabel:

Vergelijkingstabel van alle effecten

(7)

R IA

Doelgroepen en

betrokken partijen Baten Kosten

Omschrijving schatting omschrijving schatting

Burgers (ongeacht

leeftijd) Mogelijkheid om

mededelingen/ klachten over de schending van hun kinderrechten aan het Comité voor de Rechten van het Kind voor te leggen

Betere rechtsbescherming waarbij de kinderrechten als volwaardige

mensenrechten worden beschouwd

Vlaamse overheid Nakoming engagementen (VAK & beleidsdocument MR)

Toepassing protocol (informeren, organiseren van juridische bijstand…) België Nakoming engagementen

(cf. ondertekening te Genève op 28/02/12 &

Belgische standpunten bij de onderhandelingen)

Toepassing protocol (informeren, organiseren van juridische bijstand, toegang tot het gerecht…) VN-Comité voor

de Rechten van het kind

Mogelijkheid om deze bevoegdheid naar Belgische burgers uit te oefenen

Bijkomende werklast (wat betreft mogelijke klachten uit België)

Optie 2.2 Goedkeuring Facultatief Protocol met bevoegdheid onderzoeksprocedure Vlaanderen neemt een decretaal initiatief om het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind inzake een mededelingsprocedure goed te keuren.

Daarbij wordt de voorziene onderzoeksprocedure voor ernstige of systematische schendingen aanvaard, maar wordt niet akkoord gegaan met de mogelijkheid tot interstatelijke mededelingen. Zoals in de vorige optie wordt ervan uitgegaan dat er geen reden is om deze bevoegdheid aan het Comité te ontzeggen, meer nog, deze procedure heeft een belangrijke toegevoegde waarde. In tegenstelling tot in de vorige optie wordt hier voorgesteld niet akkoord te gaan met en dus geen gebruik te maken van de mogelijkheid om de bevoegdheid van het Comité te erkennen voor

interstatelijke klachten.

Deze optie zal volgende gevolgen hebben, zoals beschreven in volgende vergelijkingstabel:

Vergelijkingstabel van alle effecten

(8)

R IA

Doelgroepen en

betrokken partijen Baten Kosten

Omschrijving schatting omschrijving schatting

Burgers (ongeacht

leeftijd) Mogelijkheid om

mededelingen/ klachten over de schending van hun kinderrechten aan het Comité voor de Rechten van het Kind voor te leggen

Betere rechtsbescherming waarbij de kinderrechten als volwaardige(re) mensenrechten worden beschouwd

Geen interstatelijke procedure mogelijk waardoor

rechtsbescherming voor kinderrechten niet op dezelfde wijze is

gewaarborgd als voor de andere mensenrechten

Vlaamse overheid Gedeeltelijke nakoming engagementen (VAK &

beleidsdocument MR)

Gedeeltelijke niet-

nakoming engagementen (VAK & beleidsdocument MR) Toepassing protocol (informeren, organiseren van juridische bijstand…) België Gedeeltelijke nakoming

engagementen (cf.

ondertekening te Genève op 28/02/12 & Belgische standpunten bij de onderhandelingen)

Gedeeltelijke niet-

nakoming engagementen (cf. ondertekening te Genève op 28/02/12 &

Belgische standpunten bij de onderhandelingen) Toepassing protocol (informeren, organiseren van juridische bijstand, toegang tot het gerecht…) VN-Comité voor

de Rechten van het kind

Mogelijkheid om deze bevoegdheid naar Belgische burgers uit te oefenen

Bijkomende werklast (wat betreft mogelijke klachten uit België)

Geen bevoegdheid voor interstatelijke procedure wat betreft België

Optie 2.3 Goedkeuring Facultatief Protocol zonder bevoegdheid interstatelijke of onderzoeksprocedure

Vlaanderen neemt een decretaal initiatief om het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind inzake een mededelingsprocedure goed te keuren.

Daarbij wordt noch de mogelijkheid tot interstatelijke mededelingen, noch de

voorziene onderzoeksprocedure voor ernstige of systematische schendingen aanvaard.

Deze optie zal volgende gevolgen hebben, zoals beschreven in volgende vergelijkingstabel:

Vergelijkingstabel van alle effecten

(9)

R IA

Doelgroepen en

betrokken partijen Baten Kosten

Omschrijving schatting omschrijving schatting

Personen van om het even welke leeftijd

Mogelijkheid om

mededelingen/ klachten over de schending van hun kinderrechten aan het Comité voor de Rechten van het Kind voor te leggen

Betere rechtsbescherming waarbij de kinderrechten als volwaardige(re) mensenrechten worden beschouwd

Geen interstatelijke en onderzoeksprocedure mogelijk waardoor rechtsbescherming voor kinderrechten niet op dezelfde wijze is

gewaarborgd als voor de andere mensenrechten.

Vlaamse overheid Gedeeltelijke nakoming engagementen (VAK &

beleidsdocument MR)

Gedeeltelijke niet-

nakoming engagementen (VAK & beleidsdocument MR) Toepassing protocol (informeren, organiseren van juridische bijstand…

België Gedeeltelijke nakoming engagementen (cf.

ondertekening te Genève op 28/02/12 & Belgische standpunten bij de onderhandelingen)

Gedeeltelijke niet-

nakoming engagementen (cf. ondertekening te Genève op 28/02/12 &

Belgische standpunten bij de onderhandelingen) Toepassing protocol (informeren, organiseren van juridische bijstand, toegang tot het gerecht…) VN-Comité voor

de Rechten van het kind

Mogelijkheid om deze bevoegdheid naar Belgische burgers uit te oefenen

Bijkomende werklast (wat betreft mogelijke klachten uit België)

Geen bevoegdheid voor interstatelijke of

onderzoeksprocedurewat betreft België

4.4 Keuze en motivering van de optie

De keuze voor optie 2.1, nl. de goedkeuring van het Facultatief Protocol met inbegrip van de erkenning van de bevoegdheid van het Comité voor de Rechten van het Kind voor interstatelijke mededelingen en de onderzoeksprocedure op basis van ernstige of systematische schendingen van de kinderrechten is te verkiezen. Zij biedt de grootst mogelijke rechtsbescherming. Zij brengt de naleving van de kinderrechten het meest in lijn met die van de andere mensenrechten. Ten slotte geeft Vlaanderen alleen zo volledig uitvoering aan eerder aangegane engagementen en aan de beslissing van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot goedkeuring van het protocol.

In dit verband moet gewezen worden op het advies van de Raad van State, afdeling wetgeving, van 19 juli 2012 over het voorontwerp van decreet (51.617/1/V).

Overeenkomstig het advies werd in artikel 3 van het ontwerp van decreet de verwijzing naar de artikelen 13 en 14 van het protocol geschrapt. De Raad van State wees erop dat

(10)

R IA

de instemming met het protocol ook slaat op de bevoegdheid van het Comité voor de in de artikelen 13 en 14 van het protocol bedoelde onderzoeksprocedure, tenzij de

verdragspartij uitdrukkelijk verklaart deze bevoegdheid niet te erkennen. Het is enkel wanneer de verdragspartij van deze mogelijkheid wenst gebruik te maken dat zij een

uitdrukkelijke verklaring dient af te leggen. De erkenning van de onderzoeksprocedure moet dan ook niet vermeld worden in het instemmingsdecreet.

5 Uitwerking, uitvoering en monitoring

Hier kan verwezen worden naar wat onder punt 6.2 geantwoord wordt op de adviezen.

6 Consultatie

6.1 Vóór de principiële goedkeuring van het voorontwerp van decreet door de Vlaamse Regering

Hier kan eerst en vooral verwezen worden naar de consultatie van de Vlaamse en Belgische middenveldorganisaties jeugd en kinderrechten naar aanleiding van de totstandkoming van het protocol op VN-niveau en de Belgische standpuntbepaling daaromtrent. Verwijzen we in dit verband naar de adviezen van de daartoe opgerichte expertengroep bij de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind en naar het standpunt van het Kinderrechtencommissariaat en andere organisaties, zoals meegedeeld aan de Vlaamse Regering op 4 februari 2011.

Na de goedkeuring van het definitieve tekst van het protocol door de Algemene

Vergadering van de Verenigde Naties op 19 december 2011 bij resolutie A/RES/66/I38 en de ondertekening door België in Genève op 28 februari 2012 hebben organisaties en experten uit het middenveld, met technische ondersteuning van de NCRK, in maart 2012 een

schrijven gericht aan de verschillende politieke verantwoordelijken.

De ondertekenaars van dit schrijven wensen de ondertekening van het protocol in de eerste plaats toe te juichen aangezien het protocol een essentieel instrument vormt opdat de fundamentele rechten van het kind gelijkaardige waarborgen zouden genieten als die van volwassenen. Weldra kunnen hierdoor ook kinderen die het slachtoffer zijn van misbruik en schending van hun rechten, een klacht neerleggen bij een comité van internationale experts, het VN-Kinderrechtencomité, indien ze er niet in geslaagd zijn om in eigen land juridisch herstel voor die schendingen te krijgen.

De ondertekenaars van dit schrijven verzoeken de betrokken parlementen om het engagement dat blijkt uit de ondertekening van het Protocol, voort te zetten en zo snel mogelijk het protocol goed te keuren, om België vervolgens toe te laten het te ratificeren.

Ze verzoeken dat België, ter gelegenheid van deze ratificatie, de toepassing van artikel 12 van bet protocol aanvaardt, dat het Comité toelaat om interstatelijke klachten tegen België te onderzoeken, en dat België zich niet verzet tegen de toepassing van artikel 13, dat aldus zal toelaten dat het Comité op eigen initiatief onderzoek naar België opstart in geval van ernstige en systematische schendingen.

(11)

R IA

naast de ratificatie, gepaste maatregelen te nemen betreffende de hiernavolgende twee punten.

Enerzijds kent het nieuwe protocol het kind het statuut toe van klager op internationaal niveau, na uitputting van de interne rechtsmiddelen Om te vermijden dat dit dode letter blijft in België, is het aangewezen om binnen het intern recht meteen werk te maken van een daadwerkelijke toegang tot het gerecht voor kinderen.

Het is eveneens noodzakelijk om ten behoeve van de toekomstige verzoekers te voorzien in het voordeel van effectieve juridische bijstand door een juridische raadgever alsook door iedere technische raadgever die nodig wordt geachte die deze naam waardig is.

Aangezien kinderen niet over middelen beschikken, kan de procesbekwaamheid die hen is toebedeeld slechts effectief zijn indien zegepaste en gratis bijstand kunnen genieten.

Temeer aangezien kinderen, meer nog dan volwassenen, op zich reeds zwak staan op het gebied van toegang tot het recht en het gerecht.

Anderzijds is hel essentieel om prioriteit te verlenen aan de uitvoering van artikel 17 van het protocol. Meer nog dan voor volwassenen is het fundamenteel om kinderen te informeren betreffende hun rechten en de middelen waarmee die geëerbiedigd kunnen worden.

De vaststellingen en aanbevelingen van het Comité vormen recht sensu lato en dienen daarom eveneens ter kennis van kinderen gebracht te worden. Het spreekt voor zich dat kinderen recht hebben op informatie in een voor hen toegankelijke en begrijpelijke taal.

Tenslotte nodigen de ondertekenaars van het schrijven de bevoegde overheden ertoe uit om in het kader van de toepassing van het Protocol in België, een beroep te doen op de expertise van de verscheidene openbare instellingen en organisaties, de niet-

gouvernementele organisaties en de terreinactoren.

6.2 Adviezen Kinderrechtencommissariaat en Strategische adviesraden

Op 16 augustus 2012 bracht het Kinderrechtencommissariaat advies uit. Het

Kinderrechtencommissariaat adviseert positief over het voorontwerp. Daarbij worden vijf aandachtspunten naar voren gebracht:

• Blijf kiezen voor een maximale invulling: protocol met statenklachtrecht én onderzoeksbevoegdheid voor het VN-comité voor de Rechten van het Kind.

• Erken de cruciale rol die is weggelegd voor het VN-Comité voor de Rechten van het Kind.

• Zorg voor de bekendmaking van het klachtenprotocol en de beslissingen van het VN-Comité.

• Moedig de andere parlementen in dit land aan om ook (snel) in te stemmen met het klachtenprotocol.

• Richt een denktank op die de verdere uitwerking rond het klachtenprotocol begeleidt en invult.

Op 6 september 2012 hebben de Vlaamse Jeugdraad, de SARC en de SARiV gezamenlijk hun advies uitgebracht.

De Raden gaan akkoord met het voorontwerp van decreet en erkennen het sterk engagement dat de Vlaamse overheid inneemt omtrent het in werking treden van een mededelingsprocedure bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Verder sporen ze de Vlaamse Regering aan om bij te dragen tot een snelle afronding van de Belgische ratificatie en zo ernaar te streven om bij de eerste tien partijen te zijn die hun

bekrachtigingsakte hebben neergelegd. Zij suggereren de Vlaamse Regering om dit dossier op de agenda van de Interministeriële Conferentie Buitenlands Beleid te plaatsen met het

(12)

R IA

verzoek aan de Belgische entiteiten om snel over te gaan tot een goedkeuring van het Protocol. De Vlaamse Regering wenst deze vraag van de Raden ter harte te nemen.

De Raden sporen de Vlaamse overheid ook aan om werk te maken van een breed en geïntegreerd informatiebeleid en acties te ondernemen te ondernemen in functie van het bevorderen van de toegankelijkheid en kindvriendelijkheid van procedures met betrekking tot de mededelingsprocedure. Dit in samenwerking met kinderen en jongeren en

gebruikmakende van de bestaande beleidsinstrumenten die Vlaanderen voorziet voor kinderrechten. Hierbij vragen de Raden ook specifieke aandacht voor kinderen, jongeren en ouders in maatschappelijk kwetsbare situaties.

Aan deze adviezen zal door de Vlaamse Regering als volgt tegemoetgekomen worden.

De Vlaamse minister bevoegd voor buitenlands beleid zal, namens de Vlaamse Regering, de goedkeuring van het Protocol, op de agenda van de Interministeriële Conferentie Buitenlands Beleid plaatsen met het verzoek aan de andere Belgische entiteiten om snel over te gaan tot de goedkeuring ervan met het oog op een snelle ratificatie door België.

De Vlaamse minister bevoegd voor de coördinatie van het kinderrechtenbeleid zal in het kader van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind de andere overheden aansporen om snel over te gaan tot de goedkeuring van het protocol met het oog op een snelle ratificatie ervan door België.

De verdere opvolging zal gebeuren in het kader van het Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleid.

7 Overige informatie voor de Inspectie van Financiën

Zie Vlaamse Regering 17/02/12.

8 Samenvatting

Het ontwerp van decreet voorziet in artikel 3 in de uitdrukkelijke erkenning van de

bevoegdheid van het Comité inzake de Rechten van het Kind om overeenkomstig artikel 12 van dit Facultatief Protocol mededelingen van een andere verdragsluitende staat te

ontvangen die stelt dat een andere staat niet voldoet aan zijn verplichtingen.

Overeenkomstig het advies van de Raad van State wordt in artikel 3 van het ontwerp van decreet niet verwezen naar de erkenning naar de bevoegdheid van het Comité voor de in de artikelen 13 en 14 van het protocol bedoelde onderzoeksprocedure. De instemming met het protocol volstaat daartoe.

Er werd gekozen voor de goedkeuring van het Facultatief Protocol met inbegrip van de onderzoeksprocedure en met de uitdrukkelijke erkenning van de bevoegdheid van het Comité voor interstatelijke mededelingen op basis van volgende redenen. Zij biedt de

(13)

R IA

Vlaams Actieplan Kinderrechten 2011-2014 en Beleidsdocument Mensenrechten – en aan de beslissing van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot goedkeuring van het protocol.

9 Contactinformatie

Joost Van Haelst

Coördinator Kinderrechten Afdeling Jeugd

Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen Tel. 02 553 33 73

joost.vanhaelst@cjsm.vlaanderen.be

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Beleidskader Jeugdhulp in de Peelregio | 10 december 2013 | pagina 7 Verschillende sectoren (jeugdzorg, LVG, GGZ) bieden dezelfde vormen van specialistische jeugdhulp aan.. Dit

Een tiende van de Wmo-cliënten is het niet eens met de stelling en is dus van mening geen betere kwaliteit van leven te hebben door de hulp of ondersteuning.. Figuur 21: Door de

Binnen het nieuwe jeugdstelsel zijn de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Veiligheid en Justitie verantwoordelijk voor het landelijk toezicht

maatschappelijk werk, individueel). Deze paragraaf geeft een beknopte beschrijving van deze functies en beschrijft welke onderwerpen voor deze functie specifiek relevant zijn

De meeste signalen betreffen de instellingen waar jeugdigen 24 uurs verblijven en de instellingen voor jeugdbescherming. Ook waren er enkele signalen over wijkteams. ‘Anders’

Aan een breed algemeen publiek wordt uitgelegd wat gemeenten doen, hoe gemeenten werken en hoe we meer voor elkaar kunnen gaan betekenen.. De veranderingen voor jeugd, zorg,

Website: aan een breed algemeen publiek wordt uitgelegd wat gemeen- ten doen, hoe gemeenten werken en hoe we meer voor elkaar kunnen gaan betekenen. De veranderingen voor jeugd,

In Albrandswaard moet het GOSA de sluitende keten zijn voor Albrandswaardse jeugdigen en gezinnen die betrokken zijn of te maken hebben met huiselijk geweld en kindermishandeling.