• No results found

Tweestrijd, halfheid!Officieel bestaan er geen rangen en standen meer binnen CD(&V). Officieel heeft

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Tweestrijd, halfheid!Officieel bestaan er geen rangen en standen meer binnen CD(&V). Officieel heeft"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Tweestrijd, halfheid!

Officieel bestaan er geen rangen en standen meer binnen CD(&V). Officieel heeft iedereen zich achter het evaluatierapport van de “commissie Verherstraeten” geschaard dat de mokerslag van 13 juni niet aan personen te wijten is, maar aan het collectief zoe- ken naar compromissen en het laten primeren van het regeringsbeleid op een duidelijke partijlijn. Officieel wil CD(&V) constructief mee onderhandelen over een werkbare coalitie en weer aansluiting zoeken bij de grondstroom in Vlaanderen. Officieel staat de partij volop achter interim-voorzitter Wouter Beke en zijn oproep om de lieve vrede te bewaren. Onder het motto: ‘Verliezen doen we samen. Opnieuw winnen ook.’

Maar wie zijn oor te luisteren legt in de wandelgangen van de Wetstraat, weet dat er achter de schermen een open oorlog woedt tussen Kris Peeters en Yves Leterme, tussen de Vlaamse vleugel en de belgicisten, die met steun van het ACW de stelling verdedigen dat de aarde niet rond de zon draait en dat al dat gedoe over een coperni- caanse revolutie praat voor de vaak is. En zoals dat meestal gaat: wanneer twee hon- den vechten voor een been, probeert een derde er mee heen te lopen. Rik Torfs is gebuisd als kandidaat-rector voor de KU Leuven, hij probeert nu maatschappelijke revanche te nemen bij CD(&V). Uit het Evangelie volgens Torfs: ‘Ik geloof dat bij de christendemocraten de sleutel voor de samenleving van morgen kan zitten. Op voor- waarde dat de partij grondig wordt vernieuwd. Een beetje cosmetisch opsmukwerk zal niet volstaan.’ Om er meteen Messiaans aan toe te voegen: ‘Ik ben kandidaat-ver- nieuwer.’ Torfs heeft wellicht de gang van zaken bij CD(&V) eens goed geanalyseerd, en geconcludeerd dat Leterme drie jaar schoon weer heeft mogen maken met de par- tij, en daarbij het christelijk personalisme heeft gereduceerd tot de belangen van enkel en alleen zijn eigen persoon. Kan men het hem dan verwijten dat ook hij schaamteloos zijn eigen ambitie uitspeelt, en daarbij - alweer in navolging van Leterme - poneert dat CD(&V) ‘er de komende tijd in elk geval geen wedstrijd Vlaams, Vlaamser, Vlaamst van moet maken’? We hebben daar van Wouter Beke nog niet te veel reactie op gehoord.

Beke vond het blijkbaar belangrijker zich op te winden over de coöptatie van Huub Broers tot senator voor de N-VA. Al was het maar omdat de overstap van Broers nog een pak andere CD(&V)’ers op verkeerde gedachten zou kunnen brengen. Wouter de bleke Mosselman!

Maar goed, als ze bij CD&V opnieuw met het hoofd tegen de muur willen lopen, dan moeten ze Rik Torfs dringend nog meer ruimte geven om zijn allerindividueelste emo- ties op te dringen aan het grote publiek. Kris Peeters heeft dat snel begrepen, en zette in een interview met Gazet van Antwerpen de tegenaanval in. Volgens de minister-pre- sident moet Torfs duidelijk weten ‘dat we binnen de partij gaan voor de Copernicaanse omwenteling, voor beduidend meer bevoegdheden voor Vlaanderen. Iedereen moet zich aan die lijn houden, ook Rik Torfs. Daar is géén discussie meer over.’

Die laatste zin is uiteraard alleen maar grammaticaal correct. Trouwens, Peeters steekt in hetzelfde interview een tandje bij in de loopgravenoorlog rond Ieper. ‘Op een gegeven moment heeft de partij onder impuls van Yves Leterme gekozen voor het

“samenwerkingsfederalisme”. Dat staat haaks op het congres van Kortrijk in 2001, toen we uitdrukkelijk hebben gekozen voor het confederalisme. We hebben nooit kunnen aantonen dat het samenwerkingsfederalisme werkt. Daardoor is het ook nooit echt aan- geslagen.’ Aha, voor één keer worden hier eens duidelijk man en paard genoemd, ook al voegt Peeters er wat later aan toe dat hij geen behoefte heeft om Yves, Marianne of wie dan ook publiek te bekritiseren. Maar als dit geen publieke kritiek is, welke slaande argumenten worden er dan binnenskamers bij de CD(&V)-top zoal gehanteerd?

Ook onder meer Mia de Schamphelaere en Stefaan de Clerck hebben zich intussen geroerd, en de nadruk gelegd op de Vlaamse opdracht van CD(&V). Maar het blijft de vraag hoe het allemaal zal uitdraaien, en wat de krokodillen van ACW en ACV zullen doen. Gewezen minister-president Luc van den Brande heeft onlangs in het weekblad Knack nog een aantal niet mis te verstane uitspraken in dat verband gedaan. Veel men- sen snakken naar verandering, en het ACW en de andere sociale bewegingen moeten dat volgens Van den Brande inzien. ‘In plaats van zich daar tegen te verzetten, zouden de sociale bewegingen veel beter een constructieve rol spelen in het onafwendbare communautaire veranderingsproces. Dan zouden ze zich pas echt kunnen inzetten voor het behoud van de solidariteit. Het ACW moet zich klaar maken om een nieuwe staatshervorming te steunen, en wel meteen.’

Natuurlijk is de vraag hoe zwaar iemand als Van den Brande nog weegt, en welke richting eventuele steun van CD(&V) voor een staatshervorming zal aannemen. De discussie over het geslacht van de zogeheten Octopusnota voorspelt in elk geval niet veel goeds. Bedoelde nota werd in juli 2009 aan het Vlaamse regeerakkoord van Pee- ters II gehecht, maar gaat al minder ver dan de vijf resoluties van het Vlaamse Parle- ment uit 1999. Kamerlid Hendrik Bogaert had het vorige week over die nota als een te behalen minimum. Voor Beke echter is het enkel een basis of toetssteen, voor Pee- ters een kompas. Voorlopig is het nog altijd hetzelfde met CD(&V): tweestrijd en dus halfheid, en bovendien: zolang Leterme niet onder de zoden ligt, dreigt alleen maar meer veeltsjeverij.

Deze week :

• CD(&V)??? 1-2

• Nationalisme 2

• De wegdeemsterende haan 3

• Pieter Geyl 5

• Het einde van de waanzin 7

• Weerbaar 12

• De Vlaamse vennootschapsbelasting 14

Vernieuwde webstek!

Plankzeil naar...

www.pallieterke.info

65

ste

jaargang • nummer 29 • woensdag 21 juli 2010 1,85 euro

Sociale afbraak een halt toegeroepen

Gelukkig strijden in deze barre economi- sche tijden nog enkele moedigaards voor het behoud van onze sociale rechten en zelfs voor de uitbreiding ervan. Zo slaagde een 44-jarige politieagent uit het Duitse Mün- ster erin de voortgaande sociale afbraak toch enigszins een halt toe te roepen. De administratieve rechtbank van zijn stad gaf hem gelijk in een dispuut met de werkge- ver en die overwinning levert hem een week extra vakantie op per jaar. Volgens de ijve- rige diender kost het hem dagelijks zowat een kwartier om zijn dienstuniform aan en uit te trekken. Aangezien hij geacht wordt dat dagelijks ritueel in zijn vrije tijd uit te voeren, is hij op jaarbasis zowat 45 uur onle- dig met dienstverrichtingen waarvoor geen arbeidstijd wordt beschikbaar gesteld. U ver- moedt in de persoon van zijn werkgever wel- licht een vroegnegentiende-eeuwse slaven- drijver, maar dat moet overdreven genoemd worden. De patroon kan geen totaal gebrek aan tegemoetkomendheid verweten worden.

Hij was bereid de tijd nodig om dienstpi- stool, handboeien en peperspray aan te gor- den als effectieve arbeidstijd te erkennen.

Maar onze alerte Münsteraar liet zich door dat kluitje niet in het riet sturen. Terecht, want welk gezag gaat er uit van een poli- tieagent die uitsluitend getooid met pistool, handboeien en peperspray de baan op gaat om daar de naleving der wetten mee te hel- pen afdwingen? De administratieve recht- bank van Münster ging zelf ook niet over één nacht ijs. Na diepgaand onderzoek kwamen de rechters tot de vaststelling dat het politie-

uniform onmiskenbaar afwijkt van wat een burger in het dagelijks leven rond de leden hangt. Iedereen doet ‘s morgens een broek, hemd (eventueel polootje), kousen en schoe- nen aan. Maar een politieagent dient zich te vertonen in een outfit die vaststelbaar afwijkt van de gebruikelijke vestimentaire gebruiken zijner medeburgers.

De zetelende rechters van Münster stel- den overigens ook een stuitende vorm van discriminatie vast. De collega’s van de proce- derende agent die zich per moto in de strijd gooien, in Vlaanderen bekend als zwaan- tjes, wordt het wel toegestaan zich in de passende lederen kledij te hijsen tijdens hun werktijd. Dat een politieagent zich thuis het uniform al kan aantrekken, vond de recht- bank niet relevant. Hij kan dat, maar moet dat niet. Terecht, want wie zal het een brave borst verwijten dat hij zijn woning liever niet in politie-uitrusting verlaat, ten aanschouwe van alle buren en kennissen. Een mens heeft toch recht op wat privacy. En gaat een red- der in het zwembad zijn huis uit in zijn werk- kledij?

Nu werden soortgelijke zaken al eer- der aan het wijze oordeel van rechtbanken voorgelegd, maar de vonnissen wezen niet in dezelfde richting. De politievakbond is bijzon- der verheugd dat deze belangwekkende zaak nu eindelijk in de goede richting evolueert. En wij zijn blij dat het harteloze kapitalisme hier aan banden werd gelegd, want de brave bur- gers hebben het zo al zwaar genoeg.

EEnmanscollEctiEf

DEn BlootEn KoonincK

(2)

De dingen dezer dagen 2

21 juli 2010

Nationalisme

Geen mens die daar aanstoot aan nam.

Het tegendeel is waar. Het fenomeen werd overal en altijd zonder remmingen beju- beld en aangemoedigd. In de media geen spoor van ook maar het minste geschreven of gesproken woord van kritiek. Ook niet in die van Het Edel Land. In het heuse “voet- baldorp”, opgericht onder de paddenstoel aan de Reyerslaan, zetelde bij elke van het volledige pakket rechtstreeks uitgezonden WK-wedstrijden telkens een in de nationale kleuren uitgedoste en/of daarin geverfde supportersdelegatie van de tegenstanders van die dag en avond.

Tijdens de rust en na afloop werd de winnende helft verzocht op signaal van de applausbegeleider “uit de bol te gaan”. Met veel vlag- en wimpelvertoon. De verliezende helft had enkel woorden van lof voor de win- nende vlag, maar bleef in dezelfde moeite pal achter het eigen vaandel staan. Verbroede- ring alom en altijd, zij het gedompeld in een sfeertje van “eigen volk eerst”. Commen- tator en analisten keken minzaam en goed- lachs toe. En zagen en zegden onverander- lijk dat het goed was.

“Houd op”

De avond van de finale tussen Nederland en Spanje was die van 11 juli, de dag waarop Vlaanderen in zijn feestdag elk jaar zichzelf (h)erkent en viert. In Brussel hield de voor- zitter van het Vlaamse Parlement zijn elf juli- toespraak. Jan Peumans is notoir lid van de V-partij die in Vlaanderen met torenhoge cijfers de verkiezingen won en in dezelfde moeite de traditionele B-partijen tot het sta- tuut van meelopers degradeerde. De sleu- tel tot dat succes was de slogan “durf ver- anderen”.

Peumans durfde dat. Door in zijn toe- spraak nadruk te leggen op de Vlaamse iden- titeit en de daaraan verbonden wens voor ruimere autonomie. Op de achtergrond verhief zich prompt de lichtjes hysterisch klinkende stem van Brussels en VLD-par- lementslid Els Ampe. “Hou op, u besmeurt de reputatie van de Vlamingen met uw nati- onalisme”, beet ze Peumans toe. Zelf had het mens als geboren belgicistische duidelijk niet in de gaten dat ze in “overdrive” en in het openbaar het ware portret van zichzelf en van haar partij als hondstrouw aan België ophing. Uiteraard in alle verdraagzaamheid voor de overtuiging van anderen.

Wie dacht dat de “Vlaamse” media zich achter Peumans en dus niet achter Ampe zouden zetten, had het mis. Ofwel werd de belediging aan het adres van een parlements- voorzitter vermeld zonder vorm van kritiek ofwel was de kritiek voor hem. Zoals de incarnatie van de Vlaamse anti-Vlaming Ives Desmet het in De Morgen verwoordde door te stellen dat “identiteit niet mag ontaarden in egoïsme”. Klaarblijkelijk heeft het ersatz- geweten van Vlaanderen nog nooit gehoord

van de miljardentransfers die de Vlaamse

“egoïsten” naar hun medeburgers in Brussel en Wallonië doorsluizen, jaar in jaar uit.

Vraag en besluit

De regimegazetten die nochtans elke dag opnieuw de opstoot van losgeslagen WK- nationalisme toejuichten, zetten de lezers- rubriek wijd open voor uitingen van bel- gicistische verontwaardiging t.o.v. die (te) verregaande opstoot van Vlaams-nationa- lisme. Waarmee het ultieme bewijs werd geleverd dat voor de Vlaamse media zowel als voor “politiek correct” elke vorm van nationalisme als waardevol en toe te juichen dient beschouwd, met het Vlaams-nationa- lisme als de uitzondering die de regel moet bevestigen. In die zin was het tekenend dat VRT-radio in avondlijke nieuwsbulletins aller- hande voluit aandacht besteedde aan de ont- knoping van het WK voetbal en geen woord aan de Vlaamse feestdag.

Ik wil U als anti-Vlaams “pareltje” van een “Vlaming” het werkstuk niet onthou- den dat ene Thomas van Linter uit Wette- ren onder de titel “identiteit” pleegde in Het Nieuwsblad. Lees mee en geniet: “Iedereen mag er blijkbaar een identiteit op nahouden en daar een staat op bouwen: Vlamingen (sic!), Walen, Catalanen, Nederlanders, enz.

Behalve... de Belgen (resic!) Het Vlaams-nati- onalisme liet zich weer eens van zijn minst fraaie kant zien in de elf julitoespraak van Jan Peumans. De Nederlandstaligen in België krijgen de mogelijkheid om slechts één iden- titeit/nationaliteit aan te nemen, de Vlaamse.

Wie zich Belg noemt, wordt afgeschoten als volksverrader of onbenul en het recht ont- zegd zijn of haar identiteit te beleven. In het buitenland noemen ze zoiets totalitarisme, in het Vlaanderen van Peumans “democra- tie”.” Einde citaat.

De vraag of deze literaire en politiek bevlogen Belg bij het plegen van zijn proza last had van de hitte of zelfs van een zonne- steek laat ik beter open. Maar het zou wel kunnen, voor zover het niet zeker is, dat hij de begrippen Belgisch en Vlaams ietwat door elkaar gehaspeld heeft. Want bekijk het werkstuk met dien verstande dat ge Belg - Belgisch vervangt door Vlaming - Vlaams en Nederlandstaligen door Francofonen en het opgehangen beeld beantwoordt perfect aan de Belgische realiteit.

Het is ver van hoopgevend als besluit te moeten vaststellen dat zolang de media, de traditionele partijen en intellectueel links het Vlaams bewustzijn blijven sturen in de rich- ting die ziende blind blijvende Vlamingen à la Thomas van Linter produceren, het Vlaamse streven naar zelfbestuur eerder nog in een begin- dan in een eindfase zit. Of dacht u mis- schien nog dat de “restyling” van de partij van De Wever, en van hemzelf, al niet volop wordt uitgeprobeerd?

D.Mol

Geen manifestatie die zo nadrukkelijk en collectief in het teken staat van natio- nalisme als een megasportevenement. Wie daar nog enige vorm van twijfel over had, zal die ergens onderweg tussen begin en einde van het WK voetbal wel zijn kwijtgespeeld. Ik heb het dan niet specifiek over de naar waanzin overhellende Oranjegekte bij terugkeer in eigen land van de verliezers van de WK-finale. En evenmin over de losgeslagen Spaanse furie bij die van de winnaars. Wat daar drie weken aan voorafging, was de topdemonstratie van een uit alle vier de windstre- ken naar Zuid-Afrikaanse bodem overgewaaid nationalisme.

Elio en Bart werken er aan!

CD&V op zoek naar...

wat eigenlijk?

Di Rupo en De Wever maken de journa- listen in elk geval horendul met hun indruk- wekkend stilzwijgen. De Standaard pro- beert haar kolommen binnenlandse politiek dan maar gevuld te krijgen met een zowat twee bladzijden lang artikel over... de plaat- sen waar Di Rupo en De Wever ‘ontvangen’.

Met begeleidende kaart van Brussel inbe- grepen. Wie niets beter omhanden heeft in deze vakantietijd, kan een politiek zoek- tochtje naspelen met de familie in en rond de Wetstraat.

De kranten moeten dus dagelijks voer bie- den, maar bij in- of preformateurs is geen nieuws te rapen. Dan de schijnwerpers maar op CD&V gericht. Die partij ligt met zware brandwonden in de lappenmand. Brandwon- den en schijnwerpers gaan niet goed samen en vandaar dat we uit de krantenkolommen zowat letterlijk het gekreun uit CD&V kun- nen horen opstijgen.

Rik Torfs speelt een hoofdrol. In Knack legt hij zijn ziel bloot. Dat Torfs wil nadenken over de christendemocratie siert hem. Dat hij, de grote criticus van de Kerk, het insti- tuut nu juist wat in bescherming neemt in deze troebele tijden, mag hem ook ten goede geduid worden. Maar zijn communautaire analyses ruiken behoorlijk verduft.

We citeren uit het vraaggesprek in Knack.

Vraag: “Bij CD&V was de communautaire boodschap behoorlijk verwaterd, wat vol- gens sommigen mee het verlies verklaart.”

Torfs: “Daar geloof ik niets van. Op commu- nautair vlak verschillen de Vlaamse partijen niet veel van elkaar. Het enige verschil is dat voor N-VA het eindpunt het verdwijnen van België is. Het verlies van CD&V moet zeker niet worden toegeschreven aan de verwa- tering van het Vlaamse profiel. We moeten er de komende tijd dus zeker geen wedstrijd Vlaams, Vlaamser, Vlaamst van maken.”

Lik op stuk

Hij kreeg de wind snel van voren. In een stuk op de webstek van de VRT maakt oud- kamerlid Mia de Schamphelaere er kipkap van. Maar brave Mia verloor haar zetel op 13 juni en staat niet echt in het centrum van de CD&V-macht. Ook Eric van Rompuy schuddebolt bij Torfs’ boodschap, maar ook hij staat al jaren feitelijk aan de zijlijn. Voor Kris Peeters ligt dat anders. Hij deed niet echt mee op 13 juni en kwam zo, als enige

topman uit de partij, redelijk onbeschadigd uit het bloedbad. In Gazet van Antwerpen geeft ook hij Torfs lik op stuk.

“We hebben ook onze Vlaamse lijn onvol- doende in de verf gezet. Meer zelfs, we zijn er communicatief van afgeweken.” Dat moet u eens uitleggen, vraagt GvA. “Op een gege- ven moment heeft de partij onder impuls van Yves Leterme gekozen voor het ‘samen- werkingsfederalisme’. Dat staat haaks op het congres van Kortrijk in 2001, toen we uit- drukkelijk hebben gekozen voor het confede- ralisme. Het staat ook haaks op de coperni- caanse omwenteling die de Vlaamse regering voorstaat. Ik heb niks tegen samenwerking.

Maar het samenwerkingsfederalisme heeft te weinig resultaat opgeleverd. Ook geen sym- bolisch resultaat, zoals bijvoorbeeld de over- dracht van gebouwen of de overheveling van de Plantentuin van Meise. We hebben nooit kunnen aantonen dat het samenwerkingsfe- deralisme werkt. Daardoor is het ook nooit echt aangeslagen.”

Dat is andere taal dan die van Torfs en voor de slechte verstaander wil Peeters het ook wel uitdrukkelijker zeggen: “Ik heb de interviews met Rik Torfs ook gelezen. Hoe- wel hij het niet zegt, denk ik dat hij zijn kan- didatuur als CD&V-voorzitter nu al aan het voorbereiden is. Ik betreur dat. (...) Rik Torfs moet ook duidelijk weten dat we binnen de partij gaan voor de copernicaanse omwen- teling, voor beduidend meer bevoegdheden voor Vlaanderen. De gewesten moeten het voornaamste bestuursniveau worden. Ieder- een moet zich aan die lijn houden, óók Rik Torfs. Daar is géén discussie meer over.”

Voilà, scherper zien we partij’genoten’ zel- den met elkaar in de clinch gaan.

Korzelige Wouter

Torfs kan misschien steun vinden bij Mark Eyskens, die zijn verveling wat probeerde te verdrijven door een alomvattend plan in de pers te presenteren om BHV op te los- sen. Hij doet dat onder meer door België als een groot BHV in te richten, middels een unitaire kieskring. Hij kan het niet laten.

Maar Hendrik Bogaert, een generatie of vier jonger dan Eyskens, roert in De Standaard wel zwaar de Vlaamse trom, gevolgd door Vlaams fractieleider Ludwig Caluwé.

En Wouter Beke, de voorzitter ad inte- rim? Die lijkt zijn troepen amper onder controle te hebben en uit één van de wei- nige indiscreties die uit de entourage van Di Rupo en De Wever dan toch konden worden opgevangen, leren we dat hij er zelfs amper in slaagt een partijdelegatie samen te stellen om aan onderhandelingen deel te nemen. Op de aanduiding van CD&V’er Huub broers uit Voeren tot N-VA-senator reageerde hij kor- zelig en defensief. De toestand bij CD&V is bijzonder bedroevend, erger misschien zelfs dan de verkiezingsresultaten lieten vermoe-

den. J. K.

Di Rupo en De Wever lijken een plaatsje in het Guiness Book of Records na te streven. Hoe lang kun je in een democratie in het midden van het gewoel staan en toch geen woord zeggen? Volgens sommigen is het goed nieuws dat er geen nieuws uitlekt. Zou kunnen. De viswijvencultuur ten tijde van Leterme was geen bewijs van veel interne cohesie en wederzijds vertrouwen. Maar herinner u ene Herman van Rompuy. Toen hij premier was, konden de journalisten ook geen rod- dels opvangen aan de diverse kasteelpoorten en Van Rompuy maakte van “rus- tige vastheid” zijn motto. Allemaal een goed teken dat er eindelijk serieus wordt gewerkt, konden we bij de serieuze journalisten lezen. Van Rompuy bewees dat hij een staatsman was, vergeleken bij de geitenboer uit Ieper, werd ons ingele- peld. En wat kwam er op het einde uit de bus. Een scheet in een fles en Van Rom- puy ontvluchtte het Belgische moeras met graagte.

Viering met staartje

Vorige week brachten we onder de titel

“Maddens contra Peeters” een uitvoerig stuk over de Guldensporenviering in Kortrijk, en vooral over de radicale toespraak van Bart Maddens. Het was al een veeg teken dat de ACW-burgemeester Libeer ostentatief de lippen op elkaar hield bij het zingen van de Vlaamse Leeuw. De redevoering van Mad- dens kreeg nog een staartje in de Kort- rijkse gemeenteraad. Groen gemeenteraads- lid en volksvertegenwoordiger Bart Caron stelde tijdens het vragenuurtje dat die Gul- densporenviering te radicaal was, en dat er dingen waren gezegd die beter niet gezegd zouden worden. Volgens hem moest ieder- een zich thuis kunnen voelen op zo’n viering, niet alleen de radicalen. Een vreemd stand- punt. Zouden bijvoorbeeld ook de Fransen, de leliaards en de verraders zich thuis moe- ten voelen op zo’n viering? De burgemeester ging daar niet echt op in, maar hij knikte wel instemmend. Momenteel werkt de gemeente Kortrijk samen met het Guldensporenkomi-

tee, maar eind september zal er een “evalu- atiegesprek” over die samenwerking komen, en bij het Guldensporenkomitee zijn zij daar niet gerust in. Van een burgemeester die zelfs op 11 juli weigert de Vlaamse Leeuw te zingen, verwachten ze niet veel goeds.

marie-rose

Marie-Rose Morel heeft haar lidmaat- schapskaart teruggestuurd naar de Madou in Brussel. Al drie weken geleden. Zij zal daar wel haar redenen voor hebben. Net zoals Bruno Valkeniers en co hun redenen hebben gehad om dat niet aan het klok- zeel te hangen. En om er gelaten en berus- tend op te reageren toen dat via Het Laat- ste Nieuws toch uitlekte.

Het minste wat men kan zeggen, is dat de passage van Marie-Rose in het Vlaams Blok/Belang niet onopgemerkt is voorbijge- gaan. Waarom het verkeerd gelopen is?

Om vriendschap te sluiten moet ge minstens met twee zijn, maar om ruzie te maken ook.

Marie-Rose heeft nog altijd haar voor- en tegenstanders in de partij.

(3)

3

De dingen dezer dagen

21 juli 2010

Splits zelf de sociale zekerheid!

Word lid van het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

Hoofdzetel: Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be

Aan Carl Devos

Bezorgd en verontwaardigd Te Brussel en te Gent

Gij Sp.ammer,

Brief aan ...

Gij hebt een bureau op de Universiteit van Gent, twee luxesuites op de VRT (één voor uw radio- en één voor uw tv-optre- dens), en een apart salon in Villa Politica.

Gij hebt samen met Siegfried Bracke - voor die ging opportuniseren bij de N-VA - het schakelzinnetje ‘Wat hebben we nu weer geleerd?’ in de audiovisuele media bin- nengesluisd. En gij vormt samen met Dave Sinardet, Kris Deschouwer, Marc Hooghe en Stefaan Walgrave het kleine kringe- tje van politieke deskundologen waar de openbare omroep steevast een beroep op doet. (Rarara, beste lezer, wat heb- ben deze vijf manspersonen met elkaar gemeen? Surf naar de webstek www.pavi- agroup.be en neem het lijstje door van de leden van het Pavia-collectief, onder het motto: ‘Een federale kieskring, nu meer dan ooit!’ Dan begrijpt u ook beter waarom zij wél te pas en te onpas wor- den opgevoerd, en iemand als Bart Mad- dens tegenwoordig als een pestlijder uit de ether wordt geweerd.) Met andere woor- den, kameraad Devos: gij zijt een echte BV, een ware Belgische Vlaming, en bijgevolg hartelijk welkom aan de Reyerslaan.

Nu moeten we - eerlijk is eerlijk - toch toegeven dat uw analyses af en toe rede- lijk te pruimen zijn en dat we er bij wij- len zelfs in slagen u op enig streven naar objectiviteit te betrappen. Dat is com- pleet anders dan bij die misselijkmakende dweil van een Sinardet waar de vooringe- nomenheid als een waterval vanaf druipt, tot grote schande overigens van de Univer- siteit Antwerpen die zo’n kwast in dienst houdt. En wat Deschouwer betreft, die zou de Vlaamse Rand liefst zo snel mogelijk verfransen, om zichzelf tot Politiek Genie te kronen van het Brusselse gewest.

Maar goed, we focussen op uw persoon- tje. Voor ons ligt de laatste editie van het tijdschrift Sampol, oftewel Samenleving en Politiek, waarvan gij een tijdlang hoofdre- dacteur zijt geweest, maar nu door uw voortdurend gependel tussen Gent en Brussel tot gewoon redactielid zijt afge- zakt. Sampol is gelieerd met de gemeen- schappelijke socialistische actie, maar presenteert zichzelf toch als niet-partijge- bonden blad “voor een sociale democra- tie”. Bedoelde editie dateert van net na de verkiezingen van 13 juni, en gij maakt daarin een scherpe analyse van de neder- laag van de Vlaamse socialisten onder de weinig verhullende titel: ‘Sp.a op een abso- luut dieptepunt’. Is het uit teleurstelling over het povere resultaat (14,6 %, het slechtste cijfer sinds de Tweede Wereld- oorlog)? Is het om uw zelfstandig oordeel te beklemtonen? Of hebt ge de bedoeling de sp.a mee uit het diepe dal te halen? Gij noemt het zelf ‘een mengeling van bezorgd- heid en verontwaardiging’, en wij halen een aantal punten naar voren.

- De sp.a heeft niet kunnen profiteren van de crisis van het kapitalisme. Dat kan

slechts als een partij een geloofwaardig alternatief heeft, en de sp.a heeft dat niet.

Evenmin als de PvdA dat had in Nederland.

Het thema van goed bestuur is gekaapt door de N-VA, en alsmaar minder mensen zien die eigenschap nog bij de sp.a.

- De verkiezingen gingen ook om iden- titeit, om de sociaal-culturele grenzen van onze samenleving. De sp.a heeft die uit- daging laten liggen, en overgelaten aan de N-VA. Maar ook budgettair kwam de sp.a er te weinig aan te pas. De partij kwam te laat in de campagne. Ze stelde boven- dien dat het zinloos was becijferde lijstjes met besparingsmaatregelen voor te stel- len, maar kwam uiteindelijk toch met ver- spreide (onduidelijke) cijfers op de prop- pen. Weinig geloofwaardig dus.

- Er stond een team, een goed team, maar een team zonder bezieler. De par- tij heeft professoren te over, maar er was een “populist” te weinig. De centrale figu- ren zijn niet altijd geschikte campagnebees- ten. Het tijdperk van de Teletubbies is lang voorbij.

- Het beeld van de sp.a is dubbel en ver- warrend. Wil ze nu een moderne, open, sociale partij zijn? Of een onversneden socialistische partij? In tijden van crisis en ontslagen is het verleidelijk om samen met de kameraden van de vakbond de vlag recht te houden. Daardoor klonk sp.a oud, traditioneel, klassiek links, voor velen een verhaal van het verleden.

- Temeer: in Vlaanderen is er een cen- trumrechtse, conservatieve onderstroom.

Een partij moet dan ook rekening houden met de perceptie en weten hoe ze zichzelf in de markt zet. Kan die rare, halfslachtige en versleten partijnaam eindelijk eens ver- vangen worden? Sociaal-progressief alter- natief, socialistische partij anders, socia- listen en progressieven anders ... hak die knoop door zodat men weer weet waar de partij voor staat.

- Conclusie: sp.a moet hopen dat er pas over vier jaar nieuwe verkiezingen komen.

Want er is geen reden om te denken dat ze het plots beter zouden doen.

Maar uiteindelijk, kameraad Devos, wilt gij Gennez en co niet volledig afvallen, en noemt gij het streven naar regeringsdeel- name niet meer dan redelijk, vermits drie jaar oppositie ook niet heeft geloond.

Bovendien wijst gij op de goede relatie met de PS, en ligt de sp.a midden in het bed om deel te nemen aan de macht. Nochtans, is dat niet juist wat wij uit de voorbije ver- kiezingen “hebben geleerd”? Dat de Vla- ming zijn buik vol heeft van de blokkerin- gen vanuit het zuiden van het land? Volgens ons heeft de sp.a een nog veel groter exi- stentieel probleem dan gij al schetst. Graag zien we die leemte in één van uw volgende artikels dan ook terdege opgevuld.

De wegdeemsterende Haan

Zopas bracht het Tory-gezinde weekblad The Spectator een pleidooi om in het Verenigd Koninkrijk het schoolvak Frans af te schaffen. Het Engels heeft weliswaar een nauwe historische band met het Frans, maar dat geldt ook voor het Latijn, en het zou nuttiger zijn om het Latijn te herwaarderen dan verder nog tijd te ver- liezen aan het Frans, zo betoogt Rod Liddle. De lesuren moderne talen zouden beter gevuld worden met Arabisch, Spaans, Hindi/Oerdoe of Chinees.

Volgt dan nog een lijstje redenen waarom het Frans zijn internationale belang kwijt- geraakt is. De taal van de diplomatie is het allang niet meer, en de meeste met Frank- rijk bevriende landen die lange tijd het Frans als tweede taal aanleerden, zijn daar inmid- dels mee gestopt te voordele van het Engels.

Behalve desnoods de Canadezen en voorlo- pig nog wat West-Afrikanen heeft niemand ter wereld nog belang bij Frans als tweede taal. Aan het verre België dacht blijkbaar nie- mand in dat Londense redactielokaal.

In mijn kinderjaren zag je nog eens een Franse film op tv of in de bioscoop, en op de radio weerklonk regelmatig een Frans chan- son. Dat was deel van het Vlaamse cultu- rele referentiekader. Lang na het inkrimpen van zijn politiek-militaire of “harde” macht had Frankrijk nog een grote culturele uit- straling of “zachte” macht. Het had nog wat impact via Jean-Paul Sartre en Mei ‘68, zoals eerder via Voltaire, het Groot oosten en L’Internationale. Persoonlijk waardeer ik wel de voordelen van eerstehandse blootstel- ling aan die Franse cultuur, net als Wannes Vandevelde, die na lezing in het origineel van Gustave Flaubert zei: “Merci Belgikske.”

Maar mijn kinderen kennen van de Franse cultuur helemaal niets, behalve misschien een paar van die liedjes die hun vader op de autoradio wat luider zet, uit jeugdsentiment.

En ik ga ze hun niet opdringen. Spontaan exploreren ze wel het Japans, want daar- van ondergaan ze de zachte macht via judo, manga’s en animatiereeksen als Dragonball en Avatar. Het powerhouse van zachte macht is natuurlijk de Engelstalige cultuur, die nu ook Frankrijk overspoelt. Zelfs in Parijs vin- den ééntalig Engelse wetenschappelijke con- gressen plaats hoewel de deelnemers alle- maal het Frans machtig zijn.

Vlaamse wezels

In het licht van de wereldwijde neergang van het Frans blijkt weer maar eens hoe uniek onbekwaam de Vlamingen zijn in het mee- surfen op de tijdgeest. Elders is men mentaal klaar voor de splitsing van het slecht gere- puteerde België terwijl men hier geen idee heeft hoe die in godsnaam tot stand te bren- gen. Elders lacht men meewarig om wat er nog rest aan anachronistische Franse trots, maar in dit land worden Vlaamse gemeen- ten heus bedreigd door agressieve Fransta- lige gebiedshonger en demografische ver- dringing. Vele politici en hun letterknechten voelen zich in naam van de ruimdenkendheid zelfs genoopt daaraan bij voorbaat toegevin- gen te doen.

Het moet toch mogelijk zijn de anti-Franse wind die internationaal zo krachtig waait, in de zeilen van de Vlaamse belangenbeharti- ging te vangen. Het zal natuurlijk niet lukken als men in Brusselse salons met PS en FDF over compromissen onderhandelt, binnen een Belgische horizon. Laat ons de bekrom- penheid die de belgicisten ons willen opdrin- gen, loslaten en de zaken iets breder bekij- ken.

Een voorbeeld van het verschil dat zulke perspectiefverschuiving maakt, betreft de opnieuw onzekere afgrenzing van het Vlaamse grondgebied. Vlaamse wezels recht- vaardigen hun afkeer voor Vlaamse onafhan- kelijkheid (annex Waals rattachement) met het argument dat Vlaanderen dan over zijn hele lengte aan Frankrijk komt te grenzen.

Ik heb het nog horen gebruiken door nie- mand minder dan Hugo Schiltz. Voor de tal- loze flaminganten die romantisch in het ver- leden leven en het eeuwige Frankrijk met de agressor Lodewijk XIV vereenzelvigen, kan het pertinent klinken. De werkelijkheid

van vandaag is echter dat het grote Frankrijk een betere buur is dan het kleine Wallonië van de PS, dat zelf weer een betere buur is dan het piepkleine Brussel van het FDF. Of dacht je nu echt dat staatslieden in het verre Parijs zich gaan bezighouden met de nukken van een handvol franskiljons in Kraainem?

Dat Frankrijk met zijn rijpe diplomatie zich internationaal onmogelijk gaat maken door te morrelen aan de grenzen van een misera- bel buurlandje?

De Belgische Franstaligen kunnen de Vlaamse politici maar afdreigen en de hoek in duwen omdat die alleen naar de nega- tieve evolutie van de plaatselijke bevolkings- cijfers kijken, en naar de zeer plaatselijke mediahetze tegen elke blijk van Vlaams zelf- respect. Vang de internationale wind in je zeilen en je blaast die franskiljonse drukte- makerij zó weg.

Nederlands, Engels, Duits...

Op mijn recente kritiek op plannen om het Engels een officiële status te geven in België, kreeg ik nogal wat negatieve reacties uit het milieu van managers en techneuten. (Merk terloops mijn onwillekeurig anglicisme op.

Goed Nederlands zou geweest zijn: “heb ik reacties gekregen” in plaats van “kreeg ik reacties”.) Op Brussels Journal werd zelfs gepleit voor het Engels als enige werktaal op federaal niveau. Dat schept formele gelijkheid tussen Vlamingen en Franstaligen. Geen fei- telijke, maar zij kunnen moeilijk luidop gaan protesteren dat hun Engels zoveel slechter is dan het onze, want dat zou Yves Letermes opmerking over hun geringere taalverwer- vende intelligentie bevestigen.

Tja, leuk ideetje. Iets realistischer lijkt me, het statuut van Brussel radicaal te wijzigen.

De Europese rol van Brussel (als we die wil- len bestendigen, wat zelf ook weer een poli- tieke keuze vergt) vraagt daar eigenlijk om, de wind waait in die richting. Het is dus zaak om de Vlaamse aan de Europese belangen te koppelen. Neem als Vlaanderen zelf het initiatief met een plan dat de plaats van het Nederlands als officiële taal verder waar- borgt en tegelijk voor de Europese part- ners voordelig is. Geef het Engels daar inder- daad een officiële plaats. En ik ben geneigd te zeggen: ook het Duits, want dat is toe- vallig al een officiële taal in België, het is de meest gesproken taal in de EU, en het levert je machtige bondgenoten op. Die zal je nodig hebben wanneer je met een door Le Soir gedesinformeerde eurocratie afspra- ken moet maken die een grote impact zul- len hebben op de toekomst van het Neder- lands in Brussel.

Mogelijk heeft iemand van u een beter plannetje, dan nemen we daar graag ken- nis van. In ieder geval, het is op dát niveau dat Vlaamse beleidsmakers moeten denken.

Binnen België, waar de dobbelstenen in ons nadeel vervalst zijn, valt er toch niets eer- baars meer te halen. En voor zover er daar nog zaken te regelen vallen, zal de tegenpar- tij meer ontzag hebben voor een gemeen- schap die zichzelf internationaal op de kaart plaatst.

Koenraad elst

EEn aangEkondigd vErtrEk Er zullen er in het VB maar weinigen zijn die echt verrast waren door het vertrek van Overmeire. Karim is een participatio- nist: hij wil deelnemen aan het beleid. Pro- bleem is dat niemand - zelfs de N-VA niet - met Vlaams Belang in zee wil. Het cor- don, weet u wel? Van Overmeire is dat cor- don zo beu als koude pap. Hij wil ervan af.

Volgens hem ligt het aan de partij zelf dat ze niet van dat cordon afraken. Daar kan over gediscussieerd worden, maar het cor- don was er wel eerst.

In oktober van vorig jaar publiceerde Van Overmeire al een zeer kritisch stuk: de par- tij moest van koers veranderen om uit het cordon te raken. Het werd mede onderte- kend door en aantal VB-leden, onder meer door Geert Goubert, Erik Tak, Bruno Ste- venheydens (die inmiddels ook al de partij

heeft verlaten) en Gerdje van Steenberge.

Dat stuk viel bijzonder slecht bij de partijlei- ding. Van Overmeire werd toen al toegebe- ten dat hij dan maar naar de N-VA moest overstappen. Hij doet dat niet, maar gaat met het zicht op 2012 in Aalst zijn eigen partij oprichten. Voor het overige heeft de oud-NSV’er en oud-Voorposter geen pro- grammatisch kweddelen met de partij.

Hij blijft even radicaal Vlaams en anti-Bel- gisch.

(4)

De dingen dezer dagen 4

21 juli 2010

Maar de Castilliaan Filips, die geen van de talen van de Nederlanden kent, is geobse- deerd door de achteruitgang van het katho- licisme en kan zich, zoals alle vorsten van zijn tijd, niet indenken dat er meer dan één waar- heid zou zijn in zijn landen. Al die nieuwe bis- dommen zijn dan ook nodig om erop toe te zien dat de ketters intenser vervolgd wor- den. In de diepere zin van de godsdienst is ook Filips niet echt geïnteresseerd. Dat bewijst zijn aanstelling van de eerste aarts- bisschop van Mechelen. Antoine Perrenot de Granville, minister van vader Karel en poli- tiek adviseur van Filips, zet nauwelijks een voet in Mechelen. Tot zijn terugroeping na het begin van de Opstand verblijft hij bijna voortdurend aan het hof van de landvoog- des in Brussel.

De Opstand ruïneert een goed deel van de Nederlanden. Eerst nadat de fronten min of meer stabiel zijn na de herovering van Ant- werpen kan er in het zuiden weer aan de heropbouw van de katholieke Kerk gedacht worden. Veel dorpen zijn bijna uitgestor- ven, in de steden staan de kerken er kaal en geplunderd bij. In Mechelen is de bisschops- zetel zelfs zeven jaar vacant en verscheidene andere bisschoppen weigeren het verarmde aartsbisdom te leiden. Filips II doet in 1596 een beroep op een echte Mechelse priester, zoon van een volder. Matthijs van den Hove was ooit pastoor van de Sint-Pieter-en-Pau- lusparochie en bestuurt al 7 jaar het bisdom in afwachting van. Hij krijgt van de koning nu ook officieel de passende mijter en kromstaf voor een paar jaar; zo denkt men toch. De nieuwe aartsbisschop sterft echter eerst 25 jaar later en is één van de grote architecten

van de triomfantelijke wedergeboorte van het katholicisme.

Van den Hove zorgt ervoor dat hij het nodige geld bijeenzamelt. Filips II heeft indertijd iedere nieuwe bisschop een abdij geschonken. De monniken van Affligem mogen hun klooster heropbouwen, maar moeten (bijna 300 jaar lang) hun abt-aarts- bisschop een flink deel van de inkomsten schenken. Van den Hove kan zelf maar 67 van zijn 500 pastoors benoemen. Dat blijft meestal de bevoegdheid van de plaatse- lijke heer. De aartsbisschop stelt daarom 12 dekens aan die ieder zo’n 40 parochies con- troleren. De aartsbisschop sticht een semi- narie om eindelijk priesters goed op te lei- den, al wordt dat niet op prijs gesteld door de Leuvense universiteit die nog lange tijd via haar theologische faculteit de meeste gees- telijken levert.

Het is voortaan gedaan met pastoors die niet eens in hun parochie wonen (vroeger ruim de helft), die in concubinaat leven met vrouw en kinderen, die meer in de herberg dan in de kerk zitten en die alleen de mis opdragen op uren die hen schikken. Ook de priesters die alleen wat sacramenten toe- dienen en niets meer, voldoen niet langer.

Pastoors moeten preken en hun gelovigen onderrichten met behulp van een catechis- mus. Vooral oudere pastoors hebben een hekel aan die nieuwigheden.

In de plooi

Maar met de gewapende vrede herleeft vanaf 1600 ook de economie. Het aartsbis- dom en de rest van de Zuidelijke Nederlan- den krijgen het vertrouwde gezicht. De ker-

ken worden hersteld of krijgen een nieuwe barokke aankleding. Er is dus veel werk voor duizenden ambachtslieden en hun arbeiders.

Overal verschijnen voor de eerste keer biechtstoelen in de kerken. Ook de kloos- ters worden hersteld. Er verschijnen weer oude orden en er komen nogal wat nieuwe bij; in alle soorten en gewichten. In de ste- den is de concurrentie soms bitter tussen de seculieren en de regulieren, d.w.z. tussen de pastoors en de kloosters die in hun kerken en kapellen ook geld collecteren en de lief- dadigheid beoefenen.

Ook voor de gelovigen is het wennen.

Vooral op het platteland controleren de nieuwe pastoors dat iedereen zijn zondags- plicht vervult. Soms geen pretje in een koude kerk, zonder zitbanken (alleen voor de rij- ken) waar de honden binnen- en buitenlo- pen. Boeren laten niet graag hun boerderij alleen, want soms is het drie kwartier lopen naar de kerk. Dankzij de vroegmissen moe- ten voortaan niet alle boerderijbewoners op hetzelfde moment naar de mis. De zondag is de verplichte rustdag, in de oogsttijd komt dat soms erg ongelegen. De meeste pastoors zijn echter soepel en doen een oogje dicht.

Twee oude, maar weinig bekende sacramen- ten worden nu algemeen. Koppels zijn niet langer getrouwd als ze elkaar het jawoord geven, want dat moet voortaan voor het altaar gebeuren. En de biecht wordt een vast, zij het niet altijd geliefd ritueel.

Rond 1650 zijn de Nederlanden defini- tief en haast homogeen katholiek. Dus kun- nen koning en later keizer weer hoge ede- len als aartsbisschop aanstellen. Toch is er een groot verschil met vroeger, want ook de edelen nemen hun geestelijke taak welharte.

In de kerkelijke hiërarchie verschijnt een nieuwe dienaar: de onderpastoor; aanvan- kelijk in parochies waar meer dan 700 com- municanten zijn. Pastoor worden is zelfs niet meer vanzelfsprekend. De aartsbisschop- pen organiseren examens om de best opge- leide kandidaat te benoemen. Pastoors kun- nen niet langer meer tezelfdertijd koster en leraar in de plaatselijke school zijn.

Verankerd

Lange tijd wordt de kerk in het Zuiden verscheurd door het jansenisme. Oorspron- kelijk is dit een vrij strenge, maar zeker niet- ketterse interpretatie van de pastoraal;

geïnspireerd door de dan al overleden bis- schop Jansen van Ieper. Echo’s hiervan vind men nog terug in onze jaren vijftig wanneer oudere gelovigen beweren dat het zonde is om in een hostie te bijten. Maar het jJanse- nisme hekelt de morele soepelheid van de toenmalige jezuïeten (een leugen om best- wil is geen probleem) en het legt de klem- toon op de rechten van de eigen bisschop- pen. De vorsten in Madrid, en later in Wenen en de paus in Rome, zien dat anders, want in hun ogen hebben ze te weinig te vertel- len in de Nederlanden. De vorsten benoe- men aartsbisschoppen uit hun andere landen die per definitie anti-jansenist zijn. Alleen de hoogadellijke Waal Thomas d’Alsace is een Nederlander, maar hij is de gehoorzaamheid aan de vorst zelve. Hij laat het inmiddels tot over de grenzen bekende aartsbisschoppe- lijk paleis bouwen.

Tussen 1680 en 1831 kan de aartsbisschop van Mechelen niet in het Nederlands met de eigen kudde communiceren. Franskiljons vindt men ook in de rijke dameskloosters.

In Geraardsbergen proberen sommige over- sten alleen Franstalige nonnen uit Henegou- wen te professen. Het katholicisme dat we ons nog uit onze jeugd herinneren, wordt zichtbaar. Na 1650 dient de aartsbisschop tij- dens zijn vele inspectiereizen het in de ver- getelheid geraakte vormsel toe aan kinderen rond hun zevende jaar. De eerste communie volgt soms veel later; dikwijls rond de leeftijd van veertien. De pastoor oordeelt of iemand wel rijp is en zijn catechismus kent. De eer- ste communie is een individuele plechtig- heid en geen groepsfeest. De priesteroplei- ding wordt almaar beter en gebeurt meer en meer in de seminaries en niet meer aan de universiteit.

De conflicten tussen Kerk en overheid zijn maar klein. Over de vele kerkelijke feestda- gen waarop niet mag gewerkt worden, vallen soms woorden, tot de paus het aantal fees- ten beperkt. De overheid is ook niet gelukkig met de soms strenge vastenregels (verbod op zuivelproducten o.a.) die de arbeidspro- ductiviteit verlagen. Het geloof is nu echt verankerd en het land verdient de bijnaam:

de katholieke Nederlanden. Niemand ver- moedt dan ook rond 1770 dat het geloof en de hele kerkstructuur in gevaar zijn.

Jan neckers

Het Aartsbisdom (2)

Op het moment dat Filips II vijftien nieuwe bisdommen laat oprichten in de Nederlanden, heeft natuurlijk niemand enig vermoeden van de tragedie die zich weldra zal voltrekken. Met de kennis van later is het gemakkelijk om al de aan- zet van de problemen te zien, maar dat voordeel hebben de tijdgenoten niet.

Het katholicisme van die tijd beantwoordt te weinig aan de hang naar spiritua- liteit van sommige mensen. Het geloofsleven is vrij oppervlakkig; als de sacra- menten (vooral de paascommunie) maar gerespecteerd worden, is het al goed.

De priesters zijn dikwijls zeer slecht opgeleid en leven niet veel in celibaat. De kerkelijke hiërarchie is meer met geld, goederen en macht dan met het geloof bezig. De Nederlanden zijn dan ook vruchtbare grond voor zogenaamde kette- rijen; vooral het calvinisme.

Israel houdt weer noodhulp naar Gaza tegen

Elf juli in Zuid-Vlaanderen

Een prangende vraag: hoe vier je 11 juli, dat je een heel heterogeen publiek aanspreekt en je niet vervalt in lang politiek gekleurd ora- kelen? Want dat was het wat Werkgroep de Nederlanden wou bewerkstelligen in Frans- Vlaanderen, een gebied dat met drie staten is verwant: Frankrijk, Nederland en België. Het is een sociaal-culturele manifestatie gewor- den waarbij de klemtoon lag op de Vlaamse liedkunst, onze geschiedenis en ons cultureel erfgoed. In een soort van pelgrimstocht(je) ging de viering van start in Kaaster (Caës- tre) in de kapel van de drie maagden. Door een jarenlange inzet vanwege Werkgroep de Nederlanden Waregem, het Davidsfonds Zottegem, het Europa der Volkeren Brugge (Euvo) en de Federatie van Vlaamse Vrou- wenverenigingen (FVV) zijn alle schilderijen over de drie maagden in de kapel gerestau- reerd en is het Nederlandstalige aspect van de kapel fel opgewaardeerd.

De kapel is nu als bedevaarts- en ont- moetingsplek in Zuid-Vlaanderen in ere hersteld en was op de Vlaamse feestdag de aangewezen plek om Huguette de Bleecker en José Verbruggen, zeer betreurde FVV- voorzitsters en steunpilaren van de Vlaamse zaak, te huldigen. In een met Vlaamse Leeu- wen bevlagde autokararavaan, ging het naar Steenvoorde: een historische plek voor het lot van de Nederlanden. Daar barstte in 1566 immers de beeldenstorm los die vanaf 1585 leidde tot de feitelijke splitsing van de Zeven- tien Provinciën. In de kerk vind je nog tal van memorabilia over deze religieuze brand.

Een wandeling bracht de feestgangers van de kerk naar de markt met zijn Vlaamse café- tjes en waar ook de Vlaamse reus Jan de Houtkapper een onderkomen heeft gekre- gen. Vandaar naar het kerkhof en het ver- nieuwde graf van priester René Despicht.

Op zijn grafkruis is Gezelles boodschap nu weer duidelijk te lezen: “Wees Vlaming dien God Vlaming schiep.” De viering werd heel de tijd opgeluisterd met Vlaamse liederen en bij het graf van Despicht werd het geu-

zenlied “Wilt heden nu treden” uit Vale- rius’ Gedenckklank en het geuzenlied “Mijn schild ende betrouwen” - vermoedelijk van Filips van Marnix van Sint-Aldegonde - door de feestvierders, voorgegaan door de koor- vrienden onder leiding van Jef Coulembier, ten gehore gebracht.

De volgende pleisterplaatsen op deze Vlaamse, verkennende tocht, waren de Kas- selberg en de kerk van Ledringem waar een nieuwe steen “niet zonder God” werd ont- huld. Bij de graven van zestig Engelse solda- ten werd verteld hoe de oorlog in 1940 van Kaaster en Ledringem tot Duinkerke heeft huisgehouden. In het “Vlaams Hol” (Au trou flamand) in het centrum van Ledringem werd verder verbroederd en gezongen. Al met al een verrijkende dag vol afwisseling.

ErkEmbodE

Rob geeft eR weeR een klop op Wat is die Rob Verreycken in dat Sint- Niklase OCMW toch een onmogelijk man- neke! Dat, althans, vinden de “politiek- correcte” maatschappelijke weldoeners in de Wase hoofdstad. Nu dreigt de Vlaams Belanger, die nog niet lang geleden gelijk kreeg van de gouverneur, alweer een klacht bij gouwheer Denys in te dienen.

Spijkers op laag water, uiteraard, want waar gaat het over? Het gaat over een aanbestedingsprocedure voor levering van drank aan alle rusthuizen en cafetaria’s van het Sint-Niklase OCMW, waar miljoe- nen mee gemoeid zijn. Uit die volkomen vol- gens het wettige boekje verlopen procedure kwam toch wel een privéfirma als winnaar uit de bus, zeker! Tot zure spijt van de soci- alisten die, zoals algemeen geweten, hevige supporters zijn van Oxfam en zijn zoge- zegde fair trade. De kameraden van Oxfam moesten en zouden de levering krijgen en

“dus” werd eerst het geldige proces-verbaal

verduisterd om zo te beletten dat boze Ver- reycken het kon inkijken, waarna de aanbe- steding - volkomen onwettig - opnieuw werd opgestart. Dan werd de vergelijking van de inschrijvers nog wat gemanipuleerd en, kijk, als bij wonder kwam toen Oxfam als win- naar uit de strijd om de miljoenen. Van die boer geen eieren, foetert Rob Verreycken en hij gaat klacht indienen wegens gefoe- fel, manipulatie en onwettige bevoordeling van Oxfam. Elke handel die wettig verloopt, is een fair trade, klinkt zijn redenering en zijn klacht is onderweg. Dat Vlaams Belang moesten ze in een cordon steken!

we blijven voRdeRen

Het steekt “de mensen” altijd en immer een hart onder de riem als officiële cij- fers aantonen dat de samenleving vandaag alweer een stukje veiliger oogt dan gisteren.

Dankzij daling nummer elfendertig van “de criminaliteit”. Dat het ene cijfer het andere niet is, bewijst dat van het aantal misdrijven

dat voor de correctionele rechtbank komt.

Vorig jaar waren er dat om en bij 725.000.

Een stijging met drie procent in het alge- meen tegenover vorige jaren. Met in de rubriek “al dan niet gewapende diefstallen”

in het bijzonder + 17 procent. In “slagen en verwondingen” + 7 procent en in “moord en doodslag + 6 procent. We zijn er nog niet helemaal met de multiculturele model- staat, maar we blijven vorderen.

ARme eRic

Eric van Rompuy is mistroostig vanwege het feit dat hij nergens, maar dan ook ner- gens gevraagd werd om een elfjulitoespraak af te steken. Dat is hem nog nooit overko- men. Tja, hoe zou dat komen, nietwaar? Hij kan het misschien eens aan Leterme vra- gen. Die heeft zeker en vast een geloof- waardige uitleg.

(5)

5

De dingen dezer dagen

21 juli 2010

Pieter Geyl als autobiograaf

“Zal ik u twintig man lenen?”

Dat alles staat uitvoerig beschreven in de autobiografie van de internationaal befaamde historicus Pieter Geyl, “Ik die zo weinig in mijn verleden leef: autobiografie, 1887-1940”.

Niet te verbazen dat het onthullende boek pas kon verschijnen na het overlijden van zijn twee kinderen. Geyl houdt immers geen blad voor de mond. Al zijn amoureuze avon- turen, meningen over collega’s en vrienden, de vriendjespolitiek aan de Nederlandse universiteiten tijdens het interbellum, wor- den omstandig uit de doeken gedaan. Geyl schreef zijn herinneringen uit het hoofd tij- dens zijn gevangenschap in Buchenwald en Sint-Michielsgestel. Het was de Duitsers immers niet onbekend dat hij een fervente bestrijder van het nationaalsocialisme en het fascisme was. Al kort na de bezetting werd hij als gijzelaar gevangengezet. Het manus- cript bevindt zich in het immense (meer dan veertig lopende meter) Geyl-archief dat in de universiteitsbibliotheek van Utrecht bewaard wordt. Het werd voor publicatie klaarge- stoomd door het driemanschap Wim Berke- laar (die een eerste Geyl-biografie wil schrij- ven), Leen Dorsman en Pieter van Hees. Zij zorgden voor een uitvoerig en welgekomen notenapparaat, een uitstekend nawoord en een verklarend personenregister.

Groot-Nederland

Als historicus had Pieter Geyl zich vanaf zijn eerste jaren hartstochtelijk verzet tegen de klein-Hollandse geschiedschrijving, die stelde dat de scheiding tussen Noord en Zuid in de 16de eeuw het resultaat was van een al geruime tijd bestaande en diepgaande kloof. Absolute nonsens, verklaarde Geyl.

De scheiding was te wijten aan geografische en militaire factoren. De grote rivieren die Noord-Nederland doorkruisen, hadden het de Spaanse veroveraars onmogelijk gemaakt de opstand boven die rivieren te onder- drukken. Terwijl Zuid-Nederland door het Spaanse leger heroverd werd, ontwikkelde Noord-Nederland zich boven de rivieren tot een zelfstandige, welvarende en protes- tantse natie. In niet-geringe mate dankzij de tienduizenden Vlamingen die naar het Noor- den vluchtten.

Deze stelling ontwikkelde Geyl uitvoe- rig in zijn onvoltooid gebleven “Geschie- denis van de Nederlandsche Stam” (deel 1 verscheen in 1930). Uiteraard bracht deze geheel nieuwe visie het nodige leven in het historische wereldje. Ook de Belgische his- toricus Henri Pirenne kreeg het schuim op de mond. Met hem rekende Geyl nadien op efficiënte wijze af. Geyl was één van de eer- ste historici die effectief rekening hield met de invloed van geografische factoren in de geschiedschrijving. Een andere stelling van hem luidde dat de geschiedenis een discus- sie zonder eind was.

Daarnaast rekende hij af met de verheerlij- king van de Oranjes. In zijn werk wees hij zijn lezers erop dat zij de bloei van de Verenigde Nederlanden met hun militair amateurisme, dogmatisch calvinisme en hang naar centra- lisatie van de macht meer in de weg gestaan hadden dan bevorderd. Zijn bestrijden van het Oranjenationalisme zou Geyl later zuur opbreken. In 1935 blokkeerde koningin Wil- helmina uit rancune maandenlang zijn benoe- ming tot hoogleraar in Utrecht.

Borginon & co

In 1911 woonde Geyl samen met Cor- rie een Groot-Nederlands studentencon- gres in Gent bij. Het was zijn eerste contact met de Vlaamse beweging. Voor de roman- tische taalnationalist was het meteen liefde op het eerste zicht. In zijn autobiografie wijdt Geyl vele tientallen bladzijden aan zijn inzet en belangstelling voor de Vlaamse ontvoog- dingsstrijd. Veel informatie over de Vlaamse zaak kreeg hij van zijn in Gent wonende fami- lielid en predikant Jan Derk Domela Nieu- wenhuis Nyegaard, later een radicale acti- vist.

Hierna volgen enkele opmerkelijke, anek- dotische citaten uit Geyls boek die hij aan zijn Vlaamse vrienden en tegenstrevers wijdde.

Over Hendrik Borginon: “In het begin van de oorlog had ik in Engeland - Geyl woonde tot 1935 in Londen waar hij eerst journalist en daarna hoogleraar Nederlandse geschie-

denis, en informant van het ministerie van Buitenlandse Zaken was - Borginon ont- moet, een jong advocaat, die ik in 1911 had leren kennen toen hij nog studeerde. Hij was een paar jaar jonger dan ik; een intelligent vinnig kereltje. Die was eind ‘14 of begin ‘15 in Engeland om militair opgeleid te worden en ik lunchte met hem in Cambridge, waar een cholerisch oude heer ons gesprek in de volle eetzaal onderbrak met de opmerking:

‘I wish you two would stop talking German’, tot onze hevige verontwaardiging, waaraan ik driftig lucht gaf.” (92-93)

Over August Borms: “Er was iets ver- makelijks in dat treffen tussen het Ierse en Vlaamse nationalisme. Desmond Fitzgerald - Ierse vrijheidsstrijder - was stomverbaasd over wat hij hoorde. Zo’n geduld, zo’n eer- bied voor de wet! En dat van mensen die zich activisten binnen de Belgische staat hadden durven noemen! Die Borms bijvoorbeeld, die ze daar maar jaren achtereen rustig in de gevangenis lieten zitten! Zijn er nooit eens pogingen gedaan om hem te verlos- sen? Weet je, er is geen gevangenis waar je iemand niet uit halen kunt als je er een paar moedige kerels voor hebt die het leven van een cipier en hun eigen leven niet tellen! ‘Zal ik er u twintig lenen?’ opperde hij eindelijk.

En Vos niets dan lachen en bij zichzelf den- ken: wat een rare kwibus! En uit wat voor wild land komt die man vandaan!” (69)

Over Antoon Jacob, gewezen professor in Gent, 1916-1918: “Met een ietwat samenge- knepen keel kwam ik in het spreekkamertje, waar een ogenblik later Jacob binnengelaten werd. Ongeboeid natuurlijk, en ook niet in gevangeniskledij; althans hij droeg een wijde bruine stofjas. Tamelijk gezet postuur, een zware volle blonde baard (gevangenispro- duct), regelmatige, sterke trekken. Dood- rustig, geen zelfbeklag, een lang, levendig gesprek over de politieke toestanden en ver- houdingen. We waren al wel een uurtje aan het praten toen er een bewaker zijn hoofd door de deur stak en met iets apologetisch in zijn toon zei: ‘Meniere! ‘t Is taid’. Onnavolg- baar was het goedmoedig hooghartig gebaar waarmee Jacob hem wegwenkte, als hij zeg- gen wou: zeker, zeker, laat dat maar aan mij over. Ik wou natuurlijk wegsnellen, maar hij hield me onverstoorbaar zeker nog twintig minuten.” (94)

Over Herman Vos, gematigd vrijzinnig Vlaams-nationalist en hoofdredacteur van

“De Schelde”: “Vos is een man van gelijk- matig humeur en een zeker gemak om zich in verhoudingen en naar mensen te schik- ken. Een man die zich niet ergert, of althans

die zich uit zijn ergernissen kan terugtrek- ken in de regionen van zijn intellect. Een prettig mens, voor mij althans; voor ande- ren had hij iets onpersoonlijks, iets vaags en ongrijpbaars. In de grond verachtte hij (het woord is te sterk als men er enige gemoeds- beweging bij voelt) de middelmaat en min- der waarmee hij in de Vlaams-nationalisti- sche beweging te doen had, en amuseerde hij zich het liefst (behalve met niet heel seri- eus opgevatte liefdesavonturen) met zware lectuur. Ik schertste altijd over zijn manie voor dikke boeken. Hij is inderdaad uiterst belezen, en daarbij uiterst intelligent. Zijn oordeel over de politieke verhoudingen was ook fijn en zeker, maar zijn hart scheen er weinig bij te zijn en had geen behoefte aan actie, zeker niet aan reactie. De aanvallen van ‘Vlaanderen’ lieten hem koud. Hij achtte het oprecht beneden zich om er iets tegen te doen.” (164-165)

Over Josué de Decker, hoogleraar in Gent, 1916-1918, en hoofdredacteur van het radicaal Dietse weekblad ‘Vlaanderen’:

“Een scherpe, smalle, donkere kop, echt de kop van een fanaticus. Een flemend vriende- lijke, zoetsappige manier. Onvermoeibare ijver en toewijding, helder enkelvoudig intel- lect, meester in dialectiek, een van de bijzon- derste geesten in de hele Vlaams-nationale beweging ongetwijfeld, maar een man die naar mijn mening een noodlottige invloed geoefend heeft. Jarenlang heb ik hem zijde- lings en rechtstreeks bestreden, tevergeefs, zijn geest heeft het gewonnen. De Decker wilde maar één ding: België kapot, Vlaande- ren en Nederland verenigd. En dat wilde hij zonder tussenwegen.” (162-163)

Toynbee

Begin jaren dertig, toen het Verdinaso van Joris van Severen en het VNV van Staf de

Clercq opgericht werden, diende Geyl enigs- zins verbitterd vast te stellen dat zijn invloed op de Vlaamse beweging tanende was: “De Vlaams-nationalistische beweging heeft naar mijn waarschuwingen en vermaningen niet geluisterd en heeft mij, de gevierde man van de jaren twintig, in de jaren dertig rustig terzij gelaten om haar eigen weg (naar het verderf) te gaan. Het was, zal men zeggen, vechten tegen de bierkaai wat ik deed, al die jaren door. De tendentie tot zelfvernietiging door extremisme is als een geestesziekte van het nationalisme, waar redeneren niet tegen helpt.” (160-161)

Na 1934 zou Geyl zich haast niet meer met de Vlaamse zaak inlaten. Na zijn benoeming in Utrecht had hij het ook te druk met zijn nieuwe werkkring. De in alle opzichten heel lezenswaardige autobiografie loopt tot 1940.

Pas na de oorlog kende hij zijn gloriejaren: de publicatie van zijn boek over Napoleon waar- mee hij zijn naam als historicus definitief ves- tigde, en vooral zijn polemieken en debatten met de Engelse historicus en systeembou- wer Arnold Toynbee. Hij werd er wereldbe- roemd door. In 1958 werd Geyl onderschei- den met de P.C. Hooftprijs.

In een halve eeuw tijd woelde Pieter Geyl de historische ‘aarde’ in Nederland dusda- nig om dat gesproken kon worden van een

“vaderlandse geschiedenis” van voor Geyl en één van na hem. De publicatie van deze in alle opzichten opzienbarende autobiografie kan niet genoeg geprezen worden.

Maekeblyde

Pieter Geyl, “Ik die zo weinig in mijn verleden leef: autobiografie, 1887-1940” (Amsterdam, Wereldbi- bliotheek, 2009. Ill., 483 blz. Gen, 34,90 euro, ISBN 978-90-2842-286-5).

Als elfjarige jongen beleefde de Groot-Nederlandse historicus Pieter Geyl (1887-1966) de psychiatrische internering van zijn aan morfine verslaafde vader, die dokter was; een gebeurtenis die blijvend op zijn netvlies gebrand bleef. Later werd ook zijn eerste echtgenote Corrie psychiatrisch behandeld en opgesloten.

Ze pleegde in 1933 zelfmoord. Zij had steeds zwaar geleden onder de niet te stel- pen rokkenjagerij van haar echtgenoot. Over zijn huwelijk schreef Geyl: “Als er ooit iemand met open ogen in zijn verderf gelopen is, was ik het” (43). Terwijl de ijdele Geyl zich ontpopte tot een waardig opvolger van Casanova, leed zij zwaar onder de escapades van haar echtgenoot. Hij was echter niet van plan zijn leven in dienst te stellen van Corrie. Hij had wel wat beters te doen...

Feit National

Ter bekrachtiging van De Wevers “convergenties” en Di Rupo’s “com- promisbereidheid”, en ter viering van 21 juli.

Mijn vaderland, dit apenland, viert feest met tricoloor vertoon, met vorst en kardinaal.

Gij, flinke vaderlander die dit leest,

vier mee want ‘t is wellicht de laatste maal.

In deze tijd van onverschilligheid

gaat ‘t unitair gevoel met sprongen achteruit ten koste van het Nationale Feit.

Er wordt tot Vlaamse revolutie opgeruid.

La Brabançonne gezongen dus van noord tot zuid.

Voor wie de tekst niet kent, ‘t is simpel: pon pon pon of la la la; ge flapt er maar wat uit.

Hoe klonk het van die ezel weer die iets niet kon?

Wij vieren ‘t Nationale Feit met stijl,

met blik beladen Weerstand op de eerste rij.

De driekleur ter versiering van een dweil die dienen kan als voetveeg, inspireerde mij.

Die dweil spookt mij voortdurend door mijn kop.

Als ik een huis voorbij ga waar een driekleur hangt, betrap ik mij schier dagelijks erop

dat mijn bedorven geest ze door een dweil vervangt.

Ik schaam me dood en vraag terstond pardon, al was het maar om met de mode mee te gaan.

Het hamert in m’n kop van pon pon pon

als plots m’n muze zegt: “Geef mij die dweil eens aan.”

Ik sis haar toe: “Gij brengt mij op de dool en voor een muze vind ik dat gebrek aan stijl.”

“Maar nee”, zegt zij, “ik zie dit als symbool:

de Vlaming in dit land als... uit te wringen dweil.”

Hectorvan oevelen

Van onze hofdichter

Huub broers

Het sloeg in Limburg wel in als een bom:

de Voerense burgemeester Huub Broers word gecoöpteerd als senator voor de N-VA.

De partijraad van N-VA gaf met quasi een- parigheid van stemmen Huub Broers de voorkeur. Broers was altijd al lid van de CD&V, zat destijds in de provincieraad en werkte op het kabinet van Theo Kelchter- mans. Bij de CD&V was Huub de geschikte stemmenronselaar, maar een verkiesbaar plaatsje zat er nooit in. Op 13 juni kwam hij niet op en verklaarde publiek voor de

N-VA te zullen stemmen. Na de breuk van het kartel CD&V en N-VA leunde hij steeds meer aan bij de N-VA. De N-VA haalde in Voeren de helft van de stemmen. Dat ver- diende een beloning. Ook al omdat Broers een symboolfiguur is van het door de Hap- part-clan bedreigde Voeren. We gunnen het Huub van harte.

Bij de ampersanders zijn ze niet geluk- kig. Maar eigen schuld, dikke bult. Nog een paar van die belgicistische verkiezingscam- pagnes, en ze mogen de CD&V opdoeken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nederlanden zich bij de Opstand aansloten, werd het voor de handel van Amsterdam juist onvoordelig zich niet bij de Opstand aan te sluiten omdat Amsterdam van steeds

(3) We konden die eilanden niet aan zichzelf overlaten, omdat ze zichzelf niet kunnen besturen en er dus chaos zou zijn gekomen of wanbestuur dat nog erger had kunnen zijn dan

 aan te geven welke houding uit deze brief naar voren komt en  uit te leggen wat het verband is tussen deze houding en de

Als een land er blijk van geeft sociale en politieke vraagstukken op een efficiënte en fatsoenlijke manier te kunnen afhandelen en als het zijn financiële verplichtingen nakomt,

Stel: je onderzoekt deze kwestie en je concludeert dat deze briefwisseling bruikbaar is voor een onderzoek naar de betrekkingen tussen Johan de Witt en Frankrijk.. 2p 12 Noem

Hierbij wordt afgesproken dat Frankrijk aan Spanje de oorlog verklaart, de Republiek geen vrede zal sluiten met Spanje zonder goedkeuring van Frankrijk en de Zuidelijke

Dat is het lot van de armen in Amerika, in het bijzonder van de negers onder de huidige Amerikaanse regering. Ik kom uit Greenwood, Mississippi. We hebben daar herhaaldelijk

 (zonder bron) welk gevolg de uitkomst van het politieke conflict had voor de relatie met Spanje.. Enkele dagen na de dood van stadhouder Willem II in 1650 werd diens zoontje