• No results found

een stand-beeld voor Willem I

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "een stand-beeld voor Willem I"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Deze week :

• De eurocrisis is nog maar begonnen 2

• Vlaanderen Engels 3

• Briefje aan Etienne Schouppe, zelfkever 3

• Roddels uit de Wetstraat 4

• De Elisabethwedstrijd 5

• De Wever en Marine Le Pen 7

Plankzeil als de bliksem www.pallieterke.info naar

66

ste

jaargang • nummer 20 • woensdag 18 mei 2011 1,90 euro

België 2007-2011: Rust-In-Papier

Laat Laurent gerust nog wat bomen en bossen gaan planten in Libië en andere woestijnen: sinds de verkiezingen van juni 2007 zijn hier tonnen papier verspild aan nutteloze nota’s en niet ter zake doende denkoefeningen, en die schade aan het milieu krijgen we wellicht nooit meer hersteld.

Het eindverslag van Wouter Beke is voorlopig het laatste docu- ment in de lange rij van overbodige werkstukken, en alhoewel hij de indruk wekt zuinig om te springen met de verspreiding ervan (een exemplaar voor de koning, eentje voor zijn opvolger (?) en eentje voor zijn persoonlijk archief), zal ook zijn bundel weldra een voetnoot worden in de Opkomst en Ondergang van het Konink- rijk België.

En wie herinnert er zich deze nog?

- 12 juni 2007: twee dagen na de verkiezingen waarbij Leterme bijna 800.000 voorkeurstemmen haalt, draait Didier Reynders als informateur drie weken rondjes waarbij hij God en klein Peerke ontvangt, om een pompeuze nota te overhandigen aan het Paleis die door de rest van de Wetstraat meteen vierkant wordt geklas- seerd.

- 24 juli 2007: na een eerste interludium met Dehaene ziet de formateursnota van Leterme het licht: “De kracht van mensen”.

Qua visie op de staatshervorming is het een mager beestje, en zelfs dat is voor de Franstaligen een stap te ver. Een maand later moet Leterme na een hele vaudeville op Hertoginnedal zijn opdracht al teruggeven aan Albert II.

- Na een eerste interludium met Herman Van Rompuy wordt Leterme eind september opnieuw aangesteld tot formateur. Er wor- den deelakkoorden afgesloten over sociaal-economische dossiers, maar de “Nota voor een nieuwe institutionele consensus” wordt door Milquet en c° opgeblazen, en begin december is Leterme er alweer aan voor de moeite.

- Verhofstadt Guy ziet zijn kans schoon, en brengt een interim- regering op de been, samen met een hoogstpersoonlijke nota die uitgebreid het heil zingt van de Federale Staat. Daaraan gekoppeld ziet de Octopuswerkgroep het licht, en een Raad van Wijzen, en op 25 februari 2008 wordt de lijst met de Befaamde Borrelnoten geserveerd.

- De Borrelnoten worden nog eens opgesomd in de regeerver- klaring van Leterme I op 17 maart 2008, met een korte vermelding dat een tweede, grondige fase van de staatshervorming tegen de zomerperiode rond zal zijn.

- Midden juli komt Leterme evenwel plots tot de vaststelling dat het overlegmodel op louter federaal niveau “zijn limieten heeft bereikt”. Kris Peeters lanceert met veel poeha het idee van een Dialoog van Gemeenschap tot Gemeenschap. Maar eerst wordt de kolderbrigade Langendries-De Donnea-Lambertz het veld inge-

stuurd. Ze moeten tijd winnen om de gemoederen te bedaren en zogezegd de Dialoog voor te bereiden.

- CD&V en N-VA stellen zeven scherpe voorwaarden aan de Kolderbrigade, met als enig resultaat dat CD&V uiteindelijk het kartel met de N-VA opblaast en Peeters de Vlaamse regering ont- doet van Geert Bourgeois.

- De bankencrisis drukt de staatshervorming naar de ach- tergrond, tot vreugde van Leterme en even later Herman van Rompuy, die in “rustige vastheid” een beleidsverklaring aflegt waarin met geen woord over communautaire dossiers wordt gerept.

- Van Rompuy wordt tot Europa geroepen, en Leterme doet opnieuw zijn intrede in de 16. Jean-Luc moet proberen om BHV uit te klaren. Zelf legt Leterme ronkende verklaringen af in woord en beeld dat hij het “samenwerkingsfederalisme” heeft ontdekt.

- Midden april 2009: Dehaene is klaar met de voorbereiding van de uitverkoop van BHV. De manoeuvres van Cd&V en van de Frans- taligen lopen echter spaak op de profileringsdrang van Alexander De Croo.

- 13 juni 2010: nieuwe moeder der verkiezingen. Bart de Wever wordt het nieuwe stemmenkanon. De eerste gesprekken met de PS leiden tot het “Akkoord van Vollezele”, en zijn dermate succes- vol dat beide partijen elkaar twee maanden later beschuldigen van woordbreuk en verraad.

- Formateur Di Rupo werkt een nota uit die nooit officieel ver- spreid wordt, maar het is duidelijk dat de PS tot geen enkele funda- mentele toegeving bereid is. Tot afgrijzen van het Paleis/le Palais kan Di Rupo zijn wil niet opleggen en moet terugtreden als formateur, wat noch de PS noch le PalaiS de N-VA ooit zullen vergeven.

- Om De Wever te verbranden, wordt hij begin oktober tien dagen tot Koninklijk Verduidelijker aangesteld. Zijn nota wordt opgeblazen voor hij goed en wel wereldkundig is gemaakt.

- De Nationale Bank en een aantal professoren worden inge- schakeld om de discussie over de financieringswet te objectiveren.

Desondanks overleeft Vande Lanotte het Driekoningenfeest van januari 2011 niet. Alweer is er een hoop papier verspild.

- En ook de nota van Beke zal dus een staatsbegrafenis krijgen, en maar goed ook, want er zitten veel te veel ongerijmdheden en niet te slikken compromissen in.

En wat nu, is de vraag die iedereen zich stelt. Gaan we overzo- meren of onderwinteren? Gaan we met negen “Mens erger je niet”

spelen, of gooien we de sp.a en de groenen eruit? Niemand die pre- cies voorspellen kan wat er gaat gebeuren. Een ding staat wel vast:

er gaan over al die nota’s en verklaringen nog heel veel boeken wor- den gepubliceerd, naast diegene die al over de toonbank zijn gegaan, wat België tot hoofdverantwoordelijke maakt - RIP - voor de kaal- slag van het Regenwoud.

Wouter Beke stoomt na twee maanden hard werken - ja, dat doen politici dus echt wel, soms - een vuistdikke nota klaar als eindverslag van zijn Koninklijke onderhandelingsopdracht. Valt daar plots een briefje binnen van de hand van één van beide top- spelers, waarin die doodleuk ver- klaart dat hij zich absoluut niet gebonden acht aan Bekes ver- slag en in het bijzonder de ideeën over een nieuwe financieringswet afwijst.

Di Rupo stak daarmee een stevige dolk in Bekes rug; mocht die laatste al enige vooruitgang geboekt hebben, dan was die daarmee meer dan weg- gevaagd. Nog meer wantrouwen, nog minder zicht op echte toenadering, nog meer impasse.

0,03%

In een tabel uit het verslag van Beke stond dat het Waalse en het Brusselse gewest binnen vijftien jaar 0,03 % van het bruto binnenlands product zou- den verliezen en Vlaanderen er 0,18

% op vooruitgaat. Maar van het begin maakte Di Rupo duidelijk dat niemand er financieel op zou mogen achter- uitgaan. (Waar de 500 miljoen extra euro’s voor Brussel dan moeten gevon- den worden, heeft hij er nooit bij ver- teld.) Dat waren dus geen loze woor- den van de PS-kopman, want hij houdt de cijfertjes minutieus in het oog om te zien of dat grote principe niet wordt verlaten. Hij kan overigens verwijzen naar de fameuze twaalf principes van augustus vorig jaar, waar de Vlaamse partijen zich ook domweg mee akkoord hebben verklaard. Plak het beginsel dat niemand mag verarmen aan de eis tot

“responsabilisering” en het is klaar als pompwater dat de onderhandelaars op zoek zijn naar de kwadratuur van de cirkel. “We moeten het onverzoenbare verzoenen”, hield Di Rupo de publieke opinie al heel vroeg in de onderhande- lingen voor.

Het is die Di Rupo die deze of vol- gende week het roer zou moeten over- nemen. Hij twijfelt, want weet dat de kans op falen zeer groot is. Anderzijds kan hij alleen op die manier vermijden dat De Wever het heft in handen krijgt.

Vandaar dat hij zegt toch “beschikbaar”

te zijn. Vervolg op blz. 2

Gent:

een stand- beeld voor Willem I

Blz. 11

Juist is niet

gelijk aan

juist

(2)

De dingen dezer dagen 2

18 mei 2011

De eurocrisis is nog maar begonnen

Uit de smalle beursstraat

De optimistische boodschappen die de Europese president blijft uitsturen over de toestand van de Griekse economie, zijn weinig geloofwaardig. Hij blijft herhalen dat het land ondanks zijn hoge schuldenlast geen nood heeft aan een schuldherschikking.

Nochtans lijkt dit meer en meer de te volgen piste om uit de schuldencrisis te gera- ken. Het zwakke broertje van de eurozone kan nooit op eigen kracht via een snel groeiende economie zijn schulden afbouwen. Dat zou in theorie kunnen door een stij- gende export, maar daarvoor moet Griekenland - en hetzelfde geldt voor landen als Portugal, Spanje en Italië - de structuur van zijn economie fundamenteel veranderen.

De economische groei van de Zuid-Europese landen is gebaseerd op consumptie, vast- goedzeepbellen en een aantal kleinere economische sectoren als landbouw en toe- risme. Om opnieuw aansluiting te vinden bij de Noord-Europese landen, die hun groei baseren op de exporterende industrie, zijn radicale maatregelen nodig. Zo radicaal dat ze eigenlijk niet haalbaar zijn. Om zijn beperkte industrie weer competitief te maken moet een land als Spanje zijn lonen doen dalen met 25 tot 30 procent. Dat zal inder- daad de export aanzwengelen maar de Spanjaarden zelf zullen minder consumeren wat de economie doet vertragen, de werkloosheid doet stijgen, de bedrijven minder doet verkopen wat opnieuw de werkloosheid doet stijgen. Daarmee zitten de Zuid- Europese landen in een vicieuze cirkel. En de schulden blijven maar toenemen.

Griekenland zit al boven de 150 procent van het bbp. In Spanje verwacht men dat de staatsschuld zal oplopen tot 220 procent van het bbp, als er niets verandert.

Bovendien staat Griekenland aan de rand van de anarchie. Op de snelwegen wordt niet langer tol geheven. De ambtenarij werkt niet meer. 200.000 pensioenen worden uitbetaald aan mensen die al overleden zijn. Kabinetsmedewerkers van ministers komen niet meer opdagen voor vergaderingen, maar worden wel doorbetaald. Griekenland is een bananenrepubliek geworden.

We kunnen alleen maar besluiten dat die landen hun schulden nooit maar dan ook nooit zullen kunnen terugbetalen. Economen zeggen het zelf: de Zuid-Europese lan- den zijn insolvabel. Voor altijd. Gevolg: een schuldherschikking dringt zich op. In dat geval zullen de schuldeisers een deel van de leningen die ze hebben toegekend nooit meer terugzien. Dat is natuurlijk een nachtmerrie voor de Europese banken die mas- saal geld hebben uitgeleend aan Griekenland. We denken daarbij aan Dexia dat voor

€ 3,4 miljard heeft uitgeleend aan Athene. Als daarvan een deel wordt afgeboekt, zal de geloofwaardigheid van de ACW-bank snel afnemen. Een nieuwe reddingsoperatie door één of meer nationale overheden is dan onvermijdelijk. Hetzelfde geldt voor een aantal Duitse banken die aan de Grieken geld hebben uitgeleend. Hoe zal de Duitse publieke opinie reageren? Niet alleen wordt een deel van de schuld van de verkwistende Grieken kwijtgescholden, bovendien brengen ze de Duitse banken in moeilijkheden.

Er zal op de Europese topontmoetingen tussen een aantal landen een aardig rob- bertje worden uitgevochten over hoe het nu verder moet met die eenheidsmunt. De eurocrisis is nog maar begonnen. Als een schuldherschikking niet lukt, of politiek niet haalbaar lijkt, dan is de enige optie het vertrek van Griekenland uit de eurozone. Dat zou Griekenland - qua kredietwaardigheid lager gevallen dan Mozambique - de moge- lijkheid geven zijn munt te devalueren en zo weer competitief te worden, want een zwakkere munt bevordert de export. Nadeel is wel dat Griekenland met een nog gro- tere schuld achterblijft die nog altijd in euro’s zal worden vastgelegd. En als Grieken- land opnieuw de drachme invoert als zwakkere munt, zal de intrinsieke waarde van de staatsschuld nog aandikken. Maar is er een andere oplossing?

De euro staat nu zo sterk dat ze de al gehavende concurrentiepositie van Zuid- Europa verder verzwakt. Eén euro kost 1,5 dollar. Perfect voor landen als Duitsland of Finland, maar voor Zuid-Europese landen ligt de competitiviteitsgrens op 1,3 dol- lar. Eigenlijk kan het niet anders dan dat de eurozone uiteenvalt in een noordelijke en een zuidelijke zone met de Zuid-Europeanen die hun munt devalueren. Maar de Europese beleidsmakers weigeren dit onder ogen te zien. Het ware misschien beter geweest dat Groot-Brittannië indertijd wel tot de eurozone was toegetreden. Toen de eurocrisis in 2008 voor het eerst toesloeg, zouden de Britten als eurolid zeker uit de muntunie zijn gestapt. Op dat moment zouden de andere Europese landen ver- plicht zijn geweest een oplossing te vinden voor de krakkemikkige muntunie. Nu blijven ze maar aanmodderen.

Angélique Vanderstraeten Citaat uit een recente lezersbrief: “Is het een nieuwe rage of een geniale inval

van Justitie om Belgisch schorremorrie in Franse kloosters te parkeren?” Ook zonder namen erbij is de vingerwijzing in de boutade overduidelijk. Als kritiek wrange spot wordt, is het einde zoek voor wie of wat onder dat soort vuur ligt.

Dat Justitie in dat trieste schuitje zit, is al langer dan gisteren bekend. De beslis- sing over de nakende vrijlating van Michelle Martin was daar niet voor nodig. Die voorlopig laatste topblunder “versterkt” alleen maar een perceptie. Of is het eerder een vastliggende reputatie?

Als kritiek wrange spot wordt

Het aanvoelen van dat laatste overvalt me telkens wanneer de verantwoordelijke minister voor camera en praatpeer opge- voerd wordt, om voor de zoveelste keer een portie wollige praat te debiteren zon- der iets concreets te zeggen. Laat staan iets fundamenteels. Maar alles went. Dus ook Stefaan De Clerck. Over hem wil ik het niet hebben. Uiteindelijk is ook hij maar de dan- sende marionet van het moment op de rot gepolitiseerde en dito gepolariseerde justi- tionele puinhoop, waarvoor het al jaren de hoogste prioriteit lijkt de modale burger de gordijnen in te jagen. Om nog te zwijgen over de vele wetsdienaars, hoog in dezelfde gor- dijnen als ze, meer dan hun lief is, hun vel ris- keren om criminele “jongeren” bij de lurven te grijpen. Om die dan weinige uren nadien weer vrolijk en vrij als een vogeltje te zien rondhuppelen. De wet-Lejeune hebben ze daarvoor niet nodig.

Nu ik haar vernoem, die wet dateert al van mei 1881. Ze werd al een paar keer aan- gepast maar de mogelijkheid tot vervroegde

vrijlating bleef altijd behouden. Als ze van- daag door velen een misbaksel genoemd wordt, heeft dat niet zozeer met haar doel- stelling te maken dan wel met het feit dat elke crimineel er een beroep kan en mag op doen, ongeacht het zwaarwichtige van zijn of haar misdrijf. Dus ook iemand als Michelle Martin, die het bestond kinderen te laten verhongeren.

“Perceptie”

Of het afschaffen van de wet-Lejeune echt een goede zaak zou zijn, is maar de vraag. In een land waarin een regelmatig blunderende Justitie te dikwijls eerder een karikatuur van zichzelf oproept, lijkt het aangewezen daar- omtrent niet over één nacht ijs te gaan. Denk maar aan de parachutemoord waarvoor Els Clottemans dertig jaar cel kreeg. Ik zal het geen flaters noemen als ze eerst veroordeeld werd en “Cassatie” later “het boekje” volgde en haar verweer onontvankelijk verklaarde.

Neemt niet weg dat nog altijd elk bewijs van haar schuld ontbreekt, en ze enkel en alleen

veroordeeld werd op grond van de “per- ceptie”. Alleen Clottemans zelf weet met zekerheid of ze schuldig is of niet. Mocht dat laatste het geval zijn dan is de wet-Lejeune haar laatste sprankel hoop, en zou ze na een vervroegd vrijkomen nog altijd tien jaar ten onrechte zijn opgesloten.

Een gans ander verhaal is dat van de “held”

met de losse handen uit Aartselaar die regel- matig zijn “vriendin”en zijn eigen zoontje bij- werkte en daarvoor drie maanden geen con- tact met zijn “gezin” mocht hebben. Daarna trok hij weer bij hen in. Tot de dag dat hij door het lint ging en zijn zoontje van amper zes maanden doodsloeg. Hij kreeg tien jaar cel, maar had de droevige lef in beroep te gaan. Om redenen die enkel de rechter in beroep kent, kreeg Cédric Van Ruymbeke...

strafvermindering. Negen in plaats van tien jaar. Een flater bovenop een immens lange reeks van de voorbije jaren. Ook voor deze kindermoordenaar geldt de wet-Lejeune.

Het zou al veel terechte boosheid en onbe- grip uit de wereld helpen, mocht “de poli- tiek” het er eindelijk over eens geraken, en ook in een wet gieten, dat niet elke crimineel in aanmerking kan komen om vervroegd te worden vrijgelaten.

Twintig seconden

In het justitionele apparaat is echter niet alles kommer en kwel. Er is een tak die het, in tegenstelling tot de meeste andere, uitste- kend doet, om niet te zeggen vlekkeloos. Het is de tak die het legertje dagelijkse zondaars tegen te hoge snelheid, parkeren zonder te

betalen et cetera vervolgt. Dankzij alleen al het aantal flitspalen, verspreid over Vlaan- deren, werd daar vorig jaar om de twintig seconden een chauffeur geflitst én beboet.

Dat bracht 156 miljoen euro op van de in totaal 352 miljoen euro die in dat jaar door Jan met de pet werden opgehoest aan boe- tes allerhande. Justitie hoeft dat vervolgings- werk niet voor niks op te knappen. Het krijgt daar een “vergoeding” van zo’n 13 miljoen euro voor.

Het leeuwenaandeel van om en bij de 216 miljoen euro boetegeld gaat naar de staats- kas. En wie staatskas zegt, denkt logischer- wijs aan het eenrichtingsverkeer noord naar zuid van “de transfers”. 136 miljoen euro gaat naar het verkeersveiligheidfonds en 110 miljoen wordt verdeeld over de 195 bestaande politiezones. Het enige dat ondui- delijk blijft - maar raden staat vrij - is het deel van de koek dat naar Wallonië wordt versast. En hoe groot de som aan aldaar geïncasseerde boetes is die daar tegenover staat. Als ik ervan uit ga dat daar om de twin- tig minuten een chauffeur geflitst wordt in plaats van om de twintig seconden, dan kan ik nooit ver van de realiteit afwijken. De rest van het boeteverhaal is simpel af te leiden.

Het maakt dat de justitietak die het hoger- genoemd legertje dagelijkse zondaars ver- volgt, gedwongen wordt met twee snelheden te werken. Eén voor Vlaanderen en één voor Wallonië. Maar dat geldt niet alleen voor een vertakking van Justitie, durf ik opperen.

D.Mol

Vervolg van blz. 1

Juist is niet gelijk aan juist

Met kwart Groen! er bij?

Dan moet er worden uitgenodigd. Di Rupo wil alle negen partijen aan tafel, De Wever vindt dat ze elk voor hun eigen taal- gebied moeten beslissen wie mee doet. De Wever wil sp.a en Groen! er niet bij. Wat gaat hij doen als Di Rupo toch gewoon wel de Vlaamse linkerzijde mee in de gesprekken betrekt? Zal De Wever dan opstappen? Bij financieringstabellen kan geschoven worden met de cijfers tot ver achter de komma om zo toch in elkaars buurt te komen. Een aarts- moeilijke oefening weliswaar, zoals Beke op zijn beurt mocht vaststellen, want zelfs twee cijfers na de komma wordt te veel genoemd.

Maar je kan niet onderhandelen met twee derde van de sp.a en een kwart Groen! er bij en 10 % MR er af. Op dit punt moet of Di Rupo door de knieën of De Wever.

Na de brief van Di Rupo aan CD&V lijkt die partij in elk geval nog sterker vastge- klonken aan N-VA. Weliswaar kan wat los- lopend wild bij Open Vld de afkeer voor de N-VA niet verbergen, maar die partij beseft natuurlijk ook dat ze zonder N-VA in een erg linkse combinatie terechtkomt waar weinig liberale vreugde zal te rapen zijn. Philippe Moureaux, nog altijd een heel sterke man bij de PS, zegt dan weer niet zomaar in een vraaggesprek met De Standaard: “Hoort een partij waarvan de doelstelling het einde van België is, eigenlijk wel thuis in een fede- rale regering?” Voor de PS en de andere

Franstalige partijen blijft de gedachte te moe- ten regeren met N-VA onverdraaglijk.

Populisme

Puur gevoelsmatig is de vrij algemene teleurstelling dat ook Beke geen doorbraak kon forceren te begrijpen. Een land hoort nu eenmaal een regering te hebben en als dat maar niet wil lukken - en men eerder verder van oplossingen afdwaalt dan er naartoe gaat - dan heeft een mens de neiging de betrok- kenen onbekwaamheid te verwijten. Al die commentatoren en journalisten die diverse registers van verontwaardiging opentrokken, vorige week, bezondigen zich aan een stevig staaltje populisme. Hebt u van één van hen vernomen hoe een werkbare oplossing er dan zou moeten uitzien? Komen ze zelf een centimeter verder dan de feitelijke vaststel- ling dat het toch straf is dat er geen oplossing komt? De indruk wekken dat we gewoon te maken hebben met onwil van balsturige poli- tici is natuurlijk ronduit vals als we zien hoe groot de inhoudelijke kloof is tussen de spe- lers. De doorgaans bedaagde Wouter Beke trapte zelf in die val in zijn poging om met Confucius diepzinnig uit de hoek te komen.

“Zien wat juist is en het niet doen, is een gebrek aan moed.” De Wever ziet wat juist is, Di Rupo ziet wat juist is. Maar wat de ene

“juist” vindt, beoordeelt de andere als hele- maal “fout”. “Zien dat het in België niet meer lukt, maar de indruk wekken dat het nog wel kan, is laf.” De zin komt niet van Confucius, maar vat de huidige toestand een stuk beter

samen. J.K.

(3)

3

De dingen dezer dagen

18 mei 2011

Zij hebben tegelijk hun Vlaamse identiteit overboord gegooid, soms heel nadrukkelijk (bv. Jacques Brel). Acht ik die stap, zo daagt een woordvoerder van de Marnixring mij uit, voor herhaling vatbaar, nu richting Engels?

Laten we die denkoefening eens doen.

Toen Bruno de Wever voorstelde het Belgische taalprobleem op te lossen door het Engels als federale bestuurstaal te kie- zen, oogstte hij redelijk wat goedkeuring, niet toevallig bij mensen uit VS-gerichte sec- toren: management, informatica en commu- nicatie. Die vonden het gewoon praktisch, en berekenden halfbewust ook wel dat het hen een voorsprong zou geven op landgenoten die minder met het Engels vertrouwd zijn.

Zelf noteerde ik dat De Wever de notie van een meertalige democratie daarmee failliet verklaarde, maar vooral dat zijn voorstel, zoals de meeste ideetjes uit Vlaams-belgicis- tische hoek, van een pijnlijk gebrek aan zelf- respect getuigde.

Engelse cultuur superieur?

Net zoals de multiculturalisten zijn de pleitbezorgers van meer Engels hopeloze provinciaaltjes wie het aan internationaal perspectief ontbreekt. In hun Vlaams dorp hangen zij graag de vlotte jongen uit die aan die boerkens laat zien wat modern zijn wel is.

Ja, onder hun klokkentoren zijn zij de grote Jan. Bekijk dat echter vanuit Londen of New York. Daar weten ze dat het arme, ongelet- terde, ex-gekoloniseerde Nigeria er niets beter op vindt dan in bestuur en onderwijs het Engels te gebruiken. Vervolgens verne- men ze dat het volk dat rond de EU-hoofd- stad woont, zijn eigen taal verzaakt om Nigeria na te bootsen. Wees maar zeker dat dat minachting opwekt.

Maar, misschien ziet het plaatje er anders uit als we de omschakeling veel grondiger maken. Het Engels niet als bijkomende ver- bindingstaal, maar als eerste taal, als huistaal voor alle Vlamingen vanaf de volgende gene- ratie? In Nederland gaan de betere kringen reeds uit eigen beweging die weg op door hun kinderen naar deels of volledig Engels- talig onderwijs te sturen. Om de volksklasse ook zover te krijgen, zal men traagheid en weerstand moeten overwinnen. Welke goede redenen kunnen we noemen om de weigerachtigen tot de doelbewuste overstap naar het Engels te bewegen?

Een veelgenoemde reden is dat de Engelse cultuur nu eenmaal superieur is, met Shakespeare en Hollywood, Haendel en de Beatles, Darwin en Edison, de Magna Charta en de Amerikaanse Onafhankelijk- heidsverklaring, en met het leeuwendeel van de Nobelprijzen. Waarom aan Rubens en Gezelle vasthouden als de weidse anglos- feer je verwelkomt?

Een antwoord daarop is dat wij het aan onze voorzaten verschuldigd zijn, hun nala- tenschap in ere en dus zeker in leven te hou- den. Dat antwoord is allicht niet besteed aan yuppies, cybernerds en andere groupies die zich tegen de bestverkopende aanschurken, zonder aandacht voor zoiets slaapverwek- kends als erfgoed of ereplicht. Dat zij bij- voorbeeld onze Vlaamse voornamenschat

verkwanselen en door namen van popster- ren vervangen, vinden zij een normale evo- lutie. Daarop bestaan antwoorden, bv. de meerwaarde van niet-Engels streekeigen tegenover het kras vulgaire van de Engelse opschriften in ons straatbeeld. Maar die zo formuleren dat ze de zelfvergeten trend- dronken Engelsdwepers kunnen overtuigen, zal vindingrijkheid vergen.

België multicultureel

Een tweede argument is dat omschakeling naar het Engels democratischer is. Wat?! In de huidige situatie speelt het Engels een rol in het openbaar leven, zeker in het moeizaam meertalige België (“fgov.be”, “Child Focus”), en dat brengt onvermijdelijk discriminatie ten nadele van het gewone volk met zich.

Schaf deze af door het volk in de Engelse taal- gemeente op te nemen. Om dezelfde reden kwam de verfransing van Vlamingen neer op de afschaffing van een discriminatie te hun- nen nadele. Het herenvolk is vrijgevig, het is geen exclusieve kaste maar stelt zijn ran- gen open voor het mindere volk mits dat zijn Vlaamse identiteit wil opgeven.

Dat argument gaat uit van de verengelsing als voldongen feit. Ziedaar de hardnekkigste hinderpaal voor elke ernstige discussie over het te voeren beleid tegenover het opdringe- rige Engels: de aanname dat er niets meer te kiezen valt, dat we ons bij het opkomend getij maar moeten neerleggen. Dat soort argu- mentatie heet antipolitiek. (Andere school- voorbeelden van antipolitiek citeren we uit de mond van Johan Leman: “Omdat België multicultureel zal zijn”, “Europa zal ons daar- toe dwingen.”) In Québec, Maleisië en vele andere landen maakt men bewust de keuze om de greep van het Engels te beperken en terug te dringen. Ook Vlaanderen houdt nog overwegend aan die lijn vast, bv. door als één van de weinige landen ter wereld het Engels slechts als derde taal te onderwijzen.

Is het Engels wel de taal van de toekomst?

De kennis ervan als tweede taal neemt overal toe, van Frankrijk tot China, maar alleen de elite leert het goed genoeg. Zijn belang als eerste taal neemt echter af: het is als tweede meest gesproken taal door het Hindi voorbij- gestoken en het Spaans staat op het punt het van de derde plaats te verdringen, waarna Arabisch en Bengali komen opzetten. De kans dat één van die andere grote talen het tot alternatieve wereldwijde verbindingstaal brengt, is gering, maar in die rol wordt het Engels bedreigd door de vooruitgang in uit- gerekend de door het Engels gedomineerde ICT. Mogelijk zijn schriftelijke en mondelinge vertaalprogramma’s morgen zo goed dat er geen verbindingstaal meer nodig is. Degenen die hun moedertaal onderdrukt hebben om bij het Engels aan te haken, staan dan voor gek. Zeker is het niet, maar houd met de mogelijkheid toch maar rekening.

Koenraad elst

Etienne Schouppe Zelfkever

Liedekerke

Brief aan ...

Gij B-acteur,

Heel dat gedoe met de “Belgische” Euro- pese nummerplaten begint hoe langer hoe ergerlijker te worden, nu gij verleden week op verzoek van de sp.a in de bevoegde Kamercommissie zijt komen toelichten dat het aanbrengen van een VL-zelfklever over de officiële B tot een boete kan leiden van 50 tot 13.750 euro. Dertienduizend zevenhonderdvijftig euro! Dat zal dan wel voor de bijzonder hardnekkige recidivisten zijn, maar het gegeven op zich is al reden genoeg om België een spoedige en algehele opdeling toe te wensen. Uw waarschuwing voegt zich bij het hele circus dat al rond de nieuwe nummerplaten is opgevoerd. Gij hebt eerder uw broek afgestoken voor de Franstaligen in het algemeen en voor Milquet in het bijzonder door na een ont- werp met gele achtergrond en zwarte let- ters - volgens kleurenexperten veel dui- delijker leesbaar - een smadelijke U-bocht te maken terug naar het aloude Belgische rood-wit, nadat ook de variant geel-zwart met rode rand de grond in was geboord.

Eigenlijk wordt iedere Vlaming daarvoor al beboet met twintig euro, terwijl hij of zij binnenkort ook nog eens een elektronisch rijbewijs zal moeten aanschaffen waarvoor nog eens minstens twintig euro zal moeten worden neergeteld.

In een zielige poging uw gezicht te red- den, verklaarde gij bij de invoering van de

“nieuwe” oude nummerplaat dat de kleur van de letters en de cijfers iets donker- der zou zijn, namelijk robijnrood; tech- nisch gesproken RAL 3003. Vandaar dat de socialisten waarschijnlijk zeer bezorgd zijn dat er niets met hun RAL zal gebeu- ren, terwijl wij uit verschillende bronnen noteren dat robijnrood ook omschreven wordt als “ongeveer de kleur van droog bloed”. Nadat gij het onder de nagels van de Vlamingen vandaan hebt gehaald, kan er dan gerust aan worden toegevoegd. Dat met het aankondigen van hoge boetes voor VL-zondaars het Vlaams Belang met zijn zelfkleveractie nog eens extra wordt gevi- seerd, is wellicht mooi meegenomen. Het zal uw ACW-meesters en de socialisten veel plezier doen, en het kan dienen als bijkomend argument tegen een negatief rapport van de kredietbeoordelaars van Standard & Poor’s.

Gij trekt bovendien de lijn door naar andere segmenten van de mobiliteitsmarkt.

Op dit ogenblik heerst er grote consterna- tie in de wereld van lichte en zware moto- ren, waar gij ook komaf wilt maken met de bestaande geel-zwarte platen om wit-rode (of wit-zwarte) in te voeren met extra opslagruimte voor een kanjer van een B.

Waarom het daarbij houden? Waarom niet de oude en welhaast vergeten fietsplaat vanonder het stof halen, maar niet zoals in vroeger tijden een klein zeshoekig exem- plaar op de linkernaaf van het voorwiel, maar een rood-witte schijf ter grootte van een CD op beide kanten van beide wielen, en een extra exemplaar achteraan? A rato van twintig euro per stuk, uiteraard, race- fietsen betalen meer. Rolschaatsen! Vor- men zij geen gevaar in het verkeer? Streng belasten, en alleen nog rood-witte uitvoe- ringen toelaten met een grote B aan de voorzijde. Triporteurs, bakfietsen! Geen medelijden, het zullen B-bakfietsen zijn of ze zullen niet zijn. De trottinette ofte auto- ped? Van dezelfde platen een pak. En, ver- draaid, waarom de voetgangers niet vise- ren? Een armband op de linkerarm, aan te brengen boven de elleboog, minstens 15 cm hoog met een B en daaronder het rijksregisternummer van de persoon in kwestie. Desgevallend kan dat laatste op het voorhoofd worden gebrand. (Laten we beginnen met alle leden van B-plus aan zo’n behandeling te onderwerpen!)

Samengevat: wie zich voortaan ver- plaatst met een wagen met een snode VL waar die niet thuishoort, met aan boord de fietsen van pakweg drie kinderen zon- der de verplichte CD’s, een paar rolschaat- sen om zich tijdens de vakantie uit te leven en een aanhangwagen die niet robijnrood geschilderd is, riskeert een gecombineerde boete van 13.750 euro x 1 wagen x drie fietsen zonder 15 CD’s x ongeschikte rol- schaatsen x 1 aanhangwagen/triporteur niet RAL 3003-conform, wat de totale som op 247.500 euro brengt. Vergeet dus geen notariële akte mee te nemen van uw huis of buitenverblijf waarop bij politiecontrole meteen beslag kan worden gelegd. Opdat iedereen zou weten dat onder Etienne Schouppe dit land

een echte knech- tenstaat is!

In een recent stuk over de Vlaamse identiteit stelde ik, tot ontevredenheid van enkele lezers, dat soms hele volkeren hun taal afzweren en een andere overnemen die hen en hun kinderen meer toekomst belooft. Dat is gebeurd met de meeste Schotten en Ieren, die desondanks hun etnische identiteit behouden hebben. Het is gebeurd met wellicht anderhalf miljoen geboren Vlamingen die sedert 1830 in Wallonië, Brussel of zelfs Vlaanderen voor het Frans gekozen hebben.

Vlaanderen Engels?

Echo’s uit de koepelzaal

Transfers

De wat minder onnozele Vlaam die ’t Pallieterke leest, weet ondertussen dat de fameuze geldstromen van Vlaanderen naar Wallonië - die vroeger op 5 à 6 miljard (euro, natuurlijk!) gerekend werden eigenlijk meer dan dubbel zo groot zijn, tenminste als de transfers via de schuldenlasten meegere- kend worden (wat niet meer dan juist is).

Eind april waren de nieuwe cijfers, bere- kend door het wetenschappelijk centrum Vives (KU Leuven), in de pers verschenen en het was maar normaal dat in de Vlaam- sche Parochieraad daar toch even aandacht aan werd besteed.

Ere wie ere toekomt: het was het meestal in stilte zwoegende VB-werkpaard Joris van Hauthem die vorige dinsdag minister-presi- dent Peeters interpelleerde.

Normaal

In zijn antwoord voorspelde Peeters dat die berekening misschien wel wetenschap- pelijk betwist zal worden - Vlaanderen

beschikt immers over meer dan voldoende renegaten om dat werkje op te knappen ten behoeve van onze Franstalige meesters - maar vond het toch wel goed dat die trans- fers nog eens onder de aandacht kwamen:

zo kunnen immers andere deelstaten (lees:

Brullonië) tot banengroei aangespoord wor- den! Het is nogal normaal dat er transfers bestaan maar Vlaanderen wil - volkomen correct! - dat ze “afgesproken, transparant, objectiveerbaar en omkeerbaar” zijn. Het komt ons voor dat we nog een eindje (en een tijdje) van dat doel verwijderd zijn…

Peeters timmert aan de weg

Laat die Peeters maar doen: zowat op zijn eentje verzet hij binnen en buiten zijn partij wissels die niet meer verzet kunnen worden, de Kleinen Eyskens, Mijnheerken Tobback en andere oude krokodillen ten spijt!

Daarom pleitte hij er nogmaals voor via een staatshervorming nieuwe bevoegdhe- den over te dragen naar de deelstaten. Zo kunnen die onder meer inzake arbeidsmarkt- beleid en een fiscale autonomie tot een gro- tere “responsabilisering” aangespoord wor- den. Ze voelen dan meteen de positieve of negatieve gevolgen van het beleid dat ze voe- ren. Maar willen ze dat wel ten zuiden van Vilvoorde?

Stemgedrag

De commissie Binnenlands Bestuur had zich daar deze week over te buigen. Na een kort debat werd het voorstel wegge- stemd. Op zich geen groot, wereldschok- kend nieuws maar het stemgedrag van de diverse partijen is vermeldenswaard: oppo-

sitiepartijen Open Vld en Groen! onthiel- den zich. De meerderheidspartijen CD&V, sp.a en N-VA (vertegenwoordigd door Willy Segers en Lieven Dehantschutter) stemden het voorstel ijskoud weg. De reactie van Wienen willen we u niet onthouden: “Zit- ten er dan monarchisten in de N-VA of is het slaafs volgen van de meerderheid belangrij- ker dan de Vlaams-nationalistische princi- pes?”

Bonussen

Tijdens de plenaire zitting van woensdag had de Vlaamse regering (bij monde van Kris Peeters) zich te verdedigen tegen de kritiek op haar houding inzake de bonussen voor topbankers bij KBC en Dexia (beiden gered met overheidsgeld). De oppositie was een- duidig: “immoreel” (VB), “onbetamelijk en onfatsoenlijk” (Groen!) en “ethisch onver- antwoord” (LDD).

Open Vld had (alweer) een signaal gehoord bij de bevolking en plaatste zich dan maar meteen op dat standpunt. (Is dat niet de per- fecte definitie van plat populisme?) De minis- ter-president had begrip voor de maatschap- pelijke beroering, maar was niet van oordeel dat de bonussen “buitensporig” waren. Voor de sp.a ligt de verantwoordelijkheid in de eerste plaats bij de banken zelf. Volgens hem heeft met name Dexia “het signaal”

inderdaad nog niet begrepen. Fractieleider Crombez vond dat de oppositie niet de Vlaamse regering in het vizier moet nemen, want die is juridisch beperkt in wat ze aan banken kan opleggen. Jean-Luc mag voorlo- pig nog gerust zijn…

(4)

De dingen dezer dagen 4

18 mei 2011

Roddels uit de Wetstraat

Levieten

Toen in de barste Dutroux-tijden het toen- malige Vlaams Blok resoluut pleitte voor de afschaffing van de wet-Lejeune, waren zijn vertegenwoordigers roependen in de woestijn en keek iedereen de andere kant op.

Het enige wat er uiteindelijk uit de bus kwam, was de invoering van de Strafuitvoerings- rechtbank die geval per geval zou bekijken en niet langer de minister de verantwoordelijk- heid zou geven. Nu Michelle Martin zou kun- nen vrijkomen, na het uitzitten van de helft van haar straf, zit het spel op de wagen. Te vroeg, onmogelijk, ondenkbaar, onbillijk ten aanzien van de slachtoffers, onrechtvaardig…

Vandaag is het niet enkel het Vlaams Belang dat steeds op dezelfde nagel klopt, maar zowaar de hele politieke kaste, die uit angst voor de hete adem van de publieke opinie doet alsof ze nooit iets anders heeft gezegd.

Zelfs de Groenen verklaren zich bereid mee te werken aan hervormingen aangaande de vervroegde invrijheidsstelling. Het was dan ook niet abnormaal dat VB’er Bert Schoofs wees op de huichelarij van de sleurpartijen en hen eens goed de levieten las omdat er vijftien jaar lang in feite niks was gebeurd. Opmer- kelijk: in het debat hierover kwamen alle partijen aan het woord, behalve de N-VA en de PS… Vreemd.

Een wonder

In het paleis der natie is een wonder geschied, want met 30 stemmen tegen 26 nam de Senaat zowaar een wetsvoorstel van

het Vlaams Belang over amnestie in over- weging - enige tijd geleden had het VB ook in de Kamer zo’n voorstel neergelegd, maar lukte niet in die opzet. Het wil zeggen dat de hoge vergadering bereid is het voorstel te bespreken. De tegenstemmers waren de grote democraten van de Franstalige partijen en de Vlaamse Groenen (met Freya Piryns aan het stemknopje, de kleindochter van Remi Piryns)… Zij vinden dat in een democratie niet alles moet kunnen besproken worden.

Bart Laeremans, indiener van het voorstel, was in zijn nopjes.

Nu krijgt hij opnieuw de kans om te stellen dat zijn voorstel niks te maken heeft met het verheerlijken van misdaden van een misdadige ideologie, zelfs niet van de colla- boratie, maar alles met het aanklagen van een onrechtvaardige en niets of niemand ont- ziende rechtspraak na de Tweede Wereldoor- log waarbij talloze onschuldigen en hun gezin- nen genadeloos en tot in lengte van jaren in ellende terechtkwamen. De stemming bewijst opnieuw dat Vlaanderen en Franstalig België in andere werelden leven.

Cordon? Waar? Hoe?

Om vanuit de plenaire vergadering van de Kamer een advies te vragen aan de Raad van State over een wetsontwerp, zijn vijftig stem- men, of een derde van de Kamer nodig. Heel vaak probeert de oppositie op die manier tijd te winnen of iets ook effectief ten gronde te laten onderzoeken.

Heel vaak lukt het hen niet tot die 50 stem- men te komen. Donderdag probeerde Stefaan van Hecke van Groen! het met het ontwerp van de regering over de minnelijke schikking.

Hij en aartsdiaken Dirkie van der Maelen van de sossen deden hun best om de Kamer te overtuigen. Vooraf hadden de N-VA en de sp.a hun steun al betuigd. Maar omdat niet iedereen aanwezig was, was het puzzelen om aan het vereiste aantal te geraken. Het waren de VB’ers die voor de verrassing zorgden, zodat er uiteindelijk 58 stemmen voor het advies stemden. Groenen en sp.a verroerden geen krimp en van een “cordon sanitaire” was er geen sprake. Als het maar in hun kraam past, is zelfs dat goed.

Doorstoken kaart

Om de minister van Justitie de kans te geven zich publiek uit te spreken over de uitbreiding van de capaciteit van de gevange- nissen en de ondersteuning door meer perso- neel, haalde Servaas Verherstraeten een oude truc uit de doos: hij stelt een open vraag aan de minister waardoor hij de bal klaarlegt, die deze laatste dan probleemloos in het open doel kan trappen. En na het antwoord volgen dan felicitaties van de vraagsteller en de dank dat de minister zo uitvoering en intensief met het dossier bezig is. Platte politieke spelletjes.

Servaas houdt voortaan beter zijn kwebbel dan anderen daarvan te beschuldigen.

Bijzondere sfeer

De Vlaams-nationalisten van N-VA en VB zijn bijzonder actief in de commissie Lands- verdediging, ook wel eens de meest Belgi- sche commissie van allemaal genoemd… Zij blinken er uit door vakkennis en een bijzon- dere interesse. CD&V en liberalen komen er nauwelijks aan bod. Alleen als het over de taalproblematiek gaat, laat de MR-FDF-

tandem zich zien en vooral horen. Vanuit socialistische hoek is het enkel Dirk van der Maelen die bijwijlen wat giftig en wat lastig komt doen tegen minister van Buskruit en Schiet- geweren Pieter De Crem met wie hij al een hele tijd een persoonlijke oorlog uitvecht, zonder succes. Zelfs de groenen komen er vrij constructief en niet al te slijmerig-paci- fistisch uit de hoek. En bij plaatsbezoeken in kazernes, zijn de Vlaams-nationalisten altijd paraat en voltallig aanwezig. Ja, er is daar een bijzondere sfeer…

Venijnige Milquet

Madame Non werd in de commissie voor Sociale Zaken ondervraagd door een zekere Miranda van Eetvelde van de N-VA over de tewerkstelling in Zuid-West-Vlaanderen en de problematiek van grensoverschrijdende arbeid. Zo had deze het over activering en de toevloed van Oost-Europeanen, en het weinig vat krijgen op de Waalse streekgeno- ten teneinde hen te motiveren de taalgrens over te steken. Ervaren Milquet antwoordde vrij uitgebreid over de problematiek en kon in enkele lijnen haar verwezenlijkingen en intenties uit de doeken doen, tot zichtbare tevredenheid van Vlaams-nationale Miranda.

Maar in haar slotzin zei Milquet voorstander te zijn geweest van een mobiliteitspremie om de (taal)grens over te steken teneinde die Waalse streekgenoten te motiveren, maar…

dat de N-VA op dat ogenblik tegen was. In plaats van dan te zwijgen, zei de ijverige, maar nog wat onervaren Miranda: “Het is goed dat ik dat weet. Ik zal dat onderzoeken.” Waarop venijnige Milquet net niet een grijnslach kon onderdrukken…

De nationale loterij kent haar plichten: het geld van vooral Vlaamse gokkers gebruiken om “l’unité des Belges” te bevorderen, een exclusief “Belgische”

wielerploeg op te richten en een paar miljoen euro door te sluizen naar de Waalse belastingontduiker Gilbert in zijn belastingparadijs Monaco.

Lotto

Loterijen zijn zo oud als de straat. De Romeinen kenden ze al. In de middeleeu- wen doken ze weer op: vooral in Vlaanderen en Noord-Italië. Het Franse woord loterie is afgeleid van het Nederlandse woord lot.

“Onzen hertog” (Karel V) was een groot voorstander, zolang de organisatoren (kerk, kloosters, steden) hem een flink bedrag toestopten. De stichters van “La Belgique”

vonden gokken des duivels en schaften de nationale loterij van Willem I af. Twintig jaar later werd dat verbod bevestigd en tezelfder- tijd werden à la Belge zoveel achterpoortjes in de wet geopend dat steden, ziekenfond- sen en zelfs privépersonen loterijen orga- niseerden waar de hoofdprijs meestal een kunstwerk was. De regeringen ondermijn- den verder zelf de wet om de uitgaven voor de wereldtentoonstellingen tussen 1885 en 1930 te betalen. De economische crisis in de jaren 30 maakte een einde aan dat offici- eel puritanisme.

De koloniale loterij

Congo had altijd zijn eigen kolonisering betaald maar er waren smakken geld nodig voor investeringen en het moederland wou wel de baten maar niet de lasten. In 1934 werd daarom de koloniale loterij opgericht;

een organisatie die afhing van het ministe- rie van Koloniën. Eerste probleem: de taal.

Natuurlijk was alles intern Frans, van hoog tot laag, met alleen een paar ersatz-Vlamin- gen in het bestuur. Maar er bestonden al taalwetten en na veel gejammer besloot men zich dan toch maar in het Nederlands tot Vlaanderen te wenden. Ter wille van de rijke franskiljons mochten in sommige Vlaamse steden (Gant, Anvers) ook Franstalige affi- ches opgehangen worden. De loterij besloot onmiddellijk 60 % van het ingezamelde geld aan de winnaars uit te delen. Geen sprake van kleine bedragen want rijke klanten waren volgens de loterij niet geïnteresseerd in bor- relnootjes. Een lot kostte 50 frank; onge- veer 25 keer het uurloon van een arbeider.

De loterij was een ramp: zware administra- tieve procedures, ruzies over commissie- lonen en de volslagen foute inschatting van het publiek. De rijken waren niet geïnteres- seerd en de gewone mensen durfden geen voet zetten in de toen nog exclusieve bank- en wisselkantoren waar de biljetten ver- kocht werden. De loterij gaf daarom deel- biljetten uit (vijfdekes) en schakelde ook de postkantoren in. Op slag steeg de verkoop van de lotjes. De loterij besteedde veel geld aan reclame en zond speciaal een bus met

geluidsinstallatie naar geïsoleerde dorpen in achterlijk Vlaanderen. De trekkingen wer- den een showmoment met veel politici en nog meer muziek. Zes trommels (eenheden, tientallen, hondertallen enzovoort) spuw- den de winnende nummers uit en zes negers (boys van ex-kolonialen) toonden met een brede lach het balletje met het juiste cijfer.

Het succes van de lotto steeg met iedere schijf (officieel “snede” in het Nederlands) al sprak iedereen over “tranche”. In 6 jaar tijd kreeg de kolonie 450 miljoen frank. Maar er waren tientallen “vaderlandsche” instellin- gen die mee aan de ruif zaten; zelfs de V.O.S.

kreeg 200.000 frank.

De bezetting

Tijdens de bezetting stond de loterij even stil, tot het moment dat de Deutsche Reichslotterie verscheen. Toen werd de koloniale loterij in allerijl omgedoopt tot Winterhulploterij en ging alles weer zijn oude gang. Alleen werd het geld nu inte- graal in eigen land besteed, om de misère van de mensen te verlichten. Er was geen sprake van collaboratie maar dankzij de aangeboren schijnheiligheid van de Waalse bestuurders wordt er nog altijd zo weinig mogelijk over die oorlogsperiode gesproken. In november 1945 was de koloniale loterij weer daar. De regering vond dat het moederland iets meer geleden had dan de kolonie en hevelde de winsten massaal over naar allerlei fondsen voor oorlogsslachtoffers. Begin 1946 ver- scheen het meest succesvolle biljet: het tien- deke (dat maar recht gaf op een tiende van de prijs). Het jaar daarna ging het geld weer naar de kolonie; voornamelijk naar initiatie- ven om de levensstandaard van de Congo- lezen te verbeteren. Zo sudderde de loterij met succes verder, al werd de druk groter om ook en vooral aan het vaderland te den- ken. Dus ging er geld naar de slachtoffers van de springvloed van 1953 en natuurlijk een enorme zak naar Expo 58. De loterij kende Congo even goed als de vaderlandse politici:

in augustus 1959 werd de 25ste verjaardag van de eerste trekking zorgeloos gevierd en een paar maand later was alles voorbij. In juni 1960 kon de loterij niets anders doen dan de naam wijzigen: ze werd de Afrikaanse loterij.

Het ministerie van Koloniën verdween en de loterij verhuisde naar Financiën waar zij nog altijd thuishoort. Gedurende een tijd toonde het publiek desinteresse. Een nieuwe winst- bestemming van die Afrikaanse loterij was

“voor de landgenoten in nood” die uit Congo gevlucht waren, maar ex-kolonialen waren

in de ogen van vele vaderlanders superrijk en arrogant. Het werd dus tijd de lading een andere vlag te geven en na nauwelijks twee jaar veranderde de Afrikaanse in de nationale loterij. De winsten gingen deels naar ont- wikkelingssamenwerking (waarover Buiten- landse Zaken het laatste woord had met dien verstande dat het geld vooral eigen bedrijven ten goede kwam) en deels naar het vader- land. In de regering werd ieder jaar een rob- bertje gevochten om dat geld naar de eigen dada’s en de eigen kieskring te sluizen. Voor de rest hobbelde alles rustig verder want de loterij profiteerde natuurlijk van de enorme welvaartsstijging in de jaren zestig.

Ziekelijk belgicistisch

In Frankrijk en in Duitsland was men iets minder zelfgenoegzaam en zocht men naar mogelijkheden om nog meer geld uit de zak- ken van de gokkers te kloppen. In Brussel zag men dat de winst van de loterij nog ieder jaar steeg en stak men liever de kop in het zand. De waarheid kwam eerst aan het licht in 1978 toen na jaren bikkelharde strijd bin- nen de loterij eindelijk de Lotto verscheen waarbij de koper zelf een nummer mocht invullen in plaats van het klassieke biljetje met voorgedrukt nummer te kopen. Op twee jaar tijd verdubbelde de winst en zo werd duide- lijk hoeveel geld al jaren naar het buitenland vloeide. Vanaf 1980 begon de definitieve ver- nieuwing: soms zonder succes (de voetbal- toto hield het geen 5 jaar vol); soms met een paar voltreffers (de Presto in 1983, later Sub- ito - een instantloterij). Het traditionele lotje boerde verder achteruit maar om sentimen- tele redenen wou de loterij het niet afschaf- fen tot ze eindelijk in 1990 de zinloosheid inzag. Vanaf de jaren negentig was het aantal

nieuwe formules niet meer te tellen: Joker, Baraka, Domino, Quick Cash, Win for Life, Bling Bling, Keno. Met als hoogtepunt Euro Millions waarin de nationale loterij vanaf 2004 medeorganisator is met nog 10 andere natio- nale loterijen. Recent groeien de bomen niet meer tot in de hemel. De omzet van de nati- onale loterij bedraagt nu 1,1 miljard euro per jaar maar daalt wel met een paar procent per jaar (zo’n 55 % van de inkomsten wordt aan de winnaars uitgedeeld). Ook Euro Millions is wat kortademig en doet er daarom voortaan nog een trekking bij. Je kan vandaag 5 dagen op 7 gokken bij de loterijen. De echt ver- slaafden kunnen natuurlijk 24 uur op 24 uur terecht op het internet. Op één punt is het huidige bedrijf - zogenaamd een nv van publiek recht sinds 2002 - nog altijd een rechtstreekse erfgenaam van de koloniale loterij. Het bedrijf is ziekelijk belgicistisch zodat de Franstaligen het hoogste woord voeren, al is de nominale baas een Vlaming. Voogdijminister Reynders heeft nog altijd een dikke vinger in de pap, al moeit hij zich officieel niet. Nauwelijks 27 % van de winst gaat naar de gemeenschappen, 73 % is bestemd voor allerlei federale dien- sten om het Vlaams geld over te hevelen. Mil- joenen gaan naar La Fondation Roi Baudouin en naar het Centrum ter bevordering van het anti-Vlaams racisme. En het is geen toeval dat Lotto de enige grote Waalse voetbalploeg sponsort. Standard wordt geleid door de in Frankrijk meermaals veroordeelde boef (één keer zelfs twee jaar cel) Luciano D’Onofrio.

Zo’n diploma strekt in het Noord-Korea van West-Europa altijd tot aanbeveling.

Jan neckers

Met deze lotto... altijd prijs!

(5)

De dingen dezer dagen

18 mei 2011

5

Tante Jet

Kozijn Filip was 50 geworden en liet een ganse feestzaal vollopen met mensen die dat feit mee luister wilden bijzetten. Voor van nature stevig gewortelde Kempenaars spreken we al van diaspora als het gaat over Sint-Truiden, Deurne, Grimbergen, Aalter en Kortrijk. Vanuit die verre oorden streken neven en nichten neer in het ooit landelijke en nu kapotverkavelde dorpje waar de familiestam groeide en bloeide.

Sommigen zien elkaar nog dagelijks, voor anderen beperkt de relatie zich intussen tot een korte babbel voor de kerkdeur na weer eens een begrafenis.

Kinderen van neven bleken zelf al kinde- ren te hebben; mannen van nichten waren intussen met pensioen zonder dat we er iets van wisten. Wie is nog bij wie? Oplet- ten dat we niet informeren naar wel en wee van een reeds ingewisselde partner.

Door de toenemende snelheid van relatie- breuken lijkt het belang van de bloedband nog toe te nemen. Steeds minder schoon- familie die door de jaren zo vergroeide dat kinderen niet meer juist weten of de non- kel dan wel de tante uit het gezin van oma en opa komen. De scheidingslijnen tussen echte familie en de aanwaaiers is scherper dan ooit. Je monstert degene die aan de zijde van een neef de zaal binnen komt om te beslissen of het de moeite loont er veel aandacht aan te besteden. “Die zien we op de volgende bijeenkomst niet meer terug”, fluistert iemand je in het oor en dus inves- teer je er geen tijd in.

Maar de echte neven en nichten, die zorgen voor dat unieke gevoel van nest- warmte, ook en misschien vooral als je ze zelden ontmoet. Die twee, drie onbe- kommerde vakanties aan zee met de beide gezinnen, zoveel jaren geleden, zijn onuit- wisbaar.

Tante Jet is het ook. De laatste overle- vende van de nonkels-en-tantes-generatie.

Gerimpeld, krom, mentaal afwezig. Maar

bij haar voelen we ons weer kind. Tante Jet was dan ook de plezante uit de hoop.

Je merkt het nog aan de blonde Leffe die ze zichzelf laat inschenken. De omstaanders gniffelen en rakelen de anekdotes weer op. Zo kennen ze tante Jet, als enige geze- ten tussen de staande receptiegangers.

Haar rol lijkt verder erg beperkt. Ze krijgt een plaats aan de tafel wanneer het eten wordt opgediend, maar niet in het midden.

Elke neef en nicht besteedt enkele minu- ten aan haar zijde om naar de gezondheid te informeren; maar de tijd dat zij het cen- trum vormde is voorbij. Aan de toog, op de dansvloer, bij de rokers aan de uitgang:

daar worden de sterke verhalen verteld, daar klinkt buldergelach, daar klopt het hart van het feest.

Tot de dochter van tante Jet haar moe- der rond de klok van tien de jas aantrekt.

Ze staat wat wankelend recht en laat zich klaarstomen voor het vertrek. En dan gebeurt het. Alles lijkt stil te vallen. Alle neven en nichten, partners, kinderen en kleinkinderen staan op en komen tante Jet zoenen. Ze zal de enige zijn van wie het vertrek door iedereen wordt opge- merkt. Er hangt een sfeer van respect en dankbaarheid voor de tante die alle aanwe- zigen ooit een koekje toeschoof toen zij, intussen lang geleden, de beslissingen nam.

De dokter uit Aalter lijkt weer in z’n korte broek te staan; de lerares uit Sint-Truiden wacht haar beurt af alsof tante Jet haar lok- ken nog eens zal vlechten. Den Blooten Kooninck vraagt zich af of iemand anders uit de zaal ooit het statuut zal bereiken dat tante Jet kon afdwingen. Misschien zien wij elkaar volgende keer op haar begrafe- nis. We zullen allemaal op haar doodsbrief staan. Terecht, want we zullen dan allemaal een beetje gestorven zijn.

Voorhet eenmanscollectief

Den Blooten KoonincK

Den Blooten Kooninck

Weg, die Vlaamse kwarttonen

De Elisabethwedstrijd: tussen belgicistische nostalgie en francofiele netwerking

Juni betekent examens, hooikoorts, en zweterige midzomernachten. Maar de Brusselse spitsburgerij blinkt haar schoenen op en strijkt de rokken glad voor hét jaarlijkse beau monde-gebeu- ren waar het Frans de voorkeur- taal blijft en het Belgisch konings- huis zich graag laat zien: de koningin Elisabethwedstrijd.

Nu ja, graag: naar verluidt slopen Albert II en zijn gevolg één van de vorige edities op hun buik weg uit de loge, nadat ze de “hon- neurs” had waargenomen: echte cultuurmin- naars zijn het niet, de Coburgs. Het evene- ment zag trouwens in 1937 het licht als de Eugène Ysaÿe-wedstrijd, die in de beginpe- riode laureaten van wereldklasse opleverde, zoals David Oistrach (viool, 1937) en Emil Gilels (piano, 1938). Maar in 1951, in de nada- gen van de koningskwestie, had de bescha- digde monarchie behoefte aan nieuwe praal, en werd het ding herdoopt tot het Concours Reine Elisabeth, genoemd naar de Beierse gemalin van Albert I die ook wel eens een strijkje viool placht te spelen.

Vanaf toen verwaterde het gebeuren snel tot een atletische uithoudingsproef onder vingervlugge wedstrijdbeesten, waarvan de laureaten na een paar jaar in volstrekte ano- nimiteit verdwenen. Eigenlijk is dit een festi- val van de slechte smaak. Aftandse, kapotge- speelde draken zoals het 1ste pianoconcerto van Tsjaikovski worden er steeds weer gere- animeerd ten behoeve van een verkalkt, af en toe in hysterie uitbarstend publiek dat nog in de belle époque schijnt te leven. Ver- moedelijk mijden zelfs echte kunstenaars, die meer in hun mars hebben dan zoveel moge- lijk noten per seconde spelen, deze exhibi- tie als de pest.

De onvoorstelbaar melige presentatie door Fred Brouwers, evenals de al even

bekakte omkadering door Radio Klara, geeft dit doorgeschoten bejaardenfeestje een sen- timentele uitstraling die voor echte klassie- kliefhebbers onverdraaglijk is, ook al door het jeunisme: hoe jonger de kandidaat, des te vuriger het publiek. Nog even, en we komen in semipedofiele toestanden terecht, zoals Junior Eurosong.

Favoritisme is helemaal geen probleem, integendeel: het strekt tot aanbeveling. Elk jurylid heeft onder het deelnemersveld zijn eigen pupillen. Zonder dit duwtje in de rug, mag men het vergeten. Via een reeks duis- tere intriges negeerde het wedstrijdcomité dit jaar zijn eigen reglement, en schrapte het bestelde en afgeleverde plichtwerk van de Vlaming Luc Brewaeys, omdat het te moeilijk zou zijn en kwarttonen bevat (voor de niet- ingewijden: kleine toonverschillen die je met een piano niet kunt maken). Pas op, deze Luc Brewaeys (°1959) is een brave Belg en zou geen vlieg kwaad doen, maar toch. Misschien legde hij wel met zijn ‘Speechless song, being many, seeming one’ een kleine bom onder het oubollig Bozar-universum, door een parti- tuur af te leveren die helemaal breekt met de in wezen 19de-eeuwse conventies van het Franse academisme. En misschien herin- nert dat bepaalde lieden wel te veel aan de Vlaamse polyfonisten uit de 15de eeuw, die vanuit de bloeiende groeipolen Brugge en (later) Antwerpen een nieuwe muzikale taal van de meerstemmigheid over heel Europa zouden exporteren, en het cultureel univer- sum zouden gaan domineren.

Ach, dit jaar is de wedstrijd voor zan- gers gereserveerd, en die zingen altijd een beetje vals. Wie maakt zich dan nog druk om kwarttonen…

Vive la France

Puur artistiek levert die wedstrijd van- daag bitter weinig op. De bestaansreden van het evenement ligt puur in zijn establish- mentgehalte: dit is één van de laatste reste- rende verzamelplaatsen van de belgicistische francité. Ook al wordt tegenwoordig alles netjes tweetalig gehouden en mag Marlène de Wouters d’Oplinter, voormalige VTM- presentatrice, het zaakje aan elkaar praten - het ruikt er naar de netwerken die het ancien régime in stand proberen te houden, met een onmiskenbare voorliefde voor de Latijnse signatuur van dit land.

Het beheer van het concours, onder het voorzitterschap van le Comte Jean-Pierre de Launoit (die we ook terugvinden in het bestuur van de belgicistische lobbyclub B+), is nagenoeg uitsluitend in handen van de Franstalige adel, nieuwbakken baronnen en ridders, naast een resem “culturo’s” die zich opwarmen om in Laken een lintje te gaan halen, genre Marc Clemeur en Bernard Foccroulle, of die al met zo’n ereteken rond- lopen, zoals Gerard Mortier.

De melomane graaf de Launoit is niet de eerst de beste. Als boezemvriend van Didier Reynders en vertrouweling van het Hof is hij een spilfiguur van de Belgische haute finance (o.m. Axa, ING), duikt op in ontelbare cul- turele en politieke salons zoals de Cercle de Lorraine, maar is tussendoor ook nog voor- zitter van de Fondation Alliance Française, een ultrafrancofiele drukkingsgroep die er een bedekte politieke annexatieagenda schijnt op na te houden, blijkt toch uit een inter- view met de man op hun webstek. Een korte impressie:

Vraag: “Quelle est la mission de l’Alliance Française? Doit-elle défendre la France ou la francophonie?“

Antwoordt Launoit: “Les deux. Je crois qu’en défendant la francophonie, elle défend tout naturellement la France. D’une cer- taine manière c’est indissociable. Il existe une certaine solidarité francophone mais qui sous- tend cet amour, cette amitié, cet attachement à la France. “

Blijkbaar heeft de voorzitter van het Concours Reine Elisabeth geheime liefdes; of hoe belgicistische nostalgie en ultrafranco- fiele netwerking een perfect koppel vor- men in een pseudo-cultureel decor. Ter- wijl zwoegende pianisten en violisten harde noten kraken, wordt er tijdens de pauze vooral geklonken op cet amour, cette ami- tié, cet attachement à la France. Attachement (“aanhankelijkheid“) of rattachement (“aan- hechting“)? Het is maar een letter verschil.

Hoe groot ziet men die hereniging, gelet op de geostrategische obsessie van de Fran- sen ook aan de Noordkant een natuurlijke grens te bezitten? Was het niet Sarkozy die Antwerpen in een verspreking onlangs “de grootste Franse haven“ noemde ?

Men kan natuurlijk zijn schouders opha- len, maar het is karakteristiek voor de dag- dromen van de oude elites, die in de coulis- sen beraadslagen hoe ze dat Vlaamse zootje ongeregeld in de pas kunnen laten lopen, en die natuurlijk ook nog echt de financieel- economische touwtjes in handen houden.

Om maar te zeggen dat, als het Vlaams Belang nog eens op zoek is naar een locatie voor een ludieke stunt (we denken aan de zeer gesmaakte Vlaamse Leeuw in het fede- raal parlement, april vorig jaar), ik deze Eli- sabethwedstrijd sterk kan aanbevelen. Con brio, en in zoveel mogelijk kwarttonen, man-

nen! annicK VerBauwen

Jarig

Deze week is uw geliefd (?) blad opnieuw jarig. 66 jaar geleden startte immers Bruno De Winter met dit wekelijks avontuur. Ondertussen zijn er meer dan 3.400 ’t Pallieterkes verschenen. Elke week, zonder onderbreken.

Voor zij die ons willen feliciteren: ons hoofdkwartier is geopend tijdens kantooruren indien u ter plaatse uw geschenken in natura wenst achter te laten. Heeft de voorkeur van de redac- tie: Augustijnerbier, een Vlaamsche Leeuw bier, een reischeque van De Blauwe Vogel, even- tueel voor Kolde Rator een fles Zuidafrikaanse Vonkelwijn. Hector laat weten al tevreden te zijn met een zakje biltong en een doosje rooibosthee.

Geldsommen vanaf 3 nullen worden eveneens aanvaard, evenals goud, wierook en mirre.

Dat laatste mag eventueel ook vervangen worden door enkele potjes nagellak want ook onze lieftallige secretaressen mogen delen in de feestvreugde. De wierook bezorgen we onverwijld aan Koenraad Elst, dat is beloofd. Oh ja, geldsommen vanaf 4 nullen geven rechtstreeks toe- gang tot de achterkamer van het gebouw, tevens kantoor van de Big Boss. Indien er iets te bedisselen valt, dan is dat het moment. (waarvoor dienen anders achterkamertjes?)

Een gewone wenskaart, verstuurd per ouderwetse maïseter of via elektronische weg mag natuurlijk ook en wordt met evenveel dankbaarheid aanvaard!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit geldt ook voor de raden- en Statenbijeenkomst die gepland stond op 11 mei en de eindpresentatie van Toukomst eind juni.. De verwachting is dat de eindpresentatie in het

„Gaat nu terstond aan zijn leerlingen zeggen: Hij is verrezen van de doden, en nu gaat Hij u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien.. Dat had ik u te

Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode eindigend in september 2020 / september 2021 (in miljoen euro)..

Nieuwe kansen dienen zich aan nu de gemeente heeft aangegeven een miljoen euro te wil- len investeren in De Blinkerd om alle activiteiten op deze locatie een goede

Niet-gerealiseerde resultaten die geherklasseerd zijn naar de winst- en verliesrekening of in een volgende periode kunnen geherklasseerd worden naar de winst- en

Niet-gerealiseerde resultaten die geherklasseerd zijn naar de winst- en verliesrekening of in een volgende periode kunnen geherklasseerd worden naar de winst- en

Als ik maar weet, dat hier mijn weg, Door U, Heer, wordt bereid;.. En dat die weg, hoe moeilijk ook, Mij nader tot

Net als tijdens deze MUS-tellingen werd het grootste aantal Zilvermeeuwen geteld vlak voor het begin van het broedsei- zoen en het grootste aantal Kleine Mantelmeeuwen juist in