Adviesnota Raad
Raadsvergadering d.d. : 28 mei 2020
Agendapunt :
Onderwerp : Regionale Energiestrategie Drenthe (concept) Portefeuillehouder : Wethouder N.J.P. Lambert
Datum : 17 april 2020
Onderwerp
Regionale Energiestrategie Drenthe (concept) Voorgesteld besluit
1. De Raad besluit conform advies in te stemmen met de concept-RES Drenthe.
Inleiding
Voor 1 juli 2021 zal de gemeente Aa en Hunze - als onderdeel van de regio Drenthe - haar bijdrage moeten formuleren aan de nationale doelstelling met betrekking tot hernieuwbare energie op land (35 TWh in 2030). Deze bijdrage wordt - met die van andere Drentse gemeenten - verwoord in de Drentse RES 1.0. Elke twee jaar daarop wordt de RES vervolgens geactualiseerd, zodat het Rijk een vinger aan de pols kan houden met betrekking tot de voortgang inzake het Klimaatakkoord.
De regio en gemeenten hebben dus zelf de regie op processen die ruimtelijk en maatschappelijk impact hebben. Dat is winst, maar geeft ook verantwoordelijkheid. Hierover is de Raad geïnformeerd.
De Raad heeft op 31 oktober 2019 besloten dat de uitvoeringsorganisatie van RES-Drenthe aan de slag kan met het formuleren van kwantitatieve doelstellingen en het verzamelen van de diverse gemeentelijke kaders en ervaringen met betrekking tot de energietransitie.
Dat traject heeft geleid tot de voorliggende concept-RES, welke door de Drentse Energietafel (DET) is aangeboden aan de colleges van burgemeesters en wethouders, het College van gedeputeerde staten en de dagelijks besturen van de Drentse waterschappen. Zij hebben inmiddels ingestemd.
Het besluitvormingstraject met de raden had oorspronkelijk voor 1 juni 2020 volledig afgerond moet zijn, maar in die planning is door de te verwachten vertraging ten gevolge van de corona-crisis een terugvaloptie ingebouwd. Nog steeds zal het DET de concept-RES voor 1 juni aanbieden aan het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), dat alle RES-documenten uit Nederland beoordeelt. Als niet iedereen het heeft kunnen behandelen, zal het als voorlopig concept-RES verstuurd worden. De regio’s hebben formeel tot 1 oktober 2020 respijt gekregen voor het behandelen van de definitieve conceptversie.
Beoogd effect
Met de concept-RES geven de gezamenlijke Drentse overheden aan welke mogelijkheden zij zien
De Drentse bijdrage (het bod) is opgebouwd uit de bestaande en geplande projecten (zoals het windmolenpark in de Veenkoloniën), maar ook uit ambities, dan wel verwachtingen. Zelf regie houden op de energietransitie in Drenthe staat, zoals eerder beschreven in de startnotitie, in alles centraal.
Hoe de bijdrage van de gemeente Aa en Hunze is opgebouwd, is te zien in onderstaande tabel.
Tabel 1: Opwek duurzame energie (tot 2030), bijdrage Aa en Hunze
TWh/ jaar (prognose)
In de pijplijn Door werkbureau RES gemaakt overzicht van projecten
(gerealiseerd, vergund en in vergunningsfase)
Zonnevelden 0,004
Zon op dak 0,011
Windturbines (16 á 3,9 MW) 0,212
Gemeentelijke ambitie met beperkte ruimte impact
Door NPRES berekende potentie (TJ) van dak > 285 m2 (> 15 kW). Door werkbureau RES omgerekend TWh/ jaar
Zon op dak 0,051
Verwachting initiatieven mét
ruimtelijke impact Maatschappelijk initiatief (> 15 kW) door ambtelijke organisatie Aa en Hunze geprognotiseerd
Kleine windmolens 0,001
Zonnevelden 0,020
TOTALE bijdrage Aa en Hunze 0,299
Argumenten
1.1. Het vaststellen van de concept-RES Drenthe is de vervolgstap op de eerder vastgestelde intentieovereenkomst en startnotitie.
1.2. Door alle initiatieven mee te tellen en ook ambities te kwantificeren verkleinen we de kans op het toewijzen van een restopgave (voor als het totaal aan plannen niet optelt tot 35 TWh) en houden we eigen regie op de Drentse energietransitie.
1.3. Ons aandeel in de concept-RES is passend (8,7% van het Drentse totaal). Dat aandeel
ondersteunt bovendien onze eigen duurzaamheidsdoelen. Het totaal aan opgewekte energie, dat we hebben gekwantificeerd (0,299 TWh/ jaar) is 40% van het huidige totale energieverbruik in Aa en Hunze. Er moet dus nog veel energie bespaard worden en veel CO2-uitstoot gereduceerd worden om onze beleidsdoelen te halen.
1.4. Met het vaststellen van de concept-RES hebben de Drentse overheden ‘de eerste steen geworpen’ en kan het proces starten om samen met alle maatschappelijke betrokkenen een definitieve regionale energiestrategie op te stellen. In lijn met de door u aangenomen motie van 31 oktober 2019, waarin u het College verzoekt om te komen met een communicatie- en
participatieplan, wordt nu een aanpak opgetuigd waarin we maatschappelijke initiatieven reguleren, stimuleren en/of faciliteren.
1.5. Ook in Aa en Hunze zullen bedrijven, agrariërs, overheden, gebieden, bewonerscollectieven en dorpen willen blijven investeren in duurzame energieproductie, omdat ze hun eigen verbruik willen opwekken, hun steentje willen bijdragen aan het tegengaan van mondiale klimaatverandering of omdat ze een lokaal verdienmodel ontwikkelen willen.
1.6. Hoewel we in Aa en Hunze kwalitatief beleid hebben over energieopwekking mét ruimtelijke impact (denk aan de beleidskader zonne-energie), kwantificeren we geen kwantitatieve
gemeentelijke ambitie op dat vlak. Die ambitie laten we voorlopig aan de samenleving. Dorpen, gebieden en ondernemers zijn desgewenst zelf aan zet om mét draagvlak en lokaal
eigenaarschap initiatief te tonen en te nemen. Wél hebben we het te verwachten maatschappelijk initiatief geprognotiseerd en zijn we actief bezig dat ook aan te jagen.
Kanttekeningen
1.1. Het PBL beoordeelt dit najaar alle concept-RES documenten. Dan wordt duidelijk of de bijdrage van alle 30 RES-regio’s wel optelt tot 35 TWh. In theorie is het mogelijk dat het Rijk Drenthe (overeenkomstig Route 35: een landelijke verdeelsleutel) een extra opgave oplegt als de
definitieve opwekprognoses onvoldoende blijken te zijn. De kans erop is volgens het werkbureau evenwel klein.
1.2. Het is mogelijk dat het Aa en Hunze niet lukt om in 2030 haar opwekprognoses behaald te hebben. Bijvoorbeeld omdat de voorwaarden waaronder investeringen rendabel zijn komen te vervallen. Het is om die reden dat er randvoorwaarden zijn geformuleerd bij het Drentse bod.
1.3. Het is de vraag of alle Drentse initiatieven in de toekomst wel voldoende snel gefaciliteerd kunnen worden. Er is namelijk schaarste op het energienet van Enexis en daardoor beperkte
transportcapaciteit, die een belemmering kan vormen voor het aansluiten van nieuwe projecten.
Dit probleem is ook door de netwerkbeheerders in Drenthe gesignaleerd.
Financiën
Het opstellen van de concept-RES en RES 1.0 gebeurt met ambtelijke inzet van de deelnemende overheden, die deze om niet beschikbaar stellen. De ondersteuning door de hiervoor ingerichte werkorganisatie gebeurt in principe binnen de middelen die het Rijk hiervoor beschikbaar heeft gesteld. Voor Drenthe gaat dit om een jaarlijks bedrag van ongeveer € 400.000 voor 2019 t/m 2021.
Daarnaast is in Drenthe een verdeelsleutel afgesproken over de financiering indien er overschrijding plaatsvindt.
Communicatie
Het werkbureau heeft de Drentse volksvertegenwoordigers op 24 en 26 februari geïnformeerd over haar rol en het proces dat ze is opgestart met gemeenten. Er is naderhand nog een groot aantal vragen schriftelijk beantwoord (zie bijlage 2). Ook in het vervolgtraject zullen we College en Raad frequent (per kwartaal) informeren.
We hebben de Omgevingsadviesraad (OAR) en initiatiefnemers van het windpark geïnformeerd over de RES en het aandeel daarin van de windturbines.
Het werkbureau heeft een publieksvriendelijke versie van de concept-RES gemaakt; deze wordt gepubliceerd in lokale kranten.
Het werkbureau ontwikkelt de website www.energievoordrenthe.nl als het digitale platform waarop alle partijen samenkomen en waar allerlei informatie is te vinden. Op de webpagina
(www.aaenhunze.nl/RES) en in De Schakel plaatst Aa en Hunze de informatie over de stappen die worden gezet en waarmee inwoners op de hoogte blijven.
Tegelijk met het opstellen van de RES wordt gewerkt aan de invoering van de Omgevingswet.
Diverse maatregelen uit de RES 1.0 krijgen een ruimtelijke vertaling in de gemeentelijke en provinciale omgevingsplannen. Dit vraagt om goede afstemming en heldere communicatie richting betrokkenen.
Burgerparticipatie
In de startnotitie en concept-RES is vastgelegd dat de twaalf gemeenten primair verantwoordelijk zijn voor het participatie- en communicatieproces. De gemeente is daartoe het beste uitgerust en kan synergie creëren tussen participatietrajecten; denk daarbij aan die van de Omgevingswet, maar vooral aan de Transitievisie Warmte (Hoe gaan we van het gas af? Hoe blijft wonen betaalbaar?).
Het beleidskader zonne-energie is tot stand gekomen in samenspraak met vele stakeholders. Er is bijvoorbeeld een workshop gehouden, waarbij zeven verenigingen van dorpsbelangen
aanwezig waren.
In het beleidskader zonne-energie is vastgelegd hoe de gemeente draagvlak en lokaal eigenaarschap ingevuld wil zien en hoe initiatiefnemers draagvlak en participatie ook
daadwerkelijk moeten aantonen. Daarmee zijn mogelijke negatieve effecten van opwekprojecten zoveel mogelijk gereguleerd.
We consulteren momenteel regionale vertegenwoordigers (NMF Drenthe, Drentse KEI e.d.). Hen vragen wij te reflecteren op onze ambtelijke prognose met betrekking tot maatschappelijke initiatieven (0,021 TWh/jaar in 2030). Welk initiatief zien ze ontstaan in de maatschappij? Moet deze prognose worden bijgesteld? Welke drempels zijn er? Welke inzet is nodig om initiatief te ondersteunen?
Maar belangrijker nog is onze samenwerking met Energiewerkplaats Drenthe, waarmee we momenteel zes dorpsinitiatieven (Anderen, Ekehaar, Grolloo, Rolde, Anloo en Spijkerboor/
Annerveen) helpen om tot een eigen aanpak te komen met betrekking tot energieopwekking en/ of energiebesparing. Deze voorbeelden moeten andere dorpen en inwoners duidelijk maken dat we niets opleggen, maar dat men kan bijdragen. Er is vanuit de gemeente een vouchersysteem opgesteld om financieel bij te dragen aan de planontwikkeling.
De leerervaringen van dit project nemen we mee in de brede duurzaamheidsaanpak die we aan het optuigen zijn en waarin het stimuleren en faciliteren van participatie één van de
uitgangspunten vormt. Daarbij gaat het dus niet alleen over de RES, maar borgen we de synergie tussen andere duurzaamheidsthema’s en participatietrajecten. De mogelijke rol voor
dorpskenners, het Aa en Hunze panel en/ of een gemeentelijke adviesraad krijgt daarbij een plek.
Rond de zomer van 2020 is ook duidelijk op welke manier het Drentse werkbureau hierbij kan faciliteren en of er zaken (op onderdelen) collectief opgepakt kunnen worden, zodat gemeenten niet zélf het wiel uit hoeven te vinden.
Uitvoering
Het College verzoekt de Raad deze concept-RES vast te stellen of desgewenst met een zienswijzen, moties of amendementen te komen.
Moties, amendementen, zienswijzen of andere aanvullingen in het bestuurlijke traject worden gebundeld meegestuurd met de concept-RES en aangeboden aan het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) ter toetsing. Eind 2020 vindt er een terugkoppeling plaats van het Planbureau.
Direct na instemming met de concept-RES zal met de betrokken partijen gewerkt worden aan de RES 1.0, zoals afgesproken in de DET. In het tweede deel van 2020 worden commentaren en inbreng verwerkt. Medio 2021 moet de RES 1.0 via de colleges ter vaststelling aan de raden worden voorgelegd. Zij moeten deze voor 1 juli 2021 vaststellen.
Waar de concept-RES nu nog vooral een verzameling van losse gemeentelijke doelen, kaders en ervaringen is, wordt toegewerkt naar een meer collectieve opvatting over ruimtelijke inpassing en wordt lokaal een traject van participatie opgestart. In die periode is er daardoor nog ruimte voor aanpassingen.
De concrete projecten en plannen die in het RES 1.0 e.v. komen te staan, worden vastgelegd in het omgevingsbeleid van de overheden (omgevingsvisie, plannen en programma’s). Daarmee krijgt de beleidsmatige status van het RES juridische gevolgen.
Iedere twee jaar vindt een actualisering van de RES plaats, zodat het mogelijk is in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Daarbij valt te denken aan nieuwe maatschappelijke initiatieven, maar ook aan technologische innovaties.
Samenvatting voor publicatie Schakel (max. 5 regels)
De Rijksoverheid heeft met heel veel partijen een plan (het klimaatakkoord) gemaakt voor de aanpak van klimaatverandering en het overstappen op meer duurzame energie. De uitwerking van dat plan is regionaal. De gemeente Aa en Hunze heeft nu samen met de andere Drentse overheden een
Regionale Energiestrategie (RES) vastgesteld. Nu nog in concept, maar in juli 2021 moet er een definitief stuk zijn. In die RES beschrijft de regio Drenthe hoeveel duurzame energie ze verwacht op te wekken tot aan 2030 met windmolens, zonnevelden en grote daken met zonnepanelen. Ook wordt gekeken hoe de ruimte in Drenthe zorgvuldig kan worden gebruikt voor dit doel en hoe aanwezige warmtebronnen kunnen worden verdeeld, zodat er plannen kunnen worden gemaakt om van het gas te gaan.
Bijlagen
1. Concept-RES Drenthe
2. Vraag en antwoord n.a.v. bijeenkomsten 24 en 26 februari 2020
Met vriendelijke groet,
Het college van de gemeente Aa en Hunze,
mevrouw mr. M. Tent de heer A.W. Hiemstra
secretaris burgemeester