• No results found

7684/20 gar/mak/cg 1 TREE.1.B LIMITE NL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "7684/20 gar/mak/cg 1 TREE.1.B LIMITE NL"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Raad van de Europese Unie

Brussel, 11 mei 2020 (OR. en)

7684/20

LIMITE AUDIO 18 EDUC 136 SOC 255 DIGIT 31 INFO 7

NOTA

van: het secretariaat-generaal van de Raad

aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers nr. vorig doc.: 7433/20

Betreft: Ontwerpconclusies van de Raad over mediawijsheid in een voortdurend veranderende wereld

- Voorbereiding van de aanneming

- Besluit om de schriftelijke procedure te volgen

De Groep audiovisuele aangelegenheden heeft de bovengenoemde ontwerpconclusies van de Raad in haar vergaderingen van 30 januari en 25 februari besproken, waarna de leden van de Groep audiovisuele aangelegenheden drie keer informeel schriftelijk overleg hebben gepleegd. De tekst heeft thans de instemming van alle delegaties.

Aangezien er vanwege uitzonderlijke omstandigheden momenteel geen Raadszittingen zijn gepland, wordt het Comité van permanente vertegenwoordigers verzocht:

– de door het Comité culturele zaken bereikte overeenstemming over de tekst in de bijlage te bevestigen, en

– overeenkomstig artikel 12, lid 1, eerste alinea, van het reglement van orde van de Raad en artikel 1 van Besluit 2020/556 van de Raad te besluiten dat de Raad voor de vaststelling van de bijgaande tekst en de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de EU de schriftelijke procedure zal volgen.

(2)

BIJLAGE

Ontwerpconclusies van de Raad over mediawijsheid in een voortdurend veranderende wereld

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

OVERWEGENDE:

1. de politieke achtergrond als uiteengezet in de bijlage;

ONDERKENNENDE DAT:

2. de technologische en digitale vooruitgang ieders leven ingrijpend heeft veranderd. Nieuwe media- en communicatieplatforms hebben sociale en communicatierelaties veranderd, de culturele en de creatieve sector beïnvloed en veranderingen teweeggebracht in het

medialandschap en in de wijze waarop inhoud wordt geproduceerd, verspreid en tot zich genomen wordt. Deze veranderingen hebben voor de Europese burgers aanzienlijke nieuwe mogelijkheden gecreëerd om met elkaar te communiceren en om verschillende soorten inhoud te vinden, te creëren en te verspreiden;

3. digitale en technologische veranderingen zich continu voordoen en onvoorspelbaar zijn, en zowel van de burger als van de samenleving voortdurende aanpassing vergen. De gevolgen van innovaties die de wereld beter maken, waaronder digitalisering en de ontwikkeling van media- en communicatieplatforms, moeten aandacht krijgen;

4. het nieuwe media-ecosysteem niet alleen talrijke voordelen en positieve effecten heeft, maar ook steeds meer desinformatie, manipulatie en haatuitingen de wereld inbrengt;

(3)

5. de burger in het nieuwe media-ecosysteem met informatie wordt overstelpt en moeite kan hebben om het nieuws te begrijpen en accurate informatie en betrouwbare nieuwsbronnen te vinden, alsook hoogwaardige inhoud in het algemeen;

6. de blootstelling van de burger aan grote hoeveelheden desinformatie, met name tijdens ernstige, wereldwijde crises, zoals de COVID-19-pandemie, aangeeft hoe belangrijk het is dat er voor de ontwikkeling van mediawijsheid een systematische aanpak wordt

gehanteerd, dat onlineplatforms, deskundigen en bevoegde autoriteiten samenwerken, en dat er een onafhankelijke procedure wordt ontwikkeld voor feitenonderzoek om de verspreiding van online desinformatiecampagnes tegen te gaan, waarbij de vrijheid van meningsuiting in acht wordt genomen;

7. in de huidige wereld wordt van burgers van alle leeftijden geëist dat zij veel nieuwe

individuele en maatschappelijke kennis en vaardigheden verwerven om daarmee toegang te krijgen tot, een keuze te maken uit, inzicht te verwerven in en slim en verantwoord gebruik te maken van informatie en verschillende soorten media, zowel professionele als door gebruikers gegenereerde media, op alle soorten kanalen en distributie- of

communicatieplatforms;

8. al deze vaardigheden samen "mediawijsheid" uitmaken, een overkoepelende uitdrukking die alle technische, cognitieve, sociale, burgerlijke, ethische en creatieve capaciteiten omvat die een burger in staat stellen effectief toegang te krijgen tot en gebruik te maken van informatie en media, en om op een veilige en verantwoorde manier media-inhoud te creëren en te delen via verschillende platforms. Mediawijsheid mag niet beperkt blijven tot leren over tools en technologieën, maar moet ook beogen burgers de nodige kritische denkvaardigheden aan te reiken om een oordeel te vellen, complexe werkelijkheden te analyseren en meningen van feiten te onderscheiden. Al deze capaciteiten stellen de burger in staat om deel te nemen aan de economische, sociale en culturele aspecten van de

samenleving en om een actieve rol te spelen in het democratische proces1;

1 Gebaseerd op de definities die zijn opgenomen in de taakomschrijving van de deskundigengroep inzake mediawijsheid en in de herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten.

(4)

ONDERKENNEND hetgeen volgt:

9. net als bij andere uitdagingen waar de wereld van vandaag mee wordt geconfronteerd, is bij de COVID-19-pandemie gebleken dat er betrouwbare informatiebronnen en

transparantie bij onlineplatforms nodig zijn; burgers toerusten met de vaardigheden om met desinformatie te kunnen omgaan, is van essentieel belang geworden;

10. gezien de enorme hoeveelheid beschikbare informatie op het internet zijn algoritmen essentieel voor het ordenen van die informatie omdat er gericht mee naar inhoud gezocht kan worden en gebruikers een relevante en persoonlijke ervaring geboden kan worden;

11. tegelijk kunnen ondoorzichtige algoritmen en het gebruik van algoritmen zonder goede risico- en effectbeoordeling het probleem van desinformatie verergeren en sensatiezucht, extreme inhoud en clickbait-journalistiek stimuleren;

12. de invloed van algoritmen op verspreidingskanalen en bij de selectie van ontvangers kan een aanzienlijk effect hebben op de publieke opinie, het sociaal-politieke discours bepalen en tot sociale polarisatie leiden;

13. de toename van online-inhoud waarin haatuitingen worden gedaan of tot geweld of haat wordt aangezet, en van cyberpesten en andere illegale en/of schadelijke inhoud, vormt een uitdaging voor de samenleving;

14. in een datagestuurde mondiale digitale media-economie kunnen de dominante marktpositie van verschillende mondiale spelers en de door onlineplatforms gebruikte

algoritmemodellen een bedreiging vormen voor de pluriformiteit van de media en de diversiteit van inhoud;

15. snelle groei en voortdurende veranderingen in het media-ecosysteem hebben hun weerslag op het vertrouwen in de media, wat ook de normen van de professionele media en de journalistiek onder druk kan zetten.

(5)

NOTA NEMEND VAN HET VOLGENDE:

16. mediawijsheid en ons vermogen om kritisch inzicht te hebben in en verantwoord om te gaan met media zijn nooit zo belangrijk geweest als in de door de COVID-19-pandemie getroffen wereld van vandaag, niet alleen om de volksgezondheid te beschermen, maar ook om de democratische samenlevingen weerbaarder te maken en de democratische

participatie te vergroten;

17. er moet intensiever worden gewerkt aan het mondiger maken van burgers van alle

leeftijden, door mediawijsheid en kritisch denken te bevorderen, rekening houdend met de culturele diversiteit en de aanzienlijke verschillen in mediawijsheid en digitale competentie in het algemeen in de EU-lidstaten;

18. door de constante ontwikkeling van nieuwe media- en communicatietechnologieën neemt de vraag naar nieuwe benaderingen van mediawijsheid toe, vooral in het kader van niet- formeel en informeel leren;

19. er moeten nieuwe modellen voor een leven lang leren op het gebied van mediawijsheid worden ontwikkeld, en mensen van alle leeftijden moet de praktische mogelijkheden worden geboden om de vaardigheden op te doen die nodig zijn om inzicht te krijgen en werkzaam te zijn in het uiterst complexe medialandschap, via programma's op maat van verschillende doelgroepen, die leeftijds- en/of contextgebonden kunnen zijn;

20. ook belanghebbenden die burgers van alle leeftijden kunnen bereiken, moeten bij mediawijsheid worden betrokken; het gaat dan onder andere om culturele instellingen (bijv. bibliotheken, musea en bioscopen), die toegang hebben tot de nodige infrastructuur, in de samenleving een grote mate van vertrouwen genieten en daarom meer zouden moeten worden aangemoedigd om via hun diensten en activiteiten de mediawijsheid te vergroten;

21. mediakanalen, met name publieke media, en journalistieke organisaties hebben een invloedrijke positie in de samenleving en zouden een grotere rol kunnen spelen bij het bevorderen van mediawijsheid, het verstrekken van informatie erover en de bewustmaking van het publiek van het belang ervan;

(6)

22. bevoegde nationale agentschappen en instanties, met name voor de regulering van nationale media, hebben naast de gezamenlijke activiteiten die zij via de Europese Groep van regelgevende instanties voor audiovisuele mediadiensten (ERGA) ondernemen, kunnen een belangrijke rol spelen, voor zover zij de bevoegdheden en de positie hebben om initiatieven ten behoeve van mediawijsheid actief te bevorderen, te organiseren en te coördineren, belanghebbenden samen te brengen en om aanzienlijk bij te dragen aan het aanpakken van desinformatie;

23. door beroepsjournalistiek, onafhankelijke media, onderzoeksjournalistiek en mediapluriformiteit te versterken, de toegang van burgers tot hoogwaardige, geloofwaardige en gediversifieerde informatiebronnen te vergemakkelijken, en het vertrouwen van het publiek te vergroten, wordt bijgedragen tot de bescherming van de democratie;

24. het is belangrijk dat de Europese media-industrie wordt aangemoedigd in het gebruik van nieuwe technologieën op het gebied van de ontwikkeling van inhoud, distributiekanalen, dataverzameling en -analyse, om een breder publiek aan te trekken en te helpen toegang te krijgen tot gevarieerde hoogwaardige inhoud, en om mediapluriformiteit te bevorderen;

25. het is belangrijk voortdurend te benadrukken dat de onlineplatforms aan hogere normen inzake verantwoordelijkheid en transparantie moeten voldoen en in dat verband meer inspanningen moeten worden geleverd om gebruikers tegen illegale en schadelijke inhoud en tegen desinformatie te beschermen, met inachtneming van de vrijheid van

meningsuiting;

26. het belang van samenwerking met de overheid door onlineplatforms geldt voor diverse soorten informatie, zoals informatie over algoritmen en datasets, hetgeen het

gemakkelijker zou kunnen maken platforms effectief te monitoren om de problemen van desinformatie aan te pakken;

(7)

27. een sectoroverschrijdende aanpak ter bevordering van de mediawijsheid van de burger zal, naast de digitale en technologische vooruitgang van de media en van de culturele en de creatieve sector, zowel de gebruikers als de makers van inhoud sterker kunnen maken en een meer creatieve en concurrerende media-industrie tot stand brengen;

28. het vergroten van mediawijsheid en het aanpakken van desinformatie vergen een

systematische, strategische en alomvattende aanpak van alle lidstaten, alsook intersectorale samenwerking tussen de verschillende belanghebbenden.

VERZOEKT DE LIDSTATEN IN HET KADER VAN HUN BEVOEGDHEIDSGEBIEDEN EN CONFORM HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL:

29. het belang van mediawijsheid op systematische wijze onder de aandacht van het publiek te brengen, en ondersteuning te bieden voor de consequente ontwikkeling van beleid inzake mediawijsheid en de uitvoering daarvan;

30. de oprichting en ontwikkeling van netwerken voor mediawijsheid (nationaal, regionaal, lokaal, thematisch) te ondersteunen teneinde de betrokken belanghebbenden bijeen te brengen zodat ze kunnen samenwerken en duurzame en langdurige projecten en initiatieven op het gebied van mediawijsheid kunnen ontwikkelen;

31. een leven lang leren-aanpak te ontwikkelen voor mediawijsheid voor alle leeftijden en in dat verband steun te verlenen voor proef- en onderzoeksprojecten, teneinde nieuwe methoden, acties en inhoud op maat van de specifieke behoeften van de doelgroepen te creëren of te ontwikkelen en te beoordelen;

32. ondersteuning te verlenen voor de ontwikkeling en het delen van les- en

opleidingsmateriaal op het gebied van mediawijsheid alsook voor de ontwikkeling van een systematische benadering voor het vergroten van de competenties van professionals op verschillende gebieden (bijv. bibliothecarissen, museumpersoneel, jongerenwerkers, leerkrachten, professionals inzake mediawijsheid, journalisten) zodat zij hun belangrijke rol bij de ontwikkeling van de mediawijsheid van burgers nog beter kunnen vervullen;

(8)

33. culturele instellingen, maatschappelijke organisaties en journalistieke organisaties aan te moedigen om programma's voor een leven lang leren op het gebied van mediawijsheid in hun werking op te nemen; alle soorten mediaorganisaties, met name publieke media, te bevorderen; initiatieven op het gebied van mediawijsheid te ontwikkelen en te promoten;

en deel te nemen aan initiatieven en projecten van andere belanghebbenden;

34. te blijven zoeken naar mogelijkheden om beroepsjournalistiek te promoten en bevorderen als een duurzaam element van de mondiale digitale mediaomgeving;

35. bestaande opleidingsmodellen voor de ontwikkeling van digitale vaardigheden in de Europese culturele en creatieve sector te verbeteren en zo nodig nieuwe modellen op te stellen om doeltreffend gebruik van innovatieve technologieën te bevorderen en bij te blijven met de technologische ontwikkelingen.

VERZOEKT DE COMMISSIE:

36. samen met de lidstaten het concept van de Europese week van de mediageletterdheid verder te versterken en te ontwikkelen, en de deelname aan dat evenement te stimuleren;

37. in het kader van het komende Europees Waarnemingscentrum voor digitale media, mechanismen te ontwikkelen ter bevordering van de samenwerking en de vrijwillige uitwisseling van ideeën en praktijken op het gebied van mediawijsheid tussen diverse belanghebbenden;

38. mogelijke verdere stappen voor te stellen om langdurige, systematische en efficiënte oplossingen te vinden voor het aanpakken van desinformatie, op basis van de resultaten van bestaand en toekomstig uitgebreid onderzoek naar de reeds genomen maatregelen en van de analyse van die maatregelen, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de werkzaamheden die op dat gebied door de ERGA zijn verricht en met de noodzakelijke samenwerking tussen de nationale regulerende instanties;

(9)

39. in het kader van het onlangs gepubliceerde EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2020-2024 en met het oog op de voorbereiding van de nieuwe wet digitale diensten, het actieplan voor democratie en het audiovisuele en audiovisuele actieplan van de EU, na te denken over de noodzaak van effectievere methoden om de problemen van desinformatie aan te pakken zonder de bescherming van de grondrechten te belemmeren, waarbij de transparantie en verantwoordelijkheid van platforms een kernbeginsel vormen;

40. ervoor te zorgen dat rekening wordt gehouden met de specifieke lokale kenmerken en lokale capaciteiten van de verschillende lidstaten, alsook met de behoefte aan uitgebreide samenwerking tussen alle relevante belanghebbenden in de lidstaten, zodat de mogelijke maatregelen toepasbaar en effectief zijn, en doeltreffend en onafhankelijk kunnen worden geverifieerd;

41. in samenwerking met de lidstaten systematische criteria en evaluatieprocessen voor door de EU gefinancierde projecten en initiatieven op het gebied van mediawijsheid te

ontwikkelen en een uniforme vergelijkende methode op te stellen voor de rapportage door de lidstaten over de ontwikkeling van mediawijsheid, in het kader van de toekomstige richtsnoeren van de herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten, die door de Commissie na raadpleging van het contactcomité zullen worden uitgevaardigd.

(10)

VERZOEKT DE COMMISSIE EN DE LIDSTATEN IN HET KADER VAN HUN BEVOEGDHEIDSGEBIEDEN EN CONFORM HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL:

42. verdere inspanningen te blijven leveren met het oog op een systematische, alomvattende en sectoroverstijgende benadering voor de ontwikkeling van mediawijsheid en voor de bewustmaking inzake het belang van mediawijsheid. Nationale inspanningen die in dit verband worden ondernomen, met inbegrip van financieringsinitiatieven, moeten op EU-niveau begeleid worden;

43. een betere benutting te bevorderen van de mogelijkheden die de EU-fondsen en de EU-programma's bieden voor de ondersteuning van mediaonderwijs en diverse projecten en initiatieven op het gebied van mediawijsheid (bijvoorbeeld steun voor de media via het programma Creatief Europa, met name de nieuwe actie ter ondersteuning van de media), voor de ontwikkeling van aanvullende financieringsbronnen en voor de totstandbrenging van synergie tussen de betrokken EU-programma's;

44. ervoor te zorgen dat op minderjarigen gerichte mediawijsheidsmaatregelen in het kader van de Strategie voor een beter internet voor kinderen gelijke tred houden met de voortdurend veranderende digitale omgeving;

45. systematisch en regelmatig onderzoek naar mediawijsheid en de impact van de media en digitale platforms te financieren en te bevorderen (bijv. systematisch onderzoek naar maatregelen en initiatieven op het gebied van mediawijsheid, onderzoek naar de invloed van nieuwe media- en communicatieplatforms op het welzijn van burgers, onderzoek naar de werking van algoritmen en AI en hun invloed op de publieke opinie, het leven van mensen en de mediaconsumptie, en op de Europese media en de audiovisuele sector);

46. de audiovisuele industrie te ondersteunen bij de ontwikkeling van hoogwaardige Europese platforms voor inhoud en distributie, rekening houdend met de economische gevolgen van de COVID-19-pandemie voor de audiovisuele sector in het algemeen;

47. platforms en media aan te moedigen om samen te werken aan de ontwikkeling van tools en processen die de zichtbaarheid en de vindbaarheid van hoogwaardige nieuwsbronnen en

(11)

BIJLAGE BIJ DE BIJLAGE

Relevante beleidsdocumenten Europese Raad

 Conclusies van de Europese Raad van 18 oktober 2018 (EUCO 13/18)

 Conclusies van de Europese Raad van 13 en 14 december 2018 (EUCO 17/18)

 Conclusies van de Europese Raad van 21 en 22 maart 2019 (EUCO 1/19)

 Conclusies van de Europese Raad van 20 juni 2019 (EUCO 9/19)

Een nieuwe strategische agenda 2019-2024 (op 20 juni 2019 goedgekeurd door de Europese Raad)

Raad

Conclusies van de Raad over een Europese aanpak van mediageletterdheid in de digitale omgeving (PB C 140 van 6.6.2008, blz. 8)

Conclusies van de Raad over mediageletterdheid in de digitale omgeving (PB C 301 van 11.12.2009, blz. 12)

Conclusies van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de vrijheid en de pluriformiteit van de media in een digitale omgeving (PB C 32 van 4.2.2014, blz. 6)

Conclusies van de Raad over het Europese audiovisuele beleid in het digitale tijdperk (PB C 433 van 3.12.2014, blz. 2)

(12)

Conclusies van de Raad over culturele en creatieve kruisbestuiving ter stimulering van innovatie, economische duurzaamheid en sociale inclusie (PB C 172 van 27.5.2015, blz. 13)

Conclusies van de Raad over het ontwikkelen van mediageletterdheid en kritisch denken door onderwijs en opleiding (PB C 212 van 14.6.2016, blz. 5)

Conclusies van de Raad over het bevorderen van de toegang tot cultuur langs digitale weg, met de nadruk op publieksontwikkeling (PB C 425 van 12.12.2017, blz. 4)

Aanbeveling van de Raad inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren (PB C 189 van 4.6.2018, blz. 1)

Conclusies van de Raad over het versterken van Europese inhoud in de digitale economie (PB C 457 van 19.12.2018, blz. 2)

Conclusies van de Raad en de lidstaten over het garanderen van vrije en eerlijke Europese verkiezingen (6573/1/19 REV 1, aangenomen door de Raad Algemene Zaken in

februari 2019)

Conclusies van de Raad over democratie (12836/19, aangenomen door de Raad Buitenlandse Zaken in oktober 2019)

Conclusies van de Raad over extra inspanningen ter versterking van de weerbaarheid en bestrijding van hybride dreigingen (14972/19, aangenomen door de Raad Algemene Zaken in december 2019)

(13)

Commissie

Mededelingen

 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees

Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld: "Europese Strategie voor een beter internet voor kinderen" (COM(2012) 196 final)

 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld "Strategie voor een digitale eengemaakte markt voor Europa" (COM(2015) 192 final)

 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Online platforms en de digitale eengemaakte markt: kansen en uitdagingen voor Europa, COM (2016) 288 final

 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees

Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - "De bestrijding van illegale online-inhoud - Naar een grotere verantwoordelijkheid voor

onlineplatforms",(COM (2017) 555 final)

 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees

Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld "Bestrijding van online- desinformatie: een Europese benadering" (COM(2018) 236 final)

(14)

 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld "Kunstmatige intelligentie voor Europa" (COM(2018) 237 final)

 Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de tenuitvoerlegging van de Mededeling Bestrijding van online-desinformatie: een Europese benadering" (COM(2018) 794 final)

Gezamenlijke mededelingen van de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid

 Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld "Actieplan tegen desinformatie" (JOIN(2018) 36 final)

 Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld "Verslag over de uitvoering van het actieplan tegen desinformatie" (JOIN(2019) 12 final)

Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad getiteld "Het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2020-2024" (JOIN(2020) 5 final)

(15)

Andere studies en verslagen

Mapping of media literacy practices and actions in EU-28 (Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector, 2016)

Towards European Media Sovereignty. An Industrial Media Strategy to Leverage Data, Algorithms and Artificial Intelligence (Guillaume Klossa, 2019)

Report of the activities carried out to assist the European Commission in the intermediate monitoring of the Code of Practice on Disinformation (Europese Groep van regulerende instanties voor audiovisuele mediadiensten, 2019)

Implementation of the revised AVMS Directive (Europese Groep van regulerende instanties voor audiovisuele mediadiensten, 2019)

Falling behind: How social media companies are failing to combat inauthentic behaviour online (NATO Strategic Communications Centre of Excellence, 2019)

Study on media literacy and online empowerment issues raised by algorithm-driven media services (SMART 2017/0081) (RAND Europe en Open Evidence, 2019)

ERGA Report on disinformation: Assessment of the implementation of the Code of Practice (2020)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Het Verenigd Koninkrijk neemt als lid deel aan de gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (F4E) overeenkomstig het F4E-besluit van de Raad en

Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is. Artikel 4 van Verordening

1. In zijn Conclusies over dierenwelzijn - integraal onderdeel van een duurzame dierlijke productie 1 , die op 16 december 2019 werden aangenomen, verzocht de Raad de Commissie

2a: Instrument voor methodologische kwaliteit van effectiviteitstudies: kwantitatieve studies 2b:Instrument voor methodologische kwaliteit van effectiviteitstudies:

De doelstellingen van het onderzoek zijn dan ook: “inzicht te krijgen in de mate waarin er systematisch wordt gewerkt door aannemers binnen de asfaltwegenbouwsector bij het

384 400 miljoen EUR in prijzen van 2018 van het in artikel 2, lid 1, bedoelde bedrag uit externe bestemmingsontvangsten voor de in artikel 2, lid 2, punt a), van deze verordening

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de toegang tot de markt voor havendiensten en de financiële transparantie