Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie
Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de controle van de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van Vrij CLB Het Kompas te MECHELEN
Hoofdstructuur centra voor leerlingenbegeleiding
Instellingsnummer 114777
Instelling Vrij CLB Het Kompas Directeur Agnes VAN DEN BERG
Adres Vijfhoek 1 A - 2800 MECHELEN Telefoon 015-41.89.11
E-mail mechelen@clbkompas.be Website www.clbkompas.be Bestuur van de instelling
Adres
De wegwijzer vzw
Vijfhoek 1_A - 2800 MECHELEN Dagen van het opvolgingsbezoek 20-09-2016
Einddatum van het opvolgingsbezoek 20-09-2016 Datum bespreking verslag met de instelling 14-10-2016
Samenstelling inspectieteam
Inspecteur-verslaggever Karl BAERT Teamleden Peter DE CLERCK
INHOUDSTAFEL
INLEIDING ... 3
1 Voldoet het centrum aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’? ... 4
1.1 Organisatie BVH - Tekorten kennen ... 4
1.2 Organisatie BVH - Tekorten beheersen ... 4
1.3 B&V - inspectie ... 4
1.4 G&H - inspectie ... 4
1.5 Conclusie ... 5
2 ADVIES EN REGELING VOOR VERVOLG ... 6
3 ADDENDUM ... 7
INLEIDING
Dit verslag is het resultaat van de controle van de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van het centrum door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet
betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe.
Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een controle is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output:
context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die het centrum karakteriseren
input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van het centrum
proces: initiatieven die het centrum neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input
output: de resultaten die het centrum met haar leerlingen of cursisten bereikt.
Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op www.onderwijsinspectie.be.
Tijdens het bezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten.
De controle van de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne resulteert in een verslag dat bestaat uit een concluderend gedeelte en een advies.
Het concluderende gedeelte omvat de conclusies van de controle.
Het opvolgingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op de volledige organisatie. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen:
een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van het centrum.
een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van het centrum als het centrum binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies.
een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van het centrum op te starten.
Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of het centrum de vastgestelde tekort(en) zelfstandig kan wegwerken.
Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve opvolgingsverslag informeert de directeur van het centrum alle personeelsleden over de mogelijkheid tot inzage.
Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van het centrum het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van het centrum of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen.
1 Voldoet het centrum aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’?
1.1 Organisatie BVH - Tekorten kennen
Het centrum gaat op een niet-systematische wijze haar situatie op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne na. Dat blijkt onder meer uit de te beperkte regelmaat waarmee het controles en risicoanalyses uitvoert. Daardoor kent het te weinig de tekorten voor wat de verwachtingen betreft van haar beleid en organisatie van het welzijnsbeleid. Het centrum is hierdoor onvoldoende waakzaam voor ongunstige veranderingen in de werkomgeving van het personeel, de leerlingen en andere cliënten. De werkwijze van het centrum toont aan dat het onvoldoende gebruik maakt van de analyses van deskundigen en/of daarover niet beschikt. Het centrum houdt in beperkte mate rekening met de opmerkingen van het personeel en van sommige externen. Bovendien beschikt het reglementair samengesteld comité preventie en bescherming op het werk, dat de taken met betrekking tot het welzijnsbeleid behartigt, niet over een geconcretiseerd huishoudelijk reglement op maat van de instelling en voldoet de vergaderfrequentie niet aan de verwachtingen.
1.2 Organisatie BVH - Tekorten beheersen
Er is met de huidige preventiemedewerker een duidelijke groei naar een assertief beleid aanwezig om tekorten op te sporen, te kennen en te beheersen. Op basis hiervan oordeelt de onderwijsinspectie dat de instelling de tekorten zelfstandig en zonder externe ondersteuning kan remediëren.
1.3 B&V - inspectie
De instelling beschikt niet over de noodzakelijke attesten en geldige keuringsverslagen die de nodige garanties bieden om de gebouwen, de lokalen en de lift als voldoende veilig te beschouwen voor de gebruikers, de bezoekers en haar cliënten.
1.4 G&H - inspectie
De instelling geeft in voldoende mate aandacht aan haar verplichtingen inzake gezondheid en hygiëne van de werkomgeving. Het onderhoud van de bezochte lokalen, de sanitaire installaties en het domein voldoet.
Ondanks de gevoerde inspanningen stelde de onderwijsinspectie een aantal tekorten vast voor dit onderdeel van de controle.
1.5 Conclusie
Het centrum krijgt een ongunstig advies voor de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne omwille van volgende tekorten:
Het reglementair samengesteld comité preventie en bescherming op het werk dat de taken met betrekking tot het welzijnsbeleid behartigt, beschikt niet over een geconcretiseerd huishoudelijk reglement op maat van de instelling en vergadert niet minimaal viermaal per schooljaar.
De preventieadviseur doet geen jaarlijkse rondgang in alle vestigingsplaatsen waarbij de bevindingen in een verslag zijn weergegeven.
De externe dienst voor preventie en bescherming op het werk doet niet minimum om de twee jaar een rondgang in alle vestigingsplaatsen waarbij het de bevindingen in een verslag weergeeft.
De betrokkenheid van de preventieadviseur in het aankoop- en indienststellingsbeleid is niet uitgeschreven in een procedure (vanaf bestelbon tot indienststelling) op maat van de instelling.
De instelling beschikt niet voor alle vestigingsplaatsen over een brandpreventieverslag over de gebruikte gebouwen en het domein.
De instelling beschikt niet over een geldig keuringsverslag van de elektrische laagspanningsinstallatie door een erkend organisme voor alle vestigingsplaatsen.
De instelling kan niet voor alle verwarmingsinstallaties op gas de noodzakelijke attesten voorleggen van keuring bij indienstneming en de daarna tweejaarlijkse controles.
De instelling beschikt niet over alle geldige periodieke keuringsverslagen van alle toestellen die vallen onder de keuring van een erkende dienst technische controle (EDTC).
De instelling beschikt voor geen enkele vestigingsplaats over een geactualiseerde asbestinventaris en een schriftelijk advies van de interne preventieadviseur en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer over de inventaris.
De instelling beschikt niet over een geactualiseerde inventaris van de producten met gevaarlijke eigenschappen per vestigingsplaats.
De instelling beschikt niet voor elk product met gevaarlijke eigenschappen of gevaarlijke stof/preparaat onmiddellijk over een veiligheids- en gezondheidskaart (VIB, MSDS-fiche)
De instelling slaat niet op alle vestigingsplaatsen de producten met gevaarlijke eigenschappen of gevaarlijke stoffen veilig op.
De instelling heeft niet op alle vestigingsplaatsen de noodzakelijke instructies en/of pictogrammen betreffende evacuatie aangebracht.
Niet alle toiletten voor leerlingen vanaf de lagere school zijn gescheiden op alle vestigingsplaatsen.
Er is niet altijd een gebrevetteerde hulpverlener (minimum 15 uur basisopleiding) aanwezig per vestigingsplaats.
2 ADVIES EN REGELING VOOR VERVOLG
In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de tekort(en) zoals vermeld in dit verslag:
ONGUNSTIG
voor de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne'.
In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies met betrekking tot het zelfstandig remediëren van tekorten:
de onderwijsinspectie oordeelt dat de instelling de tekorten zelfstandig en zonder externe ondersteuning kan remediëren.
In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 en meer bepaald het artikel 39 §4 3°, wordt de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling opgestart.
Namens het inspectieteam Voor kennisname namens het bestuur
Karl BAERT
de inspecteur-verslaggever
Agnes VAN DEN BERG de directeur
Datum van verzending aan de directie en het bestuur van het centrum
3 ADDENDUM
Het bestuur van de instelling heeft geen beroep gedaan op art. 41 §2 van het Kwaliteitsdecreet van 8 mei 2009 en diende geen verbeteringsplan in. Dit betekent dat een nieuwe doorlichting door een paritair samengesteld doorlichtingsteam wordt uitgevoerd binnen een termijn van 90 kalenderdagen na het verstrijken van de termijn voor het indienen van een verbeteringsplan.