Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2021 Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
1.1.1 Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:
1.1.1.1 op maandag tot en met vrijdag:
1.1.1.1.1 op de locatie trouwzaal Crackstraat 2 te
Heerenveen € 309,00
1.1.1.1.2 op de locatie publiekscentrum ondertrouwkamer op
maandag- en donderdagochtend om 09.00 uur € 117,00
1.1.1.1.3 op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van
de locatie) € 346,00
1.1.1.2 op zaterdag:
1.1.1.2.1 op de locatie trouwzaal Crackstraat 2 te
Heerenveen € 831,00
1.1.1.2.2 op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van
de locatie) € 500,00
1.1.1.3 op een zon- of feestdag op een alternatieve locatie
(exclusief de kosten van de locatie) € 1.733,00
1.1.1.4 op een avond op een alternatieve locatie (exclusief
de kosten van de locatie) € 868,00
1.1.2 Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het
Burgerlijk Wetboek € 309,00
1.1.3 Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, boek 1, van het
Burgerlijk Wetboek € 309,00
1.1.4 Het tarief bedraagt voor het:
1.1.4.1 beschikbaar stellen van getuigen voor het voltrekken van een huwelijk of het registreren van
een partnerschap, per getuige € 40,55
1.1.4.2 spelen van het carillon op de locatie Crackstraat 2
te Heerenveen € 18,65
1.1.4.3 wijzigen van de datum of het tijdstip van een voorgenomen huwelijk of registratie van het
partnerschap € 37,35
1.1.4.4 in behandeling nemen van een aanvraag voor het voltrekken van een huwelijk of het registreren van
een partnerschap door een andere dan de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand
van de gemeente Heerenveen € 202,70
1.1.4.5 voor het gebruik van een toga door een andere dan de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke
stand van de gemeente Heerenveen € 57,60
1.1.5 Indien het voorgenomen huwelijk of registratie van het partnerschap wordt afgezegd, wordt op verzoek teruggaaf verleend van de geheven leges, met dien verstande dat een minimum recht verschuldigd blijft
van € 58,65
1.1.6 Indien het voorgenomen huwelijk of registratie van het partnerschap op een kosteloos tijdstip wordt
afgezegd is een recht verschuldigd van € 58,65
1.1.7 Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een
trouwboekje of een partnerschapsboekje € 30,30
1.1.8 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
1.2 Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
1.2.1 tot het verstrekken van een Nationaal paspoort, zakenpaspoort en faciliteitenpaspoort voor
personen van 18 jaar en ouder € 74,75
1.2.2 tot het verstrekken van een Nationaal paspoort, zakenpaspoort en faciliteitenpaspoort voor
personen jonger dan 18 jaar € 56,55
1.2.3 van een reisdocument voor vluchtelingen of een
reisdocument voor vreemdelingen € 56,55
1.2.4 van een Nederlandse identiteitskaart:
1.2.4.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18
jaar of ouder is € 64,00
1.2.4.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18
de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt € 32,90
1.2.5 voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.4 genoemd document, zijnde een
toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen € 50,90
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
1.3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
1.3.1.1 tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs € 41,00
1.3.1.2 tot het afgeven van een aanvraagformulier ter verkrijging van een geneeskundige verklaring van het C.B.R. te Rijswijk, wordt de kostprijs van het formulier verhoogd met € 1
1.3.3 Het tarief in onderdeel 1.3.1.1 wordt
bij een spoedlevering vermeerderd met € 34,10
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
1.4.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder een verstrekking verstaan een of meer gegevens over een persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.
1.4.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
1.4.2.1 tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking € 8,55
1.4.3 Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder een verstrekking verstaan een of meer gegevens over een persoon die niet is opgenomen in basisregistratie personen
1.4.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
1.4.4.1 tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking € 8,55
1.4.5 Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan
besteed kwartier € 13,35
1.4.6 In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie
personen € 7,50
Hoofdstuk 5 Vervallen Hoofdstuk 6 Vervallen Hoofdstuk 7 Vervallen
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
1.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
1.8.1.1 gegevens ten behoeve van een taxatie- en/of verkoopopdracht € 76,50
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
1.9 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
1.9.1 tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag € 41,35
1.9.2 tot het legaliseren van een handtekening € 8,55
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief
1.10.1 Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief
berustende stukken, voor elk afzonderlijk onderdeel € 40,80
1.10.2 in aanvulling op artikel 1.10.1 geldt, indien meer dan 2 uren
nodig zijn voor de naspeuringen, een uurtarief van € 76,50
Hoofdstuk 11 Vervallen Hoofdstuk 12 Leegstandwet
1.12 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
1.12.1.1 tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in
artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet € 76,50
1.12.1.2 tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15,
negende lid, van de Leegstandwet € 33,60
Hoofdstuk 13 Vervallen Hoofdstuk 14 Vervallen Hoofdstuk 15 Vervallen Hoofdstuk 16 Kansspelen
1.16.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen:
1.16.1.1 voor een periode van 12 maanden voor één kansspelautomaat € 56,50
1.16.1.2 voor een periode van 12 maanden voor twee of meer kansspelautomaten:
1.16.1.2.1 voor de eerste kansspelautomaat € 56,50
1.16.1.2.2 en voor iedere volgende kansspelautomaat € 34,00
1.16.1.3 Voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een
periode langer dan 4 jaar of onbepaalde tijd € 226,50
1.16.1.4 Voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode langer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd:
1.16.1.4.1 voor de eerste kansspeelautomaat € 226,50
1.16.1.4.2 en voor iedere volgende kansspelautomaat € 136,00
1.16.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als
bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening € 76,50 Hoofdstuk 17 Telecommunicatie
1.17.1 het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming/vergunning omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de
Telecommunicatiewet en artikel 2.11 van de APV € 351,65
1.17.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming/vergunning omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste en vijfde lid van de
Telecommunicatiewet en artikel 2.11 van de APV € 99,30
1.17.3 Het in 1.17.1 genoemde bedrag wordt met een variabele leges per strekkende meter kabel- of
leidingtracé verhoogd met € 1,10
1.17.4 In afwijking van artikel 1.17.3 wordt, indien sprake is van een kabel- of leidingtracé van 5.000 meter of meer, naast het tarief van artikel 1.17.1, een bedrag in rekening gebracht of opgenomen in een terzake opgestelde en door het college van Burgermeester en Wethouders goedgekeurde projectbegroting, waarin de geraamde kosten voor de behandeling van een instemming/vergunning worden vastgesteld.
1.17.5 Indien een begroting als bedoeld in 1.17.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde dag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer
1.18 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
1.18.1 tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87
van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 € 76,50
1.18.2 om een jaarlijkse ontheffing voor een blauwe zone (bord E10) als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels
en verkeerstekens € 45,00
1.18.3 tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1
van de Regeling voertuigen € 76,50
1.18.4 tot de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats met paal en borden, ook bij een verhuizing binnen de
gemeente (een en ander als bijdrage in de kosten) € 219,70
1.18.5 tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):
1.18.5.1 zonder keuring door een arts of adviseur € 76,50
1.18.5.2 inclusief keuring door een arts of adviseur € 152,20
1.18.6 voor het verkrijgen van een verklaring als bedoeld in
artikel 6 lid 2, letter g van de Wet agrarisch grondverkeer € 76,50
Hoofdstuk 19 Diversen
1.19.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
1.19.1.1 voor het verkrijgen van een verkoopvergunning voor
vuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de APV € 76,50
1.19.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
1.19.2.1 gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling
een tarief is opgenomen, per pagina € 0,50
1.19.2.2 afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
1.19.2.2.1 per pagina op papier van A4-formaat € 0,35
1.19.2.2.2 per pagina op papier van een ander formaat € 0,50
1.19.2.3 stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief
is opgenomen, per pagina € 0,50
1.19.2.4 een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is
opgenomen € 76,50
Titel 2 Dienstverlening vallen onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
2.1.1.1 Bouwkosten:
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief
omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2017, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
Indien de opgave van de bouwkosten afwijkt van de landelijk geldende kubieke meterprijzen wordt toepassing gegeven aan artikel 11, tweede lid van de Algemene Wet inzake rijksbelastingen. Daarbij
wordt gebruik gemaakt van het taxatieboekje [Her]bouwkosten bedrijfspanden 2021 van Cobouw Bouwkosten.
Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een
derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
2.1.1.2 Bouwkosten grondgebonden zonnepark:
In afwijking van het bepaalde in onderdeel 2.1.1.1 hiervoor wordt bij het bepalen van de bouwkosten van een grondgebonden zonnepark uitgegaan van de kosten van de constructieve werken, bestaande uit de stellingen waarop de zonnepanelen worden geplaatst, de
onderstations en eventuele andere bouwwerken, maar uitgezonderd de zonnepanelen zelf en de elektrische installaties (omvormers en schakelingen in de onderstations).
2.1.1.3 Vooroverleg:
Verzoeken waarbij het gaat om de vraag of een bouwplan planologisch mogelijk is, en naar een onderzoek of de gemeente aan het plan wil meewerken. Het gaat hier niet om informatieverzoeken. Onder vooroverleg wordt mede verstaan een schetsplan, een principeverzoek en een conceptaanvraag.
2.1.1.4 Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
2.1.2 In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
2.1.3 In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
Hoofdstuk 2 Vooroverleg
2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
2.2.1 om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een plan voor de activiteit Strijdig gebruik RO (buitenplanse afwijking) in het kader
van de Wabo vergunbaar is. € 329,45
2.2.2 om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een plan voor de activiteit Strijdig gebruik RO (binnenplanse afwijking en een buitenplanse kleine afwijking) in het kader van de
Wabo vergunbaar is. € 181,90
2.2.3 tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project
in het kader van de Wabo vergunbaar is 25%
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld, met dien verstande dat een minimum recht verschuldigd is
van € 112,85
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of
gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit,
handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
2.3.1 Bouwactiviteiten
2.3.1.1 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
2.3.1.1.1 Bij bouwkosten tot € 36.000,00 2,50%
van de totale bouwsom, met een minimum van € 112,85
2.3.1.1.2 Bij bouwkosten van € 36.000,00 tot € 530.000,00 wordt het tarief van onderdeel 2.3.1.1.1 over het bij dat onderdeel
genoemde bedrag geheven vermeerderd met 2,80%
van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in dit onderdeel.
2.3.1.1.3 Bij bouwkosten van € 530.000,00 tot € 1.100.000,00 wordt het tarief van de onderdelen 2.3.1.1.1 en 2.3.1.1.2 over de bij die
onderdelen genoemde bedragen geheven vermeerderd met 3,10%
van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in dit onderdeel.
2.3.1.1.4 Bij bouwkosten van € 1.100.000,00 tot € 10.700.000,00 wordt het tarief van de onderdelen 2.3.1.1.1, 2.3.1.1.2 en 2.3.1.1.3 over de
bij die onderdelen genoemde bedragen geheven vermeerderd met 2,30%
van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in dit onderdeel.
2.3.1.1.5 Bij bouwkosten vanaf € 10.700.000,00 wordt het tarief van de onderdelen 2.3.1.1.1, 2.3.1.1.2, 2.3.1.1.3 en 2.3.1.1.4 over de bij die onderdelen
genoemde bedragen geheven vermeerderd met 2,00%
van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in
dit onderdeel met een maximum van € 200.000,00
2.3.1.2 Welstandstoets
verhoging in verband met toetsing aan welstancriteria
2.3.1.2.1 het tarief bedraagt ter zake van de beoordeling van welstand, berekend over de naar boven op € 500 afgeronde bouwkosten, bij inwinnen advies indien de bouwkosten:
2.3.1.2.1.1 lager dan of gelijk zijn aan € 5.000 € 45,00
2.3.1.2.1.2 meer bedragen dan € 5.000 maar niet meer dan € 25.000 € 45,00
vermeerderd met 2,4‰ van de bouwsom hoger dan € 5.000
2.3.1.2.1.3 meer bedragen dan € 25.000 maar niet meer dan € 100.000 € 93,00
vermeerderd met 2,2‰ van de bouwsom hoger dan € 25.000
2.3.1.2.1.4 meer bedragen dan € 100.000 maar niet meer dan € 250.000 € 258,00
vermeerderd met 2,1‰ van de bouwsom hoger dan € 100.000
2.3.1.2.1.5 meer bedragen dan € 250.000 maar niet meer dan € 750.000 € 573,00
vermeerderd met 1,14‰ van de bouwsom hoger dan € 250.000
2.3.1.2.1.6 meer bedragen dan € 750.000 € 1.143,00
vermeerderd met 0,78‰ van de bouwsom hoger dan € 750.000
met een maximum van € 2.300,00
2.3.1.2.1.7 bij de berekening van de verschuldigde leges conform 2.3.1.2.1.1 t/m 2.3.1.2.1.6 wordt het eindbedrag naar beneden afgerond op hele euro's
2.3.1.2.2 voor adviezen voor vooroverlegplannen, niet zijnde monumentenplannen, verstrekt aan de
deelnemende gemeente, betreffende een
vooroverleg over de opzet van een plan, worden de tarieven gerekend die afhankelijk zijn van de bestede tijd in de lokale commissie:
2.3.1.2.2.1 tot 15 minuten € 70,00
2.3.1.2.2.2 van 15 tot 30 minuten € 96,00
2.3.1.2.2.3 van 30 tot 45 minuten € 122,00
2.3.1.2.2.4 van 45 tot 60 minuten € 150,00
2.3.1.2.3 bij behandeling van een vooroverlegplan in de
bureaucommissie € 122,00
2.3.1.2.4 bij behandeling van een vooroverlegplan in de
grote commissie € 150,00
2.3.1.2.5 Indien in een plan waarvoor reeds eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder leges in rekening is gebracht een ondergeschikte wijziging
plaatsvindt bedraagt het tarief hiervoor € 45,00
2.3.1.2.6 Indien in een plan waarvoor reeds eerder een positief
welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder leges in rekening is gebracht een aanzienlijke wijziging binnen het bestaande concept van het plan wordt aangebracht, wordt het tarief op basis van de nieuwe bouwsom opnieuw berekend conform 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.1.6 en wordt het verschil tussen het opnieuw berekende legesbedrag en de reeds eerder in rekening gebrachte leges verrekend.
2.3.1.2.7 Indien voor een plan waarvoor reeds eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder leges in rekening is gebracht het ontwerp wezenlijk wordt aangepast dan wel een andere vormgever voor het plan is ingeschakeld wordt het tarief voor het nieuwe plan berekend conform 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.1.6, zonder dat verrekening plaats vindt met de in rekening gebrachte leges voor het vorige plan.
2.3.1.2.8 Tenzij in het geval van volledige omwerking door een andere ontwerper, dan wel in het geval er sprake is van een geheel andere opgezet plan in plaats van een eerder van een positief welstandsadvies voorzien ontwerp, is voor de voortgezette behandeling van een bouwaanvraag geen extra vergoeding verschuldigd.
2.3.1.2.9 Voor het uitoefenen van adviestaken, bijvoorbeeld op het terrein van de Erfgoedwet
(Monumentenwet), de monumentenverordening en de Brim (2013) e.d. en van de ontwikkeling van gemeentelijk welstandsbeleid, kan Hûs en Hiem op verzoek van de gemeenten adviezen verstrekken, waarvoor een uurtarief van € 104,00 per adviseur wordt berekend. Dit uurtarief geldt eveneens voor deelname aan kwaliteitsteams.
2.3.1.3.7 In afwijking van de tarieven genoemd in 2.3.1.3.1 t/m 2.3.1.3.5 bedraagt het tarief indien ambtelijk wordt getoetst aan de sneltoetscriteria uit de
Welstandsnota per bouwaanvraag € 27,05
2.3.2 Aanlegactiviteiten
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een
aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde
activiteiten € 100,25
2.3.3 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
2.3.3.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van
de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): € 181,90
2.3.3.2 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine
afwijking of tijdelijke afwijking): € 181,90
2.3.3.3 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van
de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): € 1.200,65
2.3.3.4 indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): € 181,90
2.3.3.5 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
(afwijking van provinciale regelgeving): € 181,90
2.3.3.6 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
(afwijking van nationale regelgeving): € 181,90
2.3.3.7 indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van
voorbereidingsbesluit): € 181,90
2.3.4 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
2.3.4.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van
de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): € 181,90
2.3.4.2 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine
afwijking of tijdelijke afwijking): € 181,90
2.3.4.3 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van
de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): € 1.200,65
2.3.4.4 indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): € 181,90
2.3.4.5 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
(afwijking van provinciale regelgeving): € 181,90
2.3.4.6 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
(afwijking van nationale regelgeving): € 181,90
2.3.4.7 indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van
voorbereidingsbesluit): € 181,90
2.3.5 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
2.3.5.1 Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens
sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: € 240,00
2.3.5.2 Verhoging : Het in onderdeel 2.3.5.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met de bedragen genoemd in onderdeel 2.3.5.3 indien en zover deze op het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, van toepassing zijn.
2.3.5.3 De verhoging als bedoeld in 2.3.5.2 bedraagt voor:
2.3.5.3.1 Bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo (voor zover het geen tijdelijke bouwwerken betreft), met een bebouwd oppervlakte van:
2.3.5.3.1.1 – minder dan 100 m2 € 144,10
2.3.5.3.1.2 – 100 m2 tot 500 m2: per m2 € 1,30
2.3.5.3.1.3 – 500 m2 tot 2.000 m2: € 424,35
Vermeerderd met € 0,50 per m2
2.3.5.3.1.4 – 2.000 m2 tot 5.000 m2: € 1.225,85
Vermeerderd met € 0,174 per m2
2.3.5.3.1.5 – 5.000 m2 tot 50.000 m2: € 2.145,15
Vermeerderd met € 0,023 per m2
2.3.5.3.1.6 – 50.000 m2 of meer € 2.769,90
Vermeerderd met € 0,012 per m2
2.3.5.4 Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning als vermeld onder 2.3.5.1 betrekking heeft op een uitbreiding van een reeds bestaande omgevingsvergunning is het tarief genoemd in onderdeel 2.3.5.3 verschuldigd over de oppervlakte van de uitbreiding.
2.3.6 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
2.3.6.1 Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
2.3.6.1.1 voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig
opzicht wijzigen van een monument: € 381,85
2.3.6.1.2 voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het
wordt ontsierd of in gevaar gebracht: € 381,85
2.3.7 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
2.3.7.1 Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is
bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
2.3.7.1.1 Indien de sloopkosten lager zijn dan € 5.000 € 100,25
2.3.7.1.2 Indien de sloopkosten hoger dan of gelijk zijn aan € 5.000 € 266,65
2.3.8 Natura 2000-activiteiten
Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt
het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake
is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: € 100,25
2.3.9 Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake
is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: € 100,25
2.3.10 Andere activiteiten
Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die
activiteit of handeling:
2.3.10.1 behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die
onderdelen bedoelde activiteiten: € 100,25
2.3.10.2 behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of
waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere
onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
2.3.10.2.1 als het een gemeentelijke verordening betreft € 100,25
2.3.10.2.2 als het een provinciale of waterschapsverordening betreft € 100,25
2.3.11 Omgevingsvergunning in twee fasen
Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.11.1 Voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft.
2.3.11.2 Voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van
de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
2.3.12 Advies
2.3.12.1 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het
uurtarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om
een omgevingsvergunning: € 85,65
2.3.12.2 In afwijking van artikel 2.3.12.1 bedraagt het tarief voor de adviesaanvraag aan de provincie in het kader van de Wegenverordening provincie Fryslân
en de Nota Beheerbeleid provinciale Wegen € 151,00
2.3.13 Verklaring van geen bedenkingen
2.3.13.1 Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
2.3.13.1.1 indien de gemeenteraad een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven: € 100,25
2.3.13.1.2 indien een ander bestuursorgaan een verklaring
van geen bedenkingen moet afgeven: € 100,25
Hoofdstuk 4 Vermindering
2.4.1 Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een
conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in
behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
2.5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
2.5.1.1 indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn
van 4 weken na het in behandeling nemen ervan 75%
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
2.5.1.2 indien de aanvraag wordt ingetrokken op een later tijdstip dan in 2.5.1.1 bedoeld na het in behandeling
nemen ervan doch voor het verlenen van de vergunning 60%
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
2.5.2 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
2.5.2.1 Als de gemeente een verleende
omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning
geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 20%
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
2.5.2.2 Als de gemeente een verleende
omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen
gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 10%
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
2.5.3 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
2.5.3.1 Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van
de leges. De teruggaaf bedraagt: 40%
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
2.5.3.2 Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
2.5.4 De teruggaaf als bedoeld in de onderdelen 2.5.1, 2.5.2 en 2.5.3 vindt toepassing met dien verstande dat een minimumrecht
verschuldigd blijft van € 112,85
2.5.5 Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.12 en 2.3.13 wordt geen teruggaaf verleend.
Hoofdstuk 6 Vervallen
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
2.7 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in
het project: € 100,25
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen
2.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een:
2.8.1.1 bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid,
van de Wet ruimtelijke ordening € 2.100,00
2.8.1.2 bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid,
onder a, van de Wet ruimtelijke ordening € 2.100,00
2.8.2 Indien het verzoek mede omvat het opstellen van een bestemmingsplan of een wijzigingsplan, wordt het bedrag in 2.8.1.1 en 2.8.1.2 verhoogd met de werkelijke kosten op basis van een projectbegroting, waarin de geraamde kosten voor het opstellen van een bestemmingsplan of een wijzigingsplan worden vastgesteld.
2.8.3 Indien een begroting als bedoeld in 2.8.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de 14de dag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze 14de dag schriftelijk is ingetrokken.
Hoofdstuk 9 Diversen
2.9.1 Overschrijving omgevingsvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor:
Het overschrijven van een verleende omgevingsvergunning
op grond van artikel 2:25 van de Wabo: € 72,95
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
2.10 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een € 76,50
aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
Hoofdstuk 1 Horeca
3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
3.1.1 een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond
van artikel 3 van de Drank- en Horecawet € 323,45
3.1.2 aan aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet, waarbij geen nader onderzoek is vereist ten aanzien van de inrichtingen/
of zedelijkheidseisen € 76,50
3.1.3 een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld
in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet € 76,50
3.1.4 een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en
Horecawet € 76,50
3.1.5 een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld
in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet € 76,50
3.1.6 een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in
artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening € 150,75
3.1.7 een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in
artikel 2:30, tweede lid, van de Algemene plaatselijke
verordening € 76,50
3.1.8 een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld
in artikel 35 van de Drank- en Horecawet € 76,50
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
3.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25
van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning) € 35,65
3.2.2 Indien voor het afgeven van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene
Plaatselijke Verordening voor het organiseren van een evenement een of meerdere overleggen moet worden gevoerd met externe partijen, zoals politie, brandweer, geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (GHOR) of beveiliging, is, in afwijking van
het bepaalde onder 3.2.1 een tarief verschuldigd van € 545,65
3.2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in
artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening € 35,65
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven
3.3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
3.3.1.1 tot het verlenen of verlengen van een vergunning als bedoeld
in artikel artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening: € 796,60
3.3.1.2 tot het wijzigen van een in subonderdeel 3.3.1.1 bedoelde vergunning waarbij geen nader onderzoek is vereist ten aanzien
van de inrichtings- en zedelijkheidseisen: € 398,80
Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014
3.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
3.4.1 tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in
artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 € 76,50
3.4.2 tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21,
aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014 € 76,50
3.4.3 tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de
Huisvestingswet 2014 € 76,50
3.4.4 tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in
artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014 € 76,50
3.4.5 tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in
artikel 22 van de Huisvestingswet 2014 € 76,50
Hoofdstuk 5 Marktstandplaatsen
3.5.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
3.5.1.1 tot het verlenen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor:
één dag € 22,40
één maand € 49,30
één jaar € 403,50
Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet
3.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
3.6.1 tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet
of de Winkeltijdenverordening € 76,50
Hoofdstuk 7 Kinderopvang
3.7.1 Het tarief betreft voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45 van de Wet kinderopvang (Wko) voor:
3.7.1.1 het in exploitatie nemen van een kindercentrum, peuterspeelzaal, voorziening gastouderopvang of
een gastouderbureau € 35,60
3.7.2 Toetsing GGD of GGD Advies
Verhoging in verband met de inspectie voor registratie in het landelijk register op grond van artikel 1.45 lid 3 Wko. Het tarief bedraagt:
3.7.2.1 voor de inspectie GGD van een kinderdagverblijf, peuteropvang, buitenschoolse opvang en
gastouderbureau € 1.273,75
3.7.2.2 voor de inspectie GGD van een voorziening
gastouderopvang € 454,90
3.7.2.3 voor de inspectie van een kindercentrum als bedoeld in artikel 1.45 Wko, waarbij de houder van het kindercentrum reeds is geregistreerd in het
landelijk register (LRKP) met de betreffende locatie € 374,40
3.7.2.4 voor de inspectie van een voorziening
gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45 Wko, waarbij de houder van de voorziening reeds in het
landelijk register (LRKP) is geregistreerd met de betreffende locatie of
een andere locatie € 181,95
3.7.3 Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning als bedoeld in artikel 1.45 Wko, niet ontvankelijk
wordt verklaard, bedraagt het tarief € 35,60
Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
3.8 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een
andere beschikking € 76,50
Behorende bij raadsbesluit van 14 december 2020