• No results found

Steeds meer wilde ganzen in Zuid-Limburg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Steeds meer wilde ganzen in Zuid-Limburg"

Copied!
49
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Steeds meer wilde ganzen in Zuid-Limburg

bron: de Limburger

Er worden steeds meer wilde ganzen in Zuid- Limburg geschoten

Inwoners van Limbricht horen de laatste tijd geregeld schoten in het buitengebied. Het zijn jagers die schieten op wilde ganzen, een gegeven dat we volgens Faunabeheereenheid Limburg steeds vaker zullen gaan zien in Zuid-Limburg.

E e n L i m b r i c h t e n a a r r e a g e e r t v e r o n t w a a r d i g d o p d e facebookpagina van het dorp: ‘Het kan toch niet zo zijn dat ik op mijn balkonnetje zit te genieten van een groep wilde ganzen, die vervolgens worden beschoten!’

Dat kan wel, legt Alfred Melissen van Faunabeheereenheid (FBE) Limburg uit. Ontheffing voor ganzenbeheer met een geweer loopt via de FBE en wordt verleend aan mensen die landbouwschade lijden veroorzaakt door dieren en om het aantal ganzen rondom Maastricht Aachen Airport te beperken. Voor ganzen ligt die provinciale ontheffing al op de plank, zodat die snel kan worden ingezet als er problemen dreigen. Naast een ontheffing op naam moet de jager die het beheer uitvoert beschikken over een jacht- en verzekeringsakte.

Toename

(2)

Aan het afschieten van ganzen zit een maximum. Melissen: „We houden een bepaalde ondergrens aan van enkele honderden ganzen. Maar er momenteel in Zuid-Limburg zo veel ganzen, dat die grens voorlopig niet bereikt wordt.”

Het aantal verleende ontheffingen en het daarmee gepleegde afschot neemt toe in Zuid-Limburg, ziet Melissen. In 2015 werden 114 Grauwe Ganzen geschoten, in 2018 168. In Noord- en Midden-Limburg lag het aantal van oudsher al hoog (duizenden geschoten ganzen per jaar).

Problematisch zijn vooral de zogenoemde ‘overzomeraars’:

ganzen die vanuit andere landen niet verder trekken, maar blijven hangen in Nederland en zich tegoeddoen aan opkomende gewassen. Melissen: „Daardoor is de schade vele malen groter dan vroeger.”

Uitspraak Raad van State verbiedt geluidsdemper voor de jager.

Uitspraak 201808169/1/A3

Datum uitspraak : 21 augustus 2019 Inhoudsindicatie

(3)

Bij besluit van 1 september 2017 heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie het verzoek van [appellant] om ontheffing op grond van artikel 4 van de Wet wapens en munitie voor het voorhanden hebben, vervoeren en doen binnenkomen uit en uitgaan naar een Lidstaat van de EU van een geluiddempervoor vuurwapens afgewezen. [appellant] is jager. Hij wil gebruik maken van een geluiddemperbij het jagen ter bescherming van zijn gehoor en dat van zijn kinderen en jachthond. Hiervoor is een ontheffing vereist.

De minister verleent geen ontheffing aan jagers, zoals [appellant], die geen dienstverband hebben bij een o r g a n i s a t i e d i e b e l a s t i s m e t ( w i l d ) b e h e e r e n schadebestrijding. [appellant] meent dat dat onterecht is.

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van: tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 31 augustus 2018 in zaak nr. 18/564 in het geding tussen: en

de minister van Justitie en Veiligheid.

Procesverloop

Bij besluit van 1 september 2017 heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie het verzoek van [appellant] om ontheffing op grond van artikel 4 van de Wet wapens en munitie (hierna: de Wwm) voor het voorhanden hebben, vervoeren en doen binnenkomen uit en uitgaan naar een Lidstaat van de EU van een geluiddempervoor vuurwapens afgewezen.

Bij besluit van 7 februari 2018 heeft de minister het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 31 augustus 2018 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

(4)

De minister en de korpschef van politie hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 juli 2019, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. F.J. Bleker, advocaat te Almelo, en de minister, vertegenwoordigd door mr.

M. Ibrahim, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de korpschef van politie, vertegenwoordigd door mr. P.H.J.J.

Schunselaar en R.M. Olde Daalhuis, gehoord Overwegingen

Inleiding

1. De in deze uitspraak aangehaalde regelgeving is opgenomen in de bijlage die onderdeel uitmaakt van deze uitspraak.

2. [appellant] is jager. Hij wil gebruik maken van een geluiddemperbij het jagen ter bescherming van zijn gehoor en dat van zijn kinderen en jachthond. Hiervoor is een ontheffing vereist. De minister verleent geen ontheffing aan jagers, zoals [appellant], die geen dienstverband hebben bij een o r g a n i s a t i e d i e b e l a s t i s m e t ( w i l d ) b e h e e r e n schadebestrijding. [appellant] meent dat dat onterecht is.

Aangevallen uitspraak rechtbank

3. De rechtbank heeft verwezen naar de uitspraak van de Afdeling van 29 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3272. Daarin heeft de Afdeling geoordeeld dat de uitleg die de minister geeft aan het in artikel 4, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wwm gestelde criterium ‘beroepsdoeleinden’ dat sprake moet zijn van een (betaald) dienstverband tussen de gebruiker van de geluiddemperen een organisatie die belast is met (wild)beheer en schadebestrijding niet onredelijk is. Daarbij heeft de Afdeling van belang geacht dat het door de minister gemaakte onderscheid dient te worden bezien in het licht van een zo effectief mogelijk toezicht met het oog op beperking

(5)

van risico’s voor de veiligheid van de samenleving. Daarbij is de gedachte dat, door uitsluitend aan organisaties ontheffing te verlenen, de opbergplaats van geluiddempers centraal wordt geregeld, hetgeen de mogelijkheden van toezicht en controle door de korpschef bevordert. Verder heeft de Afdeling in genoemde uitspraak geoordeeld dat het gemaakte onderscheid tussen organisaties met jagers in loondienst enerzijds en jagers die niet in dienst zijn van een organisatie in het kader van (wild)beheer en schadebestrijding anderzijds niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.

De rechtbank heeft in hetgeen [appellant] in beroep heeft aangevoerd geen aanleiding gezien om het oordeel van de Afdeling niet te volgen en heeft geoordeeld dat de minister zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat artikel 4, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wwm in dit geval geen grondslag biedt om de gevraagde ontheffing te verlenen.

Hoger beroep [appellant]

4. [appellant] betoogt dat de Afdeling in haar uitspraak van 29 november 2017 ten onrechte de uitleg die de minister geeft aan het in artikel 4, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wwm gestelde criterium ‘beroepsdoeleinden’ niet onredelijk heeft geacht. De rechtbank had van het oordeel van de Afdeling moeten afwijken.

[appellant] verwijst naar een nieuwsbericht van 12 oktober 2 0 1 8 v a n h e t M i n i s t e r i e v a n L a n d b o u w , N a t u u r e n Voedselkwaliteit en een kamerbrief van de minister over de Afrikaanse varkenspest. In het nieuwsbericht wordt aangekondigd dat de minister op verzoek van de provincies zal bezien of er een uitbreiding van de ontheffing voor geluiddempers kan komen. Dat is nodig om reductie van het aantal wilde zwijnen buiten de leefgebieden effectief te laten zijn. Daarvoor is het zeer gewenst dat ook andere jagers die betrokken zijn bij het verkleinen van de populatie wilde

(6)

zwijnen over een dergelijke ontheffing beschikken, aldus het nieuwsbericht.

Voor het overige herhaalt [appellant] de gronden van beroep bij de rechtbank.

Oordeel Afdeling

5. [appellant] richt zich tegen de toepassing van de bevoegdheid om ontheffing te verlenen voor geluiddempers door de minister. Zoals overwogen onder 3 heeft de rechtbank is in haar uitspraak aangesloten bij het oordeel van de Afdeling in de uitspraak van 29 november 2017 ten aanzien van de invulling van het criterium beroepsdoeleinden. De rechtbank heeft verder uitgebreid gemotiveerd waarom de beroepsgronden van [appellant] niet slagen. De Afdeling ziet in hetgeen [appellant] heeft aangevoerd geen aanleiding om terug te komen van haar uitspraak van 29 november 2017. Voor zover [appellant] betoogt dat de voorschriften voor centrale opslag niet nageleefd worden, betreft dit een handhavingskwestie.

Wellicht bestaan, onder andere vanwege een efficiëntere bestrijding van de Afrikaanse varkenspest, goede redenen voor d e m i n i s t e r o m d e s t r i k t e t o e p a s s i n g v a n d e ontheffingsbevoegdheid voor geluiddempers in de toekomst aan te passen, zodat jagers die geen dienstverband hebben bij een o r g a n i s a t i e d i e b e l a s t i s m e t ( w i l d ) b e h e e r e n schadebestrijding net als de jagers die wel een dienstverband hebben, kunnen beschikken over een geluiddemper, maar dat betekent niet het thans gehanteerde beleid onredelijk is. Dat overleg gevoerd wordt over een mogelijke andere toepassing van de ontheffingsbevoegdheid leidt niet tot een ander oordeel, omdat ten tijde van het besluit en ook thans nog geen wijziging van de toepassing van de ontheffingsbevoegdheid is vastgesteld. [appellant] heeft voor het overige de gronden die hij in beroep heeft aangevoerd herhaald en niet gemotiveerd waarom het oordeel van de rechtbank daarover onjuist zou zijn.

6. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak

(7)

dient te worden bevestigd.

7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, voorzitter, en mr.

A . W . M . B i j l o o s e n m r . H . J . M . B a l d i n g e r , l e d e n , i n tegenwoordigheid van mr. D. Rietberg, griffier.

w.g. Borman w.g. Rietberg voorzitter griffier

Uitgesproken in het openbaar op 21 augustus 2019 725.

Bijlage

Wet wapens en munitie Artikel 2

1. Wapens in de zin van deze wet zijn de hieronder vermelde of overeenkomstig dit artikellid aangewezen voorwerpen, onderverdeeld in de volgende categorieën.

Categorie I […]

3o. […] en geluiddempers voor vuurwapens;

[…]

Artikel 4,

1. Onverminderd de artikelen 4 en 9 van verordening (EU) nr.

(8)

258/2012 kan Onze Minister van bij of krachtens deze wet vastgestelde voorschriften of verboden vrijstelling of, op daartoe strekkend verzoek, ontheffing verlenen voor daarbij te omschrijven wapens of munitie, behorend tot een van de volgende groepen:

[…]

e. toestellen en voorwerpen voor beroeps-, hulpverlenings-, trainings- en sportdoeleinden;

[…]

Artikel 13

Het is verboden een wapen van categorie I te vervaardigen, te transformeren, voor derden te herstellen, over te dragen, voorhanden te hebben, te dragen, te vervoeren, te doen binnenkomen of te doen uitgaan..

Hoge zwijnensterfte Veluwe

‘één groot raadsel’;

varkenspest uitgesloten

(9)

UDDEL – Het aantal zwijnen dat dit jaar met onbekende doodsoorzaak op de Veluwe gevonden wordt, is uniek. ‘Experts hebben dit nog nooit gezien’, zegt Erik Koffeman van Faunabeheereenheid Gelderland. Volgens hem gaat het dit jaar inmiddels om zeventig zwijnen, waar twintig per jaar normaal is.

De Afrikaanse varkenspest kan het in elk geval niet zijn, zegt Koffeman. ‘Dat is uitgesloten. Daar worden alle zwijnen op getest en daar hebben we binnen een dag de uitslag van.’ Dat de zwijnen sterven van de honger is ook niet waarschijnlijk, zegt Koffeman. ‘Het was juist een zeer voedzaam jaar voor de zwijnen.’

Meer dan dertig ziektes uitgesloten

Er zijn verschillende karkassen voor onderzoek naar het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) gestuurd. Die zijn verbonden aan de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Zo zijn al meer dan dertig mogelijke ziektes uitgesloten. ‘Eén dier had longontsteking. Ook zijn er een aantal afwijkingen gevonden. Het probleem is dat er geen standaard in zit.’

Wolf

‘Er wordt geopperd dat het dier stress krijgt door de

(10)

aanwezigheid van de wolf’, vervolgt Koffeman. ‘Maar de plekken waar de dode dieren gevonden worden, komen niet altijd overeen met het leefgebied van de wolf.’ Ook de invloed van de eikenprocessierups wijst hij van de hand. ‘Die was er in januari nog niet.’

Luister hier naar de reactie van Erik Koffeman (tekst gaat door onder het fragment):

Extra onderzoek

Kortom, het blijft één groot raadsel. De Faunabeheereenheid Gelderland blijft echter wel nieuwsgierig. Gelukkig is er daarom extra geld voor onderzoek beschikbaar gesteld, vertelt Koffeman. ‘Nieuwe karkassen kunnen daardoor onderzocht worden en als we zwijnen zien wankelen, schieten we ze af en sturen ze direct op naar het DWHC.’

Positief is dat er de laatste maanden een afname in de sterfte zit. Een invloed op de totale populatie heeft deze z w i j n e n s t e r f t e v o l g e n s K o f f e m a n o v e r i g e n s n i e t .

‘Deze aantallen vallen in het niet op het totaal.

Aanvulling van de Europese Unielijst invasieve uitheemse Exoten

Op 14 juni jongstleden heeft in Brussel het IAS comité gestemd over aanvulling van de Europese Unielijst voor zorgwekkende invasieve uitheemse soorten. Het voorstel van de Europese Commissie (EC) bevatte aanvankelijk 18 plant- en diersoorten. In de afweging wordt gekeken

(11)

naar de ecologische schade die deze soorten veroorzaken als ook naar de proportionaliteit van de maatregel (sociaal-economisch). Daarbij heeft de EC rekening gehouden met de inbreng vanuit de EU in de consultatieronde. Er bleek in eerste instantie geen meerderheid te zijn onder de lidstaten voor het voorstel. De EC heeft vervolgens een gewijzigd voorstel in stemming gebracht, ditmaal zonder de sierwaterplant watersla (Pistia stratiotes). Het aangepaste voorstel met 17 soorten is daarna aangenomen met meerderheid van stemmen.

Invasieve Exoot – Treurmania

Naar verwachting wordt de aanvulling op de Unielijst begin juli 2019 door de Europese Commissie gepubliceerd, waarmee de aanvulling op de Unielijst vermoedelijk begin augustus 2019 van kracht wordt.

Scientific name plants Common name Nederlandse naam Acacia saligna Golden wreath wattle wilgacacia Ailanthus altissima Tree of heaven hemelboom

Andropogon virginicus Broomsedge bluestem Amerikaans bezemgras Cardiospermum

grandiflorum Balloon vine ballonrank Cortaderia jubata Purple pampas grass hoog pampasgras Ehrharta calycina Perennial veldtgrass roze rimpelgras

(12)

Gymnocoronis

spilanthoides Senegal tea plant smalle theeplant Humulus scandens Japanese hop oosterse hop Lygodium japonicum Vine-like fern Japanse klimvaren

Lespedeza cuneata Chinese bushclover Chinese struikklaver

Prosopis juliflora Mesquite mesquite

Salvinia molesta Salvinia moss grote vlotvaren Triadica sebifera Chinese tallow talgboom Scientific name animals Common name Nederlandse naam

Acridotheres tristis Common myna treurmaina Arthurdendyus

triangulatus New Zealand flatworm Nieuw-Zeelandse platworm Lepomis gibbosus Pumpkinseed zonnebaars Plotosus lineatus Striped eel catfish gestreepte

koraalmeerval

Nieuwsbrief 3e kwartaal 2019 – Faunabeheereenheid Limburg

Wijziging FBE Bestuur Limburg

(13)

E r h e e f t e e n w i s s e l i n g i n h e t B e s t u u r v a n d e F B E plaatsgevonden.

De heer Huijers van de Dierenbescherming heeft tijdens de Algemene Bestuursvergadering op 3 juli jl. zijn zetel voor de g e l e d i n g ‘ O v e r i g e M a a t s c h a p p e l i j k e O r g a n i s a t i e s ’ overgedragen aan de heer de Wit.

Nieuwe Faunabeheerplannen

Er wordt momenteel hard gewerkt aan de faunabeheerplannen Exoten, Verwilderde dieren & Onbeschermde soorten, het f a u n a b e h e e r p l a n V o g e l s L u c h t h a v e n s , h e t faunabeheerplan Hoefdieren en het faunabeheerplan Watervogels.

Tijdens de WBE informatieavonden dit najaar, zullen deze worden toegelicht.

Monitoring

De cijfers van de Voorjaarstellingzijn inmiddels verwerkt en staan op onze website vermeld

Gegevens Voorjaarstelling 2020

De Zomerganzentelling vindt dit jaar ook weer op de derde zaterdag in juli plaats, te weten op zaterdag 20 juli a.s. De uitleg hierover heeft u inmiddels per mail ontvangen. Het telplan staat in FRS voor u klaar voor het registreren van de telgegevens.

Rapportages

Wij adviseren afschot direct te registreren, minimaal op jachtveldniveau, maar het liefst op de plek waar het afschot is gepleegd. Formeel is er binnen Limburg de verplichting voor het registreren van afschot van de vrijstellingssoorten 1x per kwartaal en de jachtsoorten direct na afloop van het jachtseizoen en bij ontheffingen / machtigingen direct.

(14)

Ontheffingen

Naar aanleiding van de vraag uit het veld om effectiever Wilde Zwijnen te kunnen gaan beheren met het geweer is door de FBE Limburg, mede in het kader van de AVP preventie, bij de p r o v i n c i e h e t v e r z o e k i n g e d i e n d e e n a a n t a l e x t r a beheermogelijkheden toe te gaan staan.

De Provincie heeft hiermee ingestemd, waardoor er per 1 juli 2019 nieuwe ontheffingen Wild Zwijn Limburg beschikbaar zijn met de volgende aanvullende mogelijkheden:

1. Gebruik van een kleiner kaliber kogelgeweer (Reewild- kogelgeweer ten minste kaliber .22 inch of 5,58 mm met getrokken loop en minimaal 980 joule trefenergie op 100 meter afstand van de loop), uitsluitend voor het doden van kleinere Wilde Zwijnen tot 35 kg (dieren die op het oog in de regel geschat worden als Big of Kleine Overloper);

2. Gebruik van het “hagel”-geweer in combinatie met de Brenneke kogel-patroon voor het voor het schieten van alle leeftijden Wild Zwijn tot een afstand van maximaal 40 meter;

3. De ontheffingen mogen nu ook overdag op zon- en feestdagen ingezet worden;

4. Het lokvoer hoeft niet meer geheel ondergewerkt te worden, waardoor er ook met een voederautomaat gewerkt kan gaan worden;

5. In afwijking van het verbod op het gebruik van lokvoer met materiaal van dierlijke oorsprong mag er wél gebruikt gemaakt w o r d e n v a n c o m m e r c i e e l i n d e h a n d e l verkrijgbare varkensvoederbrokken (pellets).

Hiermee is naar verwachting extra afschot te behalen (meer jachtaktehouders én meer beheermomenten in het veld van iemand in bezit van Ree-geweer en “hagel”-geweer; daardoor meer kansen dat dergelijke jagers bij de aanzit op Ree of Vos of

(15)

andere acties in het veld ook Wild Zwijn van de juiste grootte resp. op de juiste afstand zien die ze dan mogen schieten;

eenvoudiger manier van lokvoedering zonder verstoring van de voederplek).

De nieuwe ontheffingen Wild Zwijn staan in FRS voor u klaar als Algemene Machtiging.

Wilde zwijnen

Er is een aangepast Protocol uitgegeven ‘wat te doen bij de vondst van een kadaver van een wilde zwijn’ door het Ministerie van LNV. Deze is tevens te vinden op onze website https://limburg.faunabeheereenheid.com/actueel/protocol-dood-g evonden-wild-zwijn-december-2018/

Kalender

20 juli Zomerganzentelling

12 juli t/m 16 augustus Vakantie Angelique Luikens vóór 1 augustus Aanmelden Geluiddemper

vóór 16 augustus Registratie zomerganzentelling in FRS

Meer bevoegdheden toegestaan

bij de jacht op wild zwijn in

Limburg.

(16)

Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg geven jagers opnieuw meer bevoegdheden voor het bejagen van wilde zwijnen in de nulstandgebieden.

Dit volgt op de inventarisatie door de Stichting Service Bureau Wildbeheereenheden Limburg (SSWL) bij alle Limburgse wildbeheereenheden in 2018 en 2019. In die periode zijn de wildbeheereenheden geïnterviewd over de uitvoering van het faunabeheer in Limburg. Daarbij lag de focus op het t e r u g b r e n g e n v a n d e p o p u l a t i e w i l d e z w i j n e n i n d e nulstandgebieden. Tot de nieuwe bevoegdheden horen onder meer het gebruik van Brenneke-patronen en van een kleiner kaliber kogelgeweer.

Na de inventarisatieronde in het project ‘Continuïteit faunabeheer’ in 2018 en 2019 werd de informatie uit de 37 interviews met wildbeheereenheden samengevat in een advies met 12 verbeterpunten. Dit advies werd besproken met Gedeputeerde Staten. Een groot deel van deze adviezen werden na een toelichting omgezet in beleid. De Gedeputeerde Staten hebben de wensen van de wildbeheereenheden gehonoreerd en omgezet naar een aangepaste ontheffing.(juni 2019)

Met deze ontheffing krijgen jagers de bevoegdheid voor de

(17)

volgende extra mogelijkheden:

Gebruik Brenneke-patroon in gladloopgeweren kalibers 12 1.

tot 24 voor het schieten van wilde zwijnen tot een maximale afstand van 40 meter

Gebruik kleiner kaliber kogelgeweer van tenminste .22 of 2.

5.58 millimeter met een trefenergie van minimaal 980 joule op een afstand van 100 meter voor het doden van wilde zwijnen tot een lichaamsgewicht van maximaal 35 kilo

Het gebruik van lokvoer dient zich te beperken tot 3.

maximaal 0,5 kg. per afschotplek per dag met een maximum van 175 kg. per 100 ha. per jaar. Lokvoer mag enkel plantaardige producten bevatten.

Aanvullend is het gebruik van commercieel verkrijgbare 4.

varkensbrok ook toegestaan. Bijvoeren ter bevordering van de stand van de populatie is op basis van artikel 3.32, lid 1, Wnb niet toegestaan.

Naast lokvoer is alleen het gebruik van holzteer 5.

toegestaan als lokmiddel, echter niet binnen 1.000 m.

van door Gedeputeerde Staten aangewezen leefgebieden voor Wilde zwijnen, of andere door Gedeputeerde Staten aan te wijzen gebieden.

Van deze ontheffing mag jaarrond gebruik worden gemaakt 6.

gedurende het gehele etmaal, ook op zon- en feestdagen.

Van deze ontheffing mag gebruik worden gemaakt gedurende d e n a c h t e l i j k e u r e n ( t u s s e n z o n s o n d e r g a n g e n zonsopkomst) van zon- en feestdagen.

Bij het stationair gebruik van de ontheffing (vanaf een 7.

hoogzit, vanaf of vanuit een voertuig (mits niet rijdende) of vanaf een zitlocatie op de grond) mag tussen zonsondergang en zonsopkomst ondersteunend g e b r u i k w o r d e n g e m a a k t v a n k u n s t l i c h t e n nachtzichtapparatuur, al dan niet gemonteerd op het geweer.

Aanvullend aan het gebruik van het geweer mag ook 8.

o n d e r s t e u n e n d g e b r u i k w o r d e n g e m a a k t v a n e e n

(18)

geluiddemper. Hierbij geldt de voorwaarde dat de toestemming tot ontheffing gebruik slechts wordt verstrekt wanneer de betreffende gebruiker beschikt over een schriftelijke toestemming van het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor het onder zich hebben en gebruiken van een geluidsdemper.

Op basis van deze ontheffing mogen zieke, gewonde en 9.

kreupele dieren, of dieren die een acuut gevaar voor de verkeersveiligheid vormen, het gehele etmaal, ook op zon- en feestdagen, worden opgespoord en gedood, al dan n i e t m e t h e t g e b r u i k v a n k u n s t l i c h t o f nachtzichtapparatuur.

Tussen zonsondergang en zonsopkomst mag aanvullend ook 10.

ondersteunend gebruik worden gemaakt van niet-stationair kunstlicht (bv vanaf een rijdende auto). Hierbij geldt de voorwaarde dat op enig moment niet meer dan één (groep) jachtaktehouder(s) per 2.000 hectare werkgebied van een WBE in Noord- en Midden-Limburg, en per 1.500 ha in Zuid-Limburg.

Verder zijn er nog een aantal extra administratieve bepalingen opgenomen v.w.b het gebruik en doorschrijven van de ontheffing en de registratie en het niet in rekening mogen brengen van een vergoeding voor het gebruik hiervan.

Kogel doorboort eerst wild

zwijn en dood daarna man in

(19)

voorbij rijdende auto.

Bron: Bild, Mittelbayerische

Hij beschikte al 23 jaar over een jachtvergunning. De jacht was voor hem nooit een hobby, maar wel een plicht. In augustus 2018 maakte de 46-jarige Duitser Hans-Jürgen H. echter een fout met fatale gevolgen. Zijn kogel doorboorde eerst een everzwijn en doodde vervolgens een man die in een wagen voorbijreed. Deze week moet hij voor de rechtbank verschijnen.

Hans-Jürgen H. (46) had er nochtans geen goed gevoel bij toen hem in augustus vorig jaar door een naburige boer werd gevraagd om een everzwijnenjacht te organiseren. Een drijfjacht brengt altijd meer risico’s met zich mee, zo wist hij. Uiteindelijk deed hij het toch omdat hem werd gezegd hoeveel schade de dieren al hadden aangericht in de maïsvelden.

En zo kwam het dat Hans-Jürgen H. op 12 augustus 2018 de drijfjacht leidde in Nittenau nabij autoweg B16 in deelstaat Beieren. Elf andere jagers deden mee.

Bij aanvang van de jacht had hij erop gewezen dat het mogelijk om een gevaarlijke situatie ging gezien de nabijheid van de autoweg. Volgens een andere jager zei H.: ”Niemand schiet in de richting van de autoweg want geen enkel everzwijn is het

(20)

waard dat we een mensenleven in gevaar brengen”.

Maar de man verloor op een bepaald ogenblik zijn eigen instructies uit het oog. Toen enkele dieren uit het struikgewas kwamen en naar het veld gedreven werden, loste hij enkele schoten met zijn geweer. Een kogel doorboorde een everzwijn, zo wees onderzoek uit, en vloog verder naar de weg.

Daar trof het een voorbijrijdende wagen met inzittenden Peter B. (62) en Harald S. (47). Het projectiel ging door het zijraam en raakte Harald. Hij kreeg een kogel in de longen. Er kon voor hem geen hulp meer baten.

Deze week vindt het proces plaats over het drama dat zich bijna een jaar geleden afspeelde. De vader van drie kinderen riskeert vijf jaar celstraf wegens dood door nalatigheid. Een uitspraak wordt op 25 juli verwacht.

Hans-Jürgen H. huilde gisteren in de beklaagdenbank. Wat verder zaten de ouders van het slachtoffer. “Onze zoon is t e r e c h t g e s t e l d a l s e e n e v e r z w i j n . W i j h e b b e n g e e n levensvreugde meer”, verklaarden ze aan Bild.

Hans-Jürgen H. heeft na het ongeval zijn wapens ingeleverd.

Zijn jachtvergunning laat hij niet verlengen. Hij wil geen jager meer zijn.

Tweede Info-brief DWHC van

2019

(21)

Hierbij ontvangt u de tweede Info-brief van 2019 met een selectie van berichten die de laatste maanden op onze website zijn verschenen en die voor de mensen in het veld belangrijk kunnen zijn of bijzonder zijn.

Stand van zaken zwijnen sterfte Veluwe

Sinds begin 2019 is er verhoogde sterfte onder de wilde zwijnen op

de Veluwe. Bij geen van deze zwijnen is Afrikaanse varkenspest

(AVP) of klassieke varkenspest (KVP) aangetroffen. Zes wilde zwijnen zijn door DWHC uitgebreid

onderzocht. Eén zwijn is doodgegaan aan een bacteriële

longontsteking, maar voor de overige vijf wilde zwijnen is geen oorzaak gevonden. Wel zijn diverse

varkensziekten en gifstoffen uitgesloten als doodsoorzaak. Klik

hier voor het gehele bericht.

Ooievaar dood door elastieken in maag

In juni 2019 ontving DWHC een ooievaar uit Hilvarenbeek. Bij sectie bleek haar kliermaag

vol te zitten met elastieken. Er zat zo goed als geen normaal voedsel meer in de maag. Het is treurig dat dieren doodgaan door zwerfafval

omdat mensen de straat, het park, het strand etc. als afvalbak gebruiken.

Klik hier voor het gehele bericht met een foto van de maag vol elastieken.

Kalfjes worden geiten fataal

(22)

Een mager, hoogdrachtige reegeit kwam begin mei bij DWHC voor onderzoek naar de doodsoorzaak. Het dier was broodmager, maar woog evengoed nog 21,5 kg. Bij sectie bleek de geit drachtig van twee kalfjes. Deze waren

zo groot dat ze de gehele buikholte vulden, waardoor zowel de organen in de buikholte als in de borstholte in de verdrukking kwamen. De

grootte van de twee kalfjes is de reegeit fataal geworden. Klikhier voor het gehele

bericht.

Vos op Terschelling: Versleep dode dieren niet overbodig

DWHC heeft in samenwerking met het RIVM een dode vos onderzocht. Daarbij kwam naar voren

dat het dier naar alle waarschijnlijkheid versleept en elders achtergelaten was. Deze vos

was besmet met vossenlintworm. Een besmetting met vossenlintworm kan ernstige risico’s met zich meebrengen voor de mens. Daarom waarschuwen

de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging, DWHC en RIVM mensen om dode dieren niet onnodig te verslepen. Klik hier voor het gehele bericht.

Opnieuw hazenpest in Overijssel

In april werd opnieuw bij een haas in Overijssel hazenpest vastgesteld. Dit was in hetzelfde gebied waar in oktober 2018 ook hazenpest was

aangetoond.

In 2019 zijn tot half april bij het DWHC 23 hazen onderzocht. Er zijn diverse doodsoorzaken

gevonden. Naast de haas met tularemie, zijn onder andere 7 hazen doodgegaan door besmetting

met de bacterie Yersinia pseudotuberculoseen 7 hazen door besmetting met een lagovirus (EBHS of

RHDV-2).

Klik hier voor het gehele bericht.

Eindresultaten bloedonderzoek reeën in Nederland

(23)

In de zomer van 2018 werd uit de voorlopige resultaten van het bloedonderzoek bij reeën al duidelijk dat op meerdere locaties in Nederland

antistoffen tegen het teken-encefalitisvirus waren gevonden. Maar toen was niet duidelijk of

er sprake was van een toename in het aantal locaties ten opzichte van het vorige onderzoek

of dat het op meerdere plaatsen was gevonden omdat meer monsters waren onderzocht. Uit statistische berekeningen blijkt nu dat er

sprake is van een toename van het aantal locaties (Rijks et al., 2019). Klik hier voor

het gehele bericht.

Voor het aanmelden en afmelden van de DWHC nieuwsbrief, kunt u mailen naar m.montizaan@uu.nl

Plan voor nieuwe natuur ten

zuiden van Susteren

(24)

Ten zuiden van het Limburgse Susteren worden de natuurgebieden

’ t H o u t e n h e t I J z e r e n b o s m e t e l k a a r v e r b o n d e n . Natuurmonumenten, Watermaatschappij Limburg en de gemeente E c h t - S u s t e r e n g a a n d a a r s a m e n a a n w e r k e n . V o o r Natuurmonumenten ontstaat er een aaneengesloten natuurgebied en de Watermaatschappij Limburg krijgt door de nieuwe percelen meer ruimte voor waterwinning. De gemeente Echt-Susteren ziet kansen voor toerisme en recreatie. De komende maanden wordt een totaalplan ontwikkeld, waarmee ook meer duidelijkheid komt over de kosten.

bron: De Limburger, 09/07/19

(25)

Nederland heeft slecht zicht op omvang van stroperij

In de Nederlandse natuurgebieden worden nog altijd netten gespannen, vallen gezet, zangvogels gevangen en dieren illegaal afgeschoten. “Het evenwicht in de natuur raakt erdoor zoek”, zegt Rolf Overdiep, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Natuurtoezicht KNVvN. “In Nederlandse natuurterreinen wordt behoorlijk gestroopt.” Maar hoe groot het stroopprobleem in Nederland is, weet niemand.

Samen met de KNVvN heeft de NOS een enquête uitgezet onder die g r o e n e b o a ’ s . B i j n a 1 0 0 b o a ’ s v u l d e n d i e i n . N i e t representatief, maar het geeft een indicatie. Meer dan de helft van de boa’s die de enquête invulden, hebben de indruk

(26)

dat het aantal stroopincidenten in hun gebied toeneemt.

Daarnaast maken sommigen zich zorgen over hun veiligheid in de gebieden. Meer dan 70% geeft aan niet voldoende middelen te hebben om stroperij tegen te gaan. Ze willen bijvoorbeeld graag een wapen of portofoon, of nachtcamera’s als ze er ‘s nachts op uit moeten. Onder meer omdat de stroperij is veranderd. “Stropers gaan nu op pad met geluidsdempers, infrarood- en warmtecamera’s”, zegt Overdiep.

bron: NOS, 03/07/19

Stichting Het Nationale Park

De Hoge Veluwe sluit

ecoducten af

(27)

Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe heeft besloten tot het dichtzetten van de ecoducten met hekken. Het is een tijdelijke maatregel in afwachting van solide afspraken met de provincie Gelderland over de grote instroom van herten vanuit het Deelerwoud, een natuurgebied dat door Natuurmonumenten wordt beheerd, en over gecontroleerd beheer van wolven.

Directeur Van Voorst tot Voorst van het Nationaal Park stelt dat al voor het derde jaar er meer dan 50% meer herten zijn binnen gestroomd dan in de jaren ervoor. Dat zorgt voor stagnatie bij de natuurlijke verjonging van de bossen stagneert en het verdwijnen van de moeflons . Ook wil hij met de provincie afspraken maken over de wolf, want de stichting wil geen wolven in het Nationaal Park De Hoge Veluwe. De directeur wijst op de instandhoudingsverplichting van diverse beschermde diersoorten die er in het kader van Natura 2000 voor de Hoge Veluwe geldt.

Op de Hoge Veluwe is gekozen voor moeflons om de heide open te houden omdat de moeflon de enige soort is die ook grove den eet. Door de open gebieden te laten begrazen hoeven er daar geen machines te worden ingezet. Daar past de wolf niet bij, aldus Van Voorst tot Voorst. Doordat er meer herten

(28)

binnenkomen, moet er extra worden gejaagd. Op de Hoge Veluwe wordt gestreefd naar een voorjaarsstand van circa 220 moeflons, 50 wilde zwijnen en 180 edelherten. Voor damherten geldt een nulstand.

bron: Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe, 03/07/19

Drones gaan wildschade in kaart brengen – 1 Limburg

Studenten van Fontys Venlo gaan met behulp van drones de schade aan mais door wilde zwijnen en dassen taxeren. Dat meldt 1 Limburg op 1 juli.

De studenten gaan in het schadeseizoen met een drone zo’n 160 hectare mais in kaart brengen. Met behulp van het softwareprogramma wordt de schade in kaart gebracht en getaxeerd.

Als de proef slaagt, wordt gekeken of de drone ook kan worden gebruikt om bijvoorbeeld waterschade te taxeren. Voor agrariërs is het van belang dat de schade zo goed mogelijk wordt vastgesteld om in aanmerking te komen voor compensatie.

(29)

(…)

Lees het hele bericht op de website van 1 Limburg 1Limburg.nl

Weer uitbreiding Belgisch AVP

toezichtsgebied in de

Belgische provincie Luxemburg

(30)
(31)
(32)
(33)

1 juli 2019

Met ingang van vandaag, 1 juli 2019, is het toezichtgebied van de Afrikaanse Varkenspest (AVP) in de Belgische provincie Luxemburg met 7.000 hectare uitgebreid. Dit heeft de Waalse minister van Landbouw René Collin bepaald nadat er twee nieuwe gevallen van met AVP besmette wilde zwijnen werden aangetroffen in de regio Aubange.

De Waalse minister van Landbouw René Collin heeft met ingang van 1 juli 2019 nieuwe maatregelen afgekondigd ter bestrijding van de AVP in de provincie Luxemburg. Aanleiding is de vondst van twee met het AVP besmette wilde zwijnen in Rachecourt (Aubange). Dit gebied was eerder weer vrijgegeven.

Afsluiting

Deze recente vondst is voor minster Collin aanleiding om circa 7.000 hectare bos in het zuiden van de provincie Luxemburg (wederom) voor eenieder en elke activiteit af te sluiten. Dat stelt persbureau Belga.

Tijdens een persconferentie in Libramont onderstreepte minister Collin dat de Afrikaanse varkenspest nog zeker geen afgesloten verhaal is.

Zijn streven blijft om voor 31 december 2019 het gehele gebied in de provincie Luxemburg vrij te hebben van wilde zwijnen.

‘Slechts’ 2 nieuwe gevallen

Het aantal vondsten van met AVP besmette wilde zwijnen in de Waalse provincie Luxemburg vertoont een zeer duidelijke dalende tendens. Eind mei was sprake van in totaal 814 AVP-besmette wilde zwijnen. Twee weken later, op 11 juni, waren dit er 821 bij 3.029 onderzochte kadavers. Weer twee weken later, op 24 juni, waren ‘slechts’ twee nieuwe AVP gevallen geregistreerd, en staat de tellers sindsdien op 823 van de in totaal 3.166 onderzochte kadavers.

Uitgekeerde Faunaschade in

(34)

2018 met € 5 miljoen gedaald

24 juni 2019

P r o v i n c i e s h e b b e n i n 2 0 1 8 2 3 m i l j o e n e u r o a a n tegemoetkomingen in faunaschade uitgekeerd. Dat is ruim 5 miljoen minder dan het jaar ervoor.

Schade veroorzaakt door natuurlijk in het wild levende beschermde diersoorten, wordt ook wel faunaschade genoemd. Het zijn vooral boeren die schade oplopen aan hun gewassen. Bij faunaschade kunnen zij in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van de provincie. Dit wordt namens de provincies afgehandeld door BIJ12.

Meerdere oorzaken

De daling van faunaschade heeft meerdere oorzaken. Zo is het eigen risico bij schade door ganzen – de grootste veroorzakers van schade – in de provincie Friesland verhoogd. De tegemoetkoming die boeren krijgen, valt hierdoor lager uit.

Daarnaast waren het koude voorjaar en de droge zomer waarschijnlijk van invloed. Hierdoor was er voor ganzen minder gras om zich te goed aan te doen.

(35)

Uitgekeerde schade

De infographic laat het totaal van de tegemoetkomingen in schade zien die door BIJ12 in 2018 is uitgekeerd. Dit betreft dus niet de totale faunaschade in Nederland, maar alleen gevallen waarvoor een tegemoetkoming is aangevraagd. Ook is er verschil tussen getaxeerde schade en de uitgekeerde schade.

Getaxeerde schade is de daadwerkelijke schade die gemeten is door de taxateur. Uitgekeerde schade betreft het bedrag dat de grondgebruiker ontvangt. Dit is meestal lager dan de getaxeerde waarde, omdat boeren vaak een eigen risico hebben.

Ook wordt niet alle schade vergoed.

Sommige delen van het Zuiden en Oosten van Nederland kennen minder schadeclaims, maar ook minder ganzen. Het wilde zwijn veroorzaakte voor ruim € 342.000 aan wroet- en vraatschade.

Nieuwkomer de wolf was afgelopen jaar goed voor bijna € 36.000 schade aan vee. Verreweg de meeste schade werd aangericht aan blijvend grasland (€ 20,1 miljoen), gevolgd door wintergraan met ruim € 643.000.

Preventieve maatregelen

Boeren kunnen verschillende maatregelen nemen om schade aan hun gewassen te voorkomen. Bepaalde maatregelen zijn ook verplicht om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de schade. BIJ12 adviseert boeren over preventie via speciale Faunaschade Preventie Kits. Ook doet BIJ12 onderzoek naar het voorkómen van faunaschade.

Kijk voor meer informatie en faunaschadecijfers ook op www.bij12.nl/faunazaken. De onderstaande infographic kunt u hier in PDF en origineel formaat bekijken en/of downloaden.

(36)
(37)

Position Paper LTO, FPG, Jagersvereniging: Naar een duurzaam wildbeheer in Nederland en het commentaar

van de Wbe

Susteren/Graetheide en NOJG

Position Paper LTO, FPG, Jagersvereniging: Naar een duurzaam wildbeheer in Nederland en commentaar NOJG

Het huidige systeem van het voorkomen en vergoeden van faunaschade behoeft dringend verbetering, want schadebedragen nemen jaarlijks toe, de bereidheid van de overheid om tegemoetkomingen te blijven betalen neemt af en de juridische procedures stapelen zich op. In samenwerking met LTO Nederland en Federatie Particulier Grondbezit (FPG) heeft de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging een Position Paper naar een duurzaam wildbeheer in Nederland opgesteld waarbij ze de politiek en de Nederlandse overheid oproepen om een duurzaam faunabeheer, schadepreventie en schadevergoeding mogelijk te maken.

Het niet in voldoende mate afwikkelen van faunaschade; Komt voort uit bezuiniging en afschuiven van verantwoordelijkheid.

Beleid van de overheid en heeft niets met de wildsoorten te maken.

(38)

Overmatige aantallen in het wild levende dieren veroorzaken natuurschade, bedreigen het weg- en vliegverkeer en brengen schade toe aan landbouwgewassen. De aan boeren uitbetaalde schadevergoedingen zijn sinds de inwerkingtreding van de Flora- en faunawet in 2002 toegenomen van 6 miljoen euro in 2006 naar ruim 21 miljoen euro in 2016. In onderzoek van CLM uit 2013 bleek dat de daadwerkelijke schade op het boerenland een factor vijf hoger is en voor 90% door ganzen wordt veroorzaakt. De overheid veel inspanningen op het gebied van schadepreventie en maakt tegelijkertijd de regels voor het beheer van schadeveroorzakende diersoorten complex en moeilijk uitvoerbaar. Boeren, grondbezitters en jagers vinden verandering nodig. Het faunabeheer in Nederland kan eenvoudiger en efficiënter.

Beheer per provincie verschillend en complex

Veel schadeveroorzakende diersoorten worden op dit moment beheerd op basis van provinciale vergunningen. Deze wet- en regelgeving voor populatiebeheer en schadebestrijding van in het wild levende diersoorten is op dit moment per provincie verschillend. De verantwoordelijkheden voor landbouw, natuurbeheer, schadepreventie en schadevergoeding zijn nu uit elkaar getrokken, hetgeen een gebalanceerde, integrale benadering bemoeilijkt.

Het is juist de wetgever geweest die dit heeft besloten, namelijk verantwoordelijkheid bij de provincies te leggen voor al het natuurbeheer, de Faunabeheereenheden zoveel mogelijk op p r o v i n c i a a l n i v e a u e n d e d o o r h e n o p g e m a a k t e faunabeheerplannen afgestemd op de lokale provinciale situatie, dus ook de daarop verleende ontheffingen, vrijstellingen en bijzondere opdrachten en het uitkeren van de Faunaschadevergoedingen. Dat hierdoor uiteraard verschil bestaat per provincie, is natuurlijk vanzelfsprekend daar niet iedere provincie de zelfde biotoop en faunasoorten heeft en wat daardoor volgens ons ook de bedoeling van de wetgever geweest. De Nederlandse wet is op dit punt anders dan de

(39)

D u i t s e . V o l g e n s d e K N J V h e e f t d e j a c h t h o u d e r e e n inspanningsverplichting, en bijvoorbeeld in Duitsland een resultaatsverplichting. Dat is inderdaad zo, als wij het hebben over niet wildsoorten, waarvoor een ontheffing geldt, maar niet voor de vrijgestelde diersoorten en wildsoorten conform de huidige Wet natuurbescherming.

Verantwoordelijkheden dichter bij elkaar

Wanneer de verantwoordelijkheden voor landbouw, natuurbeheer, schadepreventie en schadevergoeding dichter bij elkaar gebracht worden onder een eenvoudiger regime in een stelsel van heldere afspraken, zal de integratie van landbouw- en natuurbelangen beter en de schadepreventie diervriendelijker en efficiënter kunnen plaatsvinden, stellen de 3 organisaties.

(Ook hier is de vraag waarop is dit gebaseerd?)

I.p.v. te pleiten voor beleidsaanpassingen wordt hier een pleidooi gehouden om de gevolgen van een (verkeerd) rijksbeleid over te hevelen naar de uitvoerders van het faunabeheerplan. Schadeleiders en schadebestrijders komen recht tegenover elkaar te staan. Wat wordt eigenlijk bedoeld met een diervriendelijker schadebestrijding?

De vraag is over welke verantwoordelijkheden wij het hier hebben, bij het voorkomen en bestrijden van schade of is dit alleen maar voor één doel wat de KNJV heeft namelijk uitbreiding van de wildlijst en wat is dan het verschil met het huidige systeem van jacht, beheer en schadebestrijding?

Boeren, jagers en terreinbeheerders kunnen op basis van een wildbeheerplan onder het jachtregime samen werken aan een voor alle partijen redelijke wildstand, waardoor de landbouwschade afneemt, de soortenrijkdom toeneemt en de administratieve lasten lager zijn.

De vraag in deze is of de terreinbeheerder een onderschrijver of mede-penvoerder van dit document wordt? Wij kunnen ons dit

(40)

n i e t v o o r s t e l l e n . N a 2 5 j a a r k o m t p l o t s e l i n g h e t wildbeheerplan (300 exemplaren) weer uit de kast. Een mislukt vehikel van vroeger en tegenstrijdig met het succesvolle a m e n d e m e n t w a a r m e e e e n p l a n m a t i g e j a c h t u i t h e t faunabeheerplan is gehouden tijdens de Wet natuurbescherming.

De redelijke wildstand wordt onvoldoende belicht zoals in de Wnb staat geformuleerd.

Art.3.14 lid 2 van de Wnb. Hiermee geeft men dan de provincie feitelijk “cart blance” om de WBE aan te sturen. In de WBE verordening (verordening Faunabeheer) kan de provincie allerlei criteria aan het wildbeheerplan stellen.(zoals bij de FBE ook gebeurd).

Je zult je af moeten vragen of een WBE nog wel een WBE is als deze niet aan gestelde criteria voldoet. Mogelijk wel, maar dan volledig aangestuurd door provincies.

W a t i s d e m e e r w a a r d e v a n h e t “ e x t r a ” v o o r g e s t e l d e Wildbeheerplan” ten opzichte van het huidige Faunabeheerplan van de Faunabeheereenheid, dat nu juist door alle organisaties waaronder de maatschappelijke organisaties en door BIJ12 geadviseerd en uiteindelijk door de provincie wordt goedgekeurd en waarin iedereen inspraak heeft gehad.

Wat is dan het verschil en wat draagt dit nu bij aan een r e d e l i j k e “ w i l d s t a n d ” ( K N J V w i l d l i j s t ) e n w e l k e administratieve lasten gaan hierdoor dan omlaag als er een geopend jachtseizoen is en daarbuiten toch alleen maar opgetreden kan worden met ontheffingen of bijzondere opdrachten zoals dit ook bij de huidige wetgeving is geregeld?

Wij kunnen alleen maar constateren, dat deze administratieve last dan bij de Wildbeheereenheden en de Faunabeheereenheden, hierdoor alleen maar fors omhoog gaat , want de Wbe’s moeten dan de wildbeheerplannen opstellen, bijhouden en verantwoorden a a n d e F b e e n d e z e m o e t d i e d a n t o e t s e n a a n h e t

(41)

Faunabeheerplan? En dan is de vraag wat als de Fbe dit afkeurt, mag er dan niets meer gebeuren v.w.b jacht, beheer en schadebestrijding, binnen die Wbe? Waar is dan het voordeel voor wie te behalen (wildlijst-KNJV)?

Het wildbeheerplan moet dus door de wildbeheereenheden en de terreinbeheerders van de TBO’s worden opgesteld en wat als deze geen jacht toestaan, zoals nu al op veel terreinen van de TBO’s gebeurd ,wat is dan de waarde van het wildbeheerplan en wat kunnen de Wbe’s dan doen?

Daar waar onverwachte schade dreigt kan aanvullend beheer onder vrijstellings- en ontheffingenregime plaatsvinden is voor boeren een vangnet in de vorm van een schadefonds nodig.

De overheid moet medeverantwoordelijk zijn voor dit fonds.

Dit betekent gewoon dat er door het oprichten van een schadefonds nog meer kosten komen voor alle jachtaktehouders en ook extra administratieve lasten.

Extra werkzaamheden Wbe’s bij het opstellen van de wildbeheerplannen. Immers nu kennen wij de algemene landelijk vrijstellingen en de provinciale vrijstellingen en de verleende provinciale ontheffingen of bijzondere opdrachten, die de jachthouders de vrijheid geeft om direct op te kunnen treden, indien dit nodig is, verantwoording vindt in het FRS plaats, de Fbe is dan ook geïnformeerd.

Indien er dan weer sprake is van een jachtseizoen voor de

“wildsoorten” dan dient erbuiten de ontheffingen en evt.

vrijstellingen te gelden, wat is daar dan de meerwaarde van alle kosten en extra werk t.o.v. van de huidige regelingen?

NOJG heeft als standpunt

“ E e r s t a l s d e p o p u l a t i e o m v a n g v a n d e b e s c h e r m d e , schadeveroorzakende soorten (ganzen ) op orde is en er alleen beheersmatig verjaagd c.q. geschoten moet worden kan er dan pas aan de wildlijst gedacht worden”.

(42)

Gewenste beleidswijzigingen

Jagers, boeren en grondbezitters pleiten voor de volgende beleidswijzigingen:

A l l e v o r m e n v a n j a c h t v i n d e n p l a a t s o p b a s i s van wildbeheerplannen en behoeve van de maatschappelijke inbedding en regionale coördinatie worden deze plannen ter goedkeuring voorgelegd aan de maatschappelijk breed samengestelde faunabeheereenheden.

Dit is een extra en volgens onnodige belasting voor de wildbeheereenheden en de betrokken faunabeheereenheden, die immers al regionaal/provinciaal door de faunabeheereenheden in hun Faunabeheerplannen zijn afgestemd en waarmee de meeste Wbe’s al van 2003 werken.

Wanneer ondanks de gezamenlijke inspanningen van jager en grondgebruiker nog faunaschade ontstaat, moet een consulent Faunaschade een bemiddelende rol tussen grondgebruiker, jager, terreinbeheerder en overheid spelen.

(weer een extra belasting en kosten)

Betekent dit dat deze consulent voor “koning Salomon” moet gaat spelen? Allemaal meebetalen? De huidige inspanningen en kosten van de jager bagatelliseren? Wij lezen hier echt een herhaling van zetten, vechten om de centen. Nu niet alleen gaat het meer om geld van de overheid, maar dan ook om de huishoudknip van boer en jager.

Deze partijen zijn tevens gezamenlijk verantwoordelijk voor het instellen en onderhouden van een faunaschadefonds.

(Waarom al deze extra kosten voor alle jachtaktehouders en weer extra meerwerk voor de Wbe’s, is de huidige regeling dan niet goed, waar alle schade vergoed wordt door de provincies ) Voor het beheer van de “wildsoorten”(welke soorten zijn dit) die nu in groten getale voorkomen waardoor ze aanzienlijke

(43)

maatschappelijke, economische en natuurschade veroorzaken zou het eenvoudiger en integrale landelijke jachtregime de basis moeten vormen, waar en wanneer nodig aangevuld met het provinciale ontheffingenregime en provinciale opdrachten.

LTO, FPG en de Jagersvereniging vragen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Tweede en Eerste Kamer om deze overweging mee te nemen in de behandeling van h e t v o o r s t e l v o o r d e A a n v u l l i n g s w e t N a t u u r b i j d e Omgevingswet.

Zie voor meer informatie het Position Paper van LTO, FPG en de Jagersvereniging Naar een duurzaam wildbeheer in Nederland op de site van de Jagersvereniging.

bron: Jagersvereniging, 17/05/19

Naar een duurzaam wildbeheer in Nederland

Het huidige systeem van het voorkomen en vergoeden van faunaschade behoeft dringend verbetering, want schadebedragen nemen jaarlijks toe, de bereidheid van de overheid om tegemoetkomingen te blijven betalen neemt af en de juridische procedures stapelen zich op. LTO Nederland, De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en de Federatie Particulier Grondbezit roepen de politiek en de Nederlandse overheid op om een duurzaam faunabeheer, schadepreventie en schadevergoeding mogelijk te maken. Diersoorten die in dusdanig groten getale voorkomen dat deze maatschappelijke, ecologische en economische schade veroorzaken zouden in de basis onder het jachtregime onder goedgekeurde wildbeheerplannen moeten worden beheerd. Deze diersoorten, met name ganzen, reeën, wilde zwijnen, edelherten, damherten en smienten, waren in 2016 samen goed voor ruim 19 miljoen van de 21 miljoen euro uitbetaalde schadevergoeding.

Maar wat is nu de verbetering? Als zij pretenderen dat te

(44)

weten waarom kunnen zij dat niet gewoon uitleggen? Is het een verbetering om te moeten participeren in de gevolgen van het verkeerde beleid, want dat wordt immers gesuggereerd, dan is het geheel onverstandig om daar mede verantwoordelijkheid voor te dragen.

(Wat is dit duurzaam beheer dan beter als het huidige beheer via de opgestelde Faunabeheerplannen van de FBE’s die ook nog eens door alle betrokken partijen goedgekeurd is?) (Waar zit dat verschil dan, vragen wij ons dat af?)

Faunaschade

Overmatige aantallen in het wild levende dieren veroorzaken natuurschade, bedreigen het weg- en vliegverkeer en brengen schade toe aan landbouwgewassen. De aan boeren uitbetaalde schadevergoedingen zijn sinds de inwerkingtreding van de Flora- en faunawet (2002) enorm toegenomen: van 6 miljoen euro in 2006 naar ruim 21 miljoen euro in 2016. CLM-onderzoek uit 2013 toont bovendien aan dat de daadwerkelijke schade op het boerenland een factor vijf hoger is en voor 90% door ganzen wordt veroorzaakt. De overheid vraagt steeds meer inspanningen op het gebied van schadepreventie en maakt tegelijkertijd de regels voor het beheer van schadeveroorzakende diersoorten steeds complexer en moeilijker uitvoerbaar. Boeren, grondbezitters en jagers vinden het de hoogste tijd voor verandering. Het faunabeheer in Nederland kan eenvoudiger, efficiënt en beter in lijn Europa.

(Dus moeten alle jachtaktehouders en boeren maar bijdragen hoeveel en waarom deze onnodige extra kosten, waar ben je dan mee bezig als je op deze wijze je leden gaat belasten en vooral de Wbe’s met veel extra onnodig werk wilt opzadelen) De uitdaging

Jacht is integraal onderdeel van faunabeheer, met het oogmerk de soortenrijkdom te bevorderen en schade door in het wild levende dieren te beperken. Veel schadeveroorzakende

(45)

diersoorten worden op dit moment beheerd op basis van provinciale vergunningen. Deze wet- en regelgeving voor populatiebeheer en schadebestrijding van in het wild levende diersoorten is op dit moment per provincie verschillend en complex. De huidige wetgeving is vooral gebaseerd op specifieke Europese derogaties1, waarbij deze bepalingen nu generiek worden ingezet op veelvoorkomende diersoorten waarvan de populatie zich over meerdere provincies of zelfs landen verspreid bevindt. Deze provinciaal versnipperde aanpak van l a n d b o u w s c h a d e p r e v e n t i e e n w i l d b e h e e r i s kostbaar, bureaucratisch en in toenemende mate gejuridiseerd.

De verantwoordelijkheden voor landbouw, natuurbeheer, schadepreventie en schadevergoeding zijn nu uit elkaar getrokken, hetgeen een gebalanceerde, integrale benadering bemoeilijkt. Dientengevolge lopen de schadecijfers op, neemt de soortenrijkdom af en moeten in toenemende mate drastische preventie- en bestrijdingsmaatregelen genomen worden.

Evenwichtig populatiebeheer staat dus onder druk.

De vraag is komt dit door de huidige wijze van Faunabeheer of komt dit door veel meer andere factoren van invloed zoals de schaalvergroting van de moderne landbouw etc en gaan wij dan niet nog meer versnipperen om het per wildbeheerplan per Wbe te doen ( Bijvoorbeeld in Limburg 32 wildbeheerplannen)?

De oplossing

Wanneer de verantwoordelijkheden voor landbouw, natuurbeheer, schadepreventie en schadevergoeding dichter bij elkaar gebracht worden onder een eenvoudiger regime in een stelsel van heldere afspraken, zal de integratie van landbouw- en natuurbelangen beter en de schadepreventie diervriendelijker en kostenefficiënter kunnen plaatsvinden. Boeren, jagers en terreinbeheerders kunnen op basis van een wildbeheerplan onder het jachtregime samen werken aan een voor alle partijen redelijke wildstand, waardoor de landbouwschade afneemt, de soortenrijkdom toeneemt en de administratieve lasten aanzienlijk lager zijn.

(46)

Daar waar onverwachte schade dreigt kan aanvullend beheer onder vrijstellings- en ontheffingenregime plaatsvinden en zal voor boeren een vangnet in de vorm van een schadefonds gecreëerd moeten worden.

Gezien de huidige omvang van populaties schadeveroorzakende soorten, en belemmeringen in nationale en internationale wet- en regelgeving moet de overheid medeverantwoordelijk zijn voor dit fonds.

De opsomming in de “Oplossing” zijn wel erg globaal en abstract

Jagers, boeren en grondbezitters zouden daarom de volgende beleidswijzigingen doorgevoerd willen zien:

Alle vormen van jacht (inclusief beheer en schadebestrijding) vinden plaats op basis van wildbeheerplannen op WBE-niveau.

Ten behoeve van de maatschappelijke inbedding en regionale coördinatie worden deze plannen ter goedkeuring voorgelegd aan de maatschappelijk breed samengestelde faunabeheereenheden.

W a a r o m i s d i t n u i n e e n s n o d i g e r z i j n i m m e r s a l faunabeheerplannen, die geheel voldoen, dus onnodig extra werk voor de Wildbeheereenheden, die zich nu immers als jachthouders aan de faunabeheerplannen dienen te houden, wij vinden dat zij (KNJV) ervan uit gaat dat alle jagers zo denken Er is hierover totaal geen enkel contact geweest met de NOJG, die toch al 25% van alle jagers vertegenwoordigd in Nederland.

Verder vragen wij ons af of dit ook met de Faunabeheer- eenheden is overlegt en of zij het hiermee eens zijn, als belangrijke speler in deze voorgestelde voorstellen?

Wanneer ondanks de gezamenlijke inspanningen van jager en grondgebruiker nog faunaschade ontstaat, moet een consulent Faunaschade een bemiddelende rol tussen grondgebruiker, jager, terreinbeheerder en overheid spelen. Deze partijen zijn tevens

(47)

gezamenlijk verantwoordelijk voor het instellen en onderhouden van een faunaschadefonds.

Heeft de KNJV zich wel gerealiseerd wat deze extra kosten voor haar leden gaat betekenen en wat voor hen de gevolgen hiervan zullen zijn?

(Ook hier weer de vraag waarom deze extra belasting en moet er een consulent faunaschade komen wat weer extra kosten meebrengt en de bijdrage aan het faunaschadefonds, wat nu ten laste van de provincie komt, dit is toch gewoon onzin)

Voor het beheer van de wildsoorten die nu in groten getale voorkomen waardoor ze aanzienlijke maatschappelijke, economische en natuurschade veroorzaken zou het eenvoudiger en integrale landelijke jachtregime de basis moeten vormen, waar e n w a n n e e r n o d i g a a n g e v u l d m e t h e t p r o v i n c i a l e ontheffingenregime en provinciale opdrachten.

(Ook hier geldt het zelfde als erboven staat vermeld , de huidige regeling is voor een ieder duidelijk en wat als het jachtseizoen gesloten is dan dien je toch weer gebruik te maken van ontheffingen en provinciale opdrachten, die zijn er al en dus waar ligt hier dan de vereenvoudiging, dus geen alweer extra regels)

W i j v r a g e n d e m i n i s t e r v a n L a n d b o u w , N a t u u r e n Voedselkwaliteit en de Tweede en Eerste Kamer der Staten Generaal om deze overweging mee te nemen in de behandeling van h e t v o o r s t e l v o o r d e A a n v u l l i n g s w e t N a t u u r b i j d e Omgevingswet.

–(1 Artikel 9 Vogelrichtlijn)

Commentaar Wbe Susteren/Graetheide en NOJG

(48)

België: 32 nieuwe AVP gevallen; Duitsland: België verhoogd risico

Het Belgisch Afrikaans Varkenspest (AVP)-toezichtsgebied is wederom in noordelijk richting uitgebreid. Aanleiding is de vondst van enkele, met AVP besmette, dode wilde zwijnen in het bos van Chiny.

Sinds de uitbraak in september 2018 zijn tot 10 mei 2019 in totaal 2602 wilde zwijnen gecontroleerd op het AVP virus.

Hiervan waren 797 karkassen besmet met het AVP virus. Eind april stond de teller op 765 besmette dieren. In de eerste tien dagen van mei werden 32 nieuwe AVP besmette dieren aangetroffen.

(49)

Duitsland

Met het oog op de actuele ontwikkelingen in België heeft Duitsland het AVP-insleeprisico verhoogd. Duitsland wijst vooral op een groter risico van insleping via wilde zwijnen.

Aanleiding is enerzijds dat het virus sprongen maakt over grote afstanden en anderzijds is een risico de korte afstand tussen het besmette gebied in de Belgische provincie Luxemburg en Duitsland. Dit zorgt ervoor dat een besmet wild zwijn zelf makkelijk het Duitse grondgebied kan bereiken of dat via overdracht het AVP virus vanuit België in Duitsland kan infiltreren.

Bronnen: Wallonie.be, 3drei3, FAVV

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Amsterdam stonden aangegeven aan mijn studenten voor te leggen en stelde daarbij de vraag of Amsterdam in hun ogen een groene stad is.. De vraag leidde aanvankelijk

De verkiezingsleuzen, debatten en mooie praatjes geven me niet het vertrouwen dat de heren (en enkele dames) politici gaan doen wat ze beloven. Ik vind het allemaal een

In hetgeen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben aangevoerd, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad het plan, dat het realiseren van 13 woningen

Tot voor kort kwamen de Grauwe ganzen nog op tal van plaatsen met grote groepen voor; thans zijn er nog slechts twee pleisterplaatsen over, waar deze ganzen in groten getale

In hetgeen [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] hebben aangevoerd, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet

Gelet op het voorgaande ziet de Afdeling in hetgeen [appellant] heeft aangevoerd geen aanleiding voor het oordeel dat de raad niet in redelijkheid heeft kunnen voorzien in de opslag

De rechtbank heeft in hetgeen [appellant] heeft aangevoerd terecht geen grond gezien voor het oordeel dat het college zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen

In hetgeen [appellant sub 1] heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het