Vastgesteld op 8 september 2008
Module 16 Improviseren II
Specialisatie:
Voortgezette studie improviseren
Doelgroep Organist.
Doelstelling
De kandidaat kan zowel (langere) voorspelen improviseren als functionele muziek die niet aan een lied gebonden is. Hij/zij kan rekening houden met buitenmuzikale factoren (bijvoorbeeld de duur van bepaalde rituelen).
Studiemateriaal - Handboek - CD.
Studieprogramma
Aan de orde komen diverse vormen/opdrachten die zijn ondergebracht in de volgende categorieën:
- contrast (motieven en het spelen met motieven) - herhaling (ostinati, minimal music, toccata) - variatie (ostinate bas, chaconne)
- meerstemmigheid (orgelpunt, clusters, bicinium).
Afsluiting
De kandidaat levert 3 weken voor het examen bij de examencoördinator een lijst in, waarop uit elk van de vier categorieën in het Studieprogramma ten minste één vorm is vermeld. De lijst behoeft de goedkeuring van de examencoördinator. Uit deze lijst kiest de examencommissie even voor het examen enkele opdrachten, die de kandidaat vervolgens aan het orgel uitvoert in de vorm van een voorbereid practicum.
improviseren: praktijk 20’