• No results found

Academische zitting van 12 juni : de boekhouder-fi scalist en de uitdagingen voor de toekomst

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Academische zitting van 12 juni : de boekhouder-fi scalist en de uitdagingen voor de toekomst"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

P 309340 – Afgiftekantoor 9000 Gent X – Tweewekelijks – Verschijnt niet in de weken 29-36

BIBF | Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten

INHOUD

p. 1/ Academische zitting van 12 juni : de boekhouder-fiscalist en de uitdagingen voor de toekomst p. 4/ Onwettige uitoefening van

boekhoudactiviteiten – de rechtspraak in 2013 – nieuw reglement van plichtenleer en melding van pseudo-boekhouders

Academische zitting van 12 juni : de

boekhouder-fi scalist en de uitdagingen voor de toekomst

Naar goede gewoonte heeft het BIBF zijn jaarverslag voor- gesteld tijdens een academische zitting die op 12 juni 2014 in de gebouwen van Wolubilis werd gehouden.

In de voormiddag leverden Voorzitter Jean-Marie Conter en Ondervoorzitter Xavier Schraepen commentaar bij de na- tionale enquête die het Instituut onlangs onder zijn 6.000 leden en stagiairs heeft gehouden. Aan deze enquête, die gericht was op de nieuwe technologie en de wijze waarop de leden van het BIBF zich aan deze evolutie aanpassen, werd massaal deelgenomen, want meer dan 2  000 leden beant- woordden de vragen. Om de enquête te bekijken, surf naar de website van het BIBF (www.bibf.be), klik op de tab «Het Instituut» > rubriek «Persinfo» > «Persmededelingen».

Hierna volgen een aantal resultaten die wij uit de enquête kunnen afl eiden.

– Typeprofi el van de boekhouder-fi scalist – Een grote meer- derheid (82,7 %) werkt alleen of in een structuur met maximum 5 personen en werkt als allround boekhouder- fi scalist (89,5 %). Merk wel op dat 10,5 % momenteel als gespecialiseerd boekhouder-fi scalist werkt.

– E-facturatie – De boekhouders-fi scalisten moeten zich voortdurend aanpassen aan nieuwe situaties, zowel op economisch, juridisch als technologisch vlak. De enquête wijst uit dat 36,4 % van de boekhouders al gebruik maakt van de elektronische factuur.

– Gebruik van boordtabellen voor bedrijfsbeheer – 62 % van de boekhouders-fi scalisten antwoordt bevestigend op de vraag of zij boordtabellen gebruiken. We vermelden ter- loops dat deze instrumenten, nadat ze zijn geïnstalleerd, de bedrijfsleider in staat stellen om een selectie aan fi nan- ciële ratio’s van zijn bedrijf dagelijks op te volgen.

– Permanent dossier – Het Instituut wil zijn leden blijven bewust maken van de talrijke voordelen en perspectieven die de digitalisering van de permanente dossiers van hun cliënten biedt. Momenteel houdt al 35,3 % van de leden het permanent dossier bij in digitaal formaat.

– Marketing en reclame – 58,9 % van de bevraagden geeft toe geen noties te hebben van deze begrippen met betrek- king tot hun eigen kantoor. Om daaraan te verhelpen heeft het BIBF beslist om in november 2014 twee oplei- dingsdagen (op 13  november in het Nederlands en op 6 november in het Frans) te organiseren over thema’s als marketing en reclame.

Uit de resultaten van die enquête trokken de Voorzitter en de Ondervoorzitter volgende conclusies :

– De zelfstandigen moeten vertrouwd gemaakt worden met de idee van het beheer van hun activiteit op lange termijn.

De boordtabellen, opgesteld door hun boekhouder-fi sca- list, moeten hun daarbij helpen.

– We moeten overwegen om de toegang tot het zelfstandi- genstatuut strenger te maken, evenwel zonder het onder- nemerschap af te remmen. Zo zouden we veel voortijdige faillissementen kunnen voorkomen.

– Het wordt absoluut noodzakelijk om een cijferberoeper in de arm te nemen om een fi nanciering bij een fi nanciële instelling te bekomen. Door zijn tussenkomst krijgt die instelling meer zekerheid.

– De kwestie van het uniek mandaat van de cijferberoeper zou snel en effi ciënt moeten opgelost raken.

– Gedaan met het louter voeren van de boekhouding, op naar de analyse en het bedrijfsadvies.

– De administratie moet de ongelegen komende storingen van haar online-applicaties tot een strikt minimum beper- ken.

(2)

De namiddag was gewijd aan de eigenlijke academische zit- ting.

De boekhouder-fi scalist van de toekomst : een uitdaging voor het BIBF en zijn leden

In zijn welkomstwoord legde Voorzitter Jean-Marie Conter sterk de nadruk op de (r)evolutie die het beroep van boek- houder-fi scalist te wachten staat. Als de komende jaren moe- ten worden beschouwd vanuit het oogpunt van een techno- logische evolutie, bestemd om het dagelijkse werk van de boekhouder-fi scalist te vergemakkelijken, moet de toekomst van nu af aan als een revolutie worden gezien. De cijferberoe- per moet veranderen, zich aanpassen en evolueren. Hij moet zijn cliënt leren zijn boekhouding te gebruiken als een echt beheersinstrument en de door de professional opgestelde boordtabellen te analyseren om zijn onderneming beter te be- sturen. Die boordtabellen kunnen ook dienen als een progno- se-instrument voor de toepassing van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen (WCO).

De boekhouder-fi scalist moet een echte bedrijfsconsulent worden, die zijn cliënt kan helpen met relevant bedrijfsad- vies. Om de vertrouwensrelatie met de cliënt te bestendigen, moet de boekhouder-fi scalist zijn dienstverlening radicaal omgooien en de overstap maken van passieve analyse naar actief strategisch advies. Die uitdaging mag niet als een handicap worden gezien, maar veeleer als een kans die moet aangegrepen worden.

Vervolgens gaf Ondervoorzitter Xavier Schraepen een over- zicht van de verschillende gebeurtenissen en belangrijke dossiers die de activiteit van het BIBF in 2013 hebben geken- merkt. Hij had het over de ontwikkeling van de elektronische facturatie, de hervorming van de sociale bijdragen, de toetre- ding van de interne boekhouders, de anti-witwaswetgeving, de duurzame Tax-cifi catie en de nieuwe deontologische code.

Hij ging ook even in op de resultaten van de enquête die het BIBF in april-mei 2013 heeft uitgevoerd en over de wijze waarop de boekhouders-fi scalisten omgaan met de verplich- tingen in verband met de uitoefening van hun beroep.

Het land moet vertrouwen hebben in het talent van zijn ondernemers !

Zoals elk jaar vereerde Sabine Laruelle, minister van Kmo’s, Zelfstandigen en Landbouw en voogdijminister van het BIBF, ons met haar aanwezigheid op het evenement. Zij hield een warm pleidooi voor het ondernemerschap. Zij hamerde op de verlaging van de arbeidskost, op het opnieuw in even- wicht brengen van de relaties tussen de banken en de kmo’s en op een verbetering van het sociaal statuut van de zelfstan- digen met een reeks maatregelen bestemd om de verschillen tussen de loontrekkenden en de zelfstandigen te verkleinen.

Zij wees trouwens op de actieve bijdrage van ons Instituut aan deze hervorming.

Onze voogdijminister, Sabine Laruelle met Jean-Marie Con- ter en Xavier Schraepen

Minister Laruelle onderstreepte de primordiale en essen- tiële opdracht van de boekhouder-fi scalist als het op de begeleiding van de zelfstandigen aankomt : «door de com- petenties te bundelen ontstaan de grootste projecten. Pas door het enthousiasme te delen zal het herstel vorm krijgen»

(sic).

Om te besluiten benadrukte mevrouw Laruelle dat de in- spanningen moeten voortgezet worden om de sociale zeker- heid van de zelfstandigen, die +/ 97 % van onze economische activiteit uitmaken, te versterken. Ten slotte wou zij ook de uitstekende samenwerking tussen het BIBF en haar kabinet niet onvermeld laten.

Wij hopen dat deze wijze woorden ook in de geloofsbrieven van onze volgende regering zullen terugkomen.

Diploma-uitreiking en BIBF-prijzen

Het volgende agendapunt was de uitreiking van de diplo- ma’s aan de nieuwe boekhouders(-fi scalisten). Philippe Mo- randini, Voorzitter van de Franstalige Uitvoerende Kamer, en Peter Defreyne, rechtskundig assessor van de Neder- landstalige Uitvoerende Kamer, onderstreepten allebei hoe belangrijk het slagen voor het praktisch bekwaamheidsexa- men wel is, de laatste stap op weg naar de stage en de echte toetreding tot het beroep.

De nieuwe Nederlandstalige BIBF-leden

(3)

Jan Verhoeye

Vervolgens was het de beurt aan Jan Verhoeye, Voorzit- ter van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen, en Pierre-Armand Michel, emeritus hoogleraar aan de ULG, de Voorzitters van de Nederlandstalige en de Franstalige jury’s van de BIBF-prijzen. Zij reikten de BIBF-prijzen uit die dit jaar toegekend werden aan studenten van het hoger economisch onderwijs van het korte type. De namen van de laureaten en de titel van hun eindwerk vindt u op de web- site www.bibf.be. Het doel van die eindwerken is de jongeren warm te maken voor het wetenschappelijk onderzoek in de boekhouding en de fi scaliteit.

(R)evolutie : de boekhouder-fi scalist als ondernemerscoach

Het namiddagprogramma werd voortgezet met een panelge- sprek over het thema «(R)evolutie : de boekhouder-fi scalist als ondernemerscoach». Deelnemers aan het gesprek waren : – Jean-Marc Delporte, Voorzitter van de Hoge Raad voor de

Economische Beroepen en Voorzitter van het Directieco- mité van de FOD Economie (in het jaarverslag 2013 staat trouwens een interview met genoemde);

– Daniel Kroes, Voorzitter van het Instituut van de Bedrijfs- revisoren;

– Erwin De Pue, Directeur-generaal van de Dienst Adminis- tratieve Vereenvoudiging;

– Wilfried Niessen, Professor aan de HEC-ULG en erkend boekhouder-fi scalist;

– Xavier Schraepen, Ondervoorzitter van het BIBF;

– Jean-Marie CONTER, Voorzitter van het BIBF en modera- tor.

Van links naar rechts, Daniel Kroes, Jean-Marc Delporte, Erwin De Pue, Jean-Marie Conter, Xavier Schraepen en Wilfried Niessen

Erwin De Pue stak van wal met een reeks cijfers waaruit dui- delijk blijkt dat heel wat cijferberoepers het nog bij de papie- ren factuur houden en de elektronische factuur links laten liggen. Hij meende dat hun cliënten zich nog niet klaar voe- len en dat de professionals beducht zijn voor computerstorin- gen. Hier is het de grootste uitdaging voor de boekhouder-fi s- calist om zijn relatie met zijn cliënten optimaal uit te bouwen, de fors veranderende wetgeving «te bedwingen» en goede medewerkers aan te trekken. De e-facturatie is nochtans dé oplossing die de boekhouder-fi scalist in de toekomst in staat moet stellen om zijn opdracht als coach van de zelfstandige ondernemers effi ciënt uit te voeren.

Jean-Marc Delporte, van zijn kant, onderstreepte dat in de toekomst aan de economische beroepen een steeds belangrij- kere opdracht zal worden toebedeeld, daar de administraties steeds minder ambtenaren zullen tellen. Hij is er evenwel van overtuigd dat de elektronische facturatie daarbij een po- sitieve rol zal spelen.

Voorzitter Conter speelde daarop in en merkte op dat een deel van de taken die nu nog door de administratie worden verricht, dan door de cijferberoepers zouden verzorgd wor- den, wat voor die professionals extra werk meebrengt dat ze, via het gefactureerde ereloon, aan hun cliënten zullen moeten doorrekenen.

Jean-Marc Delporte wou ook nog meegeven dat de Europese richtlijnen die de lidstaten worden opgelegd en in hun nati- onale wetgeving moeten omzetten, er soms toe leiden dat de taak van de nationale administraties wordt gecompliceerd. De administraties moeten die taken dan afschuiven op de econo- mische en sociale actoren van ons land, wat soms problemen kan stellen, want een nationale vereenvoudiging kan door een Europese richtlijn soms worden tegengewerkt. Dat heeft iets weg van een paradox die mee aan de oorsprong kan liggen van het eurosceptisch klimaat dat momenteel heerst.

Daniel Kroes brak een lans voor de samenwerking tussen de verschillende beroepen. Netwerking impliceert trouwens voor elk boekhoudkundig kantoor effi ciëntiewinst en een ho- gere rendabiliteit. Hij blijft er dan ook van overtuigd dat de boekhouder-fi scalist en de bedrijfsrevisor hun huidige activi- teiten verder zullen moeten uitvoeren en ze verder ontwikke- len met inachtneming van de technologische evolutie.

Volgens Wilfried Niessen moet de boekhouder-fi scalist dichter bij zijn cliënten staan en leren met zijn cliënten te communi- ceren. Hij moet leren luisteren en zeggen wat mogelijk is en wat niet mogelijk is. Hij onderstreept ook de noodzaak om, bij de opstart van een activiteit, een goed business plan op te stel- len, om een strategisch zicht te hebben en doelstellingen vast te leggen. Dat maakt de opmaak van boordtabellen mogelijk.

Ondervoorzitter Schraepen, op zijn beurt, maakte gewag van de problemen die de boekhouders-fi scalisten ondervin- den enkel en alleen om de inkomende en uitgaande facturen

(4)

van hun cliënten te verzamelen. Zij moeten letterlijk achter hun cliënten aan zitten. De openstaande facturen opslaan in een computerbestand brengt niet veel aarde aan de dijk. Er moet een echte onlineverbinding tot stand gebracht worden tussen de cliënt en de cijferberoeper. Er moet ook rekening gehouden worden met eventuele computerstoringen, die lei- den tot een gespannen sfeer en tijdverlies.

Persoonlijk denkt hij dat de vooropgestelde 50 % elektroni- sche facturen tegen 2020 niet haalbaar is.

De Voorzitter concludeert dat alle betrokken partijen – de cijferberoepers, hun cliënten en de administratie in het al-

gemeen – nog wederzijdse inspanningen zullen moeten leve- ren. Afspraak in 2020 !

De Voorzitter sluit de academische zitting af met een woord van dank aan de sponsors die aan het welslagen van deze dag hebben bijgedragen, namelijk Kluwer, Partena, Belfi us en Isabel, en die de kans aangrepen om geschenken uit te delen aan de deelnemers van de tijdens het evenement geor- ganiseerde wedstrijd.

Gaëtan HANOT Redactiesecretaris Pacioli – Verantwoordelijke publicaties

Onwettige uitoefening van

boekhoudactiviteiten – de rechtspraak in 2013 – nieuw reglement van plichtenleer en melding van pseudo-boekhouders

Inleiding

Naar jaarlijkse gewoonte1 geven wij u een becommentari- eerde samenvatting van de uitspraken die vorig jaar over de onwettige uitoefening van het beroep werden gewezen. Wij vestigen ook uw aandacht op een nieuwe bepaling van het Reglement van plichtenleer.

Het Instituut en zijn leden hebben sinds 1 december 2013 een nieuw Reglement van plichtenleer2. In deze nieuwe plichten- leer wordt bij reglement bekrachtigd dat onze leden verplicht zijn tot medewerking in de strijd tegen de onwettige uitoefe- ning van het beroep. Voor die medewerking hadden wij trou- wens al gepleit in een vroeger nummer van Pacioli3.

Artikel 17, 2° van het Reglement van plichtenleer bepaalt immers dat een externe boekhouder BIBF die het dossier overneemt van een persoon die niet gerechtigd is boekhoud- activiteiten uit te oefenen, het Instituut schriftelijk moet in- formeren van de identiteit van deze persoon.

Ook een boekhouder BIBF, aan wie gevraagd wordt om het dossier over te dragen aan een «pseudo-boekhouder», moet het Instituut daarvan schriftelijk informeren. In dergelijk

1 Pacioli, nr. 237, 17-30 september 2007, p. 1-8; Pacioli nr. 300, 2-15 augustus 2010, p. 1-6; Pacioli, nr. 319, 9-22 mei 2011, p. 4-6;

Pacioli, nr. 337, 19 maart-01 april 2012, p. 1-4; Pacioli nr. 362, 29 april-12 mei 2013, p. 1-6.

2 Voor de belangrijkste nieuwigheden, zie Geert LENAERTS,

«Boekhouders(-fi scalisten) krijgen nieuwe plichtenleer», Pacioli nr. 377, 20 januari -2 februari 2014, p. 1-6.

3 Sven ANDERSEN, «De boekhouder(-fi scalist) geconfronteerd met de onwettige uitoefening van het beroep», Pacioli, nr. 300, 2-15 augus- tus 2010, p. 3-5.

geval mag de boekhouder het dossier enkel aan zijn cliënt overhandigen, en niet aan de pseudo-confrater, en moet hij zijn voormalige cliënt in kennis stellen van de risico’s die deze op zich neemt door zijn dossier toe te vertrouwen aan een persoon die niet over de wettelijke bevoegdheid noch de vereiste opleiding beschikt, die niet onderworpen is aan be- roepstucht, die niet verplicht is tot permanente vorming en die zijn burgerlijke aansprakelijkheid niet kan verzekeren.

Het beheer van zijn dossier toevertrouwen aan een pseudo- boekhouder, kan voor de cliënt zware fi nanciële gevolgen met zich brengen, en als hij schade oploopt, zal hij niet ge- dekt zijn door een verzekeringscontract.

De hoven en rechtbanken tillen zwaar aan dit aspect van de onwettige uitoefening, zoals blijkt uit het uittreksel van het vonnis van 26 november 2013 van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, dat we in dit artikel weergeven.

De boekhouder BIBF ziet erop toe om aan zijn nieuwe cli- ent te vragen of hij alle bewijsstukken van het dossier (alle facturen, boekhoudkundige stukken, opdrachtbrief, naam- kaartjes, briefwisseling of e-mailverkeer) aan het Instituut mag overmaken, teneinde ons in staat te stellen een dossier samen te stellen en, desgevallend, ons burgerlijke partij te stellen in het kader van de strafzaak.

In 2013 was er in de politieke actualiteit al eens sprake van de dubieuze betrokkenheid van beoefenaars van uw beroep bij fraudepraktijken. Ons Instituut, bij monde van de Voor- zitter, heeft niet geaarzeld om daarop fors te reageren. De tuchtrechtelijke instanties van uw Instituut zien er ook op toe dat de leden hun deontologische plichten nakomen en het vertrouwen van de ondernemers waardig zijn.

(5)

Het zijn personen die het beroep onwettig uitoefenen of (door weglating of schrapping van het tableau) geen deel meer uitmaken van het BIBF, die in 2013, wegens diverse strafrechtelijke overtredingen, in de schijnwerpers van de gerechtelijke actualiteit stonden. Het vonnis van de correc- tionele rechtbank van Luik van 14 mei 2013, waarvan we u hierna de samenvatting presenteren, is een mooie illustra- tie daarvan. De pseudo-boekhouder werd niet alleen veroor- deeld wegens niet-aangifte van een deel van zijn inkomsten bij de directe belastingen, maar ook omdat hij zijn beroeps- activiteit niet had aangegeven bij de btw.

De vonnissen en arresten

1. Rechtbank van eerste aanleg van Brussel, 49

ste

correctionele kamer – 14 februari 2013

Beklaagde werd door het Instituut geschrapt. Niettemin bleef hij zijn boekhoudactiviteiten uitoefenen, inzonderheid door oprichting van een boekhoudvennootschap.

De rechtbank veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van tien maanden, een geldboete van 5.500 euro en het verbod tot uitoefening van een mandaat in een handelsvennoot- schap voor de duur van tien jaar.

De rechtbank wou niet alleen de onwettige uitoefening be- straffen, maar besliste ook dat de vennootschap, door in haar statuten de vermelding op te nemen dat 4/5 van de aan- delen in het bezit was van erkende boekhouders of stagiairs, zich schuldig gemaakt heeft aan valsheid in geschriften en het gebruik van valse stukken, aangezien het kapitaal in handen was van twee personen die geen lid noch stagiair waren van het BIBF.

Op het burgerlijk vlak veroordeelde de rechtbank de be- klaagde tot betaling aan het Instituut van een bedrag van 1 387 euro als materiële schadevergoeding, van 250 euro als morele schadevergoeding en van 440 euro rechtsplegings- vergoeding.

Het vonnis werd bij verstek gewezen.

2. Rechtbank van eerste aanleg van Brussel, 49

ste

correctionele kamer – 18 april 2013

Beklaagde heeft vijf jaar lang het beroep onwettig uitge- oefend. Zij krijgt gedurende vijf jaar opschorting van uit- spraak. Daarbij werd onder meer rekening gehouden met haar blanco strafregister, de stopzetting van haar boekhoud- kundige activiteiten en het feit dat de gerechtelijke vervol- ging op zich een heilzame waarschuwing vormt.

Op het burgerlijk vlak veroordeelde de rechtbank de be- klaagde tot betaling aan het Instituut van een bedrag van 1 635 euro als materiële schadevergoeding en van 500 euro rechtsplegingsvergoeding.

3. Hof van beroep te Antwerpen, 9

e

 correctionele kamer – 18 april 2013

Conform de bepalingen van het KB van 27 november 1985 moet het BIBF elke defi nitieve veroordeling van schorsing en schrapping meedelen aan de bevoegde Procureur-gene- raal. Deze kan dan, via de lokale politiediensten, toezien op de naleving van de uitgesproken tuchtsanctie.

De beklaagde was voorheen erkend boekhouder, maar werd door het BIBF in 2010 weggelaten van het tableau. Desal- niettemin bleef betrokkene verder boekhoudingen doen voor rekening van derden, alsook de titel en het nummer als er- kend boekhouder gebruiken. De vaststelling gebeurde bij een controle door de lokale politie, zoals gevraagd door het Parket bij het hof van Beroep te Antwerpen.

De feiten bewezen zijnde, veroordeelde de rechtbank van eer- ste aanleg te Tongeren op 18 oktober 2012 de beklaagde tot een geldboete van 300,00 euro (vermeerderd met opdeciemen 1 650,00 euro) waarvan de helft met uitstel en de publicatie van het vonnis in Het Belang van Limburg, De Standaard en De Morgen en dit op kosten van de beklaagde.

Tegen deze beslissing werd beroep aangetekend door het openbaar ministerie en door de beklaagde. Het hof van be- roep te Antwerpen heeft de beslissing van de rechtbank op strafrechtelijk gebied bevestigd doch met uitzondering van de publicatie van het arrest.

4. Rechtbank van eerste aanleg van Luik, 14

de

correctionele kamer – 14 mei 2013

Een persoon die al tweemaal veroordeeld was voor de onwet- tige uitoefening van het beroep, werd opnieuw vervolgd uit hoofde van deze overtreding.

De rechtbank stelde vast dat de beklaagde het beroep onwet- tig is blijven uitoefenen en zich een titel heeft aangemeten die tot verwarring kan leiden met de titel van belastingconsulent.

Deze pseudo-boekhouder werd niet alleen veroordeeld we- gens niet-aangifte van een deel van zijn inkomsten bij de directe belastingen, maar ook omdat hij jarenlang geen en- kele btw-aangifte had ingediend in verband met zijn beroeps- activiteiten.

Voor de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank reke- ning gehouden met de kennelijke minachting van beklaagde voor de regels tot bescherming van het beroep, de niet-na- leving van zijn eigen fi scale verplichtingen, zijn «inciviek gedrag» (hij stond op het ziekenfonds) en zijn gerechtelijke antecedenten (zijn vorige veroordelingen voor onwettige uit- oefening van het beroep).

De beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden en een geldboete van 10 000 euro.

(6)

Op het burgerlijk vlak kende de rechtbank aan het Instituut een bedrag toe van 2  408 euro als materiële schadevergoe- ding van 500 euro als morele schadevergoeding. Tevens werd hij veroordeeld tot betaling van 412,50 euro rechtsple- gingsvergoeding.

Bij de raming van de morele schade van het Instituut hield de rechtbank rekening met de hardnekkigheid waarmee de beklaagde, ondanks twee eerdere strafrechtelijke veroorde- lingen, de bescherming van de titel van boekhouder met de voeten bleef treden «(…) met aanzienlijke schade voor het imago van het beroep tot gevolg, zoals blijkt uit het strafdos- sier dat tal van klachten van particulieren en van de fi scale administraties bevat».

Het vonnis werd bij verstek gewezen. De beklaagde heeft hiertegen verzet aangetekend.

5. Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, 5

e

correctionele kamer – 16 mei 2013

Ondanks eerdere veroordelingen was beklaagde verder het beroep blijven uitoefenen. Hij bleef zich, vooral naar startende ondernemingen toe, uitgeven voor boekhouder.

Doordat hij weinig nauwgezet was in de uitvoering van zijn taken werd er door een aantal klanten klacht neer- gelegd bij het BIBF. Uit het onderzoek bleek dat de be- klaagde zich nog steeds inliet met het bijhouden van de boekhouding, opmaken en indienen van btw-aangiftes.

Voor deze laatste activiteit maakt beklaagde vaak gebruik van de naam en btw-nummer van een erkend boekhouder BIBF. Voor de rechtbank stelde de beklaagde dat hij dat eigenlijk prospectie deed voor deze erkende boekhouder BIBF.

Gelet op deze feiten en de vaststelling dat de beklaagde boekhouddocumenten van andere onderneming bijhield kwam de rechtbank tot het besluit dat de tenlastelegging van onwettige uitoefening van het beroep bewezen was. De rechtbank stelde : «De feiten zijn ernstig. Beklaagde werpt zich op als boekhouder zonder over de nodige erkenning te beschikken en zonder de nodige bijdragen te betalen aan het beroepsinstituut. Hiermee vervalst hij de concurrentie en ont- neemt hij dossiers aan boekhouders die wel de bevoegdheden hebben om de betreffende handelingen te stellen. Bovendien brengt hij imagoschade toe aan het beroep van boekhouder.»

Beklaagde wordt o.a. veroordeeld tot een hoofdgevangenis- straf van drie maanden en een geldboete van 500,00 euro (verhoogd met de opdeciemen wordt dit 2 750 euro), alsook publicatie van het beschikkend gedeelte van het vonnis in de Gazet van Antwerpen.

Aan het BIBF wordt een schadevergoeding van 251,00 euro (250 euro materieel en 1 euro moreel) toegekend.

Er werd geen beroep aangetekend.

6. Rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, 18

e

correctionele kamer – 21 juni 2013

Beklaagden (natuurlijke persoon en de vennootschap waar- van hij zaakvoerder was) vermelden op hun website dat zij diensten verleenden inzake boekhouding, jaarrekening, fi scaliteit alsook fi nanciële administratie. Naar aanleiding hiervan werd op verzoek van het BIBF door de economische inspectie een onderzoek opgestart. Ten aanzien van de eco- nomische inspectie verklaarde de beklaagde (natuurlijke persoon) dat hij zich niet had aangesloten bij het BIBF «om- dat de kost hiervan, de baten zou overstijgen».

De rechtbank was van oordeel dat «Door zich niet in te schrij- ven bij de voorziene orde en toch het beroep uit te oefenen, heeft eerste gedaagde dit controlemechanisme onder druk ge- zet. Tevens werd oneerlijke concurrentie aangedaan aan hen die de regels wel respecteren.»

De rechtbank veroordeelt beklaagde tot een geldboete van 500,00 euro (verhoogd met de opdeciemen wordt dit 2 750 euro) doch met uitstel gedurende drie jaar, alsook alsook

«publicatie van het van het vonnis in Het Belang van Limburg en op de website van BIBF».

Aan het BIBF wordt een schadevergoeding toegekend van 3 192,00 euro. Dit bedrag is gelijk aan de som van de leden- bijdragen die door de beklaagde niet werden betaald in de door de rechtbank vastgestelde periode van onwettige uitoe- fening van het beroep.

De vervolgde vennootschap werd in de loop van de procedure vereffend en ontbonden en kon dus niet meer strafrechtelijk veroordeeld worden.

Er werd geen beroep aangetekend.

Het is de eerste maal dat een rechtbank de publicatie van een vonnis op de website van het BIBF beveelt. Het uittreksel van het vonnis kan geraadpleegd worden op www.bibf.be / onwet- tige uitoefening van het beroep (enkel in het Nederlands).

7. Rechtbank van eerste aanleg van Charleroi, 10

de

correctionele kamer – 11 september 2013

Het betreft een vonnis op verzet.

De correctionele rechtbank heeft het verzet tegen de burger- rechtelijke beschikkingen van het vonnis van 15 december 2010 onontvankelijk verklaard, omdat het verzet niet aan de burgerlijke partijen was betekend.

Het verzet tegen de strafrechtelijke beslissingen is ontvan- kelijk maar ongegrond en de in het vonnis van 15 december 2010 uitgesproken veroordelingen worden gehandhaafd.

Ter herinnering : de beklaagde werd veroordeeld tot een ge- vangenisstraf van vier jaar (hij werd ook vervolgd voor an-

(7)

dere feiten dan de onwettige uitoefening van het beroep van boekhouder) en een geldboete van 5 500 euro.

Op het burgerlijk vlak veroordeelde de rechtbank de be- klaagde tot betaling aan het Instituut van een bedrag van 1 680 euro als materiële en morele schadevergoeding en van 400 euro rechtsplegingsvergoeding.

Tegen dit vonnis werd beroep aangetekend.

8. Hof van beroep te Antwerpen,

9

e

 correctionele kamer – 25 september 2013

Beklaagden (twee natuurlijke personen) leverden presta- ties als boekhouder. Een van de beklaagden was een gewe- zen boekhouder BIBF en dus zeer goed op de hoogte van de toepasselijke wetgeving. Beide beklaagden werden vervolgd voor inbreuken op de beroepsreglementering, en de eerste beklaagde ook voor diverse inbreuken op de boekhoud- en fi scale wetgeving, zoals valsheid in de boekhouding door het niet-inboeken van facturen en dergelijke om btw en vennoot- schapsbelasting te vermijden.

Na de vaststelling van de feiten in hoofde van beide beklaag- den spreekt de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt in 2012 volgende sancties uit.

De rechtbank veroordeelde de eerste beklaagde (de gewezen boekhouder BIBF) tot een geldboete van 5 000,00 euro (ver- hoogd met de opdeciemen = 27  500,00 euro), een gevange- nisstraf van 18 maanden, beiden voor de helft met uitstel en de verbeurdverklaring voor een bedrag van 76 093,95 euro.

De tweede beklaagde werd veroordeeld tot een geldboete van 1 000,00 euro (verhoogd met de opdeciemen = 5 500,00 euro) en dit voor de helft met uitstel.

De eerste beklaagde dient aan het BIBF 1 530,00 euro te be- talen en dit ter vergoeding van de morele schade (500,00 euro) en materiële schade (= niet-betaalde ledenbijdragen ten belope van 1  030,00 euro). Ten aanzien van de tweede beklaagde werd, gelet op de regularisatie van zijn situatie, geen bijkomende schadevergoeding meer gevorderd.

De beklaagden en het openbaar ministerie hebben beroep aangetekend. Het hof van beroep te Antwerpen heeft hier op 25 september 2013 uitspraak gedaan.

Het hof bevestigt in essentie de vaststelling van de feiten en stelt vast dat de eerste beklaagde (de gewezen boekhouder BIBF) «… is bovendien zeer hardleers wat het uitoefenen van beroep als boekhouder volgens de bestaande reglementering betreft. Ondanks de schrapping van het tableau blijft hij boek- houdkundige verrichtingen doen en schakelt hij hiervoor zijn werknemer in.»

De eerste beklaagde wordt voor het geheel van de feiten (on- wettige uitoefening en boekhoudkundige en fi scale valshe-

den) veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van 18 maan- den en fi scale geldboete van 50 000,00 euro. Bovendien wordt een verbod opgelegd om gedurende tien jaar nog bestuurder of zaakvoerder in een vennootschap op aandelen te zijn. In toepassing van artikel 73ter Btw-Wetboek en artikel 455 WIB 1992 wordt aan deze beklaagde ook gedurende vijf jaar het verbod opgelegd om ook maar op enigerlei wijze actief te zijn als boekhouder of fi scalist en zowel als bediende of zelf- standige.

Ten slotte beslist het hof ook dat een uittreksel van het ar- rest betreffende de eerste beklaagde moet worden bekend ge- maakt in De Standaard, Het Belang van Limburg en de Tijd, alsook op de website van het BIBF.

Ten aanzien van het BIBF dient de eerste beklaagde een scha- devergoeding van 1 530,00 euro te betalen.

Ten aanzien van de tweede beklaagde wordt beslist tot op- schorting van de uitspraak van veroordeling.

Tegen dit arrest werd door de eerste beklaagde een voorzie- ning in cassatie ingesteld, waarover de uitspraak verwacht wordt in 2014.

9. Rechtbank van eerste aanleg van Brussel, 61

ste

correctionele kamer – 26 november 2013

De rechtbank veroordeelde de beklaagde, wegens de on- wettige uitoefening van het beroep van 2001 tot 2010, tot twee jaar opsluiting met vijf jaar uitstel en een geldboete van 16  500 euro. De strafmaat wordt verklaard door het feit dat de gebruikmaking van de titel van boekhouder op zijn facturen gelijkgesteld werd met valsheid in geschrifte en het gebruik van valse stukken, en door het feit dat hij zich door cliënten liet betalen gelijkgesteld werd met op- lichting, met name omdat hij, door gebruik te maken van de hoedanigheid van boekhouder en fi scalist, misbruik ge- maakt heeft van het vertrouwen of de goedgelovigheid van zijn cliënten.

Bij de bepaling van de strafmaat hield de rechtbank reke- ning met «(…) de schadelijke gevolgen die het gedrag van de beklaagde heeft veroorzaakt en/of nog zou kunnen ver- oorzaken ten aanzien van de natuurlijke of rechtspersonen die een gewettigd vertrouwen stellen in de titel van boek- houder, waarop hij zich liet voorstaan, en in de waarborgen van onafhankelijkheid en professionele rechtschapenheid die door de wettelijke organisatie aan dit statuut worden verleend».

Op het burgerlijk vlak veroordeelde de rechtbank de be- klaagde tot betaling aan het Instituut van een bedrag van 4 008,76 euro als materiële en morele schadevergoeding en van 715 euro rechtsplegingsvergoeding.

(8)

Noch deze publicatie, noch gedeelten van deze publicatie mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrievalsysteem, en evenmin worden overgedragen in welke vorm of op welke wijze ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen info, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. Verantwoordelijke uitgever : Jean-Marie CONTER, B.I.B.F. – Legrandlaan 45, 1050 Brussel, Tel. 02/626 03 80, Fax. 02/626 03 90 e-mail : info@bibf.be, URL : http: //www.bibf.be.

Redactie : Jean-Marie CONTER, Gaëtan HANOT, Geert LENAERTS, Xavier SCHRAEPEN, Chantal DEMOOR. Adviesraad : Professor P. MICHEL, Professor Emeritus, Universiteit Luik, Professor C. LEFEBVRE, Katholieke Universiteit Leuven. Gerealiseerd in samenwerking met kluwer – www.kluwer.be

10. Rechtbank van eerste aanleg van Brussel, 61

ste

correctionele kamer – 26 november 2013

De beklaagde werd vervolgd wegens de onwettige uitoefe- ning van het beroep van 2005 tot 2012.

De beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden met uitstel van drie jaar en een geldboete van 6 000 euro. Voor de bepaling van de strafmaat hield de recht- bank onder meer rekening met de uitzonderlijk lange duur van de overtreding en de specifi eke antecedenten van de be- klaagde (al eerder veroordeeld voor de onwettige uitoefening van het beroep van boekhouder in 2010), maar ook met het feit dat hij het BIBF schadeloos had gesteld.

De rechtbank beval ook de voorlopige sluiting voor de duur van vijf jaar van het geheel of een gedeelte van de door de beklaagde gebruikte lokalen.

De beklaagde heeft beroep aangetekend tegen de strafrechte- lijke uitspraken van dit vonnis.

Op het burgerlijk vlak verklaarde de rechtbank de eis van het BIBF zonder voorwerp, aangezien de beklaagde, vóór het vonnis, het Instituut volledig had vergoed.

11. Rechtbank van eerste aanleg te Tongeren, 11

e

correctionele kamer – 26 november 2013

Ondanks eerdere veroordelingen was beklaagde verder het beroep blijven uitoefenen. Hij bleef zich naar derden toe uit- geven voor boekhouder. Doordat hij weinig nauwgezet was in de uitvoering van zijn taken werd er door een klant klacht neergelegd bij het BIBF en het parket. Het BIBF en de gewe- zen klant hebben zich burgerlijke partij gesteld.

De rechtbank was van oordeel dat «De feiten zijn maatschap- pelijk verwerpelijk en uiterst laakbaar. Zij geven blijk van een vergaande normvervaging en zijn enkel ingegeven door per- soonlijk profijt. De door beklaagde gehanteerde handelswijze richt omvangrijke schade aan bij zijn slachtoffers.»

Beklaagde is ter zitting niet verschenen en heeft dus de rechtbank bij verstek uitspraak gedaan.

Op strafrechtelijk vlak veroordeelt de rechtbank beklaagde tot een hoofdgevangenisstraf van drie maanden en een geld- boete van 2 000 euro (verhoogd met de opdeciemen wordt dit 12 000 euro). De rechtbank beveelt bovendien «de definitieve sluiting van het lokaal dat door beklaagde wordt gebruikt om

zijn activiteiten als boekhouder te ontplooien». Tevens beveelt de rechtbank de publicatie van het vonnis in Het Laatste Nieuws en Het Nieuwsblad.

Aan het BIBF wordt een schadevergoeding van 250,00 euro toegekend. Aan de gewezen klant wordt een schadevergoe- ding toegekend van 47 926,75 euro.

Conclusie

Uw Instituut heeft in 2013 opnieuw veroordelingen verkre- gen die de eerdere rechtspraak en het recht van het Instituut om vergoed te worden voor de opgelopen materiële en morele schade bevestigen. Een vonnis en een arrest bevalen de pu- blicatie van een uittreksel van de veroordeling op de website van het BIBF. Het vonnis werd uitgevoerd doch het arrest kan nog niet uitgevoerd worden in afwachting van de uitspraak van het Hof van Cassatie. Het valt in deze rechtspraak op dat indien de onwettige uitoefening gepaard gaat met andere fi scale en/of boekhoudkundige misdrijven de hoven en recht- banken niet aarzelen om strenge straffen uit te spreken en dit tot en met een volledig verbod om maar op enigerlei wijze beroepshalve fi scaal of boekhoudkundig actief te zijn.

Wij blijven onvermoeibaar de personen vervolgen die het imago van het beroep besmeuren, die onze leden oneerlijke concurrentie aandoen en het voortbestaan van heel wat Bel- gische ondernemers in gevaar brengen.

Als boekhouder(-fi scalist), accountant, bedrijfsrevisor, be- lastingconsulent, advocaat, magistraat, ambtenaar, curator, bedrijfsconsulent of lid van een politiekorps, kunt u ons, het beroep in het algemeen en de ondernemingen helpen door het Instituut en/of de bevoegde parketmagistraat in kennis te stellen van alle twijfelachtige gevallen waarop u in de uit- oefening van uw beroep zou stoten.

U zou er ook goed aan doen de ondernemingen waarmee u te maken hebt erop te wijzen hoe belangrijk het is dat zij een beroepsbeoefenaar kiezen die wettelijk gemachtigd is om hun boekhouding te voeren. Vergeet trouwens niet dat u steeds kunt nagaan of een boekhouder wel degelijk erkend is door te surfen naar www.bibf.be / Boekhouder zoeken. Die gegevens worden in real-time bijgehouden en zijn dus altijd up-to-date. Aarzel dus niet om ons de dubieuze gevallen die u mocht ontwaren door te geven.

Dienst opsporing van de onwettige uitoefening van het beroep : Frank Haemers (NL) : frank.haemers@bibf.be

Sven Andersen (FR + DE) : sven.andersen@ipcf.be

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze ambitieniveaus bieden een terugvaloptie Het verdient aanbeveling om het ambitieniveau naar beneden bij te stellen als onvoldoende voldaan kan worden aan de voorwaarden voor

Anders gezegd, gekeken wordt welke trends er kunnen worden onderscheiden als het gaat om de maatschappelijke waardering voor privacy in relatie tot andere belangen

Omdat de bezoekers op elk willekeurig moment in een van deze groepen ingedeeld werden en baliemedewerkers niet op de hoogte waren van het type handvest (ambities, weinig ambitieus,

Toekomstige ambtenaren willen werken voor een zelfverzekerde overheid Een grote gemene deler in de gesprekken met (potentiële) ambtenaren is dat ze trots zijn voor de publieke zaak

Wensen van ouderen | “Participatie en eigen kracht beleid”: mensen stimuleren te handelen vanuit hun eigen kracht (empowerment), onder meer door hun sociaal netwerk te benutten

Tabel 2.2 laat zien dat de totale kosten van de afhandeling van Wob-verzoeken in 2009/2010 naar schatting € 56 à 96 miljoen per jaar waren, waarvan € 16 à 27 miljoen

In dit hoofdstuk stond de vraag centraal: ‘Hanteren buurtsportcoaches die zich richten op kinderen tot 12 jaar specifieke al dan niet onderbouwde aanpakken voor deze doelgroep en

Met een ter post aangetekende zending van 16 juni 2017 wordt verzoekende partij uitgenodigd voor een hoorzitting betreffende een verlenging van de preventieve schorsing..