• No results found

Inspectierapport Het Paleisje Nesselande (BSO) Groeneweg LC Rotterdam Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Het Paleisje Nesselande (BSO) Groeneweg LC Rotterdam Registratienummer"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Het Paleisje Nesselande (BSO) Groeneweg 6

3059LC Rotterdam

Registratienummer 106053978

Toezichthouder: GGD Rotterdam-Rijnmond

In opdracht van gemeente: Rotterdam

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 2

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Overzicht getoetste inspectie-items ... 8

Gegevens voorziening ... 11

Gegevens toezicht ... 11

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 12

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

In het kader van het risico gestuurd toezicht heeft de inspectie zich primair gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Het hoofdstuk

’overzicht getoetste inspectie-items’ geeft een duidelijk beeld welke voorwaarden zijn beoordeeld tijdens dit onderzoek.

Er zijn vooraf geen documenten opgevraagd.

Beschouwing

Feiten over BSO Het Paleisje Nesselande

Buitenschoolse opvang Het Paleisje Nesselande maakt deel uit van kinderopvangorganisatie Het Paleisje B.V. De organisatie heeft meerdere kinderopvanglocaties in de regio. De locatie is in december 2015 in exploitatie gegaan en heeft momenteel 1 verticale groep welke plaats biedt aan maximaal 16 kinderen op de eerste verdieping in de 'schuur'. Per 8 mei 2017 is er op de

benedenverdieping van dit pand een Peuter Speel Academie groep, van dezelfde organisatie, van start gegaan voor kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. Tegenover de schuur op hetzelfde terrein staat de 'boerderij' waar het kinderdagverblijf gevestigd is. De locatie is landelijk gelegen aan een dijk aan de rand van de wijk Nesselande.

Inspectiegeschiedenis

De afgelopen jaren hebben de volgende inspecties plaats gevonden:

 10-10-2016; jaarlijks onderzoek. Hierbij zijn geen overtredingen geconstateerd.

 16-06-2015; onderzoek na registratie. Hierbij is geconstateerd dat er nog geen kinderen opgevangen werden, waardoor er geen inhoudelijk onderzoek heeft plaatsgevonden.

 25-02-2015; onderzoek voor registratie. Naar aanleiding hiervan is de locatie geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen.

Bevindingen op hoofdlijnen

Er heerst een open ontspannen sfeer in de buitenschoolse opvang.

Tijdens het inspectiebezoek heeft de toezichthouder geconcludeerd dat de pedagogische praktijk voldoende op orde is.

Tijdens dit jaarlijks onderzoek zijn op de onderzochte items geen overtredingen geconstateerd.

De bevindingen worden nader toegelicht bij de betreffende domeinen.

De houder heeft een wijzigingsverzoek ingediend voor de ophoging van het aantal kindplaatsen van 16 naar 32 kindplaatsen. De toezichthouder heeft via een separaat format een positief advies afgegeven aan de gemeente Rotterdam om de locatie op te nemen met 32 kindplaatsen in het LRKP.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De 4 basisdoelen zoals vastgelegd in de Wet kinderopvang zijn geobserveerd en beoordeeld:

- emotionele veiligheid - persoonlijke competentie - sociale competentie

- overdracht van normen en waarden

Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het

veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4-12 jaar (versie januari 2015) met de daarin opgenomen indicatoren. De teksten van de gedragsbeschrijvingen van de pedagogische praktijk uit het veldinstrument zijn cursief gedrukt.

Alle basisdoelen zijn beoordeeld. Hieronder zijn slechts een paar voorbeelden uitgewerkt van situaties die zich voordeden tijdens de observatie.

De observatie heeft plaats gevonden op een warme dinsdagmiddag tijdens de volgende momenten:

 het gezamenlijk buitenspelen van de bso met de Peuter Speel Academie van dezelfde organisatie op hetzelfde plein;.

 ophaalmoment.

Tevens heeft er een interview plaatsgevonden met één van de beroepskrachten.

Situatie:

Uit het gesprek met de beroepskracht is gebleken dat de beroepskrachten, direct na schooltijd, met de kinderen naar een speeltuin in de wijk zijn gegaan. Om 16.00 uur hebben de kinderen een warme maaltijd genuttigd en zijn daarna buiten gaan spelen op het plein waar ook de kinderen van de Peuter Speel Academie spelen. Tijdens de inspectie worden kinderen opgehaald.

Persoonlijke competentie

Indicator: Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze correct interpreteren en sluiten hier tijdig en op een gepaste manier op aan.

Observatie:

Uit het interview met de beroepskracht blijkt dat de beroepskracht niet alleen op het gedrag van een kind reageert, maar probeert de achterliggende oorzaak van het gedrag te bekijken en daar op in te spelen. Ze geeft verschillende voorbeelden hiervan evenals hoe deze situaties in het team besproken zijn.

Emotionele veiligheid

Indicator: Er is informatieoverdracht en - uitwisseling tussen ouders en beroepskrachten Beroepskrachten dragen actief informatie over bij het ophalen. Ouders krijgen antwoord op hun vragen.

Observatie 1:

De beroepskracht gaat tijdens het ophaalmoment zelf naar de ouder toe en vertelt dat het kind ingesmeerd is tegen verbranding van de zon en daarna in de zandbak heeft gespeeld. Tevens draagt ze over hoe het kind gegeten heeft en hoe het spelmoment is verlopen.

(5)

Observatie 2:

Wanneer een kind buiten wordt opgehaald door zijn ouder, gaat het kind samen met de ouder naar de BSO groepsruimte om zijn spullen op te halen. Het kind rent naar de tweede beroepskracht toe en geeft aan een knuffel te willen. Hij zegt daarbij: "Ik ga naar huis" en slaat zijn armen om de beroepskracht heen. De beroepskracht geeft het kind een knuffel en zegt hem vriendelijk gedag, waarbij ze een praatje heeft met de moeder van het kind.

Tijdens het onderzoek is gebleken dat de houder zorg draagt voor de uitvoering van het

pedagogisch beleidsplan en dat beroepskrachten op de hoogte zijn van het beleidsplan en daar in de praktijk uitvoering aan geven. De 4 basisdoelen worden voldoende gewaarborgd waarmee voldaan is aan de voorschriften.

Gebruikte bronnen:

 Interview (aanwezige beroepskrachten)

 Observaties

(6)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Bij deze steekproef zijn de verklaringen omtrent het gedrag beoordeeld van 2 beroepskrachten. De door de toezichthouder beoordeelde verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de voorschriften.

Passende beroepskwalificatie

De door de toezichthouder gecontroleerde beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Hiermee wordt voldaan aan de voorschriften.

Opvang in groepen

De buitenschoolse opvang bestaat uit 1 basisgroep met maximaal 16 kindplaatsen.

Omvang en samenstelling voldoen aan de voorschriften.

Beroepskracht-kindratio

Tijdens het bezoek blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet gezien het aantal en de leeftijd van de kinderen:

 er zijn 16 kinderen in de leeftijd van 4 t/m 7 jaar met 2 beroepskrachten aanwezig.

Er wordt voldaan aan de voorschriften.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke ((mail)contact met locatiemanager)

 Interview (aanwezige beroepskrachten)

 Observaties

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

(7)

Accommodatie en inrichting

Binnenruimte

In november 2016 is het kindaantal opgehoogd van 10 naar 16 kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Ten tijde van de inspectie is er één groepsruimte volledig ingericht.

De houder heeft op 11-05-2017 een wijzigingsverzoek ingediend voor de ophoging van het aantal kindplaatsen van 16 naar 32 kindplaatsen.

De BSO is gevestigd op de eerste verdieping en heeft de beschikking over twee groepsruimten.

Beide groepen, die aan elkaar gelegen zijn, hebben ieder een oppervlakte van 57,7 m²: in totaal dus 115,4 m². Voor de opvang van 32 kinderen is minimaal 112 m² nodig om te voldoen aan de voorwaarden van 3,5 m² beschikbare binnenspeelruimte.

Conclusie:

De ruimte is voldoende groot voor de opvang van maximaal 32 kinderen.

Er wordt voldaan aan de voorschriften.

Buitenspeelruimte

De locatiemanager heeft aangegeven te beschikken over een buitenspeelruimte van 197 m².

De buitenspeelruimte beschikt over voldoende m² om de kinderen van de buitenschoolse opvang eventueel tegelijkertijd met de kinderen van de Peuter Speel Academie buiten te kunnen laten spelen. Gezien de minimale eis tot beschikking van 3 m² per aanwezig kind, kunnen er maximaal 65 kinderen per dag tegelijkertijd buiten spelen.

In praktijk maakt de BSO voornamelijk gebruik van speelgelegenheden in de wijk die te voet of met de Stint bereikbaar zijn.

Er wordt voldaan aan de voorschriften.

Gebruikte bronnen:

 Observaties

 e-mail contact locatiemanager d.d. 19-05-2017

(8)

Overzicht getoetste inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in basisgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Accommodatie en inrichting

Binnenruimte

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Buitenspeelruimte

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.

(10)

De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(11)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Het Paleisje Nesselande

Website : http://www.hetpaleisje.nl

Aantal kindplaatsen : 16

Gegevens houder

Naam houder : Het Paleisje Nesselande BV

Adres houder : Marten Meesweg 8

Postcode en plaats : 3068AV Rotterdam

Website : www.hetpaleisje.nl

KvK nummer : 24388018

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Rotterdam-Rijnmond

Adres : Postbus 70014

Postcode en plaats : 3000KS ROTTERDAM

Telefoonnummer : 010 4984015

Onderzoek uitgevoerd door : Patricia van de Wijngaard Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Rotterdam

Adres : Postbus 70014

Postcode en plaats : 3000KS ROTTERDAM

Planning

Datum inspectie : 16-05-2017

Opstellen concept inspectierapport : 13-06-2017

Zienswijze houder : 20-06-2017

Vaststelling inspectierapport : 20-06-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 21-06-2017 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 21-06-2017

Openbaar maken inspectierapport : 21-06-2017

(12)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Beste Patricia,

Bedankt voor wederom een positief rapport, hier worden wij blij van.

Wij als Paleisje streven ernaar de hoogste kwaliteit te bieden en blijven er hard aan werken om dat ook te kunnen behouden.

Met vriendelijke groet, Denise van Essen Assistent leidinggevende

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

1. Een buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf, een gastouder- bureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek door de