Functieprofiel
Forensisch Verpleegkundige
Inhoudsopgave
Pag.Inleiding 3
1. De handelingscontext 3
2. Specifieke competenties van de forensisch verpleegkundige 4
3. Specifieke kenmerken van de zorg 5
3.1 Methodische beroepsuitoefening 5
3.2 Preventie en GVO (Gezondheidsvoorlichting- en opvoeding) 7 3.3 Coördineren en organiseren van zorg en beheren 7 3.4 Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering 8 Deelkwalificaties en eindtermen voor de forensisch verpleegkundige 8 Deelkwalificatie FVPK-01, Methodische beroepsuitoefening 10
Deelkwalificatie FVPK-02, Preventie en GVO 12
Deelkwalificatie FVPK-03, Coördineren en organiseren van zorg 13 Deelkwalificatie FVPK-04, Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering 14
Inleiding
Functieprofiel Forensisch Verpleegkundige
Omwille van de leesbaarheid zal de forensisch verpleegkundige in dit functieprofiel als ‘zij’ aangeduid worden. Natuurlijk kan er ook ‘hij’ gelezen worden.
Omdat de forensisch verpleegkundige zich in verschillende werkvelden binnen de gezondheidszorg kan bevinden, zullen patiënten, cliënten, bewoners, slachtoffers of andere direct betrokkenen aangeduid worden als ‘zorgvrager’.
De forensisch verpleegkundige heeft zich de vereiste kennis en vaardigheden eigen gemaakt die haar in staat stellen om zelfstandig de verpleegkundig forensische zorg te verlenen aan zorgvragers die slachtoffer of dader zijn van geweld. De forensisch verpleegkundige draagt in dit kader ook zorg voor de overledenen. Voorts heeft zij een adviserende rol naar derden waar het
forensisch-verpleegkundige zorgvragen betreft. De forensisch verpleegkundige heeft de Opleiding Forensische Verpleegkunde gevolgd en is in bezit van het diploma. Zij voldoet aan de gestelde eisen in het deskundigheidsgebied van de Forensische Verpleegkunde, zoals uitgewerkt in de Eindtermen van de Opleiding Forensische Verpleegkunde.
Er zijn in maart 2015 ‘herkenbaarheden en merkbaar gedrag’ voor forensische verpleegkunde omschreven tijdens de eerste nascholing.
Hierin is opgenomen:
1. Beschrijvend “Ik beschrijf volgens de landelijke richtlijnen wat ik waarneem”.
2. Kritisch “Ik ben kritisch en dat uit zich in het feit dat ik alle facetten van een situatie bekijk inclusief mijn eigen handelen”.
3. Analytisch “Ik ben analytisch, ik kan systematisch een complex probleem ontleden en daardoor adequaat inspelen op de gesignaleerde en/of gestelde vraag”.
4. Neutraal “Ik ben neutraal en onthoud me van een oordeel”.
5. Deskundig “Ik ben deskundig en weet wanneer ik de benodigde expertise in moet schakelen”.
1. De handelingscontext
Forensisch verpleegkundigen vervullen hun rol binnen de setting van hun eigen werkomgeving, zoals bijvoorbeeld een spoedeisende hulpsetting, of zijn
werkzaam in de functie van forensisch verpleegkundige, waarin specifiek een beroep gedaan wordt op hun deskundigheid en het uitvoeren van forensisch- verpleegkundige zorg en advies, zoals bijvoorbeeld binnen de Centra Seksueel Geweld (CSG).
Slachtoffers en daders van geweld bevinden zich niet alleen bij politie of justitie, maar melden zich ook in de gezondheidszorg voor behandeling van klachten en/of letsels. Het zijn vaak verpleegkundigen die te maken hebben met de eerste opvang van deze groep zorgvragers. Daarnaast kunnen verpleegkundigen
geconfronteerd worden met overlijden van een persoon waarbij mogelijk sprake is van niet-natuurlijk overlijden.
Het vervullen van de rol van forensisch verpleegkundige vergt met name kennis van letsels, biologische sporen en juridische kaders.
De forensisch verpleegkundige heeft in de eerste plaats, binnen de context van haar werkomgeving, een behandelrelatie met haar zorgvrager (WGBO). In de tweede plaats zal zij, wanneer de zorgvrager dit aangeeft, in diens belang als intermediair ingezet kunnen worden ten behoeve van een (eventueel) juridisch vervolg. Zij zal zich bewegen tussen de medische behandelaar, de forensisch arts en politie/justitie.
Dit maakt dat een forensisch verpleegkundige de competentie moet bezitten om in elke situatie uiterste zorgvuldigheid te betrachten, waarbij adequate afweging van belangen steeds een vereiste is.
Doelstelling voor de forensisch verpleegkundige:
De forensisch verpleegkundige is - maatschappelijk en binnen de gezondheidszorg - een onmisbare intermediair tussen de medische en forensische zorg.
De verpleegkundige stelt door middel van verpleegkundige anamnese en onderzoek de zorgbehoefte vast. Dit doet zij op grond van haar opleiding als verpleegkundige. Daarnaast zal zij het plaatsgehad hebben van een mogelijk strafbaar feit moeten kunnen signaleren. In dat geval zal zij in opdracht van de zorgvrager zorg moeten kunnen dragen voor adequate verzameling van
gegevens, een en ander met inachtneming van de vooropgestelde kaders die de opleiding tot forensisch verpleegkundige haar geboden heeft en binnen het algemeen geldende juridische kader.
Om de kwaliteit van de geleverde forensisch-verpleegkundige zorg te kunnen bewaken en toetsen, worden er in toenemende mate normen en indicatoren opgesteld en wordt er volgens vastgestelde procedures, protocollen en richtlijnen gewerkt. Hierbij wordt er samengewerkt met het Forensisch Medisch
Genootschap (FMG).
De forensisch verpleegkundige komt via alle (medische) disciplines in contact met zorgvragers van alle leeftijdscategorieën.
Binnen de context van de eigen werkomgeving vervult de forensisch
verpleegkundige een belangrijke initiërende rol als zorgcoördinator en voert hierin de regie. In samenwerking met de medische behandelaar en andere disciplines stemt de forensisch verpleegkundige de verschillende specifieke aspecten van de patiëntenzorg af.
2. Specifieke competenties van de forensisch verpleegkundige De forensisch verpleegkundige dient, binnen de grenzen van haar eigen
deskundigheid en bekwaamheid, de verantwoordelijkheid te kunnen nemen en zorg te dragen voor het vastleggen van bevindingen, specifiek in de anamnese- en diagnosefase.
Dit houdt in dat een forensisch verpleegkundige:
verpleegkundige kennis en ervaring heeft;
beschikt over een scherp observatievermogen;
beschikt over verschillende gesprekstechnieken;
kennis heeft van de juridische kaders van het medisch beroepsgeheim, de rechten van de mens, de rechten van het kind, straf-, civielrechtelijke en tuchtrechtelijke procedures, alsmede van de juridische aspecten van het forensisch-medisch onderzoek;
kennis heeft van kenmerken van zorgvragers in een specifieke situatie zoals bijvoorbeeld bij arrestantenzorg, kinderen als slachtoffer of getuige van een delict, slachtoffers van zedendelicten;
kennis heeft van de zorg voor de overledene, NODOK-procedure, orgaandonatie;
dient te beschikken over kennis en vaardigheden ten behoeve van het vastleggen van bevindingen;
dient te beschikken over kennis en vaardigheden bij het verzamelen van mogelijke biologische sporen in samenwerking met de forensisch arts en de rechercheur Forensische Opsporing (FO) in dienst van politie;
beschikt over coördinerende capaciteiten en in staat is om op het juiste moment de gewenste expertise in te schakelen;
beschikt over doorzettingsvermogen, overtuigingskracht, invoelend vermogen en geduld;
op methodische wijze met behulp van gestructureerde onderzoeksmethodiek, komt tot een (juridisch bruikbare) wijze van het verzamelen van gegevens die relevant kunnen zijn in het kader van waarheidsvinding en dit - binnen de grenzen van haar verpleegkundig beroep - moet kunnen overdragen aan de juiste discipline.
3. Specifieke kenmerken van de zorg
Refererend aan het document ‘Gekwalificeerd voor de Toekomst’ (Commissie Kwalificatiestructuur, 1996) wordt met gebruikmaking van onderstaande clusters van activiteiten en interventies van verpleegkundigen gewezen op specifieke kwaliteiten van een forensisch verpleegkundige.
3.1 Methodische beroepsuitoefening 3.1.1 Verzamelen van gegevens
Specifiek voor de forensisch verpleegkundige is van belang dat een zorgvrager zich kan melden met een zorgvraag met betrekking tot letsel(s) die het gevolg kan zijn van mishandeling. Deze zorgvraag is echter veelal niet expliciet aanwezig. Dit betekent dat de forensische zorgvraag nog moet worden
vastgesteld. Hierdoor bestaat er een noodzaak tot het systematisch verzamelen van de medisch-verpleegkundige gegevens via diverse bronnen om zo te komen tot de concrete zorgvraag, met inachtneming van de veiligheid van de zorgvrager en diens omgeving en binnen de algemeen geldende juridische kaders.
De forensisch verpleegkundige dient letsels vast te leggen volgens vaste
protocollen en volgens de gestelde normen, bijvoorbeeld in afstemming met een audiovisuele dienst.
3.1.2 Analyseren van gegevens
De forensisch verpleegkundige zal een verpleegkundige anamnese moeten afnemen bij de zorgvrager of bij diens begeleiders, indien de zorgvrager door bijvoorbeeld leeftijd of handicap daartoe zelf niet in staat is.
Tijdens deze anamnese moet worden vastgesteld wat de zorgvraag inhoudt en wat prioriteit heeft. Zowel acute als potentiële gezondheidsproblemen dienen tijdig te worden onderkend en behandeld alvorens over te gaan tot forensisch handelen.
3.1.3 Interpreteren van gegevens
De forensisch verpleegkundige toetst de betekenis van de verzamelde gegevens aan protocollen, signaleert forensische vraagstukken en overlegt zo nodig met relevante disciplines teneinde de forensische zorgvraag vast te stellen.
3.1.4 Vaststellen van de forensische zorgvraag
De forensisch verpleegkundige zal, in overleg met de zorgvrager, de forensische zorgvraag moeten vaststellen en de zorgvrager moeten wijzen op de
mogelijkheden en gevolgen van een juridisch traject. Bij minderjarigen of wilsonbekwamen zal dit betekenen dat een en ander dient te gebeuren in samenspraak met een van de ouders/verzorgers of waarnemers met wettelijk gezag.
3.1.5 Plannen van forensische zorg
De forensisch verpleegkundige weet op basis van haar kennis welke disciplines ingeschakeld dienen te worden, indien de zorgvrager de behoefte aan forensische zorg aangeeft. Hierbij moeten forensisch-medische en justitiële disciplines worden onderscheiden.
3.1.6 Verpleegkundige zorg
De forensisch verpleegkundige draagt allereerst zorg voor de
gezondheidsproblemen van de zorgvrager, echter, is in staat deze zorg te verlenen op een dusdanige wijze dat eventuele sporen veiliggesteld zijn of blijven.
Daarnaast draagt de forensisch verpleegkundige zorg voor behandeling van klachten, voortvloeiend uit letsels, zo nodig in samenwerking met of door een behandelend arts.
De forensisch verpleegkundige informeert de zorgvrager en coördineert de
informatieverstrekking aan familie, begeleiders of andere hulpverleners binnen de daarvoor geldende juridische kaders.
3.1.7 Onderzoek/behandeling
De forensisch verpleegkundige treft maatregelen voor uitvoering van onderzoek en eventuele behandeling. Zij observeert, registreert en rapporteert op objectieve wijze de gegevens aangaande de forensische zorgvraag binnen de juridische kaders.
De forensisch verpleegkundige stelt de forensische zorgvraag zo nodig bij aan de hand van veranderingen in de verkregen gegevens (SOEP- methode).
De forensisch verpleegkundige voert zelfstandig (forensisch) verpleegkundige handelingen uit ten behoeve van onderzoek en eventuele behandeling.
Zij bewaakt bij het in opdracht uitvoeren van handelingen de grenzen van haar vakgebied en verricht assisterende handelingen bij interventies van forensische en medische disciplines en ondersteunende diensten.
3.1.8 Begeleiding/informatieoverdracht/nazorg
De forensisch verpleegkundige informeert, ondersteunt en coördineert de informatieverstrekking aan zorgvrager en/of begeleiders. De forensisch verpleegkundige kent de juridische kaders met betrekking tot bedoelde informatieverstrekking. Zij weet welke informatie wel en niet gedeeld mag
worden en met wie. Zij kent de belangen van de verschillende disciplines en weet hier mee om te gaan.
Dit geldt ook voor de schriftelijke verslaglegging van haar bevindingen. Zij kan duidelijk onderscheid maken tussen medisch-verpleegkundige zorg en forensisch- verpleegkundige zorg.
De forensisch verpleegkundige zorgt voor het maken van vervolgafspraken en het meegeven van instructies en schakelt indien nodig extramurale hulpverlening in.
3.2 Preventie en GVO (Gezondheidsvoorlichting- en opvoeding) De forensisch verpleegkundige informeert de zorgvrager of diens begeleiders en eventueel zijn omgeving over elementen van letsel en ziekte waarop de
zorgvrager zelf invloed kan uitoefenen.
Zij informeert de zorgvrager over de uit te voeren handelingen en eventuele complicaties en over maatregelen die de zorgvrager zelf kan nemen om complicaties te voorkomen of te beperken. Deze kunnen behalve op medische problematiek ook betrekking hebben op de veiligheid van de zorgvrager of diens omgeving of op het veiligstellen van biologische sporen ten behoeve van
bemonstering.
De forensisch verpleegkundige herkent beperkingen in kennis en kunde bij de zorgvrager die belemmerend zouden kunnen werken op de voortgang van de behandeling, het genezingsproces of het juridisch traject en vult deze aan.
Zij informeert de zorgvrager tevens over veiligheid, hygiëne, rechten en plichten.
3.3 Coördineren en organiseren van zorg en beheren
Binnen de context van forensisch-verpleegkundige zorg zijn de volgende taken als
‘specifiek’ te duiden:
Onderhouden van contacten met de behandelsector en de forensisch-
geneeskundige sector, als ook met de justitiële diensten betreffende melding, voorbereiding, onderzoek, behandeling en zorgaspecten van de zorgvragers.
Ontvangen van opdrachten van medische behandelaar(s) of forensisch arts en deze uitvoeren. Voert indien nodig ook zelfstandig handelingen en interventies uit binnen de grenzen van het eigen vakgebied en de juridische kaders.
Initiëren en coördineren, in overleg met de betrokken disciplines, van de activiteiten van de verschillende betrokken disciplines. Bewaken van de voortgang van het proces en zorgdragen voor de veiligheid van de zorgvrager en diens omgeving.
Onderhouden van contacten met ondersteunende diensten binnen en buiten de eigen werkomgeving met betrekking tot veiligheid, hygiëne, organisatie, administratie en waar van belang, de doorstroming van zorgvragers.
Onderhouden van contacten met verpleegkundigen van
vervolginstellingen/afdelingen, zowel intramuraal als extramuraal over opnameplaatsing, overdracht en behandeling van de zorgvrager met een
uiterste zorgvuldigheid ten aanzien van overdrachten van forensische bevindingen.
Verantwoordelijk zijn voor voldoende gebruiksvoorraad van materialen en middelen voor het verlenen van forensische zorg.
Zorgdragen voor een gebruiksklare, technisch adequate ruimte om
forensische zorg te kunnen leveren en voor het operationeel zijn van ruimtes.
Mede verantwoordelijk zijn voor het verwerken van de instroom van de verwijs- en behandelgegevens in dossiers met inachtneming van de wet persoonsregistratie en van een eventueel opsporingsbelang.
3.4 Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering
Op het gebied van kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering heeft een forensisch verpleegkundige een belangrijke taak. Immers, het vak forensische verpleegkunde moet ingebed worden in de keten. Dit behelst niet alleen de keten van zorg, maar evenzeer de keten van waarheidsvinding. Zij heeft taken en verantwoordelijkheden op het gebied van:
Ontwikkelen, opstellen en verwezenlijken van protocollen en richtlijnen voor forensische zorg binnen de eigen instelling.
Verwezenlijken van samenwerkingsafspraken in de gehele keten.
Professionaliseren van het beroep van forensisch verpleegkundige, door middel van onderzoek gericht op kennisontwikkeling.
Begeleiden van toekomstige forensisch verpleegkundigen in opleiding.
Onderhouden van praktische en theoretische kennis en kunde door middel van intercollegiale toetsing.
Zich op de hoogte stellen van nieuwe inzichten en ontwikkelingen binnen het vakgebied en bijdragen aan de implementatie daarvan.
Onderhouden van theoretische kennis en ontwikkelingen binnen de forensische zorg middels symposia/congressen/nascholingen.
Deelkwalificaties en eindtermen voor de forensisch verpleegkundige
De forensisch verpleegkundige heeft de vervolgopleiding Opleiding Forensische Verpleegkunde gevolgd. Deze Opleiding eist een HBO werk- en denkniveau en minimaal 5 jaar relevante werkervaring. De eindtermen voor de opleiding tot forensisch verpleegkundige zijn opgesteld door de (voorheen) Forensische Polikliniek Kindermishandeling (onderdeel van De Forensische Zorgspecialisten).
De Opleiding Forensische Verpleegkunde is ontwikkeld door de Forensische Polikliniek Kindermishandeling in samenwerking met de GGD Amsterdam.
Deelkwalificaties
De eindtermen voor forensisch verpleegkundige (FVPK) zijn onderverdeeld in deelkwalificaties volgens het document ‘Gekwalificeerd voor de Toekomst’
(Commissie Kwalificatiestructuur, 1996).
De volgende deelkwalificaties zijn uitgewerkt:
FVPK-01 Methodische beroepsuitoefening
Verzamelen en interpreteren van gegevens
Plannen van forensische zorg
Uitvoeren van forensische zorg; somatische en psychosociale forensische zorg, verpleegkundig technisch-forensische zorg en zorg voor de omgeving
Evalueren en rapporteren over de verleende forensische zorg FVPK-02 Preventie en GVO
FVPK-03 Coördineren en organiseren van forensische zorg FVPK-04 Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering
Inleiding op de eindtermen
De eindtermen voor de opleiding tot forensisch verpleegkundige zijn van toepassing op verpleegkundigen die in hun eigen werkomgeving de rol van forensisch verpleegkundige hebben. Zoals eerder opgemerkt, kunnen forensisch verpleegkundigen te maken krijgen met velerlei soorten zorgvragers.
Wanneer in de eindtermen de algemene formulering ‘de zorgvrager’ wordt gebruikt, omvat deze formulering de volgende aspecten:
De zorgvrager uit alle leeftijdscategorieën, ongeacht of deze arrestant is, dader/slachtoffer of getuige geweest is van mishandeling, (huiselijk) geweld of van een zedenmisdrijf, waarbij forensisch-medisch onderzoek op aanvraag van de zorgvrager gaat plaatsvinden.
De onderstaande zorgvragerscategorieën kunnen zich bevinden in een forensische setting:
De zorgvrager die letsel(s) heeft
De niet-natuurlijk overledene
De zorgvrager die een forensisch-medisch onderzoek ondergaat
De zorgvrager die arrestant is
De zorgvrager die slachtoffer of getuige is van (kinder)mishandeling
De zorgvrager die slachtoffer of getuige is van (huiselijk) geweld
De zorgvrager die slachtoffer is van een zedenmisdrijf.
De context van het verlenen van forensische zorg naast de medisch- verpleegkundige zorg van de eigen afdeling maakt dat vaak in complexe omstandigheden moet worden gehandeld.
De forensisch verpleegkundige dient zich de eindtermen (tenzij anders aangegeven) eigen te maken en deze in de praktijk toe te kunnen passen.
De volgende eindtermen zijn geformuleerd:
Deelkwalificatie FVPK-01
Methodische beroepsuitoefening
1
2
3
4
5
Verzamelen en interpreteren van gegevens
De forensisch verpleegkundige kan zich door middel van (hetero) anamnese en continue verzameling van directe en indirecte gegevens een compleet beeld vormen van letsels en eventuele aanwezige sporen en moet kunnen inschatten of deze letsels aanleiding kunnen geven tot acute of potentiële
gezondheidsproblemen.
Dit houdt in:
Het volgens actuele methodieken en systemen verzamelen, selecteren, analyseren, interpreteren van gegevens en deze met elkaar in relatie brengen en komen tot een (forensische) zorgvraag en urgentiebepaling.
Op methodische wijze, met behulp van een gestructureerde onderzoeksmethodiek, komen tot het objectiveren van letsels.
Het bij de zorgvrager analyseren van klachten en symptomen die mogelijk voortkomen uit de letsels.
Anticiperen op potentiële problematiek van de zorgvrager, rekeninghoudend met het juridische kader van de zorgsituatie.
Plannen van zorg
De forensisch verpleegkundige kan:
Aan de hand van verpleegkundige en medische diagnostiek de forensische zorgvraag vaststellen, de acute en potentiële problemen onderkennen en op basis daarvan de juiste hulp en expertise inschakelen, met inachtneming van de juridische kaders.
Voert regie hierin.
Een juiste prioritering stellen tussen medische behandeling en forensische zorgvraag.
Uitvoeren van zorg
De forensisch verpleegkundige kan:
Uitvoering geven aan forensische zorg en assisteren bij onderzoek en eventuele behandeling.
Specifieke aandachtspunten hierbij zijn:
Uitvoering volgens geldende protocollen, richtlijnen en standaardprocedures.
Uitvoeren van voorbehouden handelingen binnen de vigerende juridische kaders.
Expliciete afbakening van grenzen eigen vakgebied.
Toepassen van specifieke forensische technieken, hierbij
zorgdragend voor materialen, apparatuur en instrumentarium.
Bepalen welke interventies nodig zijn en adviseren welke
aanvullende onderzoeken van belang zijn alsmede welke disciplines ingezet moeten worden en met welke prioriteit.
6
7
8
9
Op verantwoorde en doeltreffende wijze zorg verlenen aan een zorgvrager waarbij sprake is van één of meerdere (forensische) zorgvragen die betrekking hebben op:
Forensisch-medisch onderzoek;
Niet-natuurlijk overlijden;
Arrestantenzorg;
(Kinder)mishandeling/huiselijk geweld;
Zedendelicten.
Hierbij:
Ondersteuning bieden bij onderzoeken en behandeling;
Alert reageren op wisselingen in de gezondheidstoestand van de zorgvrager; en
Zorgdragen voor een situatie waarin de zorgvrager zo min mogelijk last ondervindt van apparatuur, instrumentarium en omgevingsfactoren.
De zorgvrager voorbereiden op de te nemen stappen in een (eventueel) juridisch traject en voorbereiden op de inschakeling van verschillende disciplines en vervolgtrajecten.
Psychosociale opvang en begeleiding bieden aan de zorgvrager, de ouders/verzorgers, partner en/of naasten.
Specifieke aandachtspunten hierbij zijn:
Begeleiding bij schokkende gebeurtenissen;
Cultuur en beleving.
Evalueren van en rapporteren over verleende zorg
De forensisch verpleegkundige kan gegevens en zorgresultaten van de zorgvrager continu en systematisch evalueren, rapporteren en overdragen en de forensische zorgvraag zo nodig bijstellen waarbij continu en weloverwogen een afweging wordt gemaakt ten aanzien van welke informatie gedeeld mag worden en met wie.
Deelkwalificatie FVPK-02 Preventie en GVO
1
2
3
4
De forensisch verpleegkundige kan:
Bij een zorgvrager gezondheidsbedreigende symptomen op fysiek, psychisch en sociaal terrein signaleren en op basis van deze signalen (forensisch en medisch) maatregelen nemen om gezondheidsbedreigingen of het verloren gaan van mogelijke sporen/letsels te voorkomen of te beperken.
In samenwerking met de verschillende disciplines (medische behandelaar, forensisch arts, politie e.d.) en rekeninghoudend met de grenzen van het eigen vakgebied de feitelijke (in het kader van waarheidsvinding) en de te verwachten (juridische) gevolgen van onderzoek, maar ook van behandeling bespreken met de
zorgvrager en/of diens naasten, zodanig dat de zorgvrager (niet in detentie) weloverwogen besluiten kan nemen ten aanzien van verdere stappen in het proces.
Voorlichting geven aan de zorgvrager en/of diens
naasten/begeleiders teneinde hen zoveel mogelijk de gelegenheid te bieden de zorg voor zichzelf c.q. de zorgvrager uit te voeren.
Specifieke aandachtspunten hierbij zijn:
Voorlichting geven aan de zorgvrager in het omgaan met mogelijke complicaties.
Voorlichting geven aan de zorgvrager op een dusdanige wijze dat deze informatie begrepen wordt door de zorgvrager.
Het effect en het proces van de gegeven voorlichting evalueren en op grond van deze evaluatie zo nodig de voorlichting bijstellen, zowel inhoudelijk als in de wijze van uitvoering.
Deelkwalificatie FVPK-03
Coördineren en organiseren van zorg
1
2
3
De forensisch verpleegkundige kan:
De regie en verantwoordelijkheid dragen voor de organisatie en coördinatie van de forensische zorg rond de zorgvrager en hierbij op het juiste moment verschillende overlegsituaties initiëren, coördineren en hierin participeren binnen afgebakende juridische kaders.
Specifiek aandachtspunt is:
Coördinatie van verschillende disciplines, waarbij in de informatieverstrekking niet alles gedeeld kan/mag worden.
Afstemming met de verschillende disciplines die binnen de multidisciplinaire samenwerking betrokken zijn, teneinde de
regiefunctie te vervullen en de continuïteit van zorg te waarborgen.
Zorgdragen voor een op de situatie gerichte overdracht aan andere (interne, dan wel externe) instanties, dit op systematische wijze, en binnen juridische kaders.
Deelkwalificatie FVPK-04
Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering
1
2
3
4
5
De forensisch verpleegkundige kan:
Een bijdrage leveren aan de verbetering van de kwaliteit van de forensisch-verpleegkundige zorg door:
Kwaliteitscriteria mede te ontwikkelen en toe te passen in de specifiek forensisch-verpleegkundige zorg;
Te reflecteren op het eigen functioneren in de individuele forensische zorg en in samenwerkingsverbanden;
Genomen verpleegkundige beslissingen bij het uitvoeren van de (medische) behandeling van en zorg voor de
zorgvrager te verantwoorden tegenover zichzelf en anderen.
Een bijdrage leveren aan actuele ontwikkelingen binnen de
gespecialiseerde verpleegkundige beroepsuitoefening op afdelings-, organisatie- en landelijk niveau, door:
Te participeren in overlegsituaties;
Bij te dragen aan de ontwikkeling van een specifieke beroepshouding en beroepsnorm met betrekking tot de te verlenen zorg aan de diverse categorieën zorgvragers;
Te participeren in of uit te voeren van (wetenschappelijk) onderzoek ten behoeve van forensisch-verpleegkundige zorg c.q. ontwikkeling.
Verantwoordelijkheid dragen voor het op niveau houden van de eigen (gespecialiseerde) verpleegkundige deskundigheid door middel van scholing en literatuurstudie.
Een bijdrage leveren aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van cursisten en collega-(forensisch)
verpleegkundigen, door intercollegiale ondersteuning en feedback, werkbegeleiding en medewerking aan verpleegkundige scholing op afdelings- en organisatieniveau.
Vanuit forensisch verpleegkundig perspectief consult verlenen, advies en instructie geven aan verpleegkundigen en overige beroepsbeoefenaren met betrekking tot de zorg aan de diverse categorieën zorgvragers.
