Mbo-Verpleegkundige niveau 4
ECVET eenheid 1 Plannen van
verpleegkundige zorg
Kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige NLQF niveau 4
ECVET eenheid 1 Plannen van verpleegkundige zorg 2 Totaal overzicht van de ECVET eenheden Mbo-Verpleegkundige NLQF/EQF niveau 4
Gebaseerd op het kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige geldig vanaf 2016, Crebocode 23182, met onderliggende brancheverbijzondering Mbo- Verpleegkundige gehandicaptenzorg (GHZ), Crebonr. 25480.
Onderstaande informatie behoort er onlosmakelijk bij en is integraal verweven met alle ECVET eenheden van het kwalificatiedossier.
ECVET eenheden behorend bij de basis van het dossier Mbo- Verpleegkundige
Werkprocessen kwalificatiedossier
1. Plannen van verpleegkundige zorg (voorbereidingstaken - stellen diagnose en opstellen verpleegplan)
B1-K1-W1: Neemt een anamnese af en stelt een verpleegkundige diagnose.
B1-K1-W2: Onderkent dreigende of bestaande gezondheidsproblemen.
B1-K1-W3: Stelt een verpleegplan op.
2. Individuele zorg (zorgtaken - persoonlijke zorg, monitoren gezondheid en welbevinden)
B1-K1-W4: Biedt persoonlijke verzorging en monitort welbevinden.
B1-K1-W10: Evalueert en legt de verpleegkundige zorg vast.
3. Ondersteunen en begeleiden (agogische taken - begeleiden, geven van voorlichting, advies en instructie, hanteren crisissituaties)
B1-K1-W6: Begeleidt een zorgvrager.
B1-K1-W7: Geeft voorlichting, advies en instructie.
B1-K1-W8: Reageert op onvoorziene en crisissituaties.
4. Verpleegtechnisch handelen (verpleegtaken) B1-K1-W5: Voert verpleegtechnische handelingen uit.
5. Coördinatie en organisatie (coördineren zorg, samenwerking met andere beroepsgroepen, werkbegeleiding)
B1-K1-W9: Coördineert de zorgverlening van individuele zorgvragers.
B1-K2-W2: Werkt samen met andere beroepsgroepen in de zorg.
B1-K2-W4: Begeleidt nieuwe collega's, stagiaires en/of vrijwilligers.
6. Kwaliteitszorg (deskundigheidsbevordering, professionalisering van het beroep, proces van kwaliteitszorg)
B1-K2-W1: Werkt aan de eigen deskundigheid.
B1-K2-W3: Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg.
ECVET eenheden behorend tot de profielen van het dossier Mbo- Verpleegkundige
Werkprocessen kwalificatiedossier
7. Zorg en begeleiding in de GHZ P4-K1-W1: Ondersteunt en begeleidt bij het ontwikkelen en behouden van vaardigheden.
P4-K1-W2: Communiceert met en begeleidt doelgroepen in de GHZ.
P4-K1-W3: Begeleidt een groep zorgvragers en naastbetrokkenen.
D. ECVET eenheden behorend bij de keuzedelen van het dossier Mbo-Verpleegkundige D.1 Begeleiden van NAH-cliënten in de gehandicaptenzorg
(cliënten met niet-aangeboren hersenletsel)
D1-K1-W1: Inventariseren van de (nieuwe) mogelijkheden, wensen en behoeften van de NAH-cliënt.
D1-K1-W2: Begeleiden van de NAH-cliënt en naastbetrokkenen bij de verliesverwerking.
D1-K1-W3: Omgaan met het disharmonische profiel van de NAH-cliënt.
D1-K1-W4: Omgaan met ontremd gedrag van de NAH-cliënt.
F. ECVET eenheden behorend tot de generieke eisen van het kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige
F.1 Nederlandse taal en rekenen (3F), Engels lezen en luisteren B1, gesprekken
voeren, spreken en schrijven A2.
F.2 Loopbaan en burgerschap.
ECVET eenheid 1 Plannen van verpleegkundige zorg 4 Verantwoordingsinformatie en bronnen
Deze eenheden zijn tot stand gekomen met medewerking van het werkveld en betrokken onderwijsinstellingen. Het voorziet in een behoefte vanuit het werkveld om bij te dragen aan verdere professionalisering van werknemers in de gehandicaptenzorg en werkenden verder te helpen in hun loopbaanontwikkeling. Het draagt bij aan het in beeld brengen van bestaande kwaliteiten en wat iemand nog zou kunnen leren. De eenheden zijn gebaseerd op de
Competentiebox van de Gehandicaptenzorg, waarvan ook de kwalificatiedossiers zijn afgeleid.
Bronnen
ABC Landelijk competentieprofiel voor beroepskrachten (niveau ABC) in het primaire proces van de gehandicaptenzorg.
Kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige van SBB, Crebocode 23182, met onderliggende brancheverbijzondering Mbo-Verpleegkundige gehandicaptenzorg (GHZ), Crebonr. 25480 geldig vanaf 2016.
Beroepsproducten
Diverse beroepsproducten komen in aanmerking voor het aantonen van de leeruitkomsten in deze eenheid, namelijk:
Typering van het beroep
De Mbo-Verpleegkundige wordt opgeleid om in alle branches van de verpleging en verzorging te werken: ziekenhuis, verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg, de geestelijke gezondheidszorg en de gehandicaptenzorg. De breedte (vier contexten) dient gewaarborgd te zijn om te voldoen aan de Wet BIG. Zij1 levert vanuit een teamverband vraaggerichte intramurale en/of ambulante en/of semimurale zorg. De werkplek is wisselend en kan ook internationaal zijn. Op de werkplek kunnen zowel de zorgvragers2 als hun zorgbehoeften snel veranderen. De doelgroep waaraan de Mbo-Verpleegkundige zorg verleent, is zeer divers. De doelgroep bestaat onder andere uit: oudere zorgvragers met beperkte zelfzorg, waaronder psychogeriatrische en somatische zorgvragers;
chronisch zieken; revaliderende zorgvragers; zorgvragers met een handicap; klinische zorgvragers;
zorgvragers met psychiatrische ziektes en/of stoornissen; barenden, kraamvrouwen en pasgeborenen; kinderen en jeugdigen met potentiële of feitelijke gezondheids- of bestaansdreiging.
Beroepshouding
De Mbo-Verpleegkundige stelt zich flexibel op en is alert op verandering in zorgvragen. Zij is integer en heeft een vraaggerichte, inlevende en sociale houding. De Mbo-Verpleegkundige is creatief en proactief meedenkend, treedt zelfstandig, daadkrachtig en ondernemend op en toont initiatief. Zij houdt bij haar werkzaamheden rekening met de mogelijkheden, wensen en
gewoonten, normen en waarden, seksuele voorkeur, de culturele achtergrond en de
levensbeschouwing van de zorgvrager, naastbetrokkenen3 en collega’s. Ze werkt vraaggericht, efficiënt, methodisch, veilig, kostenbewust, milieubewust, hygiënisch en ergonomisch verantwoord.
De Mbo-Verpleegkundige heeft een professionele beroepshouding die gebaseerd is op de
1 Daar waar in de tekst ‘zij’ staat wordt ook hij ‘bedoeld’
2De term zorgvrager wordt gebruikt voor cliënt, patiënt, zwangere, barende en kraamvrouw.
3De term naastbetrokkenen wordt gebruikt voor mantelzorgers en vrijwilligers, ouders, verzorgers, familie, vrienden, cliëntsysteem en directe naasten.
beroepscode en de visie en richtlijnen van de instelling. Ze respecteert en bewaakt de privacy van de zorgvrager en naastbetrokkenen, gaat op de juiste wijze om met vertrouwelijke informatie en bewaakt geheimhouding waar nodig. Haar eigen normen en waarden hanteert zij op een
professionele manier en zij is zich bewust van het effect van haar eigen handelen en gedrag. Ze toont respect voor de zorgvrager en naastbetrokkenen en bewaakt dat ze zelf ook met respect wordt behandeld.
Complexiteit
De Mbo-Verpleegkundige beheerst beroepspecifieke vaardigheden en ruime en gespecialiseerde kennis van feiten en abstracte begrippen, theorieën, methoden en processen, gerelateerd aan het verpleegkundig beroep. Zij beheerst de kennis voor het beroep tot in detail. Ze levert zorg volgens standaardprocedures of combinaties daarvan en bedenkt in samenwerking met andere
zorgprofessionals nieuwe procedures waar dit tot kwaliteitsverbetering leidt. De ontwikkeling van nieuwe procedures en protocollen is gebaseerd op evidence based onderzoek of practice based evidence. Zij past benaderings- en behandelingswijzen methodisch toe bij ziektebeelden en
verwerkingsprocessen. Ze weet deze aan te passen aan de individuele mogelijkheden en behoeften van de zorgvrager, ook bij steeds veranderende omstandigheden. Zij analyseert complexe
problemen en lost deze op een creatieve en verantwoorde wijze op. Ze maakt daarbij gebruik van mogelijke informatie uit (evidence based) wetenschappelijk onderzoek, practice based evidence, multidisciplinair overleg en de ervaringsdeskundigheid van de zorgvrager en zijn
naastbetrokkenen. De Mbo-Verpleegkundige werkt in gemiddeld tot hoog complexe situaties. Zij krijgt te maken met situaties waarbij de (psychische) gezondheidstoestand van de zorgvrager snel kan veranderen; situaties waarbij intensieve behandeling, therapie of medicatie wordt toegepast;
meerdere ziekten en beperkingen elkaar (sterk) beïnvloeden; situaties waarbij meerdere disciplines betrokken zijn; situaties die afhankelijk zijn van beperking en draagkracht van de zorgvrager en andere betrokkenen.
Wet- en regelgeving De wet BIG
Voor het beroep verpleegkundige geldt artikel 3 van de wet BIG en het daarbij behorende Besluit 365, waarin de opleidingseisen zijn omschreven. Gediplomeerde verpleegkundigen kunnen zich laten inschrijven in het BIG-register. Alleen wie in dit register is ingeschreven mag de beschermde beroepstitel verpleegkundige voeren en valt daarmee onder het tuchtrecht.
De beroepsbeoefenaar, die een ECVET eenheid MBO-VP heeft behaald, mag de handelingen van de desbetreffende eenheid uitvoeren, echter niet de titel Mbo-Verpleegkundige voeren.
ECVET eenheid 1 Plannen van verpleegkundige zorg 6 1 Plannen van verpleegkundige zorg
Titel van de kwalificatie Mbo-Verpleegkundige
Titel van de ECVET eenheid 1 Plannen van verpleegkundige zorg
Gerelateerd aan NLQF/EQF niveau 4
Activiteit Kennis Cognitieve en praktische
vaardigheden
Competenties (in termen van zelfstandigheid/verantwoorde- lijkheid
1.1
Plant de verpleegkundige zorg.
1.2
Evalueert de verpleegkundige zorg.
• Heeft gespecialiseerde kennis van bij de doelgroepen voorkomende ziektebeelden, beperkingen, stoornissen, aandoeningen, comorbiditeit, functioneringsproblemen, behandelingen en bijbehorende gezondheidsrisico's.
• Heeft gespecialiseerde kennis van zorgzwaartepakketten.
• Heeft inzicht in
gezondheidsrisico’s behorend bij de doelgroep.
• Heeft ruime kennis van algemene begrippen en theorieën van
gedragswetenschappen, (kinder- en jeugd)psychiatrie, psychopathologie, psychologie, orthopedagogiek en
(toegepaste) sociologie.
• Kan de ervaringsdeskundigheid van zorgvragers en
naastbetrokkenen gebruiken.
• Kan de visie op zorg toepassen in haar dagelijkse
werkzaamheden.
• Kan diagnostisch/klinisch redeneren toepassen.
• Kan emotionele problemen herkennen, zoals
eenzaamheidsproblematiek en sociale uitsluiting.
• Kan gedragspatronen herkennen van de meest voorkomende ziektebeelden en beperkingen.
• Kan gespecialiseerde kennis van communicatiemogelijkheden en -methoden toepassen (verbaal, non-verbaal, pre-verbaal en schriftelijk), passend bij de
De Mbo-Verpleegkundige voert haar werkzaamheden zelfstandig uit in afstemming met betrokkenen bij de zorgverlening. Zij lost zelfstandig knelpunten op en bespreekt knelpunten zo nodig met het (multidisciplinair) team of haar leidinggevende. Wanneer nodig consulteert zij deskundigen. Zij is verantwoordelijk voor haar eigen werk en voor de interventies die zij zelf inzet. Ook is zij
verantwoordelijk voor de wijze waarop ze de zorgverlening coördineert en draagt ze gedeelde verantwoordelijkheid voor het resultaat van het werk van anderen.
• Heeft gespecialiseerde kennis van protocollen m.b.t.
gezondheid, hygiëne, veiligheid, incidentmeldingen, ARBO, milieu, kwaliteitszorg,
ergonomisch en kostenbewust werken.
• Heeft ruime kennis van internationale diagnose en classificeringsmodellen, - systemen en concepten (o.a.
DSM IV, NIC, NOC, Nanda).
• Heeft ruime kennis van multipathologie.
wensen en mogelijkheden van de cliënt.
• Kan ruime kennis van diversiteit en interculturele communicatie toepassen.
• Kan ruime kennis van juridische aspecten van het beroep toepassen.
• Kan op de computer werken met zorginformatiesystemen.
• Kan methodisch en systematisch handelen toepassen tijdens de beroepsuitoefening.
• Kan observatiemethoden en - technieken toepassen om informatie te achterhalen.
• Kan ruime kennis van verpleegkundige- en
(para)medische onderzoeken toepassen.
• Kan signalen herkennen van sociale problematiek waaronder huiselijk geweld, seksueel misbruik en kindermishandeling en onderneemt actie volgens wet- en regelgeving en het beleid/protocol van de organisatie.
ECVET eenheid 1 Plannen van verpleegkundige zorg 8
1.1 Activiteit Leerresultaat
Plant de verpleegkundige zorg. Er is een verpleegkundige diagnose gesteld en een verpleegplan geformuleerd dat besproken is met, en de instemming heeft van, de zorgvrager, betrokken disciplines en naastbetrokkenen.
Deelactiviteiten Gedragsindicatoren
De Mbo-Verpleegkundige verkrijgt snel inzicht in de eigen kracht, mogelijkheden, ziektegeschiedenis en de zorgbehoefte van de zorgvrager door een gesprek te voeren en verbindend samen te werken met de zorgvrager en naastbetrokkenen en ze te
observeren. Zij stelt zich op de hoogte van de zorgindicatie en/of zorgbehoefte, en overlegt met de zorgvrager en naastbetrokkenen over de zorg die past binnen de indicatie en/of bij de zorgvraag.
(Vakdeskundigheid toepassen, aandacht en begrip tonen, op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten)
De Mbo-Verpleegkundige:
• luistert actief naar de mogelijkheden, gezondheidsproblemen, de zorgbehoeften en de leefomstandigheden van de zorgvrager en naastbetrokkenen;
• leeft zich in in de gevoelens van de zorgvrager en naastbetrokkenen;
• beantwoordt op een begrijpelijke manier de vragen van de zorgvrager en naastbetrokkenen;
• betrekt actief de zorgvrager en naastbetrokkenen, indien aanwezig, bij het vaststellen van de zorgbehoefte en de verzorging.
Zij analyseert beschikbare gegevens en stelt de verpleegkundige diagnose in samenwerking met de zorgvrager. Ze maakt daarbij gebruik van de controles van de vitale functies, gegevens uit laboratoriumonderzoek, van standaarden, recente
wetenschappelijke, verpleegkundige en medisch psychiatrische gegevens.
Zij onderzoekt verschillende belangen en mogelijkheden m.b.t.
verpleegkundige zorg in relatie met de inzet van naastbetrokkenen en andere zorgprofessionals.
(Formuleren en rapporteren, analyseren)
De Mbo-Verpleegkundige:
• stemt de verpleegkundige interventies en bijbehorende activiteiten af met de zorgvrager en naastbetrokkenen;
• analyseert de verzamelde gegevens nauwkeurig voor het stellen van de verpleegkundige diagnose;
• trekt voor het oplossen van complexe problemen de juiste conclusies aan de hand van beschikbare gegevens;
• legt de relatie tussen de vaktechnische inschattingen en de kwaliteit van leven vanuit de optiek van de zorgvrager;
• registreert alle benodigde gegevens accuraat.
Zij overlegt zo nodig met betrokken disciplines en bespreekt haar diagnose met het behandelteam.
De Mbo-Verpleegkundige:
• stemt de verpleegkundige interventies en bijbehorende activiteiten af met betrokken disciplines;
(Samenwerken en overleggen) • onderbouwt op een duidelijke manier standpunten en gemaakte keuzes.
Zij houdt bij het opstellen van het verpleegplan rekening met wat de zorgvrager en naastbetrokkenen zelf kunnen doen en met de
beschikbare materiële en financiële middelen. Ze maakt gebruik van de kennis, ervaring en mogelijkheden van de zorgvrager en
naastbetrokkenen. Samen met de zorgvrager en/of naastbetrokkenen legt zij een verpleegproces vast in een
verpleegplan, plant de benodigde verpleegkundige interventies en bijbehorende activiteiten. De doelen richt ze op het maximaal haalbare in de gegeven situatie en ze zoekt in voorkomende situaties naar evenwicht tussen korte en lange termijn
doelstellingen. Zij maakt een eigen werkplanning en formuleert voorwaarden die wenselijk zijn voor de te verlenen zorg.
(Beslissen en activiteiten initiëren, formuleren en rapporteren, instructies en procedures opvolgen, plannen en organiseren)
De Mbo-Verpleegkundige:
• verwerkt correct en accuraat de verkregen gegevens van de anamnese, verpleegkundige diagnose en geformuleerde gezondheidsproblemen
• houdt bij het plannen van de verpleegkundige interventies en bijbehorende activiteiten effectief rekening met de huidige mogelijkheden,
omstandigheden en gemaakte afspraken;
• houdt zich adequaat aan richtlijnen m.b.t. de eigen bevoegdheid;
• formuleert nauwkeurig verpleegdoelen, activiteiten en interventies.
De Mbo-Verpleegkundige bespreekt het verpleegplan met de zorgvrager en naastbetrokkenen. Ze vraagt hun instemming.
(Overtuigen en beïnvloeden)
De Mbo-Verpleegkundige:
• onderbouwt op een duidelijke manier standpunten en gemaakte keuzes.
1.2 Activiteit Leerresultaat
Evalueert de verpleegkundige zorg Dreigende of bestaande gezondheidsproblemen zijn gesignaleerd en
gerapporteerd en aanpassingen in de zorgverlening zijn besproken en afgestemd met de zorgvrager en naastbetrokkenen.
Deelactiviteiten Gedragsindicatoren
De Mbo-Verpleegkundige verzamelt in een continu proces gegevens over de gezondheidstoestand van de zorgvrager en past
risicosignalering toe. Ze signaleert, ook kleine veranderingen, in het gedrag, de gezondheidstoestand, het welbevinden en de veiligheid
De Mbo-Verpleegkundige:
• haalt de belangrijkste gegevens adequaat uit informatie van collega's en deskundigen van andere disciplines, overdrachten en onderzoeken;
ECVET eenheid 1 Plannen van verpleegkundige zorg 10 van de zorgvrager. Ze maakt gebruik van informatie en signalen van
zorgvrager, naastbetrokkenen en andere zorgverleners.
(Aandacht en begrip tonen, analyseren)
• reageert adequaat op (non)verbale signalen van de zorgvrager en naastbetrokkenen;
• reageert adequaat bij acute gezondheidsproblemen.
Zij rapporteert dreigende of bestaande gezondheidsproblemen, bespreekt beoogde aanpassingen in de zorgverlening met de naastbetrokkenen.
(Formuleren en rapporteren, aandacht en begrip tonen)
De Mbo-Verpleegkundige:
• toont respect voor de ervaringsdeskundigheid van de zorgvrager, naastbetrokkenen en/of ervaringsdeskundigen;
• toont actief aandacht voor de beleving van veiligheid en welbevinden door zorgvrager en naastbetrokken;
• rapporteert bevindingen nauwkeurig en volledig in correct Nederlands.
Zij past indien nodig de zorgverlening aan.
(Omgaan met verandering en aanpassen)
De Mbo-Verpleegkundige:
• verwerkt de gemaakte afspraken, die aanleiding geven tot wijzigingen, correct in het verpleegplan.