• No results found

Startnotitie uitbreiding vernieuwing en herinrichting van het museum

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Startnotitie uitbreiding vernieuwing en herinrichting van het museum"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Startnotitie

inzake uitbreiding, vernieuwing en

herinrichting van

het Nationaal Beiaard- en Natuurmuseum

Asten

30 September 2008

(2)

Inhoudsopgave p

1. Inleiding 3

2. Aanleiding voor het project 5

3. Doel van het project 5

4. Doelgroepen van het museum en hoe deze te bereiken 6

5. Omschrijving van plan van aanpak/investeringen 7

6. Welk resultaat moet dit project opleveren en wat gaat er met de resultaten gebeuren 7

7. Hoe leidt het project tot een substantiële en duurzame verbetering van het niveau

waarop het Nationaal Beiaard- en Natuurmuseum functioneert 7

8. Op welke manier leidt het project tot grotere zichtbaarheid en/of betere

verankering van het Nationaal Beiaard- en Natuurmuseum in de samenleving 8

Nationaal Beiaard- en Natuurmuseum Asten

Ostaderstraat 23 5721 WC Asten Tel.: 0493-69 18 65 Fax: 0493-69 70 79 e-mail: info@museumasten.nl Website: www.museumasten.nl

(3)

1. Inleiding

Het Nationaal Beiaard- en Natuurmuseum Asten (NBNA) herbergt belang- wekkend Brabants cultureel en natuurhistorisch erfgoed. De binding met Asten is niet toevallig. Asten is al heel lang het middelpunt van de klokken- industrie in Nederland en Vlaanderen. Asten ligt centraal in de Peel dat landelijk bekend staat als gebied met een eigen en bijzondere identiteit. Het museum markeert een lange en rijke geschiedenis, die Asten en zelfs Brabant overstijgt.

De beiaardkunst in de Lage Landen was al toonaangevend in de 17e en 18e eeuw en is dat sinds 1947 opnieuw geworden, onder andere door de klokkengieters- activiteiten vanuit Asten. Sinds 1969 wordt dit erfgoed en eigentijdse aanvullingen getoond en in een internationale en historische context geplaatst in het in dat jaar opgerichte Nationaal Beiaardmuseum. Het begin van de collectie werd gevormd door de historische luidklokken en technische toebehoren die de campanoloog Dr. André Lehr in de loop der jaren bij de Koninklijke Eijsbouts te Asten had ver- zameld en die door laatstgenoemde aan het museum in bruikleen werden gegeven.

Daar voegde Lehr zijn eigen archeologische en etnografische collectie bellen aan toe.

De gemeente Asten kocht destijds ook op advies van Lehr een belangwekkende, wereldomvattende verzameling van bellen en klokken aan in de Verenigde Staten, de zogenoemde Sarna-Collectie en gaf die in

langdurig bruikleen aan het museum. De grote Nederlandse musea, waaronder het Rijks- museum Amsterdam en het Museum Boer- haave in Leiden, hebben in de afgelopen jaren de belangrijkste Nederlandse beiaard- en klokkenverzamelingen aan Asten in lang- durig bruikleen afgestaan. De kern van de uit Nederland en Vlaanderen afkomstige collectie is om die reden van nationale en zelfs van internationale allure. Tevens zijn in er de oor- logsregistratie en gipsafdrukken van de Neder- landse klokken uit de Tweede Wereldoorlog on- dergebracht. Daarnaast heeft het museum een campanologische bibliotheek en documentatie- centrum die de omvangrijkste ter wereld zijn.

Na een kortstondige huisvesting sinds de op- richting in 1969 in het gemeentehuis van Asten is het museum vanaf 1975 gevestigd in het door de gemeente beschikbaar gesteld gebouw op de huidige locatie. In 2000 werd het mu- seum uitgebreid met twee tentoonstellings- hallen, een klokkentoren en een klokkengiete- rij. Het Nationaal Beiaard- en Natuurmuseum

3

(4)

Asten is daarmee uitgegroeid tot museum met de grootste en belangwekkendste verzameling ter wereld op het gebied van luidklokken, beiaarden en torenuurwerken.

De opbouw van de natuurhistorische collectie begon in 1973 met de oprichting van een natuurstudiecentrum door de bioloog en verzamelaar Jan Vriends. Hij wilde met het opbouwen van een dergelijke collectie de bevolking onderrichten in de plaatselijk aanwezige natuur. Voor dit doel werden collecties van privé-ver- zamelaars in bruikleen genomen of verworven als gift. Het natuurstudiecentrum evolueerde tot het Natuurhistorisch Museum De Peel, dat in 1973 werd gehuisvest in het gebouw waar later ook het beiaardmuseum onderdak vond. De collectie is gestaag uitgebreid met door museummedewerkers verzamelde objecten en door middel van giften en legaten.

De Peel en omstreken vormen hierbij het uitgangspunt. De collectie omvat vrijwel alle in de Peel voorkomende diersoorten. Het museum heeft een landelijk befaamde afdeling paleontologie met fossielen uit de prehistorie van het Peelgebied. Ook de collecties Nies en Hellinga (insecten) zijn van regionaal en nationaal belang. Het museum beschikt tevens over uitgebreide museumtuinen met in de Peel voorko- mende flora, bedoeld om het publiek kennis te laten maken met praktische natuurbescherming en natuurbeleving.

De museaal inhoudelijke zaken zijn in beide musea tientallen jaren lang verzorgd door vrijwillige conservatoren. Vanaf eind jaren ‘90 zijn enkele functies gesubsidieerd, waaronder die van een conservator in deeltijd voor het beiaardmuseum en een conservator in deeltijd voor het natuurhistorisch museum, beiden in loondienst.

Dit neemt niet weg dat tot op de dag van vandaag de meer dan 130 vrijwilligers onmisbaar zijn en een belangrijke uitvoerende taak hebben.

Van meet af aan hebben de musea kunnen rekenen op steun van de gemeente Asten. Zo is het museumgebouw door de gemeente om niet beschikbaar gesteld.

Daarnaast steunt de gemeente met jaarlijkse financiële bijdragen in de exploitatie- kosten de continuïteit van de musea.

De enorme inzet van vrijwilligers en de welwillende medewerking van de gemeente Asten hebben niet kunnen voorkomen dat in de afgelopen jaren diverse problemen ontstonden. Een daling van de bezoekersaantallen tot ca. 28.000 per jaar bleek niet om te buigen. De in bestuurlijk opzicht moeizame positie van de afzonderlijke exploitatiestichting en de achterblijvende modernisering van organisatie en bedrijfsvoering leidden in combinatie met bezuinigingen van overheidswege tot een instabiele en financieel onzekere situatie. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het opgaan van beide musea en de exploitatiestichting in één nieuwe museumstichting per 1 januari 2007.

In vervolg op de bestuurlijke vernieuwing is in 2007 door versterking van het management het museum geprofessionaliseerd. Het personeelsbestand is uitge- breid met medewerkers die in het kader van de Wet sociale werkvoorziening geplaatst zijn.

(5)

Er is een nieuwe huisstijl geïntroduceerd en de marketing en public relations is actief ter hand genomen. Nieuwe publieksevenementen werden georganiseerd en het opbouwen van contacten en samenwerking met instellingen binnen en buiten de museale sector heeft hoge prioriteit gekregen. Dit alles heeft geresul- teerd in een opgaande lijn van het aantal bezoekers. In 2007 bezochten meer dan 32.000 personen het museum en voor 2008 verwacht men een verdere stijging naar 33.500 bezoekers.

Het museum is al jaren een geregistreerd museum, en de herijking bevindt zich in de afrondende fase. In 2007 / 2008 is een risico-analyse uitgevoerd en een daaropvolgende beleidsnotitie met prioriteitenschema.

Dankzij de financiële ondersteuning door de gemeente Asten is er voor de komende jaren sprake van een sluitende exploitatie bij ongewijzigd beleid. Toch zal er nog veel moeten gebeuren om de positie van het museum toekomstvast te maken.

2. Aanleiding voor het project

Uit een in 2007 uitgevoerde SWOT-analyse zijn de volgende zaken naar voren gekomen:

• tekortschietende toegankelijkheid van het museumcomplex, met name voor groepen en mensen met beperkingen

• weinig toegankelijke routing in het museum voor mensen met beperkingen.

• (brand)gevaarlijke en moeilijk bereikbare filmzaal.

• te statische presentatie van collecties.

• gebrek aan ruimte voor wisseltentoonstellingen en lezingen.

• ontbreken van cultuureducatieve ruimte voor projecten van leerlingen van het primair- en voortgezet onderwijs en studenten.

• gebrekkige algemene voorzieningen zoals sanitair e.d.

• Verouderde en onveilige tuinkas

3. Doel van het project

• door vernieuwing en vernieuwbouw van het museumcomplex de bereikbaarheid, toegankelijkheid en (brand) veiligheid verbeteren

• door herinrichting en innovatie van de presentatie van de collecties de betekenis en het belang van de Nationale Beiaard Collectie en de unieke

Natuurhistorische Collectie De Peel op een landelijk respectievelijk bovenregionaal niveau brengen

5

(6)

• door uitbreiding van de presentatie met een nieuw, verbindend thema

“Peelhistorie” van het Brabantse en Limburgse Peelgebied de aantrekkelijkheid van het museum vergroten

• door inrichting van een educatieve ruimte mogelijkheden te bieden om in contact te komen met (nationaal) erfgoed en natuurhistorie door middel van projecten/opdrachten in het kader van cultuureducatie

• door uitbreiding en herinrichting ruimte te scheppen voor wisselende

tentoonstellingen, lezingen en bijzondere activiteiten alsmede de huisvesting van conservatoren, directie en administratie.

• door de tuinkas te vervangen door een oranjerie, de kuipplantencollectie ook in de winter te kunnen presenteren en ruimte te creëren voor overige educatieve en creatieve activiteiten.

4. Doelgroepen in het museum en hoe deze te bereiken

Voorop staat dat het Nationaal Beiaard- en Natuur- museum Asten aan de bezoeker een aantrekkelijk, goed verzorgd, veilig en leerzaam bezoek wil aanbieden.

Iedere bezoeker of groep bezoekers heeft zijn eigen verwachtingen en wensen voor het bezoek aan ons museum.

Wij onderscheiden drie doelgroepen: Kinderen, jonge- ren en scholen, individuele bezoekers en bezoekers in groepsverband, met name senioren. De voorge- nomen investeringen hebben tot doel dat het museum voor alle drie de doelgroepen aantrekkelijker wordt dan momenteel het geval is, zodat het be- zoekersaantal kan groeien naar 40 duizend of meer per jaar.

Via directe mailing, aanbod van cultuureducatieve pro- jecten, aanbod van aangepaste programma’s voor bij- zondere doelgroepen, publicaties, deelname aan meer- daagse lokale en bovenlokale culturele activiteiten, toeristische informatie via VVV, streek VVV en pro- vinciale VVV alsmede via hotels en campings in de regio in Brabant en Limburg en grensoverschrijdende informatie (België en Duitsland) .

(7)

5. Omschrijving van plan van aanpak/investeringen (r)

• verruiming huidige tentoonstellingsruimte van 1.320 m2 naar 2.120 m2, inclusief uitbreiding ontvangstruimte (tevens ruimte voor cultuureducatieve projecten en activiteiten voor leerlingen van het primair- en het voortgezet onderwijs), grotere verkeersruimte, wisseltentoonstellingsruimte, filmzaal,

entree en herhuisvesting medewerkers: 1.250.000

• energieneutrale bouw: 150.000

• herinrichting tuin en verbouw oranjerie 300.000

• vernieuwing presentatie beiaard-collectie: 250.000

• vernieuwing presentatie natuurmuseum-collectie 250.000

• realiseren van het thema Peelhistorie in samenhang met de collecties 250.000

• algemene projectkosten 100.000

Hiermee komen de totale projectkosten op r 2. 550.000 (ex BTW)

6. Welk resultaat moet dit project opleveren en wat gaat er met de resultaten gebeuren?

Realisatie van een museum met een landelijke uitstraling, behoud van met name de nationale beiaardcollectie voor Brabant (Brabant collectie), verrassende, vernieu- wende en interactieve presentatie van de collecties met een uitbreiding met het verbindend thema “Peelhis- torie”, uitgebreid aanbod van cultuureducatieve projec- ten, afgestemd op de leerjaren/leeftijden van leerlingen en studenten, uitstekend toegankelijk museumcomplex, uiteindelijk resulterend in een toename van bezoekers /leerlingen/studenten tot 40.000 per jaar of meer.

7. Hoe leidt het project tot een substantiële en duurzame verbetering van het niveau waarop het Nationaal Beiaard- en Natuur- museum functioneert?

Met vernieuwing van de presentatie van de collecties en invulling van het verbindend element “Peelhistorie”

tussen beiaard- en natuurhistorische collectie wordt een kwaliteitsslag gemaakt, waardoor het museum in staat wordt gesteld het publiek op een meer indringende en verrassende wijze inzicht te geven in de klokken- en beiaardcultuur en de natuurhistorische (w.o. paleonto- logie) betekenis van het unieke hoogveengebied De Peel. Ook de onderzoeksmogelijkheden voor leerlingen en studenten naar de cultuurhistorische achtergronden

7

(8)

van klokken en beiaarden en de natuurhistorische achtergronden van De Peel worden aanmerkelijk vergroot en zullen structureel deel uitmaken van het dien- stenaanbod van het museum.

Los van het bovenstaande streeft het museum ernaar bij de vernieuwing en renovatie van het museumcomplex invulling te geven aan duurzaam energiegebruik (o.a.

zonne-energie en warmte/koude opslag in de bodem).

8. Op welke manier leidt het project tot grotere zichtbaarheid en/of betere verankering van het Nationaal Beiaard- en

Natuurmuseum in de samenleving?

Door uitbreiding van cultuureducatieve activiteiten en projecten zal het museum een belangrijke partner worden op het gebied van erfgoed (klokken- en beiaard- cultuur en De Peel) voor het primair- en voortgezet onderwijs in de regio Zuidoost-Brabant en Midden-Limburg en door uitbreiding van de collecties (met Peelhistorie), innovatie van de presentatie van de collecties, de verruiming van de tentoonstellingsmogelijkheden (o.a. wisseltentoonstellingen) alsmede de verbete- ring van de toegankelijkheid van het museum zal – mede door publicitaire acties – grotere groepen bezoekers uit Noord-Brabant en Limburg, de rest van Nederland en het Belgisch en Duits grensgebied verbonden worden aan het museum, waardoor verwezenlijking van de uitstraling op landelijk niveau van het Nationaal Beiaard- en Natuurmuseum mogelijk wordt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door uitbreiding van cultuureducatieve activiteiten en projecten zal het museum een belangrijke partner worden op het gebied van erfgoed (klokken- en beiaardcultuur en De Peel)

- startnotitie inzake uitbreiding, vernieuwing en herinrichting van het nationaal Beiaard- en Natuurmuseum Asten;. - beleidsplan 2008

Door het vervallen van de mogelijkheid om de gronden voor speeltoestellen te gebruiken, een openbaar park alsmede een vrijstaande woning zal het gebruik minder intensief worden.

Forest plots of MTBDRsl version 2.0 sensitivity and specificity for the detection of resistance to the fluoroquinolones (FQs) and second-line injectable drugs (SLIDs) and

This study contributes to the body of knowledge pertaining to brand equity by developing a model to illustrate the role of social image and brand trust in

Stokvis (1979:vii) beweer tereg dat sport soveel nuanses vertoon dat daar dikwels groat verskille in die omskrywing daarvan voorkom. Dit is 'n w1keldwoord wat in

Tot slot is in hoofdstuk twee een schrijfwijzer opgenomen voor de auteur(s) van de uitbreiding van de handreiking. Hoofdstuk drie gaat in op de onderbouwing van de keuze van

Van hem bestaan beelden, geschriften, inscripties, beschrijvingen van tijdgenoten als Cicero en we hebben in het Allard Pierson Museum dus onze kleizegel, die hij met zijn eigen