referentie 2016/00002224 contact Nicolet Epker
betreft Standaard inkoopartikelen bijlagen 2
Utrecht, 6 juli 2016 Geachte bestuurder,
In bestuurlijk overleg met de VNG heeft Jeugdzorg Nederland samen met de andere branches van de BGZJ afgesproken om de standaard inkoopartikelen extra onder de aandacht te brengen van haar leden. De VNG heeft in aanvulling daarop een intentieverklaring opgesteld ter ondertekening door wethouders van 42 jeugdzorgregio’s. De wethouders verklaren zich in te zetten om
administratieve lasten te reduceren door ontwikkelde standaardartikelen met bijbehorende contractvoorwaarden te gebruiken voor de inkoop. Inmiddels hebben de meeste regio’s de verklaring ondertekend.
Deze inkoopartikelen sluiten aan op eerdere producten van het ISD programma, zoals de uitvoeringsvarianten, standaardberichtenverkeer voor toewijzing en declaratie en het te
verwachten controleprotocol. Ik roep u op om alles in het werk te stellen om de inkoopartikelen op te nemen in de contracten voor 2017 e.v. Voor elke variant zijn zowel verplichte als optionele inkoopartikelen opgesteld (zie http://i-sociaaldomein.nl/standaardartikelen-voor-
uitvoeringsvarianten). In de regiobijeenkomsten van Contract tot Controle* wordt uitgelegd op welke wijze de artikelen gebruikt worden. In opvolging op de verplichte en optionele
inkoopartikelen wordt, bij inspanningsgerichte en outputgerichte financiering, het berichtenverkeer (iJW) gebruikt om afspraken over toewijzing en facturatie op gestandaardiseerde wijze na te komen. En als daarna bij afsluiting van het jaar het controleprotocol wordt gebruikt, dan is de cirkel van contract tot controle op gestandaardiseerde wijze afgerond met zo min mogelijk administratieve lasten.
_______________
*Er zijn er nog twee gepland. Op 7 en 12 juli in respectievelijk Leeuwarden en Roosendaal. Aanmelden via http://i-sociaaldomein.nl/nieuws/16-05-24/regiobijeenkomsten-van-contract-tot-controle.
Aan de Bestuurders van de Jeugd & Opvoedhulp
2 Blad 2
In bijlage 1 is een inhoudelijke toelichting op de verschillende varianten opgenomen. Het gaat om een (niet-volledig) overzicht van consequenties van de varianten, het verschil tussen de
inspanningsgerichte en outputgerichte financiering en om risico’s van resultaatgerichte financiering (een vorm van outputgerichte financiering).
Als u op dit moment al langjarige contracten heeft én last heeft van administratieve lasten door het gebrek aan standaarden, dan roep ik u op om het volgende te overwegen. Bezie in overleg met gemeenten en met ondersteuning vanuit het ISD programma hoe deze langdurige contracten omgevormd kunnen worden en mogelijk opengebroken met als doel de administratieve lasten te verminderen.
Administratieve lasten en regeldruk spelen ook bij de Care. 6 juli is een AO Regeldruk Care
gepland. Ter voorbereiding daarop heeft Jeugdzorg Nederland samen met diverse andere branches een brief naar de leden van de Vaste commissie VWS van de Tweede Kamer gestuurd (zie bijlage 2). De inhoud van deze brief sluit aan bij eerdere brieven van de BGZJ en versterkt daarmee onze boodschap.
Het gebruik van de standaarden om administratieve lasten te verlichten, heeft grote
maatschappelijke en politieke aandacht. Als ze niet gebruikt gaan worden, is de verwachting dat dat consequenties heeft. Gemeenten en aanbieders kunnen alleen samen werken aan
administratieve lastenverlaging. Als uw gemeenten niet mee willen werken aan het gebruik van de standaarden, dan roepen wij u op om dat te melden bij Jeugdzorg Nederland via
nicolet.epker@jeugdzorgnederland.nl. Via het ISD programma kan de nodige (politieke) druk worden uitgeoefend en daarnaast is het van belang dat wij op de hoogte zijn als voorbereiding op mogelijk komende discussies over voortdurende administratieve lasten doordat standaarden niet worden gebruikt (door aanbieders en/of door gemeenten?).
Vanwege dat laatste willen wij het ook graag weten als uw organisatie de standaardartikelen niet opneemt of wil opnemen in contracten met gemeenten om welke reden dan ook. Wilt u dat ook melden bij Jeugdzorg Nederland via nicolet.epker@jeugdzorgnederland.nl
Met vriendelijke groet,
J.W. Spigt
Voorzitter Jeugdzorg Nederland
3
Bijlage 1 Inhoudelijke toelichting op de varianten
Voorbeelden van consequenties van de verschillende uitvoeringsvarianten
Bij taakgerichte financiering wijst de gemeente niet toe. De aanbieder bepaalt de toegang en er is een budgetplafond afgesproken. Bij inspanningsgerichte en outputgerichte financiering is een budgetplafond optioneel, maar in die contracten moeten afspraken gemaakt zijn over toewijzing, tarieven, tariefeenheden en productcodes.
Toelichting op verschil outputgerichte en inspanningsgerichte financiering
Als een gemeente outputgericht wil financieren, dus wil afrekenen op de gespecificeerde output, bijvoorbeeld ambulante begeleiding van gemiddeld 2 uur per week (tariefeenheid), dan is het van belang om ook de bijbehorende afspraken in contracten vast te leggen. Daar horen bijvoorbeeld afspraken bij over gebruik van het landelijk berichtenstelsel (iJW), toewijzing en facturatie, maar ook afspraken over tarieven en tarieféénheden waarmee gefactureerd wordt. Alles wat daarvoor noodzakelijk is, is opgenomen in de standaardartikelen. In dit voorbeeld is de tariefeenheid het aantal weken waarin begeleiding heeft plaats gevonden. Als het de ene week gaat om 3 uur en de week daarna om 1,5 uur daadwerkelijke begeleiding, dan heeft dat géén consequenties voor de factuur. Als dat wel verrekend moet worden, dan gaat het om de inspanningsgerichte variant en passen de inkoopartikelen van die variant.
Toelichting risico resultaatgerichte financiering
Bij elke financieringsafspraak geldt dat deze ook daadwerkelijk nageleefd moet worden. De accountant zal er op controleren. Resultaatgerichte financiering is een specifieke vorm van de outputgerichte variant. Dat kan met behulp van afspraken over outcome, maar ook in de vorm van kritische proces indicatoren (KPIs). Outputgerichte financiering (op individueel cliëntniveau) met afspraken over outcome zijn echter risicovol in relatie tot de accountantscontrole. Want elke betaling voor geleverde zorg is op cliëntniveau afhankelijk van de behaalde outcome, als dat is vastgelegd in het contract. Bij een accountscontrole moet men onderbouwd laten zien hoe bepaald is of de outcome wel of niet is gehaald. Dat is bijvoorbeeld niet mogelijk met de huidige
outcomecriteria. Het Nederlands Jeugdinstituut geeft daarvoor heel duidelijk aan dat de cijfers niet voor zich spreken, maar dat er over gesproken moet worden. Als de outcomecriteria als toetssteen gebruikt zouden worden voor de outputgerichte financiering, zou daar voor elke bepaling ‘wel of niet gehaald’ over gesproken moeten worden.
Het is overigens wel goed mogelijk om met gemeenten afspraken te maken over het meten van deze outcomecriteria en het bespreken van een geaggregeerde rapportage erover in
accountgesprekken. Dit is een optie voor alle drie de uitvoeringsvarianten, al is dat voor
inspanningsgericht niet de meest voor de hand liggende keuze. Het advies is dergelijke afspraken alleen in de niet-financiële vereisten van het contract op te nemen. Het is in relatie tot de
accountantscontrole alleen risicovol om ze in de financieringsafspraken in de contracten op te nemen, met name in relatie tot betaling op individueel cliëntniveau.
