Begroting
Over de omslag:
Op de omslag staat het treinstation van Assen afgebeeld;
een plek met verschillende mensen met verschillende bestem
mingen.
De Hulpverleningsdienst kent ook verschillende doelen, zij het
met een gemeenschappelijke deler: de veiligheid voor inwoners en
bezoekers van Drenthe te waarborgen. De begroting staat voor een
reis vanaf het station naar nieuwe uitdagingen en ontwikkelingen.
Inhoudsopgave
1 Voorwoord 5
2 Inleiding 7
3 Grafische weergave 13
Begroting 20092013
4 Uitgangspunten begroting 2013 15
5 Begroting 2013 19
6 Meerjarenperspectief 2012– 2016 35 7 Toelichting meerjarenperspectief 47
2012 2016
8 Risicoparagraaf 49
9 Weerstandsvermogen 53
Bijlagen 55
4
Het beleid voor het begrotingsjaar 2013 staat in het teken van een veran
deropgave en van paraatheid.
Een rode lijn bij de regionalisering van de brandweer in Drenthe en de uitvoering van de beleidsvisie “Brandweer Drenthe over Morgen” is ‘ver
anderen’. Zij sluiten daarin naadloos op elkaar aan. De impact van beide op de medewerkers van de brandweer is groot, in een wereld waar al zoveel verandert.
Soberheid in financiële zin vraagt creativiteit bij veranderprocessen. In het nieuwe kantoor van de HVD en GGD, waarvan de opening eind 2013 gepland staat, wordt bespaard op kostbare vierkante meters door de toe
passing van het concept ‘Het Nieuwe Werken’. Dit concept biedt meer dan alleen een besparing op vierkante meters. Het geeft ook de kans om de nieuwe brandweerorganisatie als een netwerkorganisatie in Drenthe te laten functioneren.
De positie van het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio in het ka
der van Publieke Gezondheid in de dagelijkse gang van zaken van de GGD is zeer beperkt. Dat verandert bij crises en ongevallen. In 2013 zal dit thema verder worden uitgewerkt. Als HVD en GGD in Drenthe sa
menwerken, is het geen probleem om de positie van de GHOR anders te organiseren, met de GGD als uitvoeringsorganisatie voor Publieke Ge
zondheid bij crises en ongevallen.
De crisismanagementorganisatie (CMO) in Drenthe gaat in 2013 zijn 3e jaar in. De aandacht van de in 2011 aangepaste CMO zal in 2013 gaan naar de optimale paraatheid. Oefenen voor het geval er daadwerkelijk iets gebeurt en dan maximaal presteren. De ervaring leert dat dit niet van
zelfsprekend is, daarom ligt hier de focus op in het jaar 2013. Het zijn de mensen binnen alle kolommen van de veiligheidsregio die deze paraat
heid moeten leveren. En alle kolommen zijn op dit moment in transitie.
Naast de aandacht voor de kolomspecifieke veranderopgaven, vragen we dus van alle betrokkenen hun bijdrage voor de paraatheid.
De veranderopgave is er ook financieel: met minder geld zoveel moge
lijk presteren, het samenvoegen van de begrotingen van de brandweer en blijvende onzekerheid voor de toekomst.
Fred Heerink
Directeur Hulpverleningsdienst Drenthe
1
Voorwoord
5
6
2
Inleiding
Sector Multidisciplinaire Veiligheid
Crisisbeheersing: een crisis kan overal en op elk moment ontstaan Het beeld “Drenthe is een veilige regio“ is helemaal correct. De Veiligheidsregio Drenthe werkt samen met haar partners in het veiligheidsnetwerk en burgers aan behoud van dat beeld. Dat be
tekent niet dat in Drenthe geen crises kunnen voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan:
• Natuurbranden (Assen 2010, Dwingelderveld 2010, Fochtelo
erveen 2011);
• Wateroverlast (Meppel, 1998, Noordenveldveld en Tynaarlo 1998 en 2012);
• Stroomuitval (Havelte e.o. 2003, Roden en Eelde e.o. 2010);
• Weerproblemen (downburst Hoogeveen 2007);
• Branden met grote gevolgen (De Punt 2008, Hoogersmilde 2011) of met asbestproblematiek (Emmen, Hoogeveen 2009, Ruinen 2011);
• Risicovolle evenementen (jaarlijks TTAssen, Rodermarkt en Zuidlaardermarkt, tweejaarlijkse landmachtdagen Havelte, Teknoparty Assen 2008, Vuelta 2010);
• Ontruimingen (Meppel 2011);
• Gaslekkages (Assen, Gieten, Emmen, Tynaarlo 2011) en biogas
installatie (Coevorden, 2012);
• Ongevallen met gevaarlijke stoffen (chlooremissie De Peppel in Beilen 2006 en COvergiftiging in Meppel 2010);
• Dreiging grieppandemie (2010), onduidelijke dreiging (An
nen Animal Center Hoogeveen 2007), dierziekten (vogelgriep 2003, Qkoorts 2010);
• Verkeersongevallen (De Wolden 2005, Assen 2006, Westervel
de 2007);
• Menselijke drama’s (2
eExloërmond 2006, Ruinen 2011);
• Luchtvaartproblemen (Onur Airtoestel naast de startbaan Eelde 2003, mogelijk neergestort vliegtuig Exloo 2010, jaar
lijks dreiging van een ongeval Eelde).
Deze greep uit de Drentse ervaringen van de afgelopen jaren toont aan dat vele typen crises overal en op elk moment kunnen ontstaan, ook in Drenthe. Goede voorbereiding is belangrijk om bij crises met de organisaties adequaat te kunnen optreden. In de periode 20092011 heeft de regio een resultaatgerichte crisis
organisatie opgezet en ingevoerd. Parallel zijn de risico’s in kaart gebracht en plannen voor een effectieve inzet gemaakt. In 2012 zijn de werkwijze en de plannen verder verfijnd. De aandacht is vrijwel volledig gelegd bij de mensen die voor het resultaat zor
gen. Dit accent op de mensen die met elkaar de crisisorganisatie
vormen kenmerkt ook in 2013 de koers in de voorbereiding van de crisisorganisatie. Twee lijnen kunnen daarin worden onder
scheiden:
1. Gegarandeerde paraatheid door:
a verbetering van de bekwaamheid van functionarissen met resultaatgericht opleiden, trainen en oefenen en het toetsen van die bekwaamheid;
b het opdoen en delen van ervaringen in incidenten en oefeningen en het toetsen van die ervaringen.
2. Borging bij partnerorganisaties: deelname aan de crisisorga
nisatie is onderdeel van het takenpakket van medewerkers en de taken tijdens crises sluiten zoveel mogelijk aan bij de dagelijkse werkzaamheden van deze mensen.
Toetsing en borging strekken zich niet alleen uit tot de functi
onarissen en de teams van de crisismanagementorganisatie.
De Veiligheidsregio Drenthe blijft alert op verbeteringen in de werkwijze van de crisisorganisatie en haar plannen. De regio ver
wacht deze benadering ook van haar partners in het veiligheids
netwerk.
Sector Brandweer Drenthe
Brandweer Drenthe bestaat in 2013 naar verwachting uit het dis
trict ZuidWest, welke per 112013 in personele zin geregionali
seerd is, een regionaal bureau brandweer en onderdelen van de gecoloceerde Meldkamer Noord Nederland (MkNN). De overige, nog niet geregionaliseerde, acht gemeentelijke korpsen werken tevens samen in twee districten, te weten NoordMidden en ZuidOost.
Het regionaal bureau brandweer en de stafafdeling ondersteu
ning geven gezamenlijk met de backoffices in de drie districten en zesendertig brandweerposten vorm en inhoud aan de brand
weer Drenthe. Het regionaal bureau voert daarbij taken uit die het best en/of het meest voordelig kunnen worden uitgevoerd op regionale schaal.
Denk aan centrale inkoop en het onderhoud van materiaal, het (deels) organiseren van opleidingen en oefeningen, het opstellen en beheren van procedures, het in stand houden van specialis
men en het beheren van de meldkamerfunctie. Deze taken heb
ben voor een belangrijk gedeelte een beheersmatig karakter.
7
Vier ontwikkellijnen
Zoals beschreven in ‘Brandweer Drenthe over Morgen 20112014, Visiedocument Brandweer Drenthe’, vormt de veranderende om
geving de aanzet om via een viertal ontwikkellijnen de brand
weer Drenthe functioneel passend bij de omgeving te houden.
Deze veranderingen zijn legio, zoals technologische innovatie (het toenemend gebruik van kunststoffen), maar ook globalise
ring, toenemende ketenafhankelijkheid in de vitale infrastruc
tuur, juridisering, medialisering en veranderende verwachtin
gen en beschikbaarheid van vrijwilligers en hun werkgevers.
De vier ontwikkellijnen om succesvol mee te kunnen veranderen met de omgeving zijn:
1. Meer resultaat door anders handelen
Innovatie is nodig om de traditionele aanpak van de brand
weer af te stemmen op veranderingen. Inzet van nieuwe tech
nieken en procedures om slimmer en met minder mensen op te kunnen treden. Een andere kijk op brandveiligheid bete
kent het loslaten van traditionele gedachtelijnen en handels
wijzen: vluchten in plaats van gered worden door de brand
weer; voorkomen van brand in plaats van blussen;
2. Maatwerk als veranderwijze
Loslaten van gedachtelijnen en handelswijzen vraagt om meer dan de aanpassing van les en leerstof. De brandweer is georganiseerd in posten, 36 in Drenthe. Deze posten zijn verankerd in de samenleving met hun eigen cultuur en dy
namiek. Een van boven opgelegde koerswijziging heeft de brandweer in Nederland nog nooit veranderd. Om de cultuur binnen de brandweerposten te wijzigen is maatwerk nodig.
Onder aanvoering van (daartoe toegeruste) leidinggevenden moet het veranderingsproces worden ingezet: aansluiten bij de verscheidenheid van de posten en aansluiten bij de mense
lijke maat. Veranderen in Drenthe is dus geen revolutie maar een evolutie;
3. Meer in contact met de omgeving
Traditioneel rukt de brandweer van een kazerne uit en keert daar weer naar terug wanneer het incident afgehandeld is. De advisering op brandveiligheid is grotendeels wettelijk veran
kerd. De eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven is daarin tot een minimum gereduceerd. Dit moet veranderen.
De organisatie van de brandweer, houding en gedrag van de medewerkers en de beleidsuitgangspunten worden meer ge
richt op het contact met de omgeving. Wat hebben burgers en bedrijven nodig om meer hun eigen verantwoordelijkheid te nemen? Innovatie en veranderingen bij de brandweer vragen om meer invloeden van buitenaf;
4. Bedrijfsvoering op orde
De brandweer in Drenthe gaat op in een geregionaliseerde Brandweer Drenthe. Dit geeft een kans om de versnipperde in
formatiestromen te bundelen tot één krachtige voor de taken waar de brandweer voor staat. Personeel moet ondersteund
worden op een manier die past bij deze tijd. Werknemers van de jongste generaties vragen om ontwikkelingsbegeleiding.
Aanpassing van cultuur vraagt om aangepaste HRMinstru
menten, zoals het beoordelen op innovatie en klantgericht
heid, in plaats van kennis van regels.
Meldkamer Noord Nederland
In 2013 gaat de meldkamer zijn tweede bestaansjaar in. Verwacht mag worden dat in dit jaar de gezamenlijke organisatie, na de complexe opstart eind 2011, in de beheer en innovatiefase te
recht is gekomen. De belasting op de hvdorganisatie zal daarmee naar verwachting ten opzichte van 2012 afnemen.
Regionalisering Brandweer
Eind 2013 moet de brandweer Drenthe klaar zijn om begin 2014 als geregionaliseerde organisatie aan haar taken voor de twaalf gemeenten invulling te geven. Daarbij vormt de balans tussen uniformiteit om bedrijfsmatig succesvol te kunnen opereren en maatwerk om de gemeenten en de lokaal verankerde brandweer
zorg goed te bedienen de sleutel. Om die balans te houden vraagt 2013 om een intensieve dialoog, resulterend in besluitvorming.
Op veel dossiers zal daarom vanuit de projectorganisatie ook in 2013 een beroep worden gedaan op medewerkers uit brandweer Drenthe.
Risicobeheersing
In 2013 is naar verwachting de gemeenschappelijke uitvoerings
dienst (RUD) in Drenthe actief. Of en op welke wijze de brand
weer betrokken is bij advisering en toezicht is op het moment van schrijven van deze begroting nog onduidelijk. Daarnaast be
staat er nog geen zicht op de borging van de noodzakelijke infor
matieoverdracht over het verzorgingsgebied. De vorm waarin de vroegtijdige betrokkenheid van de brandweer bij het voorkomen van branden (en incidenten) en het minimaliseren van de gevol
gen ervan is daarmee nog niet uitgekristalliseerd.
De eerste initiatieven om de sterke lokale inbedding van de brandweer te benutten in het opbouwen van andere (netwerk) verbanden met andere hulpverlenende en maatschappelijke or
ganisaties zijn in 2012 gestart (onder andere in de brandweerpost Peize).
In 2013 zal in samenspraak met de gemeenten gezocht worden naar meerdere mogelijkheden om het maatschappelijk rende
ment van de lokaal ingebedde brandweer te benutten voor de gemeenschap. Om succesvol te kunnen investeren in relaties en initiatieven te ontplooien vormt de beschikbare capaciteit daar
bij wellicht een beperkende factor qua aantal initiatieven.
Operationele voorbereiding
De kaders voor de geregionaliseerde organisatie zullen in het
project Regionalisering bepaald worden. De vertaling van deze
kaders in het aanpassen van de werkprocessen van met name
8
opleiden en oefenen en het logistieke beheer zullen in 2013 na
drukkelijk een beslag leggen op de organisatie, waarbij continu
iteit van het aanbod aan de 36 brandweerposten cruciaal is. Ook het verder optimaliseren van de operationele informatiestromen binnen de organisatie vormt een aandachtspunt. Daarnaast zul
len de ervaringen uit het project Natuurbrandbeheersing ver
taald moeten worden naar het gehele Drentse verzorgingsgebied.
Repressie
De beschikbaarheid van vrijwilligers blijft ook in 2013 een ac
tueel thema. Het vinden en binden van mensen die vanuit een lokale inbedding betrokken willen zijn bij de brandweerorgani
satie vormt mede onder invloed van de maatschappelijke ont
wikkelingen zoals vergrijzing/ontgroening een nadrukkelijk aandachtspunt. De veranderende organisatiestructuur zal naar verwachting de aantrekkelijkheid en uitstraling van het brand
weervak niet aantasten. Toch moet ook voor dit aspect nadruk
kelijk vanuit de maatwerk en innovatiegedachte bekeken wor
den of aanpassingen in werving en selectie noodzakelijk zijn om invulling te kunnen geven aan de visie ‘Brandweer Drenthe over Morgen’.
Landelijke ontwikkelingen
De visie van de Drentse brandweer sluit aan op de landelijke vi
sie. Waar mogelijk zal dan ook gebruik worden gemaakt van pro
ducten die elders in het land of voor de totale branche worden ontwikkeld.
Sector Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR)
Positiebepaling GHOR en bestuurlijke verantwoordelijkheid publieke gezondheid
In het meerjarenbeleidsplan GHOR 2011 – 2014 is melding ge
maakt van de nadere positiebepaling van de GHOR als gevolg van de nieuwe wetgeving, in het bijzonder de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) en Wet publieke gezondheid 2
etranche (Wpg2).
Voorts is middels een notavoorstel aan het bestuur van de veilig
heidsregio kenbaar gemaakt wat de (bestuurlijke) consequenties van de Wvr en de Wpg2 voor de Veiligheidsregio zijn en in het verlengde daarvan de sector GHOR. Een belangrijk uitvoerend element in deze is de intensievere samenwerking tussen GGD en GHOR. Om die reden is volgens afspraak ook aan het bestuur van de GGD een notavoorstel voorgelegd over dit onderwerp met een gelijkluidende strekking.
De wijzigingen van de Wpg2 voor de Veiligheidsregio op een rij:
1. meer samenhang Wet publieke gezondheid en Wet veilig
heidsregio’s;
2. het bestuur van de Veiligheidsregio wordt verantwoordelijk voor de voorbereiding op een grootschalige infectieziektecrisis;
3. publieke gezondheid (grootschalige infectieziektebestrijding) maakt integraal onderdeel uit van het regionale crisisplan;
4. aantal GGD’en wordt teruggebracht tot 25, waarbij de werkge
bieden van de GGD’en gelijk zijn aan die van de 25 veiligheids
regio’s;
5. aanstellen Directeur Publieke Gezondheid, die zowel leiding geeft aan de GGDorganisatie als aan de GHORorganisatie.
In Drenthe is de koppeling van directeur GGD en directeur GHOR al geruime tijd gebruikelijk. Bij zijn aanstelling is de huidige di
recteur, evenals zijn voorgangers, reeds als zodanig benoemd.
Naast een herdefiniëring van de verantwoordelijkheden van de GHOR en haar partners binnen de witte kolom (op basis Wvr) geeft ook de Wpg2 aanleiding tot een nadere beschouwing van de positie van de GHOR. En dan met name in relatie tot de GGD.
Eén van de doelstellingen van de Wpg2 is een ongedeelde verant
woordelijkheid voor de grootschalige infectieziektebestrijding (via het veiligheidsbestuur) en idem bij de voorbereiding en de bestrijding (via de directeur publieke gezondheid). Het bestuur van de veiligheidsregio wordt dus, naast het bestuur van de GGD, ook voor een deel verantwoordelijk voor de publieke gezondheid.
De Directeur Publieke Gezondheid vormt daarbij de verbinden
de schakel tussen beide organisaties en besturen. Ook onder de
‘oude’ wetgeving was de directeur GHOR overigens rechtstreeks verantwoording schuldig aan het algemeen bestuur. Onder de Wvr en de Wpg2 blijft dat zo, zij het als Directeur Publieke Ge
zondheid.
Verder is het inmiddels duidelijk geworden dat de GGD een pri
maire taak heeft gekregen wat betreft de psychosociale hulpver
lening in het kader van zowel rampenbestrijding als incidenten en dat de functie Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stof
fen (GAGS) over gaat naar de GGD. Dat betekent dat er directe raakvlakken zijn tussen de GHOR en de GGD op het terrein van de Preventieve Openbare Gezondheidszorg (POG) en de Psychoso
ciale Hulpverlening bij rampen (PSH), twee van de drie processen waarvoor de GHOR onder de vorige wetgeving verantwoordelijk was.
Gelet op de bedoelingen van de wetgever, de gewijzigde taak
stelling en het feit dat de GHORwerkzaamheden in de huidige situatie al door de GGD worden verricht, is het eigenlijk vanzelf
sprekend dat GHOR en GGD in de toekomst intensiever gaan sa
menwerken. De directe aansturing van beide organisaties door een en dezelfde functionaris, de Directeur Publieke Gezondheid, werkt dit uiteraard in de hand. Ook de onderlinge raakvlakken en de praktijk van de laatste jaren waarin duidelijk is gebleken dat GHOR en GGD elkaar nodig hebben, pleiten voor samenwerking.
GHOR en GGD voeren complementair aan elkaar hun taakstel
ling uit, beiden op het snijvlak van het openbaar bestuur en de publieke gezondheid.
9
In feite zou gesteld kunnen worden dat het onderbrengen van de aansturing van zowel de GHORorganisatie als de GGDorganisa
tie in één persoon, de Directeur Publieke Gezondheid, verder gaat dan alleen deze functionaris. Volledige integratie van de GHOR en de GGD zou daarom in Drenthe een logische kunnen zijn. Eer
ste verkennende gesprekken in die richting zijn positief verlopen.
In het meerjarenbeleidsplan GHOR is agendapunt 14 als volgt be
noemd:
“In de komende jaren wordt bezien in hoeverre de integratie van de GHOR en de GGD vorm kan worden gegeven binnen de kaders van de wet.”
Beleidsmatige wijzigingen binnen de begroting Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS)
Bij het opstellen van de begroting 2013 is de GHOR conform de wens van het bestuur c.q. de gemeenten uitgegaan van de 0lijn.
Als gevolg van de verplaatsing van het budget voor de GAGS van de HVD/GHORbegroting naar de GGDbegroting komt de totale raming echter € 35.000, lager uit dan het totaal van 2012.
Daarvoor geldt de volgende verklaring. Met de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s is de bestuurlijke verantwoordelijk
heid voor een belangrijke adviesfunctie van de GHOR, die van de GAGS, overgegaan van het veiligheidsbestuur naar het bestuur van de GGD. De GAGS wordt onderdeel van de functie Medische Milieukunde van de GGD en wordt dus een GGDfunctionaris.
Deze wijziging past binnen de algemene lijn die de rijksoverheid heeft vastgelegd in de nieuwe wet: de ketenpartners zijn niet al
leen verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg maar ook voor op
geschaalde (GHOR) situaties.
In het overleg dat in december 2011 heeft plaatsgevonden tussen de voorzitters van het bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe en het bestuur van de GGD Drenthe is voorgesteld het budget voor de GAGS te verplaatsen van de begroting van de HVD naar die van de GGD. Voor de gemeenten blijft deze overgang daarmee budget neutraal en de GGD wordt in staat gesteld de dienstverle
ning te waarborgen. Voor 2012 geldt een overgangsregeling. Het gereserveerde geld wordt aan de GGD beschikbaar gesteld.
Opleiden – trainen – oefenen
Als gevolg van de gewijzigde wetgeving en de door het Ministerie van VWS aan de partners in de witte kolom beschikbaar gestelde stimuleringsgelden voor opleiden, trainen en oefenen, kan het GHORbudget iets lager worden geraamd.
Calamiteitencoördinator Meldkamer Noord Nederland
Een belangrijke multidisciplinaire functie binnen de gezamen
lijke Meldkamer Noord Nederland is die van Calamiteitencoör
dinator (CaCo). De CaCo is ten tijde van een calamiteit degene die leiding geeft aan het opgeschaalde proces binnen de meldkamer.
Hij/zij houdt toezicht, bewaakt de onderlinge afstemming tussen
de kolommen, geeft aanwijzingen en is aanspreekpunt voor de Operationeel Leider.
Als exploitant van de Meldkamer Ambulancezorg leveren de drie RAV’en ook medewerkers voor de 24/7 invulling van deze functie.
Naar verluidt worden de GHORregio’s gevraagd om bij te dragen in de kosten voor de instandhouding van de functie. Besprekin
gen over de hoogte daarvan vinden in 2012 plaats. Om die reden is een p.m.post geraamd binnen de begroting.
Stafafdeling Ondersteuning
Het jaar 2013 staat voor de Stafafdeling Ondersteuning van de HVD in het teken van inrichting: inrichting van de nieuwe on
dersteuningsorganisatie die voortvloeit uit de regionalisering van de Brandweer en fysieke inrichting van het nieuwe pand aan de Groene Dijk dat de HVD samen met GGD en Brandweer Assen medio 2013 betrekt.
Regionalisering heeft een grote impact op de beperkte ondersteu
ningsorganisatie van de HVD. De groei van de organisatie is van invloed op de bestaande organisatievorm, processen, werkwijzen en systemen. Intussen moeten ook de dagelijkse werkzaamhe
den hun doorgang vinden: ‘de winkel blijft open’. Medewerkers van de stafafdeling zullen naast het reguliere werk mee draaien in de diverse werkgroepen van het project regionalisering. Bin
nen de HVD zijn eind 2011 acties in gang gezet ter voorbereiding op de ontvangst van zo’n 900 extra medewerkers. Hiervoor heeft de HVD een kwartiermaker aangesteld die budget heeft om ter voorbereiding op de regionalisering een aantal zaken op het ge
bied van HRM en ICT in 2012 op te starten.
Personeel
Samen met het project Regionalisering zal gewerkt worden aan het neerzetten van een degelijk HRM beleid. Dit betekent aan
passingen in beleid, processen, instrumenten en uitbreiding van formatieplaatsen of herallocatie van formatie. Twee belang
rijke instrumenten zijn een personeelsinformatiesysteem en een functiewaarderingsmethodiek met bijpassend systeem. Deze systemen zullen in 2012/2013 worden geïmplementeerd. Met de keuze van het pakket wil de HVD aansluiten bij de nieuwe ge
meentelijke systemen.
Het inpassen van functies uit de districten vraagt om het verder ontwikkelen van het generieke functiebestand, waarbij ook ope
rationele functies beschreven zullen moeten worden.
Informatiemanagement en ICT
Regionalisering van de brandweer in Drenthe heeft grote gevol
gen voor de informatievoorziening. Dit betekent voor de huidige informatiemanagement/ICT afdeling niet alleen een toename van gebruikers, maar ook een verandering in werkstromen, in
formatiestromen, ondersteunde systemen en applicaties, type gebruikers en cultuur. Organisatiegroei heeft effect op informa
tiemanagement, werkplekbeheer, netwerkbeheer en applicatie
10
beheer. De regionalisering biedt mogelijkheden om de informa
tievoorziening tussen de verschillende korpsen te verbeteren.
Een concreet project in dit kader is de ontwikkeling van een in
tranet/extranet dat voorziet in:
1. samenwerken: delen van kennis en samenwerken tussen mensen;
2. archiveren: toegankelijk maken van vastgestelde documen
ten;
3. publiceren: nieuwsvoorziening, brengen van informatie op maat.
Voor Het Nieuwe Werken moeten medewerkers gefaciliteerd worden bij het plaats en tijdsonafhankelijk werken, door de juis
te ICT middelen en toegankelijkheid van benodigde informatie.
Met de overgang naar nieuwe huisvesting en de schaalvergro
ting van de HVD is het noodzakelijk dat een degelijke infrastruc
tuur en ICTarchitectuur geïmplementeerd wordt die maximaal ondersteunend zijn aan de primaire functies. Bestuur, directies, medewerkers en partners dienen te kunnen vertrouwen op een degelijk en toekomstgerichte architectuur.
De HVD en de GGD hebben de intentie uitgesproken om samen te gaan werken op de middelenfuncties. Het betrekken van een gezamenlijk pand in 2013 biedt een goede kans om te starten met de gezamenlijke inrichting van facilitaire zaken en ICT. Deze ondersteunende processen zullen dan ook gezamenlijk worden ingericht.
Communicatie
Alle veranderingen vragen uiteraard ook om een aanpassing van het communicatiebeleid van de HVD. Daarnaast heeft commu
nicatie een ondersteunende rol in alle veranderingstrajecten en maakt deel uit van de projectgroepen Regionalisering, Natuur
brandbeheersing, Het Nieuwe Werken, Huisvesting, enzovoort.
Organisatie
De projectleider Regionalisering stelt in 2012 een projectplan op waarin een relatie wordt gelegd tussen de uit te voeren ta
ken en de benodigde formaties. Dit is afhankelijk van de keuze in overheadberekening en de ontvlechting van overhead bij de gemeenten. Voor het personeelsmanagementsysteem en de ICT
architectuur worden reeds in 2012 voorinvesteringen gedaan. In 2012 kunnen meerdere zaken zich voordoen die, vooruitlopend op het projectplan, om besluiten en eventuele voorinvesteringen vragen.
Een nieuwe organisatie vraagt om aanpassingen in het bestu
ringsconcept en adequate en tijdige managementinformatie.
Bestaande instrumenten moeten worden aangepast en nieuwe worden ontwikkeld. Voor het project Aristoteles betekent dit dat in 20122013 verdere invulling gegeven gaat worden aan presta
tie en verantwoordingsindicatoren op het gebied van bedrijfs
voering.
Kwaliteitszorg houdt zich in 2013 bezig met het verfijnen van het kwaliteitszorgsysteem van de brandweer en het doorontwikke
len van het kwaliteitszorgsysteem voor de gehele HVD organi
satie.
Speerpunten zijn hierin:
• Het verhelderen van werkprocessen;
• Het organiseren van interne audits;
• Het monitoren van aandachtspuntenlijsten.
Financiën
De regionalisering zal ook de nodig aandacht en ondersteuning vragen van de financiële medewerkers. Voorbereidingen worden getroffen voor het inpassen van de gemeentelijke brandweer
budgetten in die van de HVD. Door de toename van de financiële omvang van de begroting en de behoefte aan financiële gegevens op verschillende niveau’s is uitbreiding of vervanging van het financieel systeem noodzakelijk. Ook afstemming van de finan
ciële managementsystemen van de GGD en de districten moet plaatsvinden. Er wordt in noordelijk verband afgestemd om des
kundig te spreiden en te delen.
Huisvesting
Medio 2013 wordt het nieuwe pand aan de Groene Dijk opgele
verd. De HVD is tot die periode huurder in de brandweerkazerne aan Jan Fabricisstraat. De huurprijs is inclusief alle faciliteiten.
In het nieuwe pand is de HVD zelf verantwoordelijk voor de inrichting van faciliteiten zoals ICT voorzieningen, telefonie, meubilair, audiovisuele middelen, cateringscontracten, schoon
maakcontracten, en dergelijke. In samenwerking met de GGD en brandweer Assen zal op deze punten invulling worden gegeven, waarbij in financiële zin nog onzekerheden bestaan.
11
12
0 500.000 1.000.000 1.500.000 2.000.000 2.500.000 3.000.000 3.500.000
2009 2010 2011 2012 2013
0 500.000 1.000.000 1.500.000 2.000.000 2.500.000 3.000.000 3.500.000 4.000.000 4.500.000 5.000.000
Rijksbijdragen Gemeentelijke bijdrage
2009 2010 2011 2012 2013