• No results found

Exotisch Nederlands: inzichten vanuit de cognitieve semantiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Exotisch Nederlands: inzichten vanuit de cognitieve semantiek"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

3. Case study 2: BookTube Contemporaine literatuur

Een tweede project dat we kort willen voorstellen, is het BookTubekanaal dat we heb- ben opgericht om studenten te leren schrijven voor verschillende media. Hier worden filmpjes geüpload met boekbesprekingen, literaire promotiecampagnes. nieuwsberich- ten, enz. De digitale revolutie heeft gezorgd voor een toegenomen wisselwerking tus- sen woord en beeld en dat vraagt om een ander soort teksten dan geschreven media.

Met hun projecten op BookTube leren studenten de essentie van hun boodschap zo helder en beknopt mogelijk te formuleren en die op een aansprekende manier te visu- aliseren.

Ronde 2

Maarten Lemmens Université de Lille

Contact: maarten.lemmens@univ-lille.fr

Exotisch Nederlands: inzichten vanuit de cognitieve semantiek

Moedertaalsprekers zijn zich meestal niet bewust van de vreemde keuzes die hun taal maakt om bepaalde dingen uit te drukken. Alles is toch altijd heel logisch? Toegepast

32steHSN-Conferentie

292

Conferentie 32_Opmaak 1 29/10/18 10:34 Pagina 292

(2)

op het domein van deze lezing, is het toch voor elke Nederlandstalige de logica zelve dat een bed in de kamer staat, het water in de fles zit en het ziekenhuis in het midden van de stad ligt. Vreemdetaalleerders weten wel beter. Waarom wordt over iets dat meer horizontaal is dan verticaal gezegd dat het staat? Hoe kan water nou zitten? En dat zie- kenhuis, hoe kan dat nou liggen wanneer het nog functioneel is en niet in puin ligt?

En dan zwijgen we nog van oorzaken die in het verleden liggen, mensen die met een probleem zitten of teksten die op het internet staan. Helemaal gek wordt het als je ach- ter iemand aan zit, als je zit rond te lopen of als iets er zit aan te komen. “Wacht even”, zegt de Franstalige leerder, “in het Nederlands ga je dus het werkwoord zitten gebrui- ken (dat een statisch gebeuren uitdrukt) om een beweging uit te drukken?” Je zou voor minder raar opkijken, toch? Objectief beschouwd, maakt het Nederlands dus helemaal niet zo’n logische keuzes; wel integendeel. Het is een van de talen in de wereld die het gebruik van de drie positiewerkwoorden liggen, zitten en staan het verst heeft doorge- dreven, en deze gebruikt in uiterst gevarieerde contexten. Bovendien doet het dat nog eens dunnetjes over met de plaatsingswerkwoorden leggen (‘doen liggen’) en zetten (‘doen staan’). Met nog het bijkomend probleem dat dat laatste oorspronkelijk eigen- lijk ‘doen zitten’ betekende (zoals nog steeds gebruikt in Vlaanderen, bijvoorbeeld in Zet u in plaats van Gaat u zitten).

Hoewel het Nederlands geen uniek geval is in dit uitgebreide gebruik van positie- en plaatsingswerkwoorden (waarvan je enkele parallellen vindt in andere, soms zelfs niet verwante talen), bekleedt het Nederlands toch een speciale positie, niet enkel omdat het dit gebruik zo ver heeft doorgedreven, maar ook omdat positiewerkwoorden vaak verplicht gebruikt moeten worden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld het Frans (of ook het Engels, toch een aan het Nederlands verwante taal), is het gebruik van het positie- neutrale werkwoord zijn in het Nederland vaak niet idiomatisch (of zelfs onaanvaard- baar) in een plaatsbeschrijving, bijvoorbeeld Mijn sleutels *zijn/liggen op tafel vs. Mes clefs sont sur la table en My keys are on the table.). Een dergelijke verplichting vind je ook in sommige metaforische gebruikswijzen, bijvoorbeeld De tijd staat (*is) stil; Het gokken zit (*is) hem in het bloed. In andere gevallen is er een duidelijk verschil in bete- kenis tussen het gebruik van zijn en een positiewerkwoord, bijvoorbeeld in Het huis staat leeg vs. Het huis is leeg of in Hij zit in de gevangenis vs. Hij is in de gevangenis. Deze semantisch verschillen zijn niet altijd makkelijk te karakteriseren. Neem bijvoorbeeld de constructie met een adjectief dat verbazing uitdrukt (verbaasd, verbijsterd, perplex, verstomd, enz.). Deze adjectieven kunnen allemaal gecombineerd worden met zijn of met staan, maar ze doen dat niet allemaal even makkelijk: verbaasd combineert mak- kelijk met zowel zijn als staan, maar verbijsterd heeft een duidelijke voorkeur voor zijn;

verbijsterd staan klinkt niet erg idiomatisch. Bij versteld is het net omgekeerd: versteld staan klinkt prima, versteld zijn absoluut niet.

In deze lezing gaan we dieper in op deze op het eerste zicht rare kronkels in de Nederlandse taal. We belichten verschillende aspecten van het gebruik van positie- werkwoorden (en in mindere mate plaatsingswerkwoorden).

11. Taal- en letterkunde

293

11

Conferentie 32_Opmaak 1 29/10/18 10:34 Pagina 293

(3)

In het eerste deel schets ik kort een cognitieve analyse van de positiewerkwoorden lig- gen, zitten en staan. Hierbij toon ik aan dat er toch een mooie en subtiele systematiek zit (!) in het gebruik van deze werkwoorden. Eens je de sleutel hebt die toegang geeft tot het juiste gebruik, wordt het inderdaad allemaal erg logisch. De logica voor deze betekenisuitbreiding is niet voorspelbaar, maar wel vaak gemotiveerd vanuit een bepaald antropocentrisch perspectief. Dat wil zeggen dat je vaak een (abstracte) gelij- kenis poneert tussen de menselijke houdingen en de positie van dingen. Deze gelijke- nis spitst zich toe op een aantal belangrijke kenmerken die ofwel inherent zijn aan het object waarvan de locatie beschreven wordt (zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van een basis) ofwel voortvloeien uit het perspectief van waaruit men de situatie beschrijft of conceptualiseert. Neem bijvoorbeeld een pakje boter in de koelkast waarvan je kunt zeggen dat het in de koelkast ligt, zit of staat. Elk van deze mogelijke zegswijzen incor- poreert een bepaalde visie op een en dezelfde werkelijkheid. Aan de hand van taalge- bruik door (gevorderde) Franstalige leerders van het Nederlands, zullen we illustreren hoe de leerders soms een andere logica volgen, en daarmee uit de bocht gaan wat idi- omatisch gebruik van deze werkwoorden betreft.

We gaan ook verder in op het gebruik van de positiewerkwoorden om een aan de gang zijnde handeling uit te drukken (bijvoorbeeld: zitten te lezen), vooral dan in contrast met andere vergelijkbare constructies, zoals aan het lezen zijn. Als je weet dat zitten niet noodzakelijk naar een zittende houding verwijst (bijvoorbeeld: zitten rond te lopen), wordt het verschil tussen de twee mogelijkheden erg lastig te bepalen. Toch zijn er bepaalde tendensen te zien, die in lijn liggen van de algemene typologische kenmer- ken van het Nederlands.

Hoewel ten dele onvoorspelbaar, komt het verregaande gebruik van deze positiewerk- woorden niet helemaal uit de lucht vallen, maar kan het ingebed worden in een rui- mer typologisch kenmerk van het Nederlands (en van andere Germaanse talen) dat ook de bewegingswerkwoorden betreft. Het zijn deze ruimere typologische kenmerken die kunnen verklaren waarom het gebruik van positiewerkwoorden vaak verplicht is, of op z’n minst vaak idiomatischer klinkt, zoals hierboven al vermeld.

In het laatste deel van deze lezing licht ik deze typologische kenmerken kort toe en bespreek ik ook het gebruik van gebaren (coverbal gestures) bij spatiale beschrijvingen, zowel door moedertaalsprekers van het Nederlands als door (Franstalige) leerders.

Referenties

Lemmens, M. (2015). “Zit je te denken of ben je aan het piekeren? Persistentie in het synchrone gebruik van de PREP- en POS-progressiefconstructies in het Nederlands”. In: Nederlandse Taalkunde, 20 (1), p. 5-36.

32steHSN-Conferentie

294

Conferentie 32_Opmaak 1 29/10/18 10:34 Pagina 294

(4)

Lemmens, M. (2005). “Aspectual posture verb constructions in Dutch”. In: Journal of Germanic Linguistics, 17 (3), p. 183-217.

Lemmens, M. (2002). ‘The semantic network of Dutch posture verbs’. In: J. Newman (ed.). The Linguistics of Sitting, Standing, and Lying. Amsterdam/Philadelphia: John Benjamins, p. 103-139.

Lemmens, M. & J. Perrez (2010). “On the use of posture verbs by French-speaking learners of Dutch: a corpus-based study”. In: Cognitive Linguistics, 21 (2), p. 315- 347.

Lemmens, M. & J. Perrez (2012). “A quantitative analysis of the use of posture verbs by French-speaking learners of Dutch”. In: Cognitextes. Online raadpleegbaar op:

http://cognitextes.revues.org/609.

Lemmens, M. & J. Perrez (2018). ‘French Onions and Dutch Trains: Typological Perspectives on Learners’ Descriptions of Spatial Scenes’. In: A. Tyler, L. Huang &

J. Hana (eds.). What is Applied Cognitive Linguistics? Answers From Current SLA Research. Berlin/New York: Mouton de Gruyter, p. 121-150.

Lemmens, M. & D.I. Slobin (2008) “Positie- en bewegingswerkwoorden in het Nederlands, het Engels en het Frans”. In: Verslagen en Medelingen van de Handelingen van de Koninklijke Academie voor Taal- en letterkunde, 118 (1), p. 17- 32.

Ronde 3

Gert De Sutter (a), Stefan Grondelaers (b) & Steven Delarue (c) (a) Universiteit Gent

(b) Radboud Universiteit Nijmegen (c) Onderwijscentrum Gent Contact: gert.desutter@ugent.be

Het eeuwigdurend spagaat? De leraar Nederlands tussen taalpraktijk en taalbeleid

1. Inleiding

U herinnert zich vast nog dat het West-Vlaamse jeunen vorig jaar door de krant De Standaard en Radio 1 uitgeroepen werd tot het mooiste dialectwoord van Vlaanderen.

Ook apsjaar, tjiepmuile en hennig scoorden goed. Kinderen die hangde zeggen in plaats

11. Taal- en letterkunde

295

11

Conferentie 32_Opmaak 1 29/10/18 10:34 Pagina 295

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij doen treffen we, zoals bleek in par. l, geen variatie aan: causees bij doen zijn in het corpus altijd kale NPs. We hebben in feite al aangegeven dat dit onmiddellijk verklaar-

Ons het reeds gesien dat nuwe woorde van bestaande woorde afgelei word op drie maniore: (i) deur middt>l van voorvoegsels, (ii) deur midclel van agtervoegsels, en

redelijk beperkt te zijn, en hoewel dialectische vormen zeker een rol spelen in het taal- gebruik van deze minder geoefende schrijvers, is het duidelijk dat we niet met recht-

Het is begri jpelijk dat buitenstaanders soms gek worden van de steed s wijzigen- de jaartallen, n iet alleen op ba- sis var;_ nieuwe vondsten, maar ook door verbeterde

Toen de Eerste Kamer eenmaal opengesteld werd voor alle Nederlanders (tot 1917 waren slechts de .hoogstaangeslagenen in de belastingen en de bekleders van hoge ambten

For example, all LP-based approximation results for stochastic schedul- ing on identical parallel machines outlined above build upon a class of linear programming relaxations

Bij afschrikking zal het toezicht zo moeten zijn inge- richt dat de persoon die onder toezicht is gesteld dat zo onprettig vindt dat hij het niet meer in zijn hoofd haalt om opnieuw

genderneutrale voornaamwoorden zijn geen modeverschijnsel en het is niet voor de leuk: het is voor veel mensen een bevrijding dat ze bestaan..