• No results found

Taal op het mbo: werken aan een taalbasis

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Taal op het mbo: werken aan een taalbasis"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

33steHSN-Conferentie

134

studenten af? Komen studenten met plezier naar de les? En ja, welke cijfers halen ze voor de examens? Want ook in het tweede jaar zal ik ongetwijfeld weer nieuwe inzich- ten en breinbrekers tegenkomen.

Referenties

Biesta, G. (2011). Learning democracy in school and society: Education, lifelong learning and the politics of citizenship. Rotterdam: Sense Publishers.

Moelands, F, J. Jongen, F. van der School & B. Henken (2007). “Balans over leesstra- tegieën in het primair onderwijs”. In: Primair Onderwijs Peiling van het Onderwijsniveau, 35, z.p.

Schaafsma, F. (2017). ‘Visie op Nederlands, rekenen en Engels vanuit het Deltion- onderwijsconcept’. Zwolle: Deltion College.

Ronde 5

Trinske Mijnheer

Hogeschool Windesheim, Zwolle / Aventus, Apeldoorn Contact: t.mijnheer@aventus.nl

Taal op het mbo: werken aan een taalbasis

In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) wordt hard gewerkt om studenten klaar te stomen voor het examen Nederlands. Toch beschikt een derde van de mbo-studenten over een lage (schriftelijke) taalvaardigheid (Broekhof & van Velzen 2016). Daarnaast blijken de studenten die doorstromen naar het hbo onvoldoende vaardig te zijn in begrijpend lezen en zakelijk schrijven. Hierdoor keert ruim 20% van de doorstromers na één jaar niet terug in het hoger onderwijs (Kennisrotonde 2017).

Docenten op het mbo ervaren het als een probleem dat ze vooral bezig zijn met methodes die uit moeten. Deze zijn vaak ook erg gericht op teaching to the test.

Daarnaast is het op het mbo de vraag in hoeverre het zin heeft om weer lesstof op te pakken die ook al eens in het basis- en voortgezet onderwijs behandeld is. Mbo-stu- denten zijn ook niet erg gemotiveerd voor het vak Nederlands, omdat ze naar het mbo komen om een beroep te leren. Voor docenten is het daarom een uitdaging om het vak Nederlands op het mbo zinvol en effectief te maken.

Conferentie 33_Opmaak 1 4/11/19 13:15 Pagina 134

(2)

4. Bso, mbo, vmbo

4

135

Het doel van ons taal- en leesonderwijs is dat studenten intrinsiek gemotiveerde, zelf- standige taalgebruikers worden die in staat zijn om taal te gebruiken in functionele situaties en daaraan ook plezier kunnen beleven (vrij naar Houtveen, Brokamp &

Smits 2012). Of dat doel bereikt wordt met het huidige aanbod en de vele toetsen, is maar de vraag.

We willen dat onze lessen zinvol en effectief zijn en dat onze studenten iets leren. Smits

& van Koeven (2016) leggen uit dat dit leren uit drie componenten bestaat:

1. er ontstaan rijke verbindingen;

2. kennis is duurzaam;

3. transfer kan optreden.

Dit werkelijk leren wordt niet bereikt door gefragmenteerd onderwijs, waarbij alle onderwerpen uit elkaar getrokken worden en waarbij teksten en fragmenten inhoude- lijk niets met elkaar te maken hebben. Op het mbo wordt dat helaas wel vaak gedaan.

Ook de taalmethodes zijn meestal op die manier ingericht. Hierdoor ontbreekt er con- text en wordt het moeilijk om informatie te onthouden. Onze hersenen zijn er name- lijk niet op ingericht om losse feitjes te onthouden, maar onthouden informatie wan- neer er contextgericht gewerkt wordt. Op die manier kunnen er rijke verbindingen in de hersenen ontstaan, wat leidt tot duurzame veranderingen in het langetermijngeheu- gen. Bovendien wordt transfer mogelijk. Dat kan onder andere bereikt worden door te lezen en te schrijven rond betekenisvolle contexten, waardoor studenten een taalba- sis ontwikkelen.

Binnen de master ‘Educational Needs’ (leerroute ‘remedial teacher’) heb ik op het mbo twee praktijkonderzoeken uitgevoerd die erop gericht zijn om de taalbasis te vergro- ten. Bij het eerste onderzoek is een start gemaakt met vrij lezen in het mbo. Het inzet- ten van vrij lezen is kwetsbaar. Een docent moet op zoek gaan naar een werkwijze die past bij zijn studenten en zijn persoonlijke competenties.

Bij het tweede onderzoek hebben studenten gewerkt met teksten rond een bepaalde context om rijke verbindingen te kunnen creëren. Ik heb daarbij gebruikgemaakt van een verzameling teksten waarin dezelfde begrippen steeds terugkomen (Jager-Adams 2010-2011). Ik wilde nagaan of deze aanpakken het taal- en leesonderwijs aantrekke- lijker maken, zodat studenten zich meer gemotiveerd voelen.

Ten tijde van het eerste onderzoek waren in ons ROC nog geen boeken voorhanden.

Daarom heb ik zelf een boek gekozen om mee te werken (Een weeffout in onze sterren van John Green). Ik heb over het boek verteld, we hebben een filmpje bekeken en samen een hoofdstuk gelezen. Daar gingen we dan weer over in gesprek. Ik ondervond dat de meeste studenten het heerlijk vonden om een half uurtje te lezen in de les. Ook

Conferentie 33_Opmaak 1 4/11/19 13:15 Pagina 135

(3)

de boekgesprekken leverden positieve reacties op. Deze verkenning heeft zeker gevol- gen gehad. Inmiddels is er een boekenkast op school en elke les wordt nu gestart met een half uurtje vrij lezen. Studenten kiezen hierbij zelf een boek, omdat dit hun betrokkenheid vergroot (Guthrie e.a. 2012). Weten ze niet wat ze moeten kiezen, dan help ik ze daarbij. Als docent ben ik rolmodel en lees ik ook. Het starten van de les met een half uurtje lezen, werkt rustgevend. Voor sommige studenten is het even wen- nen, maar uiteindelijk is iedereen aan het lezen. Studenten zitten verspreid door het lokaal, lekker onderuit op hun stoel en duiken in hun boek. Sommige studenten vin- den het zo prettig dat ze het liefst de hele les door zouden lezen. Inmiddels zijn we twee periodes aan het lezen en dat gaat prima. In eerste instantie zijn er altijd wat stu- denten die tegensputteren, maar goed voorbeeld doet meestal goed volgen. Ook mijn modelgedrag als docent werkt motiverend. Over de effecten kan ik nog weinig zeggen.

Ik heb tot nu vooral gezocht naar de juiste aanpak.

In het tweede onderzoek is gewerkt met teksten en fragmenten rond een context. Door langere tijd te werken met betekenisvolle thema’s en daarover te lezen en in gesprek te gaan, vergroten studenten hun taalbasis (Allington & Gabriel 2012; Hirsch 2003). Ik heb gewerkt met het thema ‘diversiteit’. Dat is actueel, breed en wordt ook behandeld bij ‘Burgerschap’. De studenten hebben teksten over het thema gelezen en bij wijze van scaffold filmpjes gekeken. Ze voerden betekenisvolle opdrachten uit, waarbij ze bij- voorbeeld brieven of artikelen schreven rond diversiteit. Daarnaast zoomden we in op examenvoorbereiding.

Het taalonderwijs in het mbo is sterk gericht op examens en dat is noch voor docen- ten, noch voor studenten motiverend. Uit dit praktijkonderzoek blijkt dat we het taal- onderwijs ook in het beroepsonderwijs heel anders kunnen vormgeven. Laten we daar- om als mbo-docenten meer van deze kleine onderzoeken doen binnen onze lespraktijk en met elkaar delen wat werkt en wat niet. Op die manier kunnen we samen een visie ontwikkelen op goed, maar ook zinvol en effectief, taalonderwijs op het mbo.

Referenties

Allington, R. & R. Gabriel (2012). “Every child, every day. Six elements of effective reading instruction”. In: Educational Leadership, 69 (6), p. 10-15.

Brokamp, S., A. Houtveen & A. Smits (2012). Lezen, lezen, lezen! Achtergrond en eva- luatie van het LeesInterventie-project voor Scholen met een Totaalaanpak (LIST).

Utrecht: Hogeschool Utrecht.

Green, J. (2014). Een weeffout in onze sterren. Rotterdam: Lemniscaat.

Guthrie, J., A. Wigfield & W. You (2012). ‘Instructional contexts for engagement and achievement in reading’. In: S. Christenson, A. Reschly & C. Wylie. Handbook of research on student engagement. Boston: Springer, p. 601-634.

33steHSN-Conferentie

136

Conferentie 33_Opmaak 1 4/11/19 13:15 Pagina 136

(4)

Hirsch, E. (2003). “Reading comprehension requires knowledge of words and the world”. In: American Educator 27 (1,), p. 10-22.

Jager-Adams, M. (2010-2011). “Advancing our students’ language and literacy. The challenge of complex texts”. In: American Educator, 34 (4), p. 3-11.

Kennisrotonde. (2017). ‘Welke invloed heeft taalvaardigheid op de doorstroom naar en studiesucces in het hbo van mbo’ers tot 25 jaar uit achterstandsgroepen?’. Den Haag: NRO, Kennisrotonde.

Koeven, E. van (2018). Lezen in het mbo. De context van beroep en burgerschap biedt kansen. Van twaalf tot achttien. 28 (3), p. 26-28.

Smits, A. & E. van Koeven (2016). “Denken over leren”. Online raadpleegbaar op:

http://geletterdheidenschoolsucces.blogspot.nl/search?q=denken+over+leren.

Ronde 6

Kathleen Leemans

Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Contact: kathleen.leemans@g-o.be

Goed voor de sterken, sterk voor de zwakken:

nieuwe ‘Competenties in het Nederlands’ in Vlaanderen

1. Inleiding

Het Vlaamse onderwijs ambieert dat jongeren in het secundair beroepsonderwijs com- petenties ontwikkelen die bijdragen tot hun persoonlijke ontwikkeling en die hen toe- laten om autonoom en interactief in de samenleving te functioneren. De

‘Competenties in het Nederlands’ werden ambitieus geformuleerd.

2. Wat verandert er?

De structurele verandering in de B-stroom secundair beroepsonderwijs (leerlingen van 12 tot en met 14 jaar) krijgt zijn impuls door een veranderde status van de nieuwe eindtermen. Tot nu toe werden voor de B-stroom ‘ontwikkelingsdoelen’ geformuleerd die de leerlingen ‘nastreefden’. Vanaf september 2019 gelden er ‘eindtermen’, met een resultaatsverplichting in plaats van de vroegere inspanningsverplichting. De lat ligt dus hoger.

4. Bso, mbo, vmbo

4

137 Conferentie 33_Opmaak 1 4/11/19 13:15 Pagina 137

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een verschil tussen de beide methodes is het feit dat er ten aanzien van VTS significante bewijzen zijn dat deze manier van kunst kijken binnen een groep, gestuurd door het

We mochten al meerdere Red Dot Design Awards ontvangen voor onze tijdloze toiletzittingen, die in elk type badkamer geïntegreerd kunnen worden en Deens design van

Bovendien moeten docenten aan de slag met hun competenties rond beoordelen: als deelnemers beoordeeld worden op grond van relevante taaltaken, zullen ze sneller inzien wat er

De externe factoren met betrekking tot de materiële onderwerpen worden, behalve voor ‘variabele beloning’, voldoende beschreven, gevolgd door de concrete acties

Figuur 1 laat goed zien waarom het scheurvolume zich manifesteert in enkele grote scheuren in plaats van vele kleine: de laag 30 – 60 diepte krimpt veel meer dan de laag er

Gelet op de artikelen 64 tot 72 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde

van de leenbijstand in een bedrag om niet voor betrokkene belast inkomen en wel in het jaar van die omzetting Dit inkomen heeft als naam meegekregen papieren inkomen omdat op

Dat wil nog niet zeggen dat er ook opbrengstdoelen op schoolniveau zijn geformuleerd voor taal en/of rekenen: bijna twee derde van de scholen (62 procent) heeft dit voor