• No results found

Reactie minister van Financiën op het rapport Intensivering toezicht en invordering bij de Belastingdienst

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Reactie minister van Financiën op het rapport Intensivering toezicht en invordering bij de Belastingdienst"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ministerie van Financiën

> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag

De president van de Algemene Rekenkamer Drs. A . P . Visser

Postbus 20015 2500 EA Den Haag

2 6 JAN. 201S

Datum

Betreft Bestijurlijke reactie op conceptrapport Intensivering Toezicht en Invordering bij de Belastingdienst

Directoraat-Generaal Belastingdienst Korte Voorhout 7 2511 c w Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Inlichtingen dhr. mr. S.J. Rozema T 070-3428611 F 070-3427427 s.j.rozema@minfin.nl

Ons k e n m e r k DGB/2016/129M

Uw brief ( k e n m e r k )

Bijlagen

Geachte heer Visser,

Hierbij ontvangt u, mede namens de staatssecretaris van Financiën, de reactie op het conceptrapport Intensivering Toezicht en Invordering bij de Belastingdienst (ITI).

In het rapport worden door de Algemene Rekenkamer een aantal conclusies getrokken en een tweetal aanbevelingen gedaan aan de minister van Financiën.

Hierna wordt per conclusie en aanbeveling een reactie gegeven.

Politieke context

In de brief van 10 december 2012 is de Kamer geïnformeerd hoe de middelen die het kabinet in het regeerakkoord Rutte II had vrijgespeeld om de toezichtstaak van de Belastingdienst een flinke impuls te geven, zouden worden ingezet. Het doel is om vanaf 2017 met een investering in de Belastingdienst van € 157 miljoen een structurele extra belastingopbrengst te realiseren van € 663 miljoen. De

verschillende intensiveringsmaatregelen daartoe (versnelling aanslagregeling particulieren, automatische corrigeren, meer boekenonderzoeken, aanscherping controles omzetbelasting, versterking opsporing en invordering) zijn in de brief van 10 december 2012 toegelicht. Toegezegd is dat de Tweede Kamer over de voortgang en resultaten van de maatregelen via de halfjaarsrapportages op de hoogte wordt gehouden.

Conclusies

Opbrengst investeringen in Belastingdienst is niet duidelijk

De eerste conclusie van de Algemene Rekenkamer is dat onduidelijk is wat het extra geld dat in 2013 en 2014 in de Belastingdienst is gestoken precies heeft opgeleverd. De Algemene Rekenkamer wijt het niet volledig kunnen leggen van de relatie ondermeer aan het gebrekkige personeelsadministratiesysteem, waardoor niet af te leiden is wat de extra personele inzet aan extra belastingontvangsten heeft opgeleverd.

Pagina 1 van 4

(2)

Directoraat-Generaal

De conclusie van de Algemene Rekenkamer dat er geen precieze één-op-één Belastingdienst relatie is te leggen tussen de extra capaciteit en activiteiten en de extra

opbrengsten is juist. Dit veronderstelt namelijk een speciale administratie, waarbij DGB/2016/I29M

een exclusief kenmerk wordt meegegeven aan de activiteiten van de nieuwe medewerkers en de opbrengsten van deze activiteiten. De benodigde koppelingen tussen de diverse financiële systemen en het personeelsadministratiesysteem bleken echter technisch niet te realiseren.

Wat de Belastingdienst heeft gedaan, is meten hoeveel extra toezicht- en

invorderingsactiviteiten vanaf 2013 zijn uitgevoerd in vergelijking met een ijkpunt gebaseerd op de productie in 2011 (basisniveau). Het gaat immers om een intensivering van de bestaande toezicht- en invorderingsactiviteiten. Gekozen is dus te sturen op de totale belastingopbrengst en de kasopbrengsten evenredig te verdelen over de bestaande en de extra activiteiten. Dit is ook gedaan omdat vanwege de gelijksoortigheid van het werk al snel de discussie zou kunnen ontstaan of de goede opdrachten (resultaten) niet exclusief aan ITI worden toegerekend en de opdrachten met minder opbrengstperspectief (resultaat) aan het historisch bestaande toezicht.

Hoewel er zoals gezegd daarmee geen directe relatie is te leggen tussen de verschillende extra activiteiten en de bijbehorende opbrengst, zijn met de

monitoring die op de business case is gezet, de extra ontvangsten wel aannemelijk gemaakt.

Plannen zijn deels anders uitgevoerd

De tweede conclusie van de Algemene Rekenkamer is dat de plannen, zoals opgenomen in de businesscase, deels anders zijn uitgevoerd. Dit heeft dan betrekking op het feit dat een deel van de extra mensen is ingezet voor de uitvoering van de inkeerregeling. En dat een deel van het geld Is besteed aan de ontwikkeling van 'slimmer toezicht' en verder dat geld bestemd voor de

verscherpte controles van de aangiften omzetbelasting deels is gebruikt voor handhavingscommunicatie^

De Belastingdienst heeft inderdaad op onderdelen ingespeeld op veranderende omstandigheden en inzichten. De Belastingdienst heeft extra capaciteit ingezet voor de uitvoering van de Inkeerregeling. Deze Is deels gehaald uit de capaciteit die oorspronkelijk aan de dienst was toegevoegd voor de intensivering van toezicht en invordering. Dit is echter opgevangen door (extra) controles op aangiften met een hogere hit rate en opbrengst.^ Het werken met aankondigingsbrieven aan intermediairs in het kader van tijdige afdracht op aangiften Omzetbelasting bleek een effectievere en efficiëntere oplossing dan alleen het instellen van repressieve balanscontroles bij bedrijven. Ook de investering in data analytics wierp zijn vruchten af, waarop wordt voortgebouwd bij de uitwerking van de

Investeringsagenda. Steeds is hierbij het oorspronkelijke doel - namelijk het genereren van de extra belastingopbrengsten - voor ogen gehouden. In de onderhavige gevallen Is alleen een ander (beter) instrument ingezet.

' Fiscale intermediairs en accountantskantoren hebben een brief gekregen waarin zij werden geïnformeerd over intensievere controles van de Belasitingdienst op het volledig en juist indienen van (suppletie) aangiften omzetbelasting.

^ De opbrengsten van de inkeerregeling zijn daarom niet meegenomen in de ITI verantwoording.

Pagina 2 van 4

(3)

De Algemene Rekenkamer concludeert verder dat de Belastingdienst aanvankelijk te licht heeft gedacht over de tijd die uitgetrokken moest worden voor werving, selectie en opleiding van de extra medewerkers. Dat is juist. Werkende weg kwam de Belastingdienst er achter dat de organisatie op dit vlak tamelijk 'roestig' was geworden. Jaren van bezuinigingen waarin geen nieuwe mensen mochten worden aangetrokken, hadden hun tol geëist. Het heeft de nodige tijd en veel energie gekost om weer een volwaardige organisatie op dit gebied In te richten en als zodanig te laten functioneren. Hierop kan nu worden gesteund bij de uitvoering van de Investeringsagenda.

Directoraat-Generaal Belastingdienst

Ons k e n m e r k DGB/2016/129IVI

Tweede Kamer alleen op hoofdlijnen geïnformeerd

De Algemene Rekenkamer concludeert dat de Tweede Kamer van meet af aan alleen op hoofdlijnen is geïnformeerd. De Kamer zou op deze wijze niet kunnen bepalen of de doelen van de business case zijn gerealiseerd.

De investering in de Belastingdienst heeft als belangrijkste doel het genereren van extra belastingopbrengsten uit toezicht- en invorderingsactiviteiten. Daarover is de Tweede Kamer steeds geïnformeerd in de halfjaarsrapportages en de

Jaarverslagen van het ministerie van Financiën. In de laatste halfjaarsrapportage van 16 september 2015 (Kamerstukken II, 2015/16, 31 066, nr. 251) is de Kamer tevens geïnformeerd over de gewijzigde mix van Ingezette toezichtinstrumenten.

Aanbevelingen

De Algemene Rekenkamer beveelt allereerst aan ervoor te zorgen dat voorafgaand aan de ontwikkeling van businesscases de monitoring van de voortgang en de vastlegging van managementinformatie daarover goed is georganiseerd. Deze aanbeveling geldt in het bijzonder voor de Investeringsagenda.

Ik deel de conclusie van de Algemene Rekenkamer dat maatregelen monitorbaar dienen te zijn om het budgettaire effect ervan te kunnen bepalen.

De Belastingdienst heeft de voortgang van ITI over de afgelopen jaren intern gemonitord. De lessen die daaruit kunnen worden getrokken worden meegenomen in de opzet van de monitoring van de toezichtactiviteiten In het kader van de Investeringsagenda. De opbrengsten van de Investeringsagenda zijn anders dan bij ITI niet als opbrengst ingeboekt In de begrotingsramingen. In het eerste kwartaal van 2016 wordt de organisatie voor planning, monitoring en rapportage van de Investeringsagenda ingericht.

De Algemene Rekenkamer doet de aanbeveling de effectiviteit van de invordering door de Belastingdienst te blijven verbeteren. Ten behoeve hiervan denkt de Rekenkamer aan een gerichte analyse van de 'tax gap'.

Invordering behoort tot de prioriteiten binnen de Belastingdienst. Door procesverbeteringen en Innovaties zijn hogere productievolumes tegen lagere kosten mogelijk en zal er naar stellige verwachting minder invorderingsverlies optreden. Met behulp van data-analyse wordt de vermogenspositie van een debiteur in de tijd gevolgd. Dit vergroot de mogelijkheid om vorderingen, die nu niet te incasseren zijn, op het moment dat er wel verhaalsmogelijkheden ontstaan, te signaleren en alsnog te innen. Het meten van het nalevingstekort zal onderdeel uitmaken van de monitoring van de Investeringsagenda.

Pagina 3 van 4

(4)

De Algemene Rekenkamer beveelt zowel de minister van Financiën als de Tweede Kamer aan oog te hebben voor het gegeven dat voor het doelmatiger functioneren van een uitvoeringsdienst als de Belastingdienst veelal een initiële investering nodig is, bijvoorbeeld in de ICT.

Directoraat-Generaal Belastingdienst

Ons k e n m e r k DGB/2016/1291^

Wat de Belastingdienst betreft wordt deze les ter harte genomen, getuige de Investeringsagenda.

Hoogachtend,

de minister van Financiën,

J.R.V.A. Dijsselbloem

Pagina 4 van 4

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze biedt een beschrijving hoe Nederland er voor staat op het gebied van brede welvaart, en op welke terreinen meer of minder gunstige ontwikkelingen kunnen worden geconstateerd.

U stelt dat door de aandacht voor het realiseren van de besparingen van de Investeringsagenda het risico bestaat dat er voor het vervolg onvoldoende aandacht is voor andere aspecten

agenda, invulling wordt gegeven aan de lessen die zijn geleerd uit de business case intensivering toezicht en invordering op het punt van plan­.. ning, monitoring

Die interventiepiramide is in de visie Toezicht op afstand uiteengezet en bestaat uit drie categorieën bevoegdheden clie de minister van Financiën heeft in het kader van het toezicht

U beveelt aan om nader te onderzoeken waar de grootste en meest voorkomende meer en minderopbrengsten van de niet-belastingontvangsten precies vandaan komen, en om duidelijkheid

Reactie: Deze aanbeveling wordt onderschreven, maar met de kanttekening dat, vergelijkbaar met de discussie over de relatie tussen Investeringen en.. opbrengsten, ook

Aanbeveling 6: Wij bevelen de staatssecretaris van SZW aan om toe te zien op de naleving van gemaakte afspraken over een tijdige en adequate indiening van de laatste

Verder vinden wij dat de staatssecretaris zich beter had moeten verantwoorden over het verloop van de business case, bijvoorbeeld door afwijkingen van de business case eerder aan