Samenwerk ingsovereenkomst
Inhet kader van de wijziging van de Leerplichtwet 1969 (32.356) ten behoeve van het bestrijden van verzuim en voortijdig schoolverlaten.
De Inspectie van het Onderwijs, ten deze vertegenwoordigd door de inspecteur-generaal van het Onderwijs
En
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, voor zover de raad niet anders bepaalt en, indien de raad dit wenselijk acht, met inachtneming van door hem te stellen regelen;
Overwegende
dat de gemeente Rotterdam contactgemeente is van RMC regio Rijnmond, bestaande uit de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne.
dat de gemeente Rotterdam op basis van de bij deze samenwerkingsovereenkomst opgenomen bijlagen tevens bevoegd is om maatregelen te treffen met betrekking tot schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten voor de betreffende gemeenten in de RMC regio Rijnmond die hun bevoegdheden op dit terrein hebben overgedragen aan de gemeente Rotterdam. Deze bevoegdheid geldt niet ten aanzien van de gemeenten binnen RMC Regio Rijnmond die hun bevoegdheden op dit terrein bij het ondertekenen van deze samenwerkingsovereenkomst nog niet hebben overgedragen aan de gemeente Rotterdam, maar kan wel ontstaan zodra zij deze bevoegdheid hebben overgedragen en deze bevoegdheid als bijlage aan deze samenwerkingsovereenkomst wordt toegevoegd.
dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, alsmede het college van burgemeester en wethouders van de in de bijlagen genoemde gemeenten binnen de RMC regio Rijnmond, vanwege aanhoudende zorg met betrekking tot
schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten, te kennen hebben gegeven een nauwere samenwerking met de Inspectie van het Onderwijs totstand te willen brengen om bij scholen onderzoek te doen naar de realisatie van het verzuimbeleid en de bijbehorende administratie;
dat de in de bijlagen genoemde gemeenten binnen RMC regio Rijnmond hebben aangegeven deze samenwerking vorm te willen geven door hun bevoegdheden op dit terrein over te dragen aan de gemeente Rotterdam, zijnde de contactgemeente van RMC regio Rijnmond.
dat in verband met deze uitbreiding van de bevoegdheid van de gemeente Rotterdam de op 21 september 2011 afgesloten samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Rotterdam en de inspectie van het onderwijs dient te worden ontbonden en een nieuwe samenwerkingsovereenkomst moet worden afgesloten.
dat beide partijen gebaat zijn bij een nauwe samenwerking tussen de Inspectie van het Onderwijs en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam met het oog op toezichtop de naleving van de Leerplichtwet 1969 door de hoofden en
ten behoeve van een snelle en adequatere aansluiting op het handhaving-en sanctioneringtraject van de Inspectie van het Onderwijs;
dat beide partijen de samenwerking in de keten gericht op het tegengaan van
schoolverzuim en schooluitval wensen te bevorderen en wensen te komen tothet maken van afspraken daaromtrent;
dat in artikel 16a van de Leerplichtwet 1969 aan de inspectie het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969 door de hoofden is opgedragen;
dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam via de ambtenaren als bedoeld in de Leerplichtwet 1969 toeziet op naleving van de
Leerplichtwet 1969 anders dan door de hoofden;
dat de toepassing ervan mede is uitgewerkt in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de
expertisecentra, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
dat de Inspectie van het Onderwijs en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam op grond van deze samenwerkingsovereenkomst overeenkomen dat de ambtenaren als bedoeld in de Leerplichtwet 1969 voor de Inspectie van het Onderwijs onderzoek bij scholen dan wel instellingen naar naleving van de Leerplichtwet 1969 door de hoofden uitvoeren;
dat de Inspectie van het Onderwijs vervolgens op grond van bevindingen van de ambtenaren als bedoeld in de Leerplichtwet 1969, indiener sprake isvan het niet voldoen aan wettelijke vereisten, een handhavingtraject kan aanvangen en, indien noodzakelijk, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dan wel de Minister van Economische Zaken kan adviseren om over te gaan tothet opleggen van een bestuurlijke boete ten aanzien van de hoofden van de school of instelling, welke wordt uitgevoerd conform de bijbehorende wettelijke termijnen;
komen overeen als volgt: Artikel 1
Begripsbepalingen:
Burgemeester en Wethouders: het college van burgemeester en wethouders in de gemeente Rotterdam
RMC Regio Rijn mond: het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt voor de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree- Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne.
Contactgemeente: De gemeente die binnen de betreffende RMC-regio de melding en registratie van voortijdig schoolverlaters coördineert. Voor RMC-regio Rijnmond is dit de gemeente Rotterdam.
Inspectie: de Inspectie van het Onderwijs, als bedoeld in artikel 2 van de Wet op het onderwijstoezicht;
Leerplichtambtenaar: ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de Leerplichtwet 1969; Hoofden: hoofden als bedoeld in artikel 1 van de Leerplichtwet 1969 met uitzondering van die als bedoeld in artikel 9 van die wet.
Artikel 2 Onderzoek
De leerplichtambtenaarvoert voor de inspectieop eigen initiatief, op verzoek van de Burgemeester en Wethouders of in overleg met de inspectie, onderzoek uit ten behoeve van het aan de inspectieopgedragen toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969 door de hoofden (artikel 16a van de Leerplichtwet 1969).
Artikel 3 Rapportage
De leerplichtambtenaardoet onderzoek naar en rapporteert over de realisatie van het door het bevoegd gezag aangelegde verzuimbeleid van de school of instelling en met betrekking totde realisatie en uitvoering van hetgeen is vermeld in artikel 2, eerste lid, tweede volzin, vierde en vijfde lid, 3a, vijfde lid, tweede volzin, 3b, tweede lid, derde volzin, 4a, derde toten met zesde lid, 10, 11a, tweede lid, 12, 13, 13a, 13b, 14, eerste, tweede en derde lid, eerste volzin, 18, 21, 21a en 27 sub c van de Leerplichtwet 1969. De uitvoering van het onderzoek vindt plaats aan de hand van de bij deze
samenwerkingsovereenkomst als bijlage aangehechte werkwijze en het door de inspectie vastgestelde toetsingskader.
Artikel 4
Opvolging en handhaving
De inspectieneemt de rapportage van de leerplichtambtenaarin ontvangst en beoordeelt het dossier onverwijld. Indien de school/instelling niet voldoet aan de wettelijke vereisten dan wordt het hoofd van de school/instelling hiervan door de inspectieop de hoogte gebracht in het kader van het handhavingstraject.
Artikel 5
Burgemeester en Wethouders wijzen de leerplichtambtenaaraan die bovengenoemd onderzoek uitvoert en doen daarvan opgave aan de inspectie.
Artikel 6
De gemeente Rotterdam draagt alle kosten van de leerplichtambtenaaren draagt de verantwoordelijkheid met betrekking totde uitvoering van de werkzaamheden.
Indien de gemeente Rotterdam in haar functie als contactgemeente onderzoek uitvoert voor een gemeente binnen de RMC regio die haar bevoegdheden op dit terrein heeft overgedragen aan de gemeente Rotterdam gelden de afspraken zoals opgenomen in de bijlagen bij deze samenwerkingsovereenkomst.
Artikel 7
Inwerkingtreding
Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in werking met ingang van de dag na
ondertekening. Vanwege gegronde redenen kan deze samenwerkingsovereenkomst door één der partijen worden beëindigd.
Artikel 8
Met het ondertekenen van deze overeenkomst door beide partijen wordt de eerder bij datum van 21 december 2011 gesloten overeenkomst tussen de inspectieen de gemeente Rotterdam met onmiddellijke ingang ontbonden.
Artikel 9 Publicatie
Binnen veertien dagen na ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst wordt de tekstvan deze samenwerkingsovereenkomst door de inspectiegepubliceerd op de website van de inspectie.
Artikel 10 Evaluatie
Twee jaarna inwerkingtreding van deze samenwerkingsovereenkomst vindt evaluatie plaats omtrent de inhoud en uitvoering van deze overeenkomst, gelijktijdig met de evaluatie van de wetswijziging met betrekking tothet toezicht van de inspectieop de naleving van de Leerplichtwet 1969 door de scholen. Uiterlijk een half jaarna
ondertekening van deze overeenkomst worden de evaluatiecriteria en de wijze waarop de evaluatie dient te worden uitgevoerd door beide partijen gezamenlijk vastgelegd.
Aldus in drievoud ondertekend te Utrecht op 14 mei 2014 / te Rotterdam op
De inspecteur-generaal van het Onderwijs, namens deze,
de hoofdinspecteur MBO,
é_,
drs. Monique Vogelzang
Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam namens deze,
Wethouder onderwijs, jeugden gezin,
Bijlagen: Overeenkomsten tussen de gemeente Rotterdam en individuelegemeenten binnen RMC regio Rijnmond
D iens tver len ingsovereenkoms t
Gemeen te Ro t terdam en Gemeen te Barendrech t
inzakeschoolcontroles gemeente Barendrecht
De ondergetekenden,
de gemeente Barendrecht, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder Gebben (verdertenoemen: 'Opdrachtgever');
en
de gemeente Rotterdam, tendeze rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder De Jonge, (verderte noemen: 'Opdrachtnemer');
samen te noemen: 'Partijen';
nemen in overweging dat:
• vanaf 1januari2012 de gewijzigde Leerplichtwet 1969 inwerking isgetreden. Het toezichtop de naleving van deze wet door scholen ishiermee overgeheveld van de gemeenten naar de Inspectievan het Onderwijs (Inspectie};
Inspectieen gemeenten kunnen een samenwerkingsovereenkomst afsluiten om verzuim en voortijdig schoolverlaten gezamenlijk aan te pakken;
• opdrachtnemer heeft in2011 met Inspectiezulk een samenwerkingsovereen- komst afgesloten;
• dit laatstebetekent onder meer dat opdrachtnemer namens Inspectieschoolcon- troles (onderzoekverzuimbeleid en verzuimadministratie) uitvoert binnen ge- meente Rotterdam;
• opdrachtgever graag de hiervoor genoemde taken/werkzaamhedenwil afnemen van opdrachtnemer, zodat ook namens Inspectieschoolcontroles door opdracht- nemer plaatsvinden binnen de gemeente van opdrachtgever;
• opdrachtnemer graag voornoemde taken/werkzaamhedenten behoeve van op- drachtgever namens Inspectiewil uitoefenen;
• als gevolg van de extra taken/werkzaamheden isvoornoemde samenwerkings- overeenkomst tussenopdrachtnemer en Inspectievooruitlopend op de inwerking- treding van deze overeenkomst aangepasVverruimd (zie Bijlage};
• deze samenwerkingsovereenkomst zal als bijlage bij deze dienstverleningsover- eenkomst worden toegevoegd(zie bijlage);
• partijen de daaruit voortvloeiende rechtsverhouding schriftelijk wensen vast te
!eggenineen overeenkomst,
pclt:l.chtgever.
Dienstverleningsovereenkomst
Gemeente Rotterdam en Gemeente Barendrecht inzakeschoolcontroles gemeente Barendrecht
komen partijen het volgende overeen:
Artikel 1. Duur, evaluatie en verlenging
1. Opdrachtgever neemt van opdrachtnemer de uitvoering van de inartikel 2 om- schreven taken/werkzaamhedenop het gebied van schoolcontroles af voor zijn gemeente.
2. De dienstverleningsovereenkomst zal ingaanop 1 augustus 2014 en heeft een looptijdvan 3 jaar,uiterlijk toten met 31 juli2017, waarna het van rechtswege vervalt
3. Ná 1 jaar zal (de uitvoering van) deze overeenkomst worden geevalueerd. Alle schriftelijke aanpassingen c.q. wijzigingen van de overeenkomst worden door par- tijen bij overeenstemming ondertekend en toegevoegdals bijlage bij deze over- eenkomst. Artikel 7 isvan overeenkomstige toepassing.
4. Partijen treden totuiterlijk 6 maanden vóór afloop van deze overeenkomst, dus vóór 1 februari 2017, inoverleg of deze overeenkomst zal worden verlengd.
Artikel 2. Taken
1. Ten aanzien van de taken wordt verwezen naar de Bijlage 'Bundelingvan Kracht'. Dit is het Kader vanuit Inspectievoor gemeentelijke toetsing inzakeverzuim en voortijdig schoolverlaten bij scholen/instellingen 2013/2014.
2. De (aangepaste/uitgebreide) Samenwerkingsovereenkomst en voornoemd Kader zijn van overeenkomstige toepassing en vormen een onlosmakelijk onderdeel van deze overeenkomst.
3. In 3 schooljaren zullen er 4 VO scholen inBarendrecht gecontroleerd worden. Artikel 3. Organisatorische opzet dienstverlening
1. De uitvoering van de takenzoals genoemd inartikel 2 geschiedt door opdracht- nemer namens Inspectie.
2. Voor de uitvoering van het in artikel 2 genoemde takenpakket wordt de benodigde formatievolledig door opdrachtnemer beschikbaar gesteld. De kosten hiervoor worden als volgt berekend.
2
Dienstverleningsovereenkomst
Gemeente Rotterdam en Gemeente Barendrecht inzakeschoolcontroles gemeente Barendrecht
Uren €/uur Kosten*)
1econtrole
PO 12 € €
VO 16 € €
MBO 24 € €.
2e controle**)
PO 8 € €
vo
16 € €MBO 16 € €
3e controle"*)
PO pm € . pm
vo
pm € pmMBO om € pm
4econtrole**)
PO pm € pm
vo
pm € pmMBO om €. pm
*)Voorbereiding, terugkoppelingen presentatie rapportage zijn inbegrepen.
••) Een2e, 3een4econtrole worden uitgevoerd als dit aan de orde is.Dit isniet aan de orde, wanneer de controle daaraan voorafgaand een voldoende heeft gehaald.
Artikel 4: Juridische, ambtelijke en bestuurlijke medewerking
1. Opdrachtgever verleent alle noodzakelijke juridische,ambtelijke en bestuurlijke medewerking om de werkzaamheden door opdrachtnemer te kunnen raten uitvoe- ren en neemt daartoe noodzakelijke besluiten.
Artikel 5. Kwaliteit en managementinformatie en informatie-uitwisseling 1. Opdrachtgever en opdrachtnemer wisselen informatieuit over de werkzaamhe-
den die in het kader van deze dienstverleningsovereenkomst worden uitgevoerd. 2. Opdrachtnemer rapporteert (mondeling/schriftelijk) na elke controle aan op-
drachtgever over de stand van de uitvoering van het taakveld.
3. Opdrachtgever communiceert zelf over de inzeten methodiek van schoolcontro- lesdoor opdrachtnemer aan het scholenveld
3
D iens tver len ingsovereenkoms t
Gemeen te Ro t terdam en Gemeen te Barendrech t
inzakeschoolcontroles gemeente Barendrecht
Artikel 6. Financiën
1. Opdrachtgever betaalt aan opdrachtnemer deverschuldigde kosten voor de uit- gevoerde controles.
2. Opdrachtnemer factureertopdrachtgever na elke controle op basis van de onder artikel 3 afgesproken kostprijsberekening.
3. Ook de door opdrachtnemer gemaakte reiskosten worden aan opdrachtgever in rekening gebracht.
Artikel 7. Wijziging of beëindiging van de dienstverleningsovereenkomst 1. Zowel opdrachtgever als opdrachtnemer kunnen de overeenkomst opzeggen in
geval van een toerekenbaretekortkoming. Opzegging kan plaatsvinden per elke datum met een opzegtermijn van een half jaar.
2. De overeenkomst kan met wederzijds goedvinden worden aangepast of ontbon- den indienwetgeving, besluiten of andere regelgeving van een hogere overheid leidentoteen structurele verandering van de werkzaamheden uit deze overeen- komst, waardoor de doelstellingen van de overeenkomst niet meer realiseerbaar zijn.
Artikel 8. Aansprakelijkheid
1. Opdrachtnemer isjegensopdrachtgever niet aansprakelijk voor schade, die ont- staat ten gevolge van uitoefening van de indeze overeenkomst genoemde werk- zaamheden;
2. Extra kosten die de opdrachtnemer moet maken om de verplichtingen uit de over- eenkomst te kunnen nakomen in geval van aantoonbare nalatigheid van de op- drachtgever, kunnen door opdrachtnemer inrekening worden gebracht bij op- drachtgever.
Artikel 9. Klachten
1. Ingevalover de conform artikel2uit tevoeren taken een klacht wordt ingediend, zal deze klacht moeten worden doorgestuurd aan Inspectie. Uitvoering vindt na- melijk plaats onder de verantwoordelijkheid en kaderstelling van Inspectie. 2. Ingeval over een gedraging van een persoon werkzaam bij opdrachtnemer een
klacht wordt ingediend,zal deze klacht door opdrachtnemer inbehandeling wor- den genomen.
Paraaf
4
Dienstverleningsovereenkomst
Gemeente Rotterdam en Gemeente Barendrecht inzakeschoolcontroles gemeente Barendrecht
Artikel 1O. Geschillen en toepasselijk recht
1. Ingevalvaneen geschil tussen partijen vindt binnen 3 maanden overleg plaats tussen (bestuurlijke) vertegenwoordigingvanbeide partijen onder voorzitterschap van een ingezamenlijk overleg gekozen voorzitter. Partijen kunnen zich daarbij latenvergezellen door een deskundige.
2. In geval niet binnen 3 maanden nadat het geschil aanhangig is gemaakt, inder minne wordt geschikt, isde arrondissementrechtbank Rotterdam bevoegd. 3. Op deze overeenkomst ishet Nederlands recht van toepassing.
Artikel 11. Onvoorziene omstandigheden
Indien zich situaties of omstandigheden voordoen waar deze overeenkomst niet in voorziet, treden partijen inonderling overleg om hier een oplossing voor te vinden, waarbij partijen zich latenleidendoor de aard en de doelstellingen van de overeen- komst als verwoord inde considerans.
Artikel12. Clteertltel
Deze overeenkomst kan worden aangehaald als "Dienstverleningsovereenkomst Gemeente Rotterdam en Gemeente Barendrecht inzakeschoolcontroles gemeente Barendrecht".
Gemeente Rotterdam,
! 1
~turn:
O~/ or /;.o/'1 11/r/v>1~
BIJiagen:
1. Samenwerkingsovereenkomst (aangepast/uitgebreid) tussen Inspectieen ge- meente Rotterdam inzakebestrijding van verzuim en voortijdig schoolverlaten.
2. deling van Kracht
Paraaf
5
