• No results found

08d Memo evaluatie individuele voorzieningen WMO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "08d Memo evaluatie individuele voorzieningen WMO"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

M M E E M M O O

AAN : Leden van de Commissie Burgers

VAN : Marleen Rutten, afdeling MO namens wethouder J. Huijsmans

DATUM : 15 mei 2013

BETREFT : Evaluatie individuele voorzieningen Wmo (prestatieveld 6) (Toezegging 26-11-2012)

In de commissie van 26 november 2012 is gevraagd om een nadere

toelichting/verduidelijking van de nota financiële evaluatie individuele voorzieningen Wmo 2010-2012. Toegezegd is dat hier in het voorjaar 2013 een nadere onderbouwing voor aangeleverd zou worden. Middels deze memo willen we deze verduidelijking geven.

Daarnaast zullen we in deze memo onze financiële cijfers afzetten tegen de cijfers van de overige peelgemeenten. In het kader van de voorbereiding van de peelsamenwerking is een inventarisatie gemaakt van de huidige uitgaven voor verstrekte individuele voorzieningen Wmo per gemeente.

Financiële ontwikkeling uitgaven verstrekking Wmo voorzieningen (PV 6).

In onderstaande tabel staan de kosten van de verstrekte Wmo voorzieningen vermeld. Dit is exclusief apparaatskosten. Het betreft uitsluitend de bedragen die wij betalen aan de

leveranciers van de betreffende voorziening (bij zorg in natura) en de verstrekte persoonsgebonden budgetten (pgb)

Tabel 1.

Uitgaven verstrekkingen individuele

voorzieningen Wmo (PV6) uitgaven 2010 uitgaven 2011 uitgaven 2012

1. Hulp bij het huishouden € 1.162.573 € 1.171.762 € 1.178.402 2. Gespecialiseerde thuisbegeleiding (GTB) € 2.626 € 12.522 € 18.109 3. Woonvoorzieningen € 228.141 € 155.618 € 128.643 4. Vervoersvoorzieningen € 401.335 € 356.526 € 339.354 5. Rolstoelen € 104.991 € 106.175 € 82.048 Totaal € 1.899.666 € 1.802.603 € 1.746.556

Toelichting bij tabel 1:

1. De kosten voor hulp bij het huishouden zijn sinds 2010 minder gestegen dan de toegepaste indexering. Dit is het gevolg van een lichte afname van het aantal cliënten door de kanteling.

2. De inzet van gespecialiseerde thuisbegeleiding stijgt. Dit produkt wordt vaak ingezet bij ontregelde huishoudens met kinderen. Handelt altijd om kortdurende interventies.

Opvoedondersteuning vormt belangrijk aspect van de inzet.

(2)

-2-

3. In 2010 was er sprake van een grote woningaanpassing. Dit verklaart grotendeels het verschil in de uitgaven.

4. De kosten van vervoer zijn sinds 2010 gedaald:

- In 2011 hebben de inkomensgrens voor het collectief vervoer verlaagd, waardoor we minder uitgaven voor het CVV hebben gehad. Overigens is medio 2012 de

inkomensgrens volledig komen te vervallen n.a.v. een uitspraak van de centrale raad van beroep. Verwachting is dat de kosten van het CVV weer iets zullen stijgen.

- Door de invoering van de eigen bijdrage voor hulpmiddelen zijn er een groot aantal scootmobielen ingeleverd, waardoor een besparing op de hulpmiddelen vervoer is gerealiseerd.

3/4/5. In 2011 hebben we een groot aantal hulpmiddelen afgekocht van onze oude leverancier.

Bovendien hebben we een nieuw contract hulpmiddelen afgesloten m.i.v. 2011 dat goedkoper is.

Tabel 2.

Inkomsten verstrekkingen individuele

voorzieningen Wmo (PV6) inkomsten 2010 inkomsten 2011 inkomsten 2012 eigen bijdrages via CAK € 172.775 € 181.077 € 244.797

Toelichting bij tabel 2:

- In 2010 legden we uitsluitend een eigen bijdrage op voor hulp bij het huishouden. Met ingang van 2011 hebben we dit ook uitgebreid naar de overige Wmo voorzieningen (uitgezonderd rolstoelen en kindvoorzieningen aangezien hiervoor geen eigen bijdrage opgelegd mag worden). Voor bestaande klanten gold een overgangstermijn, zodat deze eigen bijdrage voor overige voorzieningen pas in 2012 voor alle klanten volledig

geëffectueerd is.

- Daarnaast is in 2012 de bekostiging van het CAK overgenomen door het ministerie. Tot en met 2011 werden de kosten van het CAK per gemeente verrekend met de afdrachten aan de gemeente.

Vergelijking peelgemeenten

In het kader van de mogelijke toekomstige peelsamenwerking is een inventarisatie gemaakt van de huidige uitvoeringspraktijk per gemeente. Onderdeel van deze inventarisatie vormt ook het huidige financiële kader van de peelgemeenten.

Uit deze inventarisatie zijn onderstaande financiele gegevens voor de totale peelregio overgenomen.

Tabel 3.

Uitgaven verstrekkingen individuele voorzieningen Wmo

(PV6) Asten

Totaal peelregio

Hulp bij het huishouden (incl. GTB) 1.196.511 17.459.952

Woonvoorzieningen 228.141 1.997.738

Vervoersvoorzieningen 401.335 4.128.536

Rolstoelen 104.991 1.269.427

Totaal 1.930.978 24.855.654

Qua gemeenteomvang vormt Asten ongeveer 8% van de peelregio.

De uitgaven voor individuele voorzieningen Wmo bedragen 7,8% van de totale uitgaven van de peelregio.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de Commissie Ruimte van 18 januari 2018 is naar aanleiding van de memo inzake de gemaakte Prestatieafspraken 2018-2022 met Bergopwaarts en WoCom (zaaknummer 2017043063) de

proberen te sluiten B) idem maar nu aan de binnenkant, benen proberen te openen Beide oefeningen telkens (5x 10 sec.) houden en dan 10 sec. rustpauze, benen losgooien.

Regeling Tegemoetkoming Inkomensgrenzen Individuele Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning 2012 Gemeente Maastricht 10 gesteld dat deze reeds via de hersteloperatie

Om een beeld te krijgen van de omvang, over het jaar 2007, van het aantal cliënten dat hulp bij het huishouden ontvangt, geeft tabel 2 het aantal cliënten dat hulp bij het

Als Inwoner besluit dat niet moet worden overgegaan tot uitvoering door deze Aanbieder, coördineert Gemeente de keuze voor een andere Aanbieder.. 1 De Toegang van

Het verantwoordingsvrije bedrag voor PGB houders hulp bij het huishouden met ingang van 1-1-2013 af te schaffen én hiertoe de bepalingen inzake de Pgb verantwoording met ingang

De vergoedingen genoemd in de meicirculaire zijn ter compensatie van de uitvoeringskosten en niet ter financiering individuele studietoeslag.. De toeslag zal betaald moeten worden

Cliëntondersteuning heeft tot doel het regievoerend vermogen (stuurkracht) van de cliënt (en zijn omgeving) te versterken, om zo de zelfredzaamheid en maatschappelijke