• No results found

Watervogels tellen in 2001/2002: de teldata

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Watervogels tellen in 2001/2002: de teldata"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

13

Watervogels tellen in 2001/2002:

de teldata

Het komende winterseizoen vinden opnieuw een reeks tellingen plaats van overwinterende watervogelpopulaties in Vlaanderen. Alle medewerking is welkom en noteer alvast de hiernavolgende data in jullie agenda.

Midmaandelijkse tellingen

De midmaandelijkse watervogeltellingen tijdens het komende winterseizoen vinden plaats in de volgende wee-kends :

Er wordt zoals gewoonlijk gestreefd naar een zo volledig mogelijke dekking van alle watervogelgebieden in Vlaanderen. De soorten die geteld worden, zijn: alle duikers, futen, aalscholvers, reigers, zwanen, ganzen, eenden, rallen en steltlopers. Het meetellen van de meeuwen is slechts facultatief. Overtrekkende vogels worden niet mee-geteld (of apart genoteerd). De januaritelling is internationaal en dus priotitair. Er wordt bij voorkeur gebruikt gemaakt van de daartoe ontworpen telformulieren (steeds te verkrijgen op het Instituut voor Natuurbehoud).

Slaapplaatstellingen Aalscholvers

Om een zo exact mogelijk beeld te krijgen van de aantallen Aalscholvers in Vlaanderen worden opnieuw twee slaapplaatstellingen georganiseerd die als een aanvulling kunnen gezien worden voor de dagtellingen. Op 17

november 2001 en 12 januari 2002 worden zoveel mogelijk slaapplaatsen van Aalscholvers geteld. Ook

slaap-plaatsgegevens van de andere telweekends blijven echter welkom. Dit betekent ook niet dat de Aalscholvers over-dag niet hoeven meegeteld worden met de andere soorten watervogels ! Het is immers de bedoeling dat we een vergelijking kunnen maken tussen de dagtellingen en de slaapplaatsgegevens.

Slaapplaatstelling meeuwen

Het maandelijks meetellen van de meeuwen tijdens de dagtellingen levert zoals verwacht relatief weinig resultaten op, zeker als we het op het niveau Vlaanderen bekijken. Dit wordt dan ook als facultatief beschouwd m.a.w. het mag maar het hoeft niet. We richten vanaf nu onze pijlen vooral op een jaarlijkse simultaantelling van zoveel moge-lijk meeuwenslaapplaatsen in Vlaanderen. Voor de winter 2001/2002 valt de slaapplaatstelling op zaterdag 26

januari 2002.

Hoe kan ik meewerken aan de watervogeltellingen ?

Mensen die geïnteresseerd zijn om mee te werken aan bovenvermelde tellingen, kunnen het best contact op nemen met de regionale coördinator van hun regio. Dan kunnen afspraken gemaakt worden over wie welke gebieden telt. Telformulieren zijn beschikbaar bij de regiocoördinatoren maar kunnen het best rechtstreeks aangevraagd worden op het Instituut (Koen Devos). Een adressenlijst van deze coördinatoren is terug te vinden aan het eind van deze nieuwsbrief. Je kunt uiteraard ook steeds rechtstreeks contact opnemen met het Instituut voor Natuurbehoud.

Koen Devos

Instituut voor Natuurbehoud Kliniekstraat 25, 1070 Brussel 02-558 18 27 of e-mail : koen.devos@instnat.be

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tot deze groep rekenen we zowel de vlinders die vooral aan bosranden te vinden zijn, als die soorten die typisch zijn voor open plekken in bos.. Van die typische bossoorten komen

Voor elke telling wordt zowel het effectief getelde aantal als het geschatte aantal (rekening houdend met de enkele kleine hiaten) weergegeven.

Een vrij volledige census van Nederlandse slaapplaatsen in januari 2004 leverde 25.745 Aalscholvers op (met inbegrip van ca. op enkele slaap- plaatsen op Vlaams grondgebied nabij

Deze zijn niet zozeer te wijten aan het toevoegen van het traject Dendermonde-Gent aan de zomertellingen maar er is een meer uitgesproken najaarspiek in de aantallen Wilde eenden en

Eidereenden zijn de laatste jaren zo goed als niet meer aanwezig voor onze kust, terwijl Grote Zee- eenden in behoorlijke aantallen vanaf de kust werden waargenomen. Jeroen

Meestal wordt onder broedsucces het gemiddeld aantal bijna vliegvlugge jongen per broedpaar verstaan.. Om dit te bepalen moet in een broedkolonie van een representatief aantal

Tot dusver werden in de Vlaamse broedkolonies geen gestandaardiseerde gegevens verzameld over het aantal grootgebrachte jongen zodat ook niet duidelijk is in hoeverre broedsucces

Gemiddelde leeftijd van kolonies die over de laatste vijf jaar een toename vertonen (n=8), stabiel zijn (n=6) of afnemen (n=2)... Figuur 5 geeft de evolutie weer van de aantallen