BESLUIT
Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 82, eerste lid jo. artikel 82, vierde lid van de Gaswet.
Nummer 102372-9
Betreft zaak: Besluit tot vaststelling van de tarieven voor pieklevering en de opslag voor flexibiliteitsdiensten
Nederlandse Mededingingsautoriteit
1. Inleiding
1. De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) stelt op grond van artikel 82, eerste lid jo. artikel 82, vierde lid van de Gaswet, de tarieven, die de netbeheerder van het landelijk gastransportnet zal berekenen voor de uitvoering van de taken genoemd in de artikelen 10 en 10a van de Gaswet, vast.
2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de tarieven voor pieklevering en de opslag voor flexibiliteitsdiensten (zie randnummer 15) voor het jaar 2007 voor Gas Transport Services B.V. (hierna: GTS).
2. Wettelijke context
Wettelijke taken
3. Ingevolge artikel 10a, eerste lid, onderdeel a van de Gaswet heeft de netbeheerder van het landelijk gastransportnet tot taak voorzieningen te treffen in verband met de
leveringszekerheid.
4. Ingevolge artikel 10a, eerste lid, onderdeel d van de Gaswet heeft de netbeheerder van het landelijk gastransportnet tot taak flexibiliteitsdiensten aan te bieden aan een ieder die daarom verzoekt, voor zover de in artikel 53 bedoelde vennootschap een economische machtspositie heeft op de markt voor flexibiliteitsdiensten.
Vaststelling van tarieven
6. Ingevolge artikel 82, eerste lid van de Gaswet worden de tarieven voor diensten ter uitvoering van de taken, genoemd in artikel 10a, vastgesteld overeenkomstig artikel 82 van de Gaswet. 7. Ingevolge artikel 82, tweede lid van de Gaswet stelt de Raad voor elke taak van de
netbeheerder van het landelijk gastransportnet, genoemd in de artikelen 10 en 10a van de Gaswet, voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar, de methode van regulering vast.
8. In artikel 12f van de Gaswet is bepaald dat de Raad de tariefstructuren en de voorwaarden gas vaststelt.
9. Op 9 januari 20051
is de Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas vastgesteld2
. 10. In artikel 82, derde lid van de Gaswet is bepaald dat de netbeheerder van het landelijk
gastransportnet jaarlijks voor 1 september aan de Raad een voorstel zendt voor de tarieven voor uitvoering van de taken genoemd in artikel 10a, met inachtneming van de
tariefstructuren vastgesteld op grond van artikel 12f van de Gaswet.
11. Op grond van artikel 82, vierde lid van de Gaswet stelt de Raad jaarlijks de tarieven vast die kunnen verschillen voor de onderscheiden tariefdragers.
12. In artikel 82, zevende lid van de Gaswet is bepaald dat de door de Raad vastgestelde tarieven in werking treden op een door de Raad te bepalen datum en gelden tot 1 januari van het jaar, volgend op de datum van inwerkingtreding van het besluit tot vaststelling van de tarieven.
3. Gevolgde procedure
TarievenCode Gas
13. Op 19 augustus 2005 is de tariefstructuur, zoals bedoeld in artikel 12f van de Gaswet, tot stand gekomen3
(hierna: TarievenCode Gas). Dit besluit bevat de door netbeheerders jegens netgebruikers, waaronder afnemers, te hanteren tariefstructuur. Deze tariefstructuur beschrijft de elementen en wijze van berekening van het tarief waarvoor transport van gas (met inbegrip van invoer, uitvoer en doorvoer van gas), de met het transport ondersteunende diensten ten behoeve van netgebruikers en het gebruik van een of meer installaties van het verwante bedrijf zullen worden doorgevoerd, en van het tarief waarvoor de netbeheerder van
1
Staatscourant d.d. 13 januari 2005, nummer 9, pagina 8.
2
Regeling van de Minister van Economische Zaken van 9 januari 2005, nr. WJZ 5001052, houdende regels inzake tariefstructuren en voorwaarden voor gas.
3
het landelijk gastransportnet uitvoering zal geven aan zijn in artikel 10a, eerste lid, omschreven wettelijke taken, zoals bedoeld in artikel 12a van de Gaswet. De TarievenCode Gas is voor het laatst gewijzigd bij besluit van 7 juni 2006 met kenmerk 102249-5.
Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB)
14. Bij het ‘Besluit leveringszekerheid Gaswet’, van 13 april 2004, zijn regels vastgesteld ter uitvoering van de taak bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onderdeel a van de Gaswet (hierna: AMvB4
). Op grond van deze AMvB dient GTS voorzieningen te treffen voor de pieklevering5
van gas aan alle kleinverbruikers in Nederland6
. De Raad houdt toezicht op de uitvoering van deze taak.
Methodebesluit flexibiliteit
15. Op 5 december 2005 heeft de Raad de methode van regulering vastgesteld7
voor het aanbieden van flexibiliteitsdiensten door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, als bedoeld in artikel 82, tweede lid van de Gaswet, voor de periode 2006 tot en met 2008 (hierna: methodebesluit). In dit methodebesluit staat onder meer dat de Raad het tarief vaststelt ter vergoeding van de kosten die GTS maakt voor het aanbieden van
flexibiliteitsdiensten (hierna: opslag voor flexibiliteitsdiensten).
16. Op 30 november 2006 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) uitspraak gedaan in het beroep tegen het methodebesluit8
. Deze uitspraak heeft geen directe gevolgen voor onderhavige vaststelling van de opslag voor flexibiliteitsdiensten.
Tarievenvoorstel
17. Op 27 juli 2006 heeft de Raad het informatieverzoek “GTS-TAR-06-08” (hierna: tarievenverzoek) in concept naar GTS gestuurd. Dit informatieverzoek is verstuurd ten behoeve van het tarievenvoorstel dat GTS op grond van artikel 82, derde lid van de Gaswet voor 1 september 2006 bij de Raad moet indienen (hierna: tarievenvoorstel).
18. GTS heeft gereageerd op het concept-tarievenverzoek. De Raad heeft op 11 augustus 2006 het definitieve tarievenverzoek naar GTS gestuurd met daarin het commentaar van GTS verwerkt.
19. Op 31 augustus 2006 heeft de Raad het tarievenvoorstel voor de tarieven pieklevering ontvangen van GTS. Op 26 september 2006 heeft de Raad het tarievenvoorstel voor de opslag voor flexibiliteitsdiensten ontvangen.
4
Staatsblad 2004, nr. 170.
5
Pieklevering omvat gaslevering tussen de -9o
en -17o
C, zoals gemeten in De Bilt.
6
Zie bijlage I voor de relevante bepalingen van de AMvB.
7
Besluit met kenmerk 101903-54.
8
20. De Raad heeft GTS diverse keren het verzoek gedaan een nadere onderbouwing van het reeds ingediende voorstel te geven, danwel een aangepast tarievenvoorstel voor het jaar 2007 in te dienen. GTS heeft aan alle verzoeken van de Raad voldaan.
21. Op 18 december 2006 heeft de Raad een gewijzigd tarievenvoorstel ontvangen voor de tarieven pieklevering.
Terinzagelegging
22. Op 23 oktober 2006 heeft de Raad het tarievenvoorstel van GTS ter inzage gelegd en hier op 24 oktober 2006 melding van gemaakt in de Staatscourant9
. Het tarievenvoorstel is tevens gepubliceerd op de internetpagina van Directie Toezicht Energie (hierna: DTe; www.dte.nl). 23. Naar aanleiding van de publicatie van het tarievenvoorstel heeft de Raad drie zienswijzen
ontvangen. Op 24 oktober 2006 is de zienswijze ontvangen van Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW). Op 27 oktober 2006 is de zienswijze ontvangen van Productschap Tuinbouw, LTO-Nederland en Vereniging Glaskracht Nederland (hierna: PT c.s.). Op 2 november 2006 is de zienswijze ontvangen van de Vrijhandels Organisatie voor Elektriciteit en Gas (hierna: VOEG).
4. Behandeling zienswijzen
Zienswijze VEMW
24. Met betrekking tot de tarieven voor pieklevering merkt VEMW op dat voor haar onduidelijk is waarom deze tarieven met 8,8 procent stijgen ten opzichte van het jaar 2006. Het overige deel van de zienswijze van VEMW richt zich tot het toepassen van de door de Raad vastgestelde doelmatigheidskorting10
, welke niet van toepassing is op de tarieven die in onderhavig besluit worden vastgesteld.
Reactie van de Raad
25. De Raad merkt op dat VEMW specifiek doelt op het gewogen gemiddelde tarief voor entrycapaciteit, aangezien dit het enige tarief is dat met 8,8 procent stijgt volgens het tarievenvoorstel van GTS. De Raad is van oordeel dat deze stijging het gevolg is van een onjuistheid in de berekening. De oorzaak hiervan is dat GTS er bij haar initiële voorstel van uit is gegaan dat de maandfactoren in de TarievenCode Gas worden aangepast. Over deze, door de gezamenlijke netbeheerders, voorgestelde aanpassing, als onderdeel van een
9
Staatscourant d.d. 24 oktober 2006, nummer 207, pagina 17.
10
wijzigingsvoorstel TarievenCode Gas11
, heeft de Raad nog geen besluit genomen. De Raad heeft GTS derhalve verzocht het tarievenvoorstel aan te passen.
26. GTS heeft een aangepast tarievenvoorstel ingediend dat uitgaat van de thans vigerende TarievenCode Gas, zie randnummer 21. Dit heeft geleid tot een lager gewogen gemiddelde tarief pieklevering voor entrycapaciteit (te verrekenen over 3 wintermaanden). Door deze aanpassing stijgt het tarief niet meer met 8,8 procent, maar daalt het tarief met 0,9 procent ten opzichte van het jaar 2006.
27. Verder merkt de Raad op dat, op grond van het methodebesluit tot vaststelling van de doelmatigheidskorting12
, de doelmatigheidskorting geen betrekking heeft op de tarieven die in onderhavig besluit worden vastgesteld, te weten de tarieven voor pieklevering en de opslag voor flexibiliteitsdiensten. Overigens merkt de Raad op dat dit methodebesluit tot vaststelling van de doelmatigheidskorting alsmede de doelmatigheidskorting zelf op 30 november 2006 door het CBb zijn vernietigd.
Conclusie van de Raad
28. De Raad concludeert dat aan de zienswijze van VEMW tegemoet is gekomen doordat de stijging van 8,8 procent niet meer plaatsvindt. Het overige deel van de zienswijze leidt niet tot aanpassing van de tarieven voor pieklevering en de opslag voor flexibiliteitsdiensten.
Zienswijze PT c.s.
29. Met betrekking tot de tarieven voor de opslag voor flexibiliteitsdiensten merkt PT c.s. op dat niet inzichtelijk is of de voorgestelde tarieven kostengeoriënteerd zijn. PT c.s. vindt dat de Raad dit moet controleren. Tenslotte geeft zij aan dat de Raad dit in het besluit zou moeten motiveren. Verder merkt PT c.s. op dat het tarievenvoorstel ten onrechte slechts betrekking heeft op de opslag voor flexibiliteitsdiensten en niet het integrale tarief voor
flexibiliteitsdiensten.
Reactie van de Raad
30. De Raad is het eens met PT c.s. dat gecontroleerd moet worden of de voorgestelde tarieven kostengeoriënteerd zijn. De Raad heeft dan ook beoordeeld of het tarievenvoorstel van GTS met betrekking tot de opslag voor flexibiliteitsdiensten kostengeoriënteerd is, in
overeenstemming met het methodebesluit. Dit is gedaan aan de hand van systeemuitdraaien en andere onderbouwingen die GTS heeft verstrekt over de diverse kostencomponenten die ten grondslag liggen aan de uitvoering van de flexibiliteitsdiensten (zoals personeelskosten
11
Zie codewijzigingsvoorstel inzake dagelijkse allocatie en overige wijzigingen in de gasvoorwaarden, Staatscourant, d.d. 1 september 2006, nummer 170, pagina 49.
12
en kosten voor een IT-applicatie). De Raad is op grond van deze onderbouwingen van oordeel dat voldoende is onderbouwd dat het tarievenvoorstel kostengeoriënteerd is. 31. Met betrekking tot het overige deel van de zienswijze van PT c.s. merkt de Raad op dat de
aangedragen punten niet relevant zijn voor onderhavige beoordeling van het tarievenvoorstel voor pieklevering en de opslag voor flexibiliteitsdiensten. De aangedragen punten zijn onderdeel van het beroep van PT c.s. tegen het methodebesluit, zoals bedoeld in randnummer 15, en het bezwaar tegen de TarievenCode Gas. De Raad toetst het
tarievenvoorstel aan het methodebesluit en de TarievenCode Gas zoals die heden gelden. In randnummer 41 van het methodebesluit staat vermeld dat het tarief voor flexibiliteitsdiensten gelijk is aan de inkoopkosten voor GTS plus het door de Raad vastgestelde tarief ter
vergoeding van de kosten die GTS maakt voor het aanbieden van flexibiliteitsdiensten. Onderhavige vaststelling van de opslag voor flexibiliteitsdiensten betreft die vergoeding. Overigens merkt de Raad op dat de uitspraak van het CBb op 30 november 2006 met betrekking tot dit onderwerp13
niet tot aanpassing van dit onderdeel van het methodebesluitheeft geleid.
Conclusie van de Raad
32. De Raad concludeert dat het tarievenvoorstel voor de opslag voor flexibiliteitsdiensten kostengeörienteerd is. De zienswijze van PT c.s. leidt niet tot aanpassing van de tarieven voor pieklevering en de opslag voor flexibiliteitsdiensten.
Zienswijze VOEG
33. VOEG merkt in haar zienswijze op dat GTS in haar tarievenvoorstel de door de Raad vastgestelde doelmatigheidskorting14
niet toepast. VOEG verzoekt deze korting alsnog toe te passen.
Reactie van de Raad
34. De Raad merkt op dat, op grond van het methodebesluit tot vaststelling van de doelmatigheidskorting15
, de doelmatigheidskorting betrekking heeft op tarieven die buiten het bereik vallen van onderhavige beoordeling van de tarieven voor pieklevering en de opslag voor flexibiliteitsdiensten. Overigens merkt de Raad op dat het methodebesluit tot vaststelling van de doelmatigheidskorting alsmede de doelmatigheidskorting zelf op 30 november 2006 door het CBb zijn vernietigd.
13
Randnummer 5.10 van AWB 06/39, 06/40, 06/47 en 06/50.
14
Besluit tot vaststelling van de doelmatigheidskorting zoals bedoeld in artikel 82, lid 4 van de Gaswet, kenmerk 101847/69, d.d. 7 september 2005.
15
Conclusie van de Raad
35. Met betrekking tot de zienswijze van VOEG concludeert de Raad dat deze niet relevant is voor de beoordeling van het tarievenvoorstel met betrekking tot pieklevering en de opslag voor flexibiliteitsdiensten. De zienswijze van VOEG leidt derhalve niet tot aanpassing van de tarieven voor pieklevering en de opslag voor flexibiliteitsdiensten.
5. Beoordeling tarievenvoorstel
36. De Raad heeft het tarievenvoorstel beoordeeld op basis van: • het wettelijk kader beschreven in randnummers 3 tot en met 12;
• consistentie met eerdere besluiten beschreven in randnummers 13 tot en met 16; • de correspondentie beschreven in randnummers 17 tot en met 35.
6. Besluit
38. Gelet op de beoordeling van het tarievenvoorstel van GTS luidt het besluit als volgt:
39. De Raad stemt in met het (gewijzigd) voorstel voor de tarieven pieklevering, zoals bedoeld in randnummer 21, en het tarievenvoorstel voor de opslag voor flexibiliteitsdiensten, zoals bedoeld in randnummer 19. De Raad stelt derhalve de tarieven vast voor pieklevering en de opslag voor flexibiliteitsdiensten voor het jaar 2007 voor Gas Transport Services B.V., zoals deze staan vermeld in bijlage 1 bij dit besluit.
40. Van dit besluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Voorts zal dit besluit worden gepubliceerd op de internetpagina van DTe (www.dte.nl) en ter inzage worden gelegd ten kantore van de Raad.
41. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2007. Den Haag,
Datum: 31 januari 2007
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze:
w.g.
Mw. ir. M. Huussen MBA Clustermanager Netbedrijven
Bijlage 1: Tarieven GTS pieklevering en opslag flexibiliteitsdiensten 2007
Tariefelement Tarief 2007 Eenheid
Pieklevering gewogen gemiddelde tarief voor entrycapaciteit (te verrekenen over 3
wintermaanden)
7,859 EUR/m3
(n;35,17)/u/jaar
Pieklevering totaalbedrag productie (te verrekenen per maand), waarvan:
40,769 EUR/m3
(n;35,17)/u/jaar
• tarief voor reserveringen ten aanzien van benodigde productiecapaciteit
39,585 EUR/m3(n;35,17)/u/jaar
• tarief voor het in stand houden van de gasvoorraad
0,782 EUR/m3(n;35,17)/u/jaar
• tarief verbonden met de uitvoering van de pieklevering
0,402 EUR/m3(n;35,17)/u/jaar
Opslag flexibiliteitsdienst jaartarief 10,61 EUR/m3
(n;35,17)/u/jaar Opslag flexibiliteitsdienst kwartaaltarief 2,65 EUR/m3