• No results found

Invloed van de hoogte der gasmeter

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Invloed van de hoogte der gasmeter"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 2

Invloed van de hoogte der gasmeter

Algemeen

Aan tientallen jaren bekende publicaties m.b.t. de gastemperatuur is geen aandacht geschonken in de regelgeving van NMa alsmede aan toezicht op de uitvoering ervan door gasbedrijven. Dat leidt tot de

veronderstelling dat aan recent in de belangstelling gekomen publicaties ook te weinig inhoudelijke aandacht zou kunnen zijn besteed.

NMa geeft weinig aandacht aan de hoogte van de gasmeter. In alle edities van de “Meetvoorwaarden Gas-RNB” staat onder art B1.3.5.3.1

B1.3.5.3.1 De hoogte ligging van de gasmeter ten opzichte van NAP bedraagt minimaal –10 meter en

maximaal +50 meter.

In de gastarieven wordt geen aandacht besteed aan een opstelling waarbij de gasmeter hoger staat dan 50 m + NAP.

NMa geeft enig commentaar op het KIWA-Gastechnologyonderzoek in haar rapport “Rapportage naar aanleiding van het onderzoek naar balgenmeters, juli 2008, Definitief”, te vinden onder

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2009/09/04/rapportage-naar-aanleiding-van-het-onderzoek-naar-balgenmeters.html

NMa geeft de indruk in de laatste zin dat zelfs in het hooggelegen Maastricht de gasmeteropstelling nog juist binnen de waarde van + 50 m NAP ligt. Zie bl 13, alinea 2.4.2.3:

Als gevolg hiervan zal een gasmeter meer volume aangeven. Volgens het onderzoek van

Kiwa GasTec meet een gasmeter ongeveer 0,12% volume meer als de gasmeter op 10 meter hoogte ten opzichte van NAP is geplaatst. Dit verschil bedraagt 0,6% in het nadeel van de consument op 50 meter hoogte. De zeven gradenmethode corrigeert niet voor deze afwijkende hoogteligging. Als voorwaarde in de Meetvoorwaarden Gas – RNB is gesteld dat de hoogteligging van de gasmeter ten opzichte van NAP minimaal -10 meter en maximaal +50 meter moet bedragen. De zeven gradenmethode impliceert dat tussen deze twee hoogtes de druk gelijk wordt verondersteld aan de druk op zeeniveau. Er zijn echter ook

balgenmeters die hoger dan 50 meter zijn geplaatst. Maastricht ligt bijvoorbeeld op 49,1 meter boven NAP. In de Meetvoorwaarden Gas – RNB is hiermee geen rekening gehouden. Hoe energiebedrijven in de praktijk

volumes herleiden bij meters buiten het interval -10/+50 meter, is in het kader van dit onderzoek niet onderzocht.

Wat noemt NMa Wat noemt NMa Wat noemt NMa

Wat noemt NMa ondermeer ondermeer ondermeer ondermeer niet? niet? niet? niet?

- In Den Haag is een flatgebouw van 22 etages aan de Zuiderparklaan waar de gasmeters op elke etage inpandig staan. De hoogste etages liggen boven 50 m + NAP. Op zo’n ongedachte plaats wordt al niet aan het gestelde in B1.3.5.3.1 voldaan. De som van maaiveldhoogte + NAP en de hoogte van de gasmeter t.o.v. het maaiveld is relevant. Alsdan wordt de aandacht gevestigd op topflats.

- Zie http://www.scholieren.com/werkstukken/31989 . Deze site geeft onder het hoofdje “Samenvatting aardrijkskunde, het krijt-lösslandschap” aan:

Het hoogste punt in Nederland is de Vaalserberg in Limburg met een hoogte van 322 meter boven NAP. Geleen ligt het laagst, tussen de 50 en 100 meter boven NAP. Daarna komt Heerlen, tussen de 100 en 200 meter boven NAP. En het hoogst ligt Vaals, tussen de 300 en 400 meter boven NAP. Vaals heeft dus de meeste opheffing gekend.

- Op het Maasdal na ligt Zuid Limburg hoger ligt dan + 50 m NAP. Daar Maastricht aan de Maas ligt en een rivier uiteraard door het laagste deel van een gebied stroomt, heeft NMa feilloos het voorbeeld gegeven van een situatie waarin de kans het kleinste is dat de gasmeter boven genoemde 50meter-bovengrens ligt. In dit verband wordt nog opgemerkt dat in oudere huizen de gasmeter achter de voordeur is opgehangen tegen het plafond aan. Daar staat de meter dan al boven de 50-metergrens. Verder staat in Maastricht een meter op elke verdieping – geen begane grond – al boven 50 m + NAP.

(2)

Getalsmatige invloed van gastemperatuur en hoogte van de meter

Openbare gegevens

Op hhttp://www.kgv.nl/wiki/index.php?title=Hoogste_punt_van_Kerkradeoogste punt van Kerkrade is aangegeven: Het hoogste punt van Kerkrade ligt op het industrieterrein Willem-Sophia. De hoogte bedraagt hier 193,5 meter N.A.P. (GeoInfo). Het hoogste natuurlijke punt ligt rond de spoorbrug op de

Locht, waar de hoogte 170 meter N.A.P. is (GeoInfo). Het punt is zichtbaar tussen het gebouw rechts, en de bomengroep halverwege de foto. Andere bronnen stellen dat de Nieuwstraat het hoogste natuurlijke punt is, maar deze ligt 2,5 meter lager, volgens de stafkaarten van de Topografische Dienst Kadaster in Emmen. Vanzelfsprekend is er ook het Laagste punt van Kerkrade. Het verschil tussen deze twee punten bedraagt 104,5 meter.

De gegevens van Vijlen staan op http://nl.wikipedia.org/wiki/Vijlen_%28Limburg%29

Vijlen (Limburgs: Viele) is een dorpje met ruim 1500 inwoners (peiljaar 2005) in Zuid-Limburg, behorend tot de gemeente Vaals. Vijlen ligt op ongeveer 200 meter hoogte boven NAP en is daarmee het hoogst gelegen dorp van Nederland. Verder heeft Vijlen, gerekend vanaf NAP, ook de hoogste kerktoren. De top van deze toren ligt op 242 m boven NAP Voor nadere berekening van de invloed der hoogte in Vijlen wordt uitgegaan van een hoogte van 200 m + NAP. Gelet op de barometrische gradient van 1,2 mbar per 10 m (bron: Winkler Prins, bevestigd door KIWA-Gastechnology) is de luchtdruk daar 20 x 1,2 = 24 mbar lager dan op zeeniveau. Vergeleken met eenzelfde hoeveelheid energie in aardgas op zeeniveau is het volume aldaar 2,4 % groter. Gelet op het gemiddelde jaarverbruik, 1.600 m3 per jaar, is de jaarfactuur ca € 1.000,-.

Voor Vijlen is de hoogte-invloed dan € 24,- per jaar; dat bedrag wordt teveel betaald.

NB Bij wielrenners is de Cauberg berucht; de top ligt op 220 m+ NAP. Er zijn meer hooggelegen plaatsen in Limburg

De al vermelde NMa rapportage ”Rapportage naar aanleiding van het onderzoek naar balgenmeters,

juli 2008, Definitief” geeft op bl 25 aan:

Hoogteligging – Voor hoogteligging zijn de financiële effecten duidelijk: een huishouden boven de zeespiegel betaalt teveel, een huishouden onder de zeespiegel te weinig. Hierbij geldt dat elke 10 meter extra hoogte zich vertaalt in ongeveer 0,12% teveel gemeten volume en daarmee een ongeveer 1,20 euro te hoge energienota. Een inwoner van Maastricht op 50 meter hoogte zou bijvoorbeeld 6 euro

teveel betalen, als energiebedrijven geen rekening zouden houden met de hoogteligging van de

meter.43

Dat leidt tot de conclusie dat voor Vijlen al vier keer meer teveel wordt betaald dan het enige bedrag dat NMa als gemiddeld voor een hooggelegen gebied opgeeft.

In art 3.5.3. van de “Meetvoorwaarden gas-RNB” wordt gesteld: “ De maximaal toelaatbare afwijking van een in gebruik zijnde meetinrichting overschrijdt de in onderstaande tabel genoemde waarden van de maximaal toelaatbare afwijking niet.” Voor de hier gebruikelijke meters wordt 6,3 % aangegeven.

Bij ruim 6 miljoen kleinverbruikers bestaat de meetinrichting slechts uit de balgengasmeter. De

meetinrichting bevat geen temperatuur- en/of drukmeter. De enige meetinrichting is dan de balgenmeter. De toelaatbare fout is 6,3 %. De “IJkregeling gasmeters” in art 44 voor de hier toegepaste gasmeter tijdens bedrijf geeft 4 % aan. Zie http://lexius.nl/ijkregeling-gasmeters/hoofdstuk2/paragraaf4

Het is niet duidelijk welke de toelaatbare fout bij een kleinverbruiker is. Meer duidelijkheid gewenst. Voor de toelaatbare fout in de energiefactuur is geen bepaling te vinden.

Dat is aanleiding om na te gaan hoe groot het toelaatbare verschil in de volume-vaststelling in de jaarfactuur kan zijn zonder dat reclamering bij het gasbedrijf succes heeft op basis van foutief veronderstelde

(3)

- bij twee gasafnemers die op verschillende plaatsen in het land wonen

- waar de toelaatbare metermiswijzing binnen de huidige eisen valt (tussen +4% en -4%)

- waar de gastemperatuur binnen de door KIWA-Gastechnology gemeten en juist geachte waarden ligt terwijl

- de gasoverdruk in de meter 25 mbar bedraagt.

Indien het exacte gasverbruik 1.600 m3 per jaar is, kan in onderstaande gemeenten een andere hoeveelheid worden gemeten en gefactureerd zonder dat reclame mogelijk is

Nieuwerkerk a/d IJssel

Vijlen

Hoogte NAP - 6 + 200 meter NAP

Meter wijst aan o.i.v. druk 0,7 te weinig 2,5 te veel % barometrische gradiënt

Gastemperatuur 8,3 20 oC

Meter wijst aan o.i.v. temperatuur

0,43 te veel 4,33 te veel % Wet van Gay-Lussac Toelaatbare miswijzing

gasmeter

- 3,9 te weinig + 3,9 te veel % IJkwet

Sommatie 4,2 te weinig 9,7 te veel %

Gebaseerd op 1.600 (gemiddeld) jaarverbruik

1.533 1.755 m3

Factuurbedrag 1.088 1.246 €/jaar

Nadere gegevens

Persbericht Nieuwerkerk a/d IJssel, 11 januari 2005, laagste punt op – 6,76 m NAP. Vijlen 200 m + NAP (zie boven)

Veronderstelde gastemperatuur in Nieuwerkerk a/d IJssel conform meetplaats 21, gastemperatuur Vijlen meetplaats 25 volgens KIWA-Gastechnology-rapport.

Indien het veronderstelde jaarverbruik 1.600 m3 is onder de normale omstandigheden 0oC en 1013,2 mbar en het gas door dezelfde leverancier tegen hetzelfde tarief gemeten, wijst de meter in Nieuwerkerk a/d IJssel aan 1.515 m3en in Vijlen 1.783 m3.

Gasprijs: prijsopgave van Eneco voor het jaar 2009, € 0,71/ m3.

Het verschil in jaarbedrag is toch wel anders dan de paar euro die minister en NMa impliceren. Maar die verschillen worden wel verhuld.

Mag op basis van het bovenstaande worden gesteld dat voldaan is aan art 52b, :Gaswet 2000”?

Paragraaf 5.3a Consumentenbescherming Artikel 52b

1. Het is verboden oneerlijke en misleidende verkoopmethoden te hanteren voor de levering en het

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij het onderzoek wordt de kracht F twee keer gemeten: één keer met strips en één keer w zonder strips op het schaatspak. Uit deze twee metingen wordt bepaald

Joyce merkt dat de parachutist met een ’vrije val’ niet hetzelfde bedoelt als wat daarover in haar natuurkundeboek staat.. De parachutist bedoelt er het gedeelte van een val

Omdat nog niet vaststaat voor hoeveel personen de werkplaats bestemd is, berekent hij voor verschillende aantallen personen hoe groot het vloeroppervlak volgens tabel 1 ten

Voor zover mij bekend is, is er in Denemarken geen wetenschapp&ijk onderzoek gedaan naar het effect van het afschaffen van de verplichting om de controle te laten uitvoeren

[r]

Onderzoek door weerkundigen naar windsnelheden op verschillende hoogtes en onder verschillende omstandigheden heeft opgeleverd dat het verband tussen windsnelheid en hoogte in

Onderzoek door weerkundigen naar windsnelheden op verschillende hoogtes en onder verschillende omstandigheden heeft opgeleverd dat het verband tussen windsnelheid en hoogte in

Zijn denkwerk mondt zo uit in een groots schema dat direct duide- lijk moet maken, wie nach einer allgemeinen Regel, die Ver- bindung und Übereinanderxetzung derer Ordnungen auf