• No results found

Visserij milieu Handhaving en beheer van Kinderopvang ISSSSSS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Visserij milieu Handhaving en beheer van Kinderopvang ISSSSSS"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

25 november 1988

WEDE KAMER

IS S S S S S

p a r t i j e n

Kinderopvang

De W D is positief over het voornemen om kinderopvang te stimuleren door initiatieven van gemeenten, bedrijven en burgers te steunen. De nadruk op relatief flexibele vormen van opvang in de buurt, zoals gastouderopvang of bedrijfsopvang, wordt door de W D gedeeld. Bevorde­ ring door fiscale faciliëring (alpha-hulp regeling) en het wegnemen van financiële drempels bijv. voor bijstands­ moeders en weduwnaars met minimum-inkomen ver­ dient daarbij de aandacht.

De WD-fractie gaat ervan uit dat de besteding van de ƒ130 mln. evenwichtig wordt verdeeld over enerzijds faciliëring van het aanbod van kinderopvang (gastouder, bedrijfscrêches) en anderzijds het wegnemen van finan­ ciële drempels aan de vraagzijde (subsidie voor één- ouder-minima).

Een definitief oordeel kan de W D pas geven nadat het kabinet een meer uitgewerkt voorstel heeft ontwikkeld, wat zo spoedig mogelijk na ontvangst van de gevraagde adviezen dient te worden gedaan.

V o o r n a d e r e in lic h tin g e n : H .F . D ijk s ta l, tel. 0 7 0 -1 8 2 8 8 4 .

Handhaving en beheer van

milieu

Tijdens een UCV inzake handhaving en beheer van het milieu is namens de WD-fractie betoogd dat de indruk bestaat dat de handhaving van het milieu nog lang niet voldoende adequaat is. Er glipt de overheid (ondanks aangebrachte verbeteringen) het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht nog (steeds) te veel milieuverontrei­ niging door de vingers. Voorbeelden zijn de mestregelge- ving, overtredingen bij de Wet Verontreiniging Opper­ vlaktewateren en de Wet Chemische Afvalstoffen en het gebrek aan controle bij de Hinderwet.

Oorzaken

Oorzaak hiervan is onder meer de geringe pakkans bij overtredingen, de lage strafbedreiging en de onvoldoen­ de politieke en bestuurlijke prioriteitstelling bij de lagere overheden. Tevens is er nog vaak sprake van onvoldoen­ de eigen verantwoordelijkheidsbesef bij de burgers en het bedrijfsleven. Ook is de regelgeving en/of normstel­ ling niet altijd even duidelijk en overzichtelijk. De gevol­ gen zijn merkbaar en monden uit in nadelige consequen­

ties voor het milieu (ook financieel). Onvoldoende hand­ having kan ook leiden tot een negatieve invloed op het normbesef met betrekking tot het milieu.

Voorstellen tot verbetering

Door de WD-fractie zijn een aantal voorstellen gedaan die tot verbetering zouden kunnen leiden:

- betere preventieve maatregelen in de vorm van duide­ lijke wetgeving en stimulering van het eigen verant­ woordelijkheidsbesef.

- introductie in internationaal verband van de zoge­ naamde integrale milieubenadering, waardoor produ­ centen de gehele milieucyclus in de gaten moeten houden (inclusief de afvalfase).

- introductie van milieu-accountancy en milieuverslagen van bedrijven. Deze kunnen het inzicht van de overheid in het bedrijven-milieu-beleid vergroten, met goede consequenties voor het handhavingsbeleid.

- de pakkans voor overtreders vergroten door onder meer betere interne organisatie bij de verschillende overheden, hogere bestuurlijke prioriteitstelling voor handhaving, meer bestuurlijke samenwerking van ge­ meenten en meersamenwerking tussen alle gezamen­ lijke overheden binnen een provincie.

- betere milieu-aandacht bij de reguliere politie. - strenge straffen voor milieucriminaliteit.

V o o r n a d e re in lic h tin g e n : m r A .J . te V e ld h u is , tel. 0 7 0 - 1 8 2 9 0 1 .

Visserij

1987 Was een roerig visserij-jaar (o.a. blokkade). 1988 Gaat echter óók de jaarboeken in met onverkwikke­ lijkheden. (: ME-Vlissingen). Het beleid van Minister Braks is deels verbeterd (o.a. controle), deels gewoon mislukt (met name de sanering). En het visserijbedrijfsleven heeft ook nog geen (volledige) orde op zaken in eigen huis kunnen stellen. Met andere woorden: er is nog zeker geen reden om de vlag uit te steken: Minister Braks moet in 1989 alle zeilen bijzetten om in zijn laatste volle jaar van deze Kabinetsperiode zijn visserij blazoen op te poetsen. Hoe moeilijk dat misschien ook is.

Mogelijke oplossingen.

(2)

211

- waar nodig - met de sterke arm optreden; conse­ quente vervolging en, hopelijk, passende bestraffing (minimaal: het ontnemen van een genoten voordeel; en als extra: hoge boetes; zonodig: aan de ketting leggen van schepen).

De geloofwaardigheid ten opzichte van de EG mag niet worden beschaamd (mede met het oog op de situatie vanaf 1993).

De instrumenten als zeedagenregelingen aanlan- dingsregeling moeten wat ons betreft worden ge­ handhaafd.

2. S e c u n d a ir moet worden getracht om in 1989 tot een e c h te s a n e r in g va n d e o v e r c a p a c ite it van de vloot te komen. Streven: minimaal 90.000 pk. De „overblijven­ de” vissers moeten er ook wat (saneringsgeld) voor over hebben om daarna redelijk „zorgenloos” door te kunnen vissen. De Minister moet op dit punt, samen met het PW, in 1989 écht actief worden, en de sector gaan overtuigen van de noodzaak in plaats van alleen maar te wachten op aanmelders.

3. De Minister zou zich (eigenlijk) de tong uit de mond moeten praten om o n b e n u tte q u o ta u it h e t b u ite n la n d , voorzover aanwezig, alsnog naar Nederland te halen. Hiertoe bestaat principieel de mogelijkheid ingevolge een EG-afspraak.

4. De WD-fraktie wil ook de eigen verantwoordelijkheid van de sector zélf meer tot uitdrukking zien komen, in plaats van dat de overheid alleen als de „grote rege­ laar” en als „handstoffer en blik” voor de problemen van de sector optreedt. We kunnen toch niet blijvend achter bijna elke visser een AID’er zetten?! Dat zou o.i. kunnen door meer s o c ia le c o n tr o le binnen de visserij­ sector zelf. Zodat er naast de overheidscontrole (: Al D, want die moet natuurlijk wel gewoon blijven) een é x tr a c o n t r o le p u n t bij komt.

Concreet vertaald/voorgesteld:

- ga over tot een verdeling van de nationale quota over de verschillende producentenorganisaties, met inachtname van de huidige quota van individu­ ele vissers

- deze producentenorganisaties kunnen dan intern evt. tot verdere onderverdeling onder hun aange­ slotenen overgaan, en kunnen bijv. ook zelf een nadere regionale invulling geven aan de zeedagen­ regeling en/of aan de aanlandingsregeling. - overbevissing door de één wordt dan automatisch

afgetrokken van het contingent van de hele groep. Daardoor zal „sociaal toezicht” nuttige resultaten kunnen opleveren, naast de blijvende AID-contröle. V o o r n a d e re in lic h tig e n : m r. A .J . te V e ld h u is . T e l.: 0 7 0 - 1 8 2 9 0 1 .

Rijkswegenfonds

Op 21 november vond een Uitgebreide Commissieverga­ dering over het Rijkswegenfonds 1989 en het deel infra­ structuur begroting 1989 Verkeer en Waterstaat plaats. De W D fractie sprak daarin allereerst haar waardering uit voor Minister die er in geslaagd is vanaf 1990 400 miljoen te laten reserveren voor de verkeersinfrastructuur en bovendien er in lijkt te slagen tunnels buiten de Rijksbe­ groting om te doen financieren.

2

Verder werd er van gedachte gewisseld over de uitvoe­ ring van het onderhoud aan wegen. Ondanks toezeggin­ gen in het verleden blijft het wegenonderhoud geconcen­ treerd in het najaar. Dat is hinderlijk voor het verkeer en duur voor de aannemers.

Voor grensoverschrijdende wegen werd de Minister nog­ maals gevraagd eens na te gaan of hiervoor EFRO- gelden uit Brussel beschikbaar zijn b.v. voor Rijksweg 37. Voor het Meerjarenplan Personenvervoer 1989-1993 is totaal bijna ƒ 6 miljard begroot. Daarvan gaat ruim ƒ 3,6 naar het openbaar vervoer, en daar zitten de NS met ongeveer ƒ1,6 miljard in. Het openbaar vervoer wordt dus in het algemeen niet zo slecht bedeeld.

De W D is het niettemin eens met de verhoging van de investeringscapaciteit voor de railinfrastructuur in het kader van het bereikbaarheidsplan.

De WD-fractie was blij dat de fractievoorzitters van CDA en W D het belang van de verkeersinfrastructuur hebben onderstreept met een motie a ƒ 100 miljoen.

De W D fractie gaf aan dat zij graag een bijdrage uit de ƒ 100 miljoen willen zien voor het elimineren van het knelpunt Utrecht-Noord. Eveneens zou dit bedrag nog gebruikt kunnen worden voor het Amsterdam-Rijnkanaal (opruimen drempel) en voor het verhogen van de Flaker- brug over het kanaal door Zuid-Beveland.

V o o r n a d e r e in lic h tin g e n : m r. H . Th. M . L a u x te rm a n n . T el.: 0 7 0 -1 8 2 9 1 7 .

Meerjarenplan

stadsvernieuwing

Maandag 14 november stond een Uitgebreide Commis­ sievergadering (UCV) over het Meerjarenplan Stadsver­ nieuwing (MPS) 1989-1993 op de agenda.

Verschillende onderwerpen kwamen op deze vergader­ ing aan de orde.

Zo kwamen onder andere aan de orde de sloopprogram­ ma’s. Volgens de WD-fractie wordt er in Nederland te weinig gesloopt. Van het aantal slooprijpe woningen, zo’n 300.000, komt in het MPS/Woningbouw slechts 154.000 terug. Dat betekent dat zeer veel slooprijpe woningen blijven staan en dat is in strijd met de Woningwet. Als het slooptempo niet wordt opgevoerd, dan zullen we te zijner tijd de gevolgen daarvan ondervinden. Eigenlijk gebeurt dat nu al als geconstateerd wordt dat sommige gereno­ veerde woningen funderingsgebreken vertonen.

Een ander discussiepunt was de voorgestelde nieuwe sleutel voor de verdeling van gelden. Deze sleutel is voor de W D aanvaardbaar. Voor sommige gemeenten is de nieuwe sleutel echter een bittere pil. Zoals voor de gemeente Zierikzee: een kleine gemeente met veel mo­ numenten. Bij de decentralisatie van de nieuwe monu­ mentenwet zal voor deze gemeente een oplossing moe­ ten worden gevonden.

(3)

211 3 de gemeente in het eerste geval een eenvoudige proce­

dure kan volgen zonder veel gedoe met rechtsbescher­ ming. Het blijkt nu dat gemeenten inderdaad de voorkeur geven aan een LMV boven het bestemmingsplan. Tijdens de UCV is nog een aantal moties ingediend o.a. over de voeding van de Stadsvernieuwingsfondsen. Over deze moties wordt volgende week gestemd.

V o o r n a d e re in lic h tin g e n : m r. H . Th. M . L a u x te rm a n n , te l.: 0 7 0 -1 8 2 9 1 7 .

Werkgelegenheid voor

minderheden

De fractie heeft haar grote zorg geuit over de omvang van werkloosheid onder minderheden. Ook de achterliggen­ de individuele problematiek is zorgwekkend. In Neder­ land zijn zeker 100.000 werkloze allochtonen, waarvan 40% langer dan twee jaar. Bij sommige groepen is het percentage van mensen zonder werk zelfs groter dan 50%.

I oorzaken werkloosheid

Enkele oorzaken van de aanzienlijke werkloosheid onder migranten zijn:

a. te laag algemeen onderwijs niveau, ongeveer 25% van de allochtone werklozen heeft alleen basis school; b. onvoldoende beroepsonderwijs;

c. men heeft vaak een gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal;

d. langdurig werklozen hebben vaak onvoldoende werk­ ervaring;

e bij ontslag- en aanname-beleid van personeel is er nog steeds sprake van discriminatie.

II standpunt WD

De W D steunt het kabinetsbeleid dat gericht is op integratie van minderheden in de Nederlandse samenle­

ving. Dit is echter een maatschappelijk proces waarvan de voltooiing meer dan een generatie kan duren, een zaak van lange adem. Uitgangspunt blijft dat allochtonen aanspraak mogen doen op gelijke kansen en rechten, maar daar staat tegenover dat men ook gelijke plichten heeft. De middelen en de maatregelen om beleid mee te maken zijn er, echter veel zal gedaan moeten worden aan de verbetering van de effectiviteit van beleid. De W D laat zich nog niet uit over het te voeren beleid, zolang in de stichting van de Arbeid nog overleg gaande is. Het stuk van de Memorandum gemeenten vraagt om meer be­ leidsruimte voor de lokale overheden ten behoeve van specifiek beleid. De W D vindt dat die ruimte er moet komen.

Tevens vindt de fractie dat gelet op het rapport van de emancipatieraad „Zwarte en migrantenvrouwen op de arbeidsmarkt” de groep allochtone vrouwen speciale aandacht behoeft.

Het bedrijfsleven moet niet met quotering of andere dwang worden geconfronteerd. De fractie gaat ervan uit dat het bedrijfsleven bereid is om een inspanningsver­ plichting na te komen. Wel vinden wij dat in het sociaal jaarverslag een passage moet worden op genomen met

informatie over de positie van minderheden.

De WD-fractie blijft van mening dat discriminatie bij voortduring met kracht moet worden bestreden.

III overheidsbeleid

Het beleid vertoont metaal-moeheidsverschijnselen, het regeringsbeleid blijft steken in, onderzoeken, overleggen en het instellen van commissies, etc.

Concrete beleidsbeslissingen ontbreken. Het algemeen Sociaal-economisch beleid is met name voor allochto­ nen van groot belang. Tot specifiek beleid moet worden overgegaan indien problemen van speciale groepen dit na zorgvuldige afweging vereist. Er moet sneller uitvoe­ ring worden gegeven aan tijdelijke voorzieningen die de plaatsbaarheid in reguliere banen bij de overheid en het bedrijfsleven vergroten. Ook moet er een straffer sanctie­ beleid komen bij uitkeringen en ten aanzien van het accepteren van werk, scholingseisen en beheersing van de Nederlandse taal.

V o o r n a d e re in lic h tin g e n : H .F . D ijk s ta l, te l.: 0 7 0 -1 8 2 8 8 4 .

E S S E

De E uro-E xpresse w o rd t u itgegeven o n d e r a uspiciën van de N ederlandse leden van de Liberale en D e m ocra ti­

sche Fractie in het E uropese Parle­ m ent.

Algemene beschouwingen 1989

De voorzitter van de WD-fraktie in de Eerste Kamer, Ir. D. Luteijn, heeft in zijn bijdrage voor de algemene beschou­ wingen 1989 zich vooral gericht op de invloed die het voortgaande proces van Europese samenwerking op

onze Nederlandse samenleving en het overheidsbeleid zal hebben.

(4)

overheidsinvesteringen. Het stimuleren van een bedrijfseconomisch denken bij de overheid verdient daarbij alle aandacht.

Als tweede belangrijke punt binnen het financiëel-econo- misch beleid werd door Dhr. Luteijn het doorvoeren van de Oort-operatie, gericht op vereenvoudiging van het belastingsysteem en verlaging van de tarieven, ge­ noemd. Hij benadrukte in dit kader dat de voorgenomen belastingverlagingen niet mogen worden teruggedraaid onder invloed van eventuele financiële tegenvallers voor de overheid. Veeleer dient dan tot extra bezuinigingen te worden overgegaan. In dat kader noemde fraktievoorzit- ter Luteijn de nog steeds toenemende papierstroom, waar ook kamerleden mee worden gekonfronteerd en de in feite het zichtbare deel vormen van een bureaucratie, waar te sterke verkokering tot veel wrijvingswarmte en verspilling leidt, waar decentralisatie nog niet echt gestal­ te heeft gekregen en waar de voorgenomen afslanking van het ambtenaren apparaat niet echt wil lukkken. Mede daardoor komt er van de zo noodzakelijke uitgavendisci­ pline nog onvoldoende terecht. In het kader van de Europese ontwikkeling konstateerde Dhr. Luteijn voorts dat onze Nederlandse samenleving op een veel breder terrein dan enkel het financiëel-economische voor be­ langrijke en noodzakelijke wijzigingen staat.

Hij vroeg aandacht voor met name het milieu, de openba­ re orde en veiligheid, het onderwijs en de wijze waarop we als Nederlandse samenleving met elkaar en met het leven omgaan.

Wat het milieu betreft konstateerde hij dat de noodzaak tot het stellen van prioriteiten toeneemt. Vooral de onom­ keerbare processen binnen ons leefmilieu, zoals broei- kaseffekt, aantasting ozonlaag en bodemverontreiniging met zware metalen, verdienen extra aandacht en geld. Hij pleitte voorts voor een krachtige bevordering van industriële mestverwerking en van het invoeren van hoge statiegelden op milieu-onvriendelijk afval(batterijen, plastic).

In het kader van de criminaliteitsbestrijding waarschuw­ de Dhr. Luteijn voor het risico dat bij onvoldoende versterking van politie en justitie binnen een Europa zonder grenzen de criminaliteitsdruk voor ons land be­ langrijk zal toenemen.

In het kader van zich ontwikkelende nieuwe samenle- vingsstrukturen brak Dhr. Luteijn een lans voor een beleid waarbij belangrijke waarden, als de positie van het gezin binnen onze maatschappij, niet te gemakkelijk naar de zijlijn worden gedirigeerd. Mede tegen de achtergrond van de nieuwe genetische technieken die zich aandienen is de grootst mogelijke zorgvuldigheid geboden. De overheid heeft zeker een belangrijke taak om ontwikkelin­ gen op het gebied van de genetische manipulatie, het draagmoederschap, zaaddonorschap en ook adoptie zodanig wettelijk te begeleiden dat we niet te zeer afd.waleh van de natuurlijke voortplantingsprocessen van mensen.'

Een van de centrale vraagstukken van het laatste decen­ nium vormt de werkloosheid. Fraktievoorzitter Luteijn vroeg zich tegen de achtergrond van het aanwezige potentieel van maatregelen af, of we er nog wel zo verstandig aan doen om krampachtig vast te houden aan de doelstelling van volledige werkgelegenheid. Moeten we niet veel meer erkennen dat volledige werkgelegen­ heid binnen een overzienbare periode niet te bereiken is en moeten we in dat kader de belangrijke funkties binnen onze maatschappij die niet onder het begrip betaalde arbeid vallen niet meer gaan waarderen.

Moeten we de faciliteiten die aan verenigingen, buurt- en clubhuizen en allerlei particuliere initiatieven worden ver­ strekt (waarbij het veelal om relatief geringe bedragen

meer gaat) niet aanmerkelijk verbeteren zodat men meer zelf met de eigen woon en leefomgeving bezig kan zijn.

i

Afsluitend vroeg Dhr. Luteijn zich af of we, nu vanuit Europa als het ware een vierde bestuurslaag wordt gevormd, we in eigen land niet toe zijn aan een heroriën­ tatie op het funktioneren van onze huidige 3 bestuursla­ gen. Hij noemde daarbij met name ook de positionering van de departementen en de veel te grote verkokering die we kunnen waarnemen. De relatie tussen de meer alge­ meen georiënteerde departementen en de vakministeries lijkt voor wijziging vatbaar, evenals de positie van de staatssecretarissen.

V o o r n a d e re in lic h tin g e n : ir. D. L u te ijn , tel. 0 7 0 -6 2 4 5 7 1 .

EXPRESSE

Verschijnt wekelijks met uitzondering van de reces­ periodes van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Uitgave van de Haya van Somerenstichting; waarin opgenomen de mededelingen van het hoofdbestuur van d e W D .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De bevindingen van de nadere analyse naar de onderzochte voorwaarden en geconstateerde tekortkomingen in de kwaliteit, zijn gebaseerd op de jaarlijkse onderzoeken (exclusief

Een aantal kinderopvangvoorzieningen die voorschoolse educatie aanbieden, hebben in 2016 subsidie ontvangen terwijl ze bij het jaarlijks onderzoek in 2015 niet aan

Zicht op karakteristieken houders voor versterking van toezicht en handhaving Uit de verdiepende analyse naar de houders blijkt dat zeer grote houders, met meer dan honderd

2.1 - voor 2018 en 2019 het autonome deel uit het programma sociaal domein € 293.057 2.2 - voor 2018 voor de versterking en borging van de interne beheersing en frictiekosten

Zicht op karakteristieken houders voor versterking van toezicht en handhaving Uit de verdiepende analyse naar de houders blijkt dat zeer grote houders, met meer dan honderd

Bij de Lot-R, de vragenlijst die depressie meet, is eerst naar de betrouwbaarheid gekeken. De interne consistentie is volgens de Cotan normen nog niet helemaal goed. De gevonden alpha

– open (t)huis voor kinderen, hun gezin en de buurt – aandacht en respect voor diversiteit = een must.. – vanuit kinderopvang naadloze overgang naar integrale preventieve

[r]