• No results found

Voorlopig rapport betreffende de kartering van een gedeelte van de gemeente Kessel (M. Limburg)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voorlopig rapport betreffende de kartering van een gedeelte van de gemeente Kessel (M. Limburg)"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

S t i e h t i a g voor B o d W a r t e r l a g *J/- ?/* & • / * * ^J W A ^ C ' M i J C E N

Afd.Landelassifieatie N o s g^ BSCLiO»h£ùK

VOORLOPIG BAPPOBf BETREFFBHDB M KABT BRINGVAX EHK GBIJSSLTS VAITDB GEMBEHTB KSSi^EL (H.LIMBURG)

d o o r

C»de V i s s e r

1 ) Inleiding;

• Ia de periode van 8 Noveaber t / a 17 Deceaber '54 werd «ea gebied van oa 140 ha i n d e t a i l opgeaoaea. Hierbij werdea sowel de p l a a t s Tan de waarneming a l s het a a a t a l waar-neaingea per ha zoveel »ogelijk bianea een raaieaaet aede af-hankelijk gesteld vans

l e bet meer of Binder sterke bodeaverschil»

2e de aanwezigheid van suikarbietenpereelen (waarvan de op-brengstea bepaald e i j a door Bergea op Zoo»),

3e de behoefte, een bepaald versehijnsel nader te bestuderen. Ia het veld werd gewerkt aet de kadastrale k a a r t , schaal 1 J S 5 0 0 | hierdoor was het mogelijk, iedere waar-neming nauwkeurig gecodeerd op de kaart t e aetten.*

Iedere waarneming werd op de volgende punten beoordeeld» a) de kleur vaa de grond (volgens kleureaboekje),

b) de textuur (speeiaal leaigheid ea hoedaaigheid aandfractie), 0} humuatoestand,

d) het verschijnsel van osydatie-reductle.

B i i de textuur-beoordeling werd aaar leaigheid ingedeeld van seer zwak t o t geer s t e r k in v i j f groepen, te wetens a i s seer zwak leaigj b i s swak leaigs 0 i s lemig; dl i s s t e r k leaig ea e. i s zeer s t e r k lemig.

De zandhoedanigheid werd ingedeeld naar korrelvora en hoao-g e n i t e i t ( r i v i e r z a a d of dekzaad). Bij de beoordeliahoao-gvan de huaustoestaad lag t o t op heden de nadruk op de dikte van böuwvoor en t o t a l e huaushoudende dek (bouwvoor plus u i t l e k -• k i n g s l a a g ) .

(2)

Ia beid® gefallen werd de dikte in da's genoteerd(totale

diktateveas door cursieve streep in codering). Een eventuele ©«de vegetatielaag (resten) of oud bouwlanddek werd binnen de huBsashoudénde laag apart genoteerd in hoedanigheid en

dikte« De beoordeling van de oxydatie-reductleversehijnselen geschiedde binnen het algemeen kleurenschema op grond van

ijser(en eventueel aangaan«) eonereties met code letter en diep-te in dm's achdiep-ter het kleurensymbool. De beoordeling van de/~ grond gebeurde onafhankelijk van de hiervoor genoemde facto-ren doch bij elke verandering in textuur of humustoestand w*rd opnieuw de kleur bepaald. Uiteindelijk bleek, dat gewerkt kon worden set aekere kleurencombinaties uitgaande van een bepaalde basis-of groadkleur. Het bleek, dat zowel in hori-zontale- als in vertieale richting van het profiel deze basis-kleur kon veranderen. Elke typische combinatie van basis-kleuren werd met een apart symbool (in volgorde Griekse alfabet)

aangegeven. In het hiervolgende sehema zijn de onderscheiden kleurengroepen opgesteld naar het voorbeeld van een volgens

textuur en humustoestand normale profielopbouw met aanteke-ning »dat binnen de ogroep tot heden alleen lichte profielen werden aangeboord. / k l e u r van de

~2eer zwak l.bouwv. Zwak " « Zeer zwak l.uitlekk Zwak " n Zeer rt 'f laag Zwak l.laag Leaige " Sterk 1. " / Zeer sterk,.l.laag Leemarme sandige laag V t t J ^ 7.5TB4/2 10IB4/3 • • 7,5^5/4 5ÏH4/6 5YR4/8 5TH5/8 «

/3

10YB3/3 10YE3/2 10Y14/3 7.5TH4/4 5ÎB4/6 5YH4/8 5ÏB5/8 10YH3/3 10YB4/4 7.5TB4/6 7.5TH5/6 7.5ÏH5/8 10TB7/6

6

* 10TH3/2 10TB4/3 10TH7/6 dekzanden ' 2-.5T 3/2 « 10YH4/3 10TB3/3 10IB6/6 2.5T8/6-8/4

(3)

- 3

Als voorbeeld volgen h i e r enige profielbeschrijvingen van elk kleurentype.

0 - 20 zwak leaigebAUHeuae bouwvoor 10ÏS(7»5TB)4/2

20 - 50 " n zw.hura. laag 7.5YB4/4

50 - 60 " hum.lemige " 5*^4/4 60 - s t e r k lea&ge laag 5TB4/8 0 20 40 80 100 0 20 40 80 110 0 25 50 80 100 - 20 - 40 - 80 - 100

â

- 20 - 40 -' 80 - 110 -- 25 - . 5 0 - 80 - 100 «„

zwak lemige bouwvoor " " zw.hu».laag sterk " laag

lemige " leenarm zand

zwak lemige bouwvoor " " zw#huia*laag leaige-sterk l.laag zeer sterk les&ge laag

'• zwak " »

zwak leaige bouwvoor " " zw.hu». 1. lemige laag

zeer sterk leaig zand 7.5ÎB4/2 7.5YB5/4 5TR4/8 5YH5/8 .10IB7/6 10YH3/3 5YR4/4 5TR4/6 5TH4/8 5YH5/8 10YH3/2 1ÔÏB4/3 7.5YB4/4 5YH4/8 5TH5/8 ;

r

(4)

2) 0 20 50 70 100 0 20 50 70 90 0 20 70 80 100 -' 20 - 50 - 70 - 100 -- 20 - 50 - 70 -• 90

6

- 2 0 - 70 - 80 - 100

-zwak lemige bouwvoor " " zw. hum. laag lemige laag

sterk leadge laag

t« «

zwak lemige bouwvoor

" " zw,hum.laag lemige laag

sterk lemige laag

H ti

zwak lemige bouwvoor '* " zw. hum. laag lemig " " " lemige laag

leeraarm zand dekz and pro fiel

0 20 70 90 - 20 - 70 - 90

-zeer zwak lemige bouwvoor " " " hum. laag " " " laag idem

Hadere omschrijving van het gebied en

10YB3/3 10TB4/4 10YR4/4 7.5IB5/6 7.5YB5/8 10TH3/3 10YR4/4 7.5YH4/6 7.5YB5/6 7.5YR5/8 10TH3/2 10TE4/3 10YR5/3 10YR7/4-^/8 oxyd.red 5YR^/8 2.513/2 10TR4/3 10YRÓ/6 2.5Y8/6 topografiet Het gekarteerde gedeelte strekt zich binnen de gemeen-te Kessel uit van de zw-rand van het dorp Kessel tot even

bezuiden het dorp Kesseleik en ligt op de westelijke oever ongeveer evenwijdig aan de Maas. De uiterste breedtegrens is ongeveer 1 km vanuit de tegenwoordige Maasoeverjen de totale

(5)

5

-Topografisch kan gespreken worden van een «in of meer zwak golvend landschap »et naggen- en geuleasystee». Sr zijn eehtsr enige zeer belangrijke hoogteverschillen in de v©rBj Tan terraaranden. Ben voor dit karteriagsgebied

zeer belangrijke terrasrand ligt ©ver de gehele lengte van het werkgebied ongeveer evenwijdig aan de Maas en veroorzaakt een hoogteverschil van + 8a. De kleinere hoogteveraehilien welke het gevolg zijn ran het raggen- en geuleasysteea,

zijn »iet groter dan +, 1.50a. I» principe wordt het werk-gebied topografisch door de genoeade terrasrand in twee helften gesneden* terwijl aan weerszijden van deze (steile) terrasrand» dus zowel In het lagere- als in het hogere ge-deelte» de genoemde kleinere hoogteverschillen voorkomen. Op 4ên plaats heeft de steile terrasrand een nawwe opening» welke het lagere geulensysteea met het hogere-verbindt,

ïn deze steile terrasrand zijn ook verschillende vroegere en nog bestaande afgravingen, hetgeen aan sonstige percelen een niet-nat«urli|ke lagere ligging geeft.

Het ©eest typische kenmerk voor belangrijke jjoogte-versehlllen blijkt het ootydatie-rednetieversehljnsel te zijn

(ofwel het ontbreken hiervan). In ieder geval bleek» dat aan de lagere kant van de genoeade terrasrand het verschijnsel van ösydatle-redaotie zeer sterk optrad, echter in »eerdere of mindere aate al naar gelang het optreden Tan kleinere hoogteverschillen binnen dit lagere gebied. Aan de hogere kant van de -terrasrand trad het verschijnsel van oxydatie-reduetie praktisch niet op, ook niet wanneer binnen dit hoge-re gebied nog sprake was van kleinehoge-re hoogteverschillen. Aan de hoge kant van de terrasrand treffen we dus zowel hoge,*'

als lage profielen zonder redact ie j aan de lage kant daaren-tegen vinden we zowel de hogere als de lagere profielen »et

(6)

reductie, echter la diepte verschillend in verband set kleine hoogteverschillen. Er Eija dus twee zeer belangrijke

topografische onderdelen te onderscheiden: I) de hoge gronden zonder reductie,

II) de lage gronden met reductie.

Deze beide groepen laten zich dan weer onderling splitsen in lagere- en hoger© profielen respectievelijk geulen en ruggen.

Voor de hoge gronden wordt de topografische en de daaraan verwante bodemkundige indeling dan aldus«

a) hogere profielen zonder reduetiej bodemgroepen <^<, <^en &

b) lagere profielen zonder reductie jbodemgroepen ot en &

(aocent-tekenJ) Voor de lage gronden wordt deze indeling»

a) hogere profielen met diepere reductie;bodemgroepen O sa « b) lagere profielen met ondiepere reductiejbodemgroep ß

(zowel bij a als b ter onderscheiding toevoeging van reductieteken met vermelding diepte in dm's).

e) zeer lage profielen met zeer ondiepe reduetiejboderagroep lt<

Het blijkt echter, dat groep Ib ook met reductie voorkomt. Deze reductie staat echter geheel los van de bovenbedoelde topografische onderscheiding en is »eer het gevolg van een geheel andere profielopbouw (zie S groep).

3) Bodemkundige beschrijving der verschillende kleurengroepen OC Deze groep komt topografisch als volgt voorï a) als hoger gelegen profielen zonder reductie (la). b) als lager gelegen profielen zonder reductie (Ib). e) als hoger gelegen profielen met reductie ( H a ) . Hoger gelegen zonder reductie in het profiel is het alge-meen sterk gestoord dwz, de diverse lagen variëren van zeer

(7)

7

-prof.la code a24/o6d9eHB.

b36/7e

zwak tot zeer sterk lemig, terwijl meestal nog binnen boor-diepte duidelijk definieerbaar rivierzand voorkomt. In het noramal opgebouwde profiel worden de diverse lagen van boven naar beneden sterker lemig, hetgeen evenredig gepaard gaat met een heller worden van de kleuren. De overgang van de

sterkst lemige onderste laag naar het rivierzand is «eestal scherp. Hoe hoger dit profiel ligt, hoe dunner het totale humshoudende (tevens lichtere) bovendek.

Als lager gelegen zonder reductie, is het profiel binnen

boordiepte duidelijk ainder gestoord terwijl tevens geen zand aangeboord wordt. Bij een wisseling ia leaigheid ligt ook hier de zwakker lemige laag boven de sterkere met evenredig verloop van de kleuren. Het totale humushoudende dek is bij deze profielen aanzienlijk dikker dan bij de topografisch hoger gelegen», waarbij tevens enige vergrijzing van de kleur ia te onderschelden(symbool oi?).

b2/4d6e3Dz

b25có/d9©

Het »eest typische van de topografisch lager gelegen pro-fielen met reductie is, een veel grotere homogeniteit in lemlgheid, het ontbreken van het zeer zwak lemige bovendek waarbij teveas het totale humushoudende dek zeer dun wordt

en tenslotte een sterke achteruitgang van structuur beneden de reductlegrens.

3 Voorzover het de hoge profielen zonder reductie betreft, valt deze groep in dezelfde onderdelen uiteen als de«x groep nl. als Ia en Ib.

Bij de lage profielen »et reductie hebben we als onderdeel de Ilb-groepï lagere profielen »et ondiepe reductie. De ^"profielen liggen ast uitzondering van de Ib-groep

(8)

van _+ 50 o» aangehouden kan worden. Dit is voor de Ia

profielen naast het kleurverschil wel het meest belangrijke verschil «et de o c gronden. Waarschijnlijk echter, als ge-volg van deze lagere ligging is het humushoudende lichte

bovendek bij de ßgroep gunstiger (dikker) dan bij deocgroep.

Voor het Ib profiel van de $ groep zijn, behalve het kleur-b2^7o9d verschil, geen belangrijke en feitelijke verschillen aan te

wijzen t.o.v.deocgroep, zodat voor verdere beschrijving naar laatstgenoemde - kan worden verwezen (symbool S*).

Wat betreft de IIb groep, hierin komt het hoogteverschil met doorgronden wel het meest tot uitdrukking nl.als ge-Bz7 volg van de ondiepere reductiegrens.

024/d

3it gaat gepaard met nog grotere homogeniteit en het vrij-wel ontbreken van het lichtere humushoudende dek, Als ge-volg hiervan kan het gehele profiel tot in de bouwvoor sterk lemig zijn, gepaard met zeer ongunstige structuureigen-sohappen^

y Deze groep valt, voorzover thans beoordeeld kan worden, in Ia en IIa profielen uiteen, dus als hogere

pro-fielen zonder reductie en als hogere propro-fielen met diepe reductie. De hogere profielen zonder reductie zijn matig tot a24/©5dl0b vrij sterk gestoord, de diverse lagen variSren van zeer zwak

tot sterk lemig. De opeenvolging is ook bij deze gronden van boven naar beneden gezien van zwakker naar sterker lemig. De overgang naar de leemarme zandondergrond (»«»stal wel binnen boordiepte) is niet altijd abrupt; soms is te spreken van een geleidelijke overgang. Het zand in de ondergrond is minder heterogeen en minder scherp dan normaal rivierzand.

(9)

.Uit hoofde van bestudering met de loupe zijn er aanwijzingen voor aanwezigheid van dekzand. Vooral ook de structuur en het - -.:. ' aanvoelen van de leislge lagen is aaders dan hij h e to i e n J $p r o

-fiel en wel in ongunstige zia(fijner, dichter). De dikte van 4e huœushQudende laag is evenredig aan hetoC profiel en dus in het algemeen matig.

Betreffende de hogere profielen »et diepe reductie if 29 (IIa), is tot zekere hoogte vergelijking aogelljk ast het h24/<i6e9a . ""

o^profiel van dezelfde orde, dus een grotere homogeniteit en Binder gunstig© ontwikkeling van het huarushoudende lich-tere bovendek, dan hij de hogere profielen zonder reductie.

K, Dit zijn de zeer lage profielen met zeer ondiepe reduetieÇlI«), In het tot nu toe gekarteerde gedeelte zijn 42/e5f het gronden» »et een zeer homogene profielopbouw en zeer

sterk leaig tot in de bouwvoor. 2eer ongunstige struetuur-eigenaehappen en een humushoudend dek niet dikker dan een bouwvoor van 20 cm«

Tiij$ Tot op heden is van deze groep nog aaar een beperkte

oppervlakte gekarteerd. Als zodanig is nog »aar één onder-deel te onderscheiden, nl. lagere profielen »et reductie. Topografisch gezien vormt deze groep eigenlijk een onderdeel van de Ib groep, a»t als reductie-oorzaak een bodeakundlge kwestie.

Gezien textuur en profielopbouw zowel als de ligging la het algeseen, vorwt deze groep van gronden wage 11jk een

0 28 onderdeel van (overgang naar) de oude bouwland-dekzandgronden. De tot heden toe gekarteerde lagere profielen met een gereduceerde ondergrond liggen in een smalle geul,welke de overgang voriat tussen de hogere,niet gereduceerde o < , S

en 7Sgronden en het cude-bouwland-dekaandcompleat. a}8/<

e

(10)

Do proflelopbouw is vrij homogeen en lieht, ni. variê*rend ran zeer zwak lemig tot lemig. De totale dikte van het humus-houdend dek varlSert van 60 tot 70 cm, bij een bouwvoordikte van +_ 30 cm.

Naar aanleiding van de opmerking van een grondgebruiker zijn er aanwijzingen voor een lage pH van de bouwvoor. De tex-tuur wijst op een vrij grote homogeniteit en fijnheid van materiaal, hetwelk in het algemeen zacht aanvoelt. Bij een z&ndige ondergrond is dit materiaal plaatselijk droog, vast en enigszins verkit.

Op zichzelf staande bodemkundlge verschijnselen; A grind in het profiel, komt in sterke mate voor, zowel aaa de

hoge*- als lage kant van de beschreven terrasrandj soms is wel te spreken van een constante bank, op een diepte van 80-120 om ia het profiel,

^afgegraven profielen, hebben meestal een zeer dunne leem- en en humushoudende bovoiaag (*c40 cm)liggend op soms grind-houdend rivierzand soms op grindarm rivierzand.

J^rerkittè bruine laagjes in de zandige ondergrond^ komen zeer veel voor, maar meer bij een fijnzandige- dan een grofzandige ondergrond.

? Bepaald donkerrood gekleurde profielen met ligging en pro-fielopbouw,sterk verwant aan de hogere-, niet gereduceerd* oC,

Het zijn gronden aet aparte structuur.

Algemene opmerkingen:

De bodeakun&lge verschillen lopen min of meer even-wijdig aan de laas«

Plaatselijk overlappen resp. het o C en S profiel, het O profiel. 3r is dus zowel een verticale- als horizontale overgang tussen deze profielen.

(11)

-

11-Tanuit de onde boimland-dekeandgronden horizontaal gezien» vorst de à groep d© overgang naar de 2f groep en de tf groep

de overgang naar de©< of <<?groep.

Vertieaal gezie» vorat de Ö" groep de overgang van dekzand naar d© o< of S groep.

Slotopmerking

Deze kartering zal in begin 1955 verder afgemaakt worden. Hoewel wij reeds over aanwijzingen beschikken» dat de gekarteerde versdhijaselen een belangrijke invloed hebben op de productie van de suikerbieten, onthouden wij ons van com-mentaar» totdat wij over de volledige gegevens beschikken. De productieeijfera over 1953 en 1954 aijn ons beloofd door het Instituut voor Bationele Suikerproduetie te Bergen op Zoom.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vanaf augustus bieden scholen in de bovenbouw tien nieuwe profielen aan, die beter aansluiten op het mbo en de arbeidsmarkt.. Het onderwijsaanbod wordt duidelijker, breder en

Standaard systemen die zich in klasse B bevinden zijn beschermd door 100 g/m² zink gelijk verdeeld over beide zijdes. De corrosiebestendige (ECR) systemen en toebehoren die zich in

De profielen blijken goed van toepassing op Heerlen, want terwijl onder alle Heerlense jeugdigen de instroom naar jeugdhulp 7 procent was, was deze instroom onder jeugdigen met

openbare ruimte Zeven Dorpelingen 29 m breed. openbare ruimte in Harmonie 24

(Makrolon® of Lexan®) bestaat er gevaar voor spanningsscheuren. Hier mag Soudaseal Supertack niet ingezet worden. Teflon®) en bitumineuze. ondergronden is er

Door zelf de kleur van de profielen te bepalen biedt Onlevel je de mogelijkheid om jouw badkamer een unieke look en uitstraling te geven.. Dankzij de nieuwe en verbeterde

De referentieprofi elen in de Sociale groep zijn zeer extravert vergeleken met de andere drijfveren voor gedrag. Mensen in deze groep richten zich op de werkvloer meestal

wettelijke voornemen om CKV2,3 tot een verplicht profielvak te maken is nooit doorgezet. Het bleef steeds mogelijk om in het zogeheten overgangsprofiel ook een kunstvak oude stijl