• No results found

Evaluatie verkeerseducatieproject voor 16 t/m 18-jarigen in de provincie Zeeland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Evaluatie verkeerseducatieproject voor 16 t/m 18-jarigen in de provincie Zeeland"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

R-91-35

Drs. M.P. Hagenzieker Leidschendam, 1991

(2)
(3)

-INHOUD l. 2. 3 . Inleiding Vraagstelling

Opzet van het onderzoek

Resultaten Respons

Achtergrondkenmerken Verwachting van de cursus Hoeveel lessen gevolgd?

4. 4.l. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6 . 4.7.

Redenen om niet alle lessen te volgen Kosten

Theorie-examen en rijlessen 4.8. Beoordeling van de cursus 4.8.1. Oordeel gehele cursus

4.8.2. Verschillen tussen gemeenten 4.8.3. Oordeel op onderdelen

4.8.4. Oordeel cursus in relatie tot het theorie-examen 4.9 . Voldoende aandacht voor de verschillende onderdelen? 4.10. Aanraden?

5. Conclusies en aanbevelingen

Literatuur

(4)

- 4

-1. INLEIDING

In het najaar van 1989 heeft het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Zee-land (ROVZ) als proef een educatieproject voor 16 t/m l8-jarigen opgezet in vijf Bevelandse gemeenten. De cursus, waarbij gebruik gemaakt werd van het lespakket "Jong op weg" (Arnoldus

&

Jasperse, 1986/1987), is toen door de SWOV met behulp van een schriftelijke enquête geëvalueerd (Hagenzieker, 1990). Geconstateerd werd onder andere·.

- dat het overgrote deel van de respondenten, die hadden deelgenomen aan de cursus - bijna - alle lessen heeft gevolgd;

- dat het overgrote deel van de deelnemers gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om alvast het theoretisch deel van het rijexamen te doen;

- en dat daarvan meer dan de helft dit ook gehaald heeft (overeenkomstig het landelijk cijfer).

De cursus werd door de deelnemers met een voldoende beoordeeld, maar ook werden enkele punten van kritiek door hen genoemd op onderdelen van de cursus. Hoewel er niet systematisch naar gevraagd is, werd regelmatig spontaan opgemerkt dat aangekondigde onderwerpen niet behandeld waren. Dit betrof voornamelijk de onderwerpen 'EHBO', 'invullen schadeformulier' en in mindere mate ook 'rijden met de bromfiets' . Ook werd regelmatig kritiek geuit op de presentatie van de cursus. Het feit dat de cursus 's avonds werd gegeven, werd niet als bezwaar gezien door de deelnemers.

Aanbevolen werd om het educatieproject - met enige aanpassingen - een vervolg te geven.

Het ROVZ heeft, mede op grond van deze resultaten, besloten door te gaan met het verkeerseducatieproject voor 16 t/m l8-jarigen in de (hele) pro-vincie Zeeland. In het naJ·aar van 1990 is de cursus in 19 gemeenten in de provincie Zeeland van start gegaan. In totaal hebben 1160 jongeren zich opgegeven voor de cursus. Docenten van de cursus waren (35) speciaal bij-geschoolde rijschoolhouders/-instructeurs.

De kosten voor deelname bedroegen

f

79,=, waarvan

f

25,= door het rijk en

f

25,= door de betrokken gemeenten gesubsidieerd werden. Voor de cursist waren de kosten derhalve laag:

f

29,= (exclusief de kosten voor het theorle -examen: f 40,=).

(5)

2. VRAAGSTELLING

Besloten is om af te zien van een evaluatie die vooral op de inhoud van de cursus is gericht, omdat onder andere op basis van de evaluatie van vorig jaar en een onderzoek van het Verkeerskundig Studiecentrum (Brinks, 1988) het ROVZ zich reeds heeft voorgenomen in de loop van 1991 het cursusmate-riaal inhoudelijk aan te (laten) passen. Daartoe is inmiddels een werk-groep in het leven geroepen.

Omdat het ROVZ ook de komende jaren wil doorgaan met verkeerseducatie voor

16 tjm 18-jarigen, wil men - ongeacht eventuele inhoudelijke wijzigingen

in de cursus - in ieder geval blijven volgen wat de leerlingen van een dergelijke cursus vinden. Daarom is de hoofdvraag in feite: "Wat hebben de leerlingen van de cursus gevonden (in zijn geheel en op onderdelen)?". Hiermee wordt een beoordeling beoogd, zowel wat betreft de globale inhoud op onderdelen, als ook wat betreft de presentatie.

Tevens vindt het ROVZ het belangrijk te weten hoeveel leerlingen uiteinde-lijk het theoretisch rijexamen doen en hoeveel hiervoor slagen.

Aangezien de kosten voor de leerlingen dit jaar lager zijn dan vorig jaar (toen f 40,=; nu f 29,=) werd ook dit aspect in het onderzoek betrokken.

(6)

- 6

-3. OPZET VAN HET ONDERZOEK

Gekozen is de cursus (procesmatig) te evalueren, met behulp van een

schriftelijke enquête onder de cursisten, waarbij de vragenlijst die vorig jaar door de SWOV is opgesteld met enige aanvullingen en aanpassingen -als uitgangspunt diende.

Een enquêteformulier en een begeleidende brief, met het verzoek het formu-lier in te vullen en te retourneren aan SWOV, is aan alle 1160 personen, die zich aangemeld hebben voor de cursus toegestuurd via een adressen-bestand dat in het bezit is van het ROVZ. Op deze wijze werden zowel uit-vallers als degenen die de cursus hebben afgemaakt betrokken in het onder-zoek, wat de betrouwbaarheid van de uitkomsten vergroot. Na enige weken werd een herinneringsbrief verstuurd. De ingevulde formulieren werden door de geênquêteerden door middel van een bijgeleverde antwoordenveloppe aan de SWOV geretourneerd.

(7)

4. RESULTATEN

4.1. Respons

In totaal zijn 1160 vragenlijsten verstuurd. In Bijlage 1 zijn per vraag de enquêteresultaten weergegeven. In totaal zijn 775 formulieren geretour-neerd (= 67% respons). Een dergelijk responspercentage is redelijk tot goed te noemen en is vergelijkbaar met de respons die bij de vorige eva-luatie werd verkregen (toen 62%; zie Hagenzieker, 1990). Van de terugont-vangen formulieren waren er 6 onbruikbaar voor analyse omdat ze niet waren ingevuld, en nog eens 7 formulieren kwamen te laat binnen om nog verwerkt te worden. De gepresenteerde resultaten hebben derhalve betrekking op 762 ingevulde vragenlijsten.

4.2. Achter~rondkenmerken

Net als bij de evaluatie van vorig jaar hebben evenveel jongens (375) als meisjes (380) het ingevulde formulier teruggestuurd. Hoewel de absolute aantallen iets verschillen, zijn deze verschillen statistisch in het ge-heel niet van betekenis.

Het merendeel van de respondenten was 17 jaar (70,6%), bijna 29% was 18 jaar en enkelen waren 16 of 19 jaar (zie Bijlage 1, vraag 11) . Op dit punt verschillen de u~tkomsten met die van vorig jaar, toen evenveel 17- als

l8-jarigen vertegenwoordigd waren in de steekproef. Het is vooralsnog niet duidelijk wat de oorzaak is van deze discrepantie. Het kan te maken hebben met een mogelijk andere leeftijdopbouw van de deelnemers aan de cursus vergeleken met vorig jaar, hoewel personen uit dezelfde leeftijdcategorie als vorig jaar door de gemeenten zijn aangeschreven; als er onder de cu r-sisten veel meer 17- dan l8-jarigen waren, is het niet verwonderlijk dat dit tot uitdrukking komt in de resultaten. Ook kan het zijn dat juist de l7-jarigen - meer dan de l8-jarigen - de hen toegezonden formulieren heb-ben geretourneerd. Deze tweede mogelijkheid liJkt overigens minder waar-schijnlijk.

Gevraagd naar de hoogste schoolopleiding die men nu volgt of het laatst gevolgd heeft, gaf ruim 37% aan dat dit een opleiding betrof in het mid-delbaar beroepsonderwijs . Bijna 20% volgt of volgde lager beroepsonder

(8)

-- 8

-wijs, bijna 16% een HAVO-opleiding, bijna 13% een VWO- en bijna 8% een MAVO-opleiding (zie Bijlage 1, vraag 13). Hieruit kan worden afgeleid dat de deelnemers aan het verkeerseducatieproject een, wat betreft opleidings-achtergrond, heterogene groep vormden.

De respondenten waren afkomstig uit 19 verschillende gemeenten (zie Bij-lage 1, vraag 10); de meesten uit de grote gemeenten, resp. Middelburg

(15,5%), Terneuzen (14,0%) en Goes (10,6%). De aantallen respondenten uit de diverse gemeenten vormen overigens een tamelijk goede afspiegeling van het aantal deelnemers uit de gemeenten (op basis van inwonersaantallen).

4.3. Verwachting van de cursus

Een meerderheid van de respondenten (bijna 65%) vond dat de cursus overeen kwam met wat men er van verwacht had; bijna 28% was van oordeel dat de cursus slechts gedeeltelijk beantwoordde aan de verwachtingen, en ruim 7% vond dat de cursus niet overeenkwam met de verwachting (zie Bijlage 1, vraag la).

Vervolgens werd gevraagd die verwachting in het kort te omschrijven. De antwoorden zijn ten behoeve van de dataverwerking ondergebracht in een aantal categorieën (zie Bijlage 1, vraag lb).

De verwachting die het vaakst genoemd werd was dat de cursus een voorbe-reiding op het theoretisch examen zou vormen (32,5%). Vervolgens werd vaak genoemd dat men verwachtte dat de cursus 'méér' zou zijn dan 'slechts' een voorbereiding op het theorie-examen (27,3%); antwoorden van deze strekking zijn in de resultaten samengevat onder de term 'verkeersles' . Met 'méér' werd dan bijvoorbeeld bedoeld dat er naast het behandelen van de verplich -te theorie ook aandacht zou worden bes-teed aan praktijksituaties, inzicht, en extra's zoals 'EHBO', en dat er veel uitleg bij het cursusmateriaal gegeven zou worden. Een aantal van deze zaken werd zelfs expliciet als enige verwachting genoemd; het betrof een 'uitgebreide cursus met uitleg' door bijna 8% van de respondenten, 'EHBO' door bijna 5% en het gebruik van dia's bij de cursus door bijna 4% (hoewel dit laatste aspect waarschijn-lijk toch meer te maken heeft met de voorbereiding op het theorie-examen dan de andere genoemde extra's). Tenslotte werd nog een grote verscheiden -heid aan verwachtingen genoemd die niet voldoende vaak voorkwamen om onder

(9)

te brengen in aparte categorieën (zie categorie 'anders' bij Bijlage 1, vraag lb). Men had bijvoorbeeld geen enkele verwachting, of de verwach-ting dat de cursus 'goed' of 'leerzaam' zou zijn, of van een 'beter' of

'nieuwer' boek gebruik zou maken.

Als de antwoorden op de vragen la en lb met elkaar gecombineerd worden, dan blijkt dat degenen die verwacht hadden dat de cursus hen zou voorbe-reiden op het theorie-examen, relatief vaak van mening waren dat de cursus overeen kwam met die verwachting (in bijna drie kwart van de gevallen). Degenen die specifieke verwachtingen hadden waren aanmerkelijk minder vaak tevreden: zo vond bijvoorbeeld bijna 40% van degenen die dia's verwacht hadden en een kwart van degenen die uitgebreide uitleg verwacht hadden, was van mening dat de cursus (geheel) overeenkwam met die verwachting; en dit gold slechts voor 6% van de degenen die verwacht hadden dat het onder-werp 'EHBO' deel uit zou maken van de cursus.

4.4. Hoeveel lessen gevolgd?

De cursus omvatte 12 lesavonden. Bijna 93% van de respondenten gaf aan -bijna - alle lessen gevolgd te hebben (zie Bijlage 1, vraag 2). Ook vorig jaar heeft een overgrote meerderheid van ruim 93% dit aangegeven.

4.5. Redenen om niet alle lessen te volgen

Bij vraag 3 (zie Bijlage 1) werd gevraagd naar de reden waarom men niet alle lessen had gevolgd. Zoals duidelijk moge zijn gezien de antwoorden op de vorige vraag, gaven de meeste respondenten aan dat dit op hen niet van toepassing was omdat zij alle lessen hadden gevolgd (53%). Ruim 30% gaf aan af en toe niet te kunnen. Ruim 10% gaf een andere reden op, die dan meestal luidde: "door ziekte verhinderd". De overige redenen blijken nau-welijks een rol van betekenis te spelen. Zo gaven 11 respondenten aan de presentatie door de docent(e) niet leuk/interessant genoeg te vinden; 10 respondenten gaven aan dat ze de cursus te lang vonden duren; 10 respon -denten zeiden niet veel te leren van de cursus en nog eens 10 vonden de "inhoud" van de cursus niet leuk of interessant genoeg. Deze resultaten zijn overlgens vrijwel overeenkomstig die van vorig jaar.

(10)

10

-4.6. Kosten

Vraag 4 (zie Bijlage 1) luidde als volgt: "De kosten voor deelname aan de cursus waren f 29,~. Dit kwam omdat de gemeenten en het rijk het project hebben gesubsidieerd. Als er géén subsidie gegeven zou worden, dan zouden

de kosten ongeveer

f

80,= zijn geweest. Zoudt u zich dan ook hebben aange-meld?" Bijna 36% van de respondenten antwoordde met 'ja' op deze vraag, ruim 18% met 'nee'; nog eens 46% gaf aan er geen f 80,~ voor over te heb-ben, maar wèl ongeveer

f

40,= à

f

50,~. Uit deze antwoorden kan opgemaakt worden dat een royale meerderheid zich ook opgegeven zou hebben voor de cursus als de kosten hoger dan

f

29,= zouden zijn geweest, maar dat slechts ongeveer een derde bereid zou zijn geweest het volle bedrag van

f

80,- te betalen. Opnieuw zijn de antwoorden op deze vraag overeenkomstig die van vorig jaar, met dien verstande dat toen de eigen bijdrage van de deelne-mers nog f 40,~ was (en niet f 29,-). Ook toen was ruim een derde van de respondenten bereid het gehele bedrag van

f

80,= te betalen.

4.7. Theorie-examen en rijlessen

De mogelijkheid bestond om direct na de cursus al vast het theoretisch deel van het rijexamen te doen (zie Bijlage 1, vraag 5). Desgevraagd zei 98% van de respondenten van deze mogelijkheid gebruik te hebben gemaakt. Vervolgens werd gevraagd of men het theoretisch rijexamen ook gehaald heeft. Daarop antwoordde ruim 61% met 'ja, in één keer gehaald' en bijna 6% 'ja, maar niet de eerste keer' . Bijna 30% antwoordde met 'nee' (niet gehaald) op deze vraag, en ruim 3% gaf aan het theorie-examen nog te moe-ten doen. Vorig jaar gaf ruim 56% van de respondenten aan het theorie-examen inmiddels gehaald te hebben, dit jaar is dat dus bijna 67%. Dit percentage is overigens hoger dan het landelijke slagingspercentage over 1990, dat 56,7% bedroeg (bron: CBR). Het is ook hoger dan het slagings-percentage voor de provincie Zeeland dat 58,6% bedroeg over 1990 (bron~ CBR). Overigens is het bij deze getallen niet bekend om hoeveel 'pogingen' het gemiddeld ging.

Vrijwel alle respondenten (97%) geven overigens aan al rijlessen te vol -gen, of dit in ieder geval van plan te zijn (zie Bijlage 1, vraag Sc) .

(11)

4.8 · Beoordeling van de cursus

Bij vraag 6 (zie Bijlage 1) werd aan de respondenten gevraagd de cursus , in zijn geheel en op onderdelen, een rapportcijfer tussen 1 en 10 te ge-ven, zowel wat betreft inhoud als presentatie. De verdelingen van de ant-woorden op deze vraag zijn te vinden in Bijlage 1.

4.8.1. Oordeel gehele cursus

Gemiddeld werd een 7,0 gegeven voor inhoud en een 7,6 voor presentatie. Vorig jaar werden veel opmerkingen met betrekking tot de "presentatie"

geplaatst. Extra opvallend is het daarom dat dit keer voor presentatie gemiddeld een hoger cijfer werd gegeven dan voor de inhoud van de cursus · Deze cijfers zijn beduidend hoger dan die vorig jaar gegeven werden door de respondenten: toen resp. 6,4 en 6,3.

4.8.2. Verschillen tussen gemeenten?

Men zou zich kunnen afvragen of de beoordeling van de cursus varieert met de gemeente waarin deze gevolgd is. Het kan immers zijn dat bijvoorbeeld sommige docenten in bepaalde plaatsen 'hoger' gewaardeerd worden door de leerlingen dan andere. Het is een hachelijke zaak om de gegevens van deze enquête te gebruiken om het werk van de docenten te evalueren. Enerzijds is niet bekend hoe de diverse docenten over de verschillende plaatsen

'verdeeld' waren, anderzijds zijn de aantallen respondenten per gemeente vaak zo klein dat er statistisch geen betrouwbare uitspraken over te doen zijn. Daarom wordt hier volstaan met een zeer globale vergelijking tussen de waarderingen die respondenten uit verschillende gemeenten gaven voor de cursus.

Respondenten uit Arnemuiden, Domburg, Hulst, Kruiningen, St . Philipsland, Terneuzen, Tholen en Westkapelle geven relatief hoge scores voor de pre-sentatie van de cursus, meer dan 60% geeft een cijfer hoger dan 7,5. Res -pondenten uit Arnemuiden, St. Philipsland en Tholen geven daarbij boven -dien ook relatief hoge scores voor de inhoud van de cursus · Daarentegen geven respondenten uit Hulst, Terneuzen en Middelburg juist relatief lage scores voor de inhoud (maar niet voor presentatie), meer dan 20% geeft een cijfer lager dan 6,0 . Gezien de vaak erg kleine aantallen respondenten per

(12)

12

-gemeente wordt nogmaals gewezen op het feit dat deze gegevens met de nodi-ge voorzichtigheid behandeld moeten worden.

4.8.3. Oordeel op onderdelen

Vorig jaar werd door een flink aantal respondenten spontaan commentaar geleverd op de verschillende onderdelen van de cursus, bijvoorbeeld met betrekking tot de onderdelen 'EHBO' en 'invullen schadeformulier'. Om deze reden is besloten dit keer ook naar een oordeel te vragen op onderdelen van de cursus. Tevens is gevraagd of de verschillende onderdelen daadwer-kelijk behandeld zijn in de les. In hetgeen volgt wordt hier nader op

ingegaan.

'Rijden met de bromfiets'

Een groot deel van de respondenten (ruim 46%) geeft aan dat dit onderdeel bij hen niet is behandeld in de les. Dit lag in de lijn der verwachtingen omdat vorig jaar velen dit al spontaan opmerkten. Voor zover dit onderdeel wel is behandeld (of zelf is bestudeerd door de respondenten), ligt de beoordeling beduidend lager dan het algemene oordeel, namelijk voor inhoud gemiddeld een 6,2 en voor presentatie een 6,8.

'Proefexamen theorie'

Slechts 5% van de respondenten geeft aan dat dit onderdeel bij hen niet is behandeld. De beoordeling van het onderdeel is iets hoger dan het algemene oordeel van de cursus, namelijk voor inhoud een 7,6 en voor presentatie een 7,9.

'Alcohol in het verkeer'

Ruim 30% van de respondenten geeft aan dat dit onderdeel niet is behandeld in de lessen. Gemiddeld wordt een 6,8 voor inhoud en een 7,1 voor presen-tatie gegeven.

'E.H.B.O. '

Een ruime meerderheid van 64% geeft aan dat dit onderdeel niet is behan

-deld. De beoordeling ligt beduidend lager dan het algemeen oordeel, name

(13)

'Invullen schadeformulier'.

Ook dit onderdeel is volgens een ruime meerderheid van ruim 63% niet be-handeld. Men geeft gemiddeld een 6,9 voor inhoud en een 7,0 voor presen-tatie.

'Kennis van regels en borden' .

Een klein aantal respondenten (bijna 5%) geeft aan dat dit onderdeel niet is behandeld. De beoordeling van inhoud en presentatie is in beide geval-len een 7,7.

4.8.4. Oordeel cursus in relatie tot het theorie-examen

Als de beoordeling van de cursus gerelateerd wordt aan het al dan niet halen van het theorie-examen, dan blijkt dat degenen die het examen hebben gehaald de cursus gemiddeld iets hoger waarderen (zowel naar inhoud als presentatie) dan degenen die het examen niet hebben gehaald. De "geslaag-den" geven de cursus naar inhoud en presentatie gemiddeld een 7,2 en een 7,8; de "gezakten" resp. een 6,8 en een 7,4 voor inhoud en presentatie. Ook vorig jaar werd een dergelijk verschil geconstateerd, zij het dat toen de verschillen tussen 'geslaagden' en 'gezakten' een stuk groter waren.

4.9. Voldoende aandacht voor de verschillende onderdelen?

Naast een cijfermatig oordeel van de verschillende onderdelen, is ook gevraagd naar een oordeel in termen van de hoeveelheid aandacht die aan de verschillende onderwerpen zijn besteed. De respondenten konden bij vraag 7

(zie Bijlage 1) aangeven of ze vonden dat er voldoende aandacht aan de diverse onderdelen was besteed, of dat er volgens hen juist meer of minder aandacht aan besteed had moeten worden.

Wat betreft de onderwerpen 'kennis van regels en borden' en 'proefexamen' was de meerderheid (respectievelijk twee derde en ruim drie kwart) van

mening dat daar voldoende aandacht aan is besteed. Toch vond een deel van

de respondenten dat er nog meer aandacht aan besteed had mogen worden; resp. 23% en 32% voor de onderdelen 'kennis van regels en borden' en

'proefexamen' . Vrijwel niemand vond dat hier minder aandacht aan besteed

(14)

14

-Anders ligt het met de overige onderdelen, te weten 'alcohol in het ver-keer' (58% voldoende aandacht), 'rijden met de bromfiets' (bijna 50% vol-doende aandacht), 'invullen schadeformulier' (34% volvol-doende aandacht)',

en 'E.H.B.O.' (28% voldoende aandacht). Naast het feit dat velen aangeven

dat aan deze onderdelen meer aandacht besteed zou moeten worden, variërend van ongeveer 30 tot 60%, vindt ook zo'n 10% van de respondenten dat er best minder aandacht aan deze onderdelen besteed had mogen worden (zie Bij lage 1).

Als deze resultaten vervolgens worden onderverdeeld naar degenen die vol-gens eigen opgave de verschillende onderdelen wel en niet gehad hebben tijdens de lessen, dan ontstaat Tabel 1.

Onderdeel Wel behandeld Niet behandeld (of

deze vraag niet ingevuld)

meer voldoende minder N meer voldoende minder N

aandacht aandacht Bromfiets 32% 60% 8% 438 51% 34% 15% 292 Proefexamen 30% 69% 1% 709 58% 42% 45 Alcohol in verkeer 28% 67% 5% 518 55% 38% 7% 226 E.H.B.O. 41% 48% 11% 265 73% 17% 10% 463 Schadeformulier 29% 64% 7% 277 76% 16% 9% 455 Regels en borden 22% 77% 1% 720 38% 62% 34

Tabel 1. Hoeveelheid aandacht besteed aan de verschillende onderdelen van de cursus, uitgesplitst naar degenen die deze wel en niet hebben gehad tijdens de lessen.

Zoals verwacht mag worden, zijn vooral degenen die bepaalde onderdelen niet hebben gehad van mening dat er best meer aandacht aan besteed had

mogen worden. Wat opvalt in deze tabel is vooral dat ook degenen die aan

-geven bepaalde onderdelen niet te hebben gehad, in even grote mate (en

soms zelfs in grotere mate, zie bijvoorbeeld onderdeel 'bromfiets') van

mening zijn dat er best minder aandacht aan besteed had mogen worden. Hieruit zou afgeleid kunnen worden, dat de respondenten tot uiting hebben

(15)

Bij vraag 8 (zie Bijlage 1) kon men aangeven of men onderwerpen gemist heeft op de cursus. Bijna twee derde van de respondenten gaf aan geen

onderwerpen gemist te hebben. Voor zover men wel onderwerpen gemist had,

kwamen deze vrijwel altijd overeen met de onderdelen zoals hierboven ge-specificeerd.

4.10. Aanraden?

Een royale meerderheid van 80% zou desgevraagd anderen aanraden deze cur-sus ook te gaan volgen; 20% zou dit niet doen (zie Bijlage 1, vraag 9).

Vorig jaar bleek uit de resultaten dat 60% van de respondenten anderen zou aanraden deze cursus ook te gaan volgen. Men is dit keer dus aanmerkelijk positiever over de cursus. Het antwoordpatroon vertoont overigens net als vorig jaar een vergelijkbaar beeld met dat van de waardering van de cur-sus, die ook hoger is dan die van vorig jaar.

(16)

16

-5. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

Net als vorig jaar gaf een overgrote meerderheid van de respondenten aan (bijna) alle lessen gevolgd te hebben: vrijwel iedereen heeft de cursus dus afgemaakt. Vrijwel iedereen heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om het theorie-examen te doen, en daarvan heeft twee derde het examen inmiddels ook gehaald (hoger dan het landelijk slagingspercentage van 56,7%). Ruim 80% van de respondenten gaf aan zich ook voor de cursus te hebben opgegeven als de kosten iets hoger zouden zijn geweest (ongeveer

f 50,=); daar staat tegenover dat bijna 20% zich niet zou hebben aangemeld

als de kosten hoger zouden zijn geweest dan de f 29,= die ze nu hadden betaald.

Wat hebben de leerlingen van de cursus gevonden, in zijn geheel en op onderdelen? Gemiddeld krijgt de cursus in ieder geval een positieve beoor-deling; uitgedrukt in een rapportcijfer bedroeg de gemiddelde waardering van de gehele cursus een 7,0 voor het materiaal en een 7,6 voor

presen-tatie door de docent. Dit is aanmerkelijk hoger dan de beoordeling van vorig jaar, deze bedroeg toen ruim een 6 voor zowel inhoud als

presen-tatie. Gezien de kritiek die vorig jaar door veel respondenten werd geuit op de presentatie, valt het op dat dit keer de beoordeling van de presen-tatie zelfs hoger is dan die van de inhoud. De positieve waardering blijkt ook uit het feit dat 80% van de respondenten de cursus aan anderen zou aanraden; vorig jaar was dit nog 60%. Gezien deze verschillen is het

aan-lokkelijk en ook wel aannemelijk de conclusie te trekken dat er blijkbaar

het een en ander verbeterd is aan de cursus, en dan in ieder geval wat

betreft de presentatie . Toch moet voorZichtigheid geboden worden. De

ge-bezigde onderzoekmethode laat niet toe dat een dergelijke oorzaak-gevolg redenering toegepast mag worden. Bovendien is niet bekend wat er daadwer-kelijk veranderd is aan de (presentatie) van de cursus. Wat in ieder geval duidelijk is dat men de cursus 'ruim voldoende' heeft gewaardeerd, en deze

een 'aanrader' vindt . Al met al reden genoeg om het

verkeerseducatie-project een vervolg te geven.

Vorig jaar werd door een aantal respondenten spontaan commentaar geleverd

op de verschillende onderdelen van de cursus, bijvoorbeeld met betrekking

tot de onderdelen 'EHBO' en 'invullen schadeformulier'. Om deze reden

(17)

cursus. Tevens is gevraagd of de verschillende onderdelen daadwerkelijk behandeld zijn in de les. Vooral de onderdelen 'EHBO' en 'Invullen schade-formulier' zijn volgens de respondenten vaak niet behandeld. Dit geldt in mindere mate ook voor de onderdelen 'Rijden met de bromfiets' en 'Alcohol in het verkeer'. Gevraagd of er voldoende aandacht besteed is aan deze onderwerpen, valt het op dat ongeveer 10% van mening is dat er best minder aandacht aan besteed had kunnen worden. Het lijkt er dus op dat op zijn minst een deel van de respondenten het geen gemis vond dat deze onderwer-pen niet zijn behandeld. Voor zover deze vier onderdelen wel zijn behan-deld scoren ze duidelijk lager (uitgedrukt in rapportcijfers) dan de vrij-wel altijd behandelde onderdelen 'Proefexamen' en 'Kennis van regels en borden'. Uitgedrukt in een rapportcijfer scoren de onderdelen van de cur-sus die duidelijk een voorbereiding vormen op het theorie-examen dus het hoogst. Een groot deel van de respondenten gaf ook aan de verwachting

gehad te hebben dat de cursus daar speciaal op gericht zou zijn. En vooral deze groep respondenten vond dan ook dat de cursus beantwoordde aan deze verwachting. Aangezien ook een deel van de respondenten méér had verwacht dan alleen een voorbereiding op het theorie-examen, en daar vervolgens

(gedeeltelijk) in is teleurgesteld, is het aan te bevelen in de toekomst nadrukkelijker aandacht te besteden aan bijvoorbeeld uitgebreide uitleg van de stof en voorbeelden van praktijksituaties te gebruiken die vooral

jongeren aanspreken. In het algemeen is het trouwens aan te raden de voor-lichting omtrent de cursus zodanig te maken dat bij de leerlingen de cor-recte verwachtingen gewekt worden. Het kan zijn dat veel leerlingen teleurgesteld waren dat bijvoorbeeld het onderdeel E.H.B.O. niet aan de orde kwam, vooral omdat het onderdeel wel aangekondigd was. Aan de andere kant kan men, gezien het feit dat veel respondenten verwachtten en daarin ook tevreden gesteld werden dat de cursus bedoeld was ter voorbereiding op

het theorie-examen, zich de vraag stellen of dit nu de belangrijkste doel

-stelling van de cursus zou moeten zijn. Tevens zou men zich kunnen

afvra-gen in welke mate bepaalde onderdelen, zoals 'E.H.B.O.' en 'Invullen scha

-deformulier', op inhoudelijke gronden thuis horen in een

verkeerseducatie-project voor 16 tlm lB-jarigen. De werkgroep die zich bezighoudt met het

aanpassen van het lesmateriaal, zou zich - onder andere - hierover kunnen

(18)

- 18

-LITERATUUR

Arno1dus, H.

&

Jasperse, J. (1986/1987). Jong op weg; Verkeersonderwijs voor 15 - 17 jarigen. Stichting Verkeersopleidingen, Middelburg.

Brinks, J. (1988). Inhoudsanalyse 'Jong op weg'. VK 88-13. Verkeerskundig Studiecentrum, Rijksuniversiteit Groningen, Haren.

Hagenzieker, M.P. (1990). Evaluatie educatieproject van het Regionaal

(19)

Drs. M.P. Hagenzieker. Evaluatie verkeerseducatieproject voor 16 t/m 18

-jarigen in de provincie Zeeland.

ENQUETE VERKEERSEDUCATIEPROJECT VOOR 16 T/M l8-JARIGEN IN DE PROVINCIE

ZEELAND

Vragenlijst, waarin tevens weergegeven de resultaten

Leidschendam, 1991

(20)

- 2

-Wilt u onderstaande vragen beantwoorden? U kunt uw antwoorden geven door bij de vragen steeds het vakje aan te kruisen dat bij het antwoord van uw keuze staat.

la. Kwam de cursus overeen met wat u er van verwacht had?

64,7% ja

27,9% slechts gedeeltelijk

7,4% nee

(N - 754)

lb. En wat was die verwachting? (Omschrijf in het kort)

37,5% theor. examen 31,5% verkeersles 8,8% 5,4% 4,2% 4,2% 1,8% 1,7% 0,6% 0,5% 0,5% 3,3% (N = 661)

uitgebreide cursus met uitleg E.H.B.O. dia's goedefbetere cursus leerzaam boek/materiaal geen verwachting klassikaal praktijk anders/overig

2. Hoeveel avonden heeft u de lessen gevolgd? (totaal 12 avonden)

92,9% (bijna) allemaal 4,5% 1,4% 1,2% (N = 761) ongeveer de helft maar een paar

(21)

3. Als u niet alle lessen heeft gevolgd, wat was daarvoor de reden? 1,3% ik leerde er niet veel van

1,3% ik vond de inhoud van de leerstof niet leuk/interessant genoeg

1,5% ik vond de presentatie door de docent(e) niet leuk/interes-sant genoeg

1,3% het duurde me te lang, er waren te veel lessen 30,9% ik kon af en toe niet

10,2% anders, namelijk: ... . 53,4% niet van toepassing, ik heb namelijk alle lessen gevolgd (N = 744)

4. De kosten voor deelname aan de cursus waren

f

29,-. Dit kwam omdat de gemeenten en het rijk het project hebben gesubsidieerd. Als er géén subsidie gegeven zou worden, dan zouden de kosten ongeveer

f

80,=

zijn geweest. Zou u zich dan ook hebben aangemeld? 35,5% ja

18,3% nee,

f

29,- vind ik al duur genoeg 46,2%

(N 754)

nee, maar als de kosten ongeveer

f

40 -

f

50,- zouden zijn,

zou ik me wel hebben opgegeven

Sa. De mogelijkheid bestond, om direct na de cursus al vast het theore-tisch deel van het rijexamen te doen. Heeft u van deze mogelijkheid gebruik gemaakt of bent u van plan hiervan gebruik te maken?

97,6% ja

---

-

-

-

>

GA DOOR MET VRAAG Sb .

2,4% nee, ik heb geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid en ben dat ook niet van plan ---> GA DOOR MET VRAAG Sc.

(N - 755)

Sb. Zo ja, heeft u het theoretisch examen gehaald? 61,3% ja, in één keer gehaald

5,5% ja, maar niet de eerste keer gehaald 29,9% nee

3,2% ik moet het theorie-examen nog doen

(22)

-

5-7. Vindt u dat deze onderwerpen voldoende

dens de cursus, of vindt u besteed zou moeten worden?

a. rijden met de bromfiets b. proefexamen theorie c. alcohol in het verkeer d. E.H.B.O. e. invullen schadeformulier

f. kennis van regels en borden meer aandacht 39,5% 31,7% 36,6% 61 .4% 58,2% 22 ,8% dat er meer voldoende aandacht 49,9% 67,5% 58,1% 28,4% 34,0% 75,9% aandacht hebben of juist minder minder aandacht 10,7% 0,8% 5,4% 10,2% 7,8% 1,3%

8. Zijn er onderwerpen die u op de cursus gemist hebt?

66,1% nee gekregen tij -aandacht aan (N 730) (N 754) (N 744) (N = 728) (N 732) (N = 754) 33,9% ja, namelijk: . ... .... . (N = 750)

9. Zou u anderen aanraden deze cursus ook te gaan volgen?

80,0% ja

20,0% nee

(23)

Sc . Volgt u rijlessen of bent u van plan rijlessen te gaan volgen?

96,9% ja

3,1% nee

(N = 715)

6. Als u de cursus in zijn geheel of per onderdeel een rapportcijfer

tussen 1 en 10 zou moeten geven voor inhoud (zoals in het cursus-materiaal behandeld) en presentatie (door de docent), welke cij-fers zouden dat dan zijn? Noteer in de vakjes het cijfer van uw keuze.

Het kan zijn dat niet alle genoemde onderdelen in de lessen zijn behandeld, dit kunt u per onderdeel aangeven in de laatste kolom

(doorhalen wat niet van toepassing is).

gemiddeld cijfer

cursusmateriaal

gemiddeld cij fer presen-tatie docent niet behandeld in de les a. b . c. d. e. f. g. oordeel gehele cursus rijden met de bromfiets proefexamen theorie alcohol in het verkeer

E.H.B.O.

invullen schadeformu lie r

kennis van regels en borden 7,0 (N = 742) 6,2 (N., 486) 7,6 (N = 724) 6,8 (N

=

566) 6,0 (N

=

349) 6,9 (N '"' 347) 7,7 (N = 730) 7,6 (N 740) 6,8 (N = 443) 46,2% (N 762) 7,9 (N = 723) 5,1% (N = 762) 7,1 (N = 530) 30,3% (N = 760) 6,9 (N = 274) 64,0% (N - 762) 7,0 (N = 280) 63,3% (N 762) 7,7 (N = 724) 4,9%

(24)

- 6

-10. Waar heeft u de verkeerscursus gevolgd?

gemeente:

Middelburg

Terneuzen (w.o. Hoek) Goes

Borsele (w.o. Heinkenszand; 's Gravenpolder)

Tholen (w.o. St.Annaland; St.Maartensdijk)

Reimerswaal (w.o. Yerseke; Kruiningen) Kapelle (w.o. Wemeldinge)

Hulst (w.o. St. Jansteen) Zierikzee

Veere (w.o. Serooskerke) Valkenisse (w.o. Koudekerke) Duiveland (w.o. Ooster1and) Domburg (w.o. Oostkape11e) Westkapelle St. Philips land Arnemuiden Bruinisse Wissenkerke Kortgene (N = 758) 11. Wat is uw leeftijd? 0,4% 16 70,6% 17 28,8% 18 0,3% 19 (N = 754) 12. Wat is uw geslacht? 49,7% man 50,3% vrouw (N ~ 755) jaar jaar jaar jaar 15,5% 14,0% 10,6% 8,2% 7,9% 6,5% 6,1% 5,9% 4,6% 3,4% 3,0% 2,6% 2,5% 2,4% 2,1% 1,4% 1,2% 1,0% 0,8%

(25)

13. Wat is de hoogste schoolopleiding die u nu volgt of het laatst gevolgd heeft?

19,5% lager beroepsonderwijs (bijv. LTS, LEAO, LHNO, etc.)

7,7% MAVO

15,9% HAVO

37,4% 12,6%

middelbaar beroepsonderwijs (bijv. MTS, MEAO, etc.) VWO (gymnasium, atheneum)

6,9% andere opleiding, namelijk

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De huisarts voert bij patiënte een lichamelijk onderzoek uit, waarbij er geen afwijkingen worden gevonden maar wil toch graag weten of de klachten niet veroorzaakt worden door

Welk van de onderstaande diagnoses is nu het meest waarschijnlijk..

Welke van onderstaande oorzaken is voor deze bevindingen het meest

Haar partner vertelt dat zij het afgelopen jaar een moeilijke periode in hun relatie hebben meegemaakt, maar dat zij door de situatie van patiente en hun

Van welke diagnose is hier meest waarschijnlijk sprake. Zijn vrouw gaat kijken en ziet dat haar man vier keer een schokkende beweging maakt met beide armen

Bij lichamelijk en aanvullend onderzoek heeft de huisarts geen verklaring voor zijn klachten kunnen vinden3. Hij denkt

Vandaag wordt in de richtlijnwerkgroep gesproken over de vraag welke factoren een voorspellende waarde hebben voor het linguïstisch herstel op langere termijn bij personen

Hierbij delen wij u mede dat wij het door u vastgestelde Plan verbetering gezet- te steenbekleding dijkvak Biezelingsche Ham volgens artikel 7 van de Wet op de waterkering in