• No results found

Wanneer wordt Pitrus een beheerprobleem? : verslag over beheer en beheersing van Pitrus : veldwerkplaats Laagveen en zeeklei te Ilperveld, 25 september 2007

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wanneer wordt Pitrus een beheerprobleem? : verslag over beheer en beheersing van Pitrus : veldwerkplaats Laagveen en zeeklei te Ilperveld, 25 september 2007"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wanneer wordt Pitrus een beheerprobleem?

Verslag over beheer en beheersing van Pitrus

Veldwerkplaats

Laagveen en

zeeklei te Ilperveld,

25 september 2007

Inleiders: Niels Hogeweg (beheerder) en Martin Witteveldt (ecoloog), Landschap Noord-Holland en Rolf Kemmers (onderzoeker), Alterra.

Doel: uitwisseling beheerervaringen en kennis uit onderzoek

Weidevogels en talloze plantensoorten verdwijnen door veel Pitrus. Alleen de

zeldzame Noordse woelmuis is er gek op. En wie inzet op Roerdomp, ganzen,

eenden, Bruine kikker, Ringslang en Rugstreeppad, Mineervliegejes, Wortelvlieg,

Bladwesp, zakrupsen, libellen, sprinkhanen en spinnensoorten maakt met Pitrus ook

(2)

Situatie Ilperveld

Het Ilperveld (1200 hectare) is een typisch weidevogelgebied in veenweidegebied met soorten (van de inmiddels in Europa verdwenen grassteppen) als Kemphaan, Grutto, Tureluur, Zomertaling, Visdief en Graspieper. Voor deze soorten is grasland van

levensbelang. Doelstelling voor het Ilperveld is 80% weidevogelland en 20% botanisch beheer.

Door verzuring en door verruiging van het grasland door Pitrus, dat midden jaren

negentig inzette, nam sinds 2000 het aantal weidevogels jaarlijks met 3% af. In 2002 was inmiddels meer dan de helft van het Ilperveld bedekt met Pitrus.

Alhoewel niet de enige bedreiging, is de Pitrus de belangrijkste vijand van de weidevogels in het Ilperveld. Verder worden nog genoemd: rietkragen, bos, en de toename van Vos en roofvogels. Weidevogels willen nu eenmaal open veld en hebben weinig verweer tegen predators.

Voor een goed beheer is Landschap Noord- Holland mede afhankelijk van de inzet van pachters. Om het gezamenlijk belang te dienen, bouwde het landschap een grote potstal voor het vee van een pachter die 180 hectare (waarvan een groot deel vaarland) in het Ilperveld beheert. Hij betaalt geen pacht, maar moet in ruil daarvoor de ecologische doelstellingen halen. Concessies doet landschap Noord- Holland niet. Het beheer staat voorop, de opbrengst is secundair. Jaarlijks wordt het beheer met hem doorgesproken opdat de doelen worden gehaald. De pachter moet het riet afnemen van botanisch waardevolle percelen. Dit wordt gebruikt voor strooisel onder het veel. De mest wordt gebruikt voor bemesting van de weilanden.

Oo rzaken uitbreiding Pitrus

Oorzaken voor de enorme expansie van Pitrus zijn: de zuurder wordende grond (pH van 3,7- 4,8), wisselende waterstanden, langlevende zaadbanken, de hoge waterstanden, geen greppel- en slootkantonderhoud zodat het water blijft staan, vertrapping door vee en het maaien en niet afvoeren van de Pitrus. De overgang van agrarisch beheer naar natuurbeheer is niet de oorzaak. Wel misschien het feit dat er in de overgang van agrarisch gebruik naar natuurbeheer een aantal jaren weinig is gedaan aan het gebied.

(3)

Er is van alles geprobeerd om de Pitrus te ontmoedigen. Want dat het areaal Pitrus in de hand moet woorden gehouden staat buiten kijf. En naar blijkt: met een zachte hand kom je niet ver. Tegelijkertijd, niet alle Pitrus moet wijken. Het vormt immers ook een goede biotoop voor veel dieren. En: het lijkt vaak meer dan het is. Ook De Peel staat vol, maar bij nadere beschouwing staat er toch maar 15%. Dan is er geen reden om in te grijpen.

In het algemeen geldt: bedenk eerst waar je welke dier- en planten wilt bevorderen en zoek daar dan zorgvuldig het meest geschikte beheer bij.

Landschap Noord- Holland ondernam allerlei maatregelen om de woekering van Pitrus tegen te gaan.

Maaien ofwel bossen van Pitrus bleek geen afdoende oplossing. De zaden verspreidden zich. Niet maaien geeft een dichte pitrusplak.

Begrazen helpt ook onvoldoende. Vee is wel in staat de uitbreiding van Pitrus tegen te gaan, maar het vertrapt de bodem die daarmee ideaal wordt voor Pitrus. Stevig bekalken bemesten (minder zuur maken van de grond) en waterpeil

verlagen is evenmin een afdoend medicijn tegen Pitrus.

Bagger verspreiden wordt beslist afgeraden. De Pitrus gedijt juist heel goed op bagger.

De bodem afgraven is een mogelijkheid, maar dat leidt tot moeras. Weidevogels hebben echter grasland nodig.

Plaggen blijkt overigens ook tamelijk afdoende, mits het onder water gebeurt en dan beneden de fosfaatspiegel.

Alleen toepassing van de herbicide MCPA, opgevolgd door strak beheer, doet de Pitrus wijken. Daarmee verdwijnt 99% van de Pitrus. Voorwaarde is wel dat het wordt opgevolgd door de noodzakelijke begrazing, bekalking, bemesting en onderhoud van greppels en slootkanten. Zo niet dan groeit de Pitrus vrolijk verder en staat het twee jaar later weer vol. Een beperking is er wel: deze

methode is natuurlijk alleen geschikt in weilanden zonder bijzondere botanische waarden.

Verrassend is dat de milieubelasting bij toediening van MCPA niet groter was dan de methode bekalken/bemesten. Mede omdat het energieslurpende beheer in dit gebied minder nodig is. Dus minder maaien en afvoeren (en machines).

(4)

toe.

De effecten op weidevogels zijn te merken: sinds 2000 een toename van 2% jaarlijks. Landschap Noord- Holland benadrukt overigens wel dat bij het voornemen om te gaan spuiten, beslist de omgeving uitvoerig moet worden geïnformeerd.

Lastige beperkingen

Om het goed te doen blijkt de regelgeving te strak, vinden de beheerders van Landschap Noord- Holland. Maaien en verspreiding van mest moet niet zijn beperkt tot bepaalde periodes. Na de natte zomer is er onvoldoende gemaaid en bleef mest liggen omdat de data (respectievelijk 15 juni en 15 september) waren overschreden. In dit geval schiet regelgeving zijn doel voorbij. Veel mest moet nu worden opgeslagen. Ook de

administratie is een obstakel bij goed beheer. “We zouden veel meer het veld in moeten.”

Resultaat

De doelen worden ruimschoots gehaald nu. Want 50 broedparen per hectare is opgelegd, en er zijn er 137. In het noorden van het Ilperveld wordt ingezet op de Kemphaan en andere rietvogels, in het overige deel op de Grutto. Om ook andere diersoorten een habitat te bieden zal Pitrus gedeeltelijk worden gehandhaafd.

Nog niet alles is uitgeprobeerd. Een van de deelnemers suggereert broeihopen te maken zodat de Pitrus door hoge temperatuur zijn kiemkracht verliest. Dat valt misschien nog uit te zoeken.

Het vervolg

De aanwezigen lieten weten behoefte te hebben aan toekomstige veldwerkplaatsen over onder meer:

Water en waterpeil:

Effect wisselende peilen op nutriënten

Inlaat gebiedsvreemd water versus eigen water (ook in relatie tot baggervorming: meer gebiedsvreemd water meer baggervorming)

(5)

Onder water zetten van land: wat gebeurt er met Pitrus? Afzet kroos. Wat kun je ermee?

Inklinking veen

Bagger en mest

Nutriënten bij ontvangst bagger

Bagger en waterkwaliteit: betere waterkwaliteit, minder aanwas

Toepassing van organische mest: uitrijden, inspuiten. Wat zijn de beste manieren bij verschillende doelstellingen (weidevogels of bodemfauna)?

Afzet van maaisel en de Jacobskruiskruidproblematiek (bermmaaisel wordt al nauwelijks meer gebruikt als voeder op agrarische bedrijven).

Humest: het mengen van dierlijke mest en maaisel (grasland, bermen en slootkanten) in een potstal. Wat zijn de toepassingen en hoe moet het worden georganiseerd?

Ontvangst van bagger: hoe zit het met de ontvangstplicht van beheerders? Is die red elijk?

Methoden van verschraling

Is ruige mest voldoende voorradig?

Moeten we als terreinbeheerder een mestplaat aanleggen? Welke typen mest wel en niet gebruiken?

Begrazing

Wanneer inzetten, welke vee en hoeveel? En met welke doel natuur of een cultuur? Is begrazing een doel op zich aan het worden?

Verganzing: verstoren weidevogels, eutrofiering oppervlaktewater en vertrapping grasland. Boeren willen geen pacht van gras met veel ganzen. Bovendien zijn er steeds meer bastaarden en exoten. Wat doen we daarmee?

Exoten

Wat te doen met exoten in het algemeen en specifiek Waternavel, Waterpest, Anjelier en Appelbes in veenmosrietland. Plaggen?

Bodem

(6)

helpen?

Inlichtingen

Niels Hogeweg, hogeweg@landschapnoordholland.nl, of Martin Witteveldt

m.witteveldt@landschapnoordholland.nl (Landsc hap Noord- Holland). Tel. 0251362762 of Rolf Kemmers (Alterra,) rolf.kemmers@wur.nl. Tel. 0317- 486535

Zie voor een uitvoeriger toelichting op de effecten van de geprobeerde maatregelen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Morgan and De Bruin (2010) found that neuroticism is significantly positively correlated with emotional exhaustion and cynicism and negatively associated with professional

[H]uman security means the security of the individual with respect to the satisfaction of the basic needs of life; it also encompasses the creation of the social, political,

It is the pedagogical site of teachers’ practices that offers the conceptual space for an alternative approach to the ways in which schools can engage students from

Onderandere is daar T-hempies met oerdier karikatuur voorstellings, verskillende soorte glase met die Museum se embleem, baie snorte aandenkings van egte leer soos

The perspectives that was gathered during this study of Presiding Officers and State Prosecutors regarding the content of Forensic Social Work court reports, may assist

ber of deficiencies in the educational system in question, inter alia: the fact that this system of education is not based on the nation's ground motif,

Key objectives of the project in- cluded the following: (1) exposing the target groups to the legal and policy framework for CBP; (2) providing participants with an indication as to