Toekomst
voor het
populierenlandschap?
J.W. Oosterhuis, J. van der Sanden, Studenten LU -W ageningen
Inleiding
Het
Brabantse populierenlandschap ken-merkt zich door de aanwezigheid van vele bossenen
bomenrijen. Wanneer men er doorheen reist, ervaart men de, door de be-planting veroorzaakte, struktuur en beslo-tenheid.Een
wat
uitgebreider bezoek aan het ge-bied kan een indruk geven van de karakte-ristieke flora en fauna, die gebonden aan de populierenbeplantingenvoorkomt.
Een deel van de aanwezige planten en dieren is voor Nederlan d zeldzaam.Het
gebiedheeft
dus belangrijke
land-schappelijkeen
ecologische kwaliteiten. De provincie Noord-Brabant ziet het popu-lierenlandschap dan ook als een onderdeel van het Nationaal Landschap Midden-Bra-bant.Door
het karakter van de populier is het landschap dynamisch van aard.De
popu-lier
groeit
snelen
heeftper
seizoen eensterk
wisselenduiterlijk. Aan de
snelle groei heeft de populier ook zijn economi-sche waarde te danken. De bossen en rijbe-plantingen vormenhet
werk-objekt voor degenen die bij de houtteelt en -verwerkingzijn
betrokken.Aan
houtproduktie wordt tegenwoordigweer veel
belang gehecht.Dit
blijkt
met nameuit
het Meerjarenplan Bosbouw.Hierin wordt
gepleit
voor
de aanleg van produktiebeplantingen met kor-te omlopen en voor de aanplant van 10.000 ha. nieuwe weg- en grensbeplanting. Het is duidelijk dat de bomen en bossen die het populierenlandschap bepalen een veel-zijdige funktie vervullen. De populierenbo-men en -bossen vormenin
de ruimste zin het milieu waarin zich het wonen, werken en rekreëren afspeelt.Dit specifieke landschap is aan een
geleide-lijke,
doch ingrijpende verandering onder-hevig. Deindruk
bestaat namelijk, dat bij allerlei recente ontwikkelingen de kwaliteit en de kwantiteit van de populierenbeplan-tingen stukjebij
bgetje, maar uiteindelijk voor een behoorlijk deel, zijn aangetast. Vooral de afname van de kenmerkende po-pulierenrijen valtin
het oog. Streekbewo-ners zeggen wel eens: 'Voor iedere tien bo-men die verdwijnen komt er misschien één nieuwe in de plaats'.In een onderzoek voor de vakgroep Plano-logie aan de Landbouw-universiteit in
Wa-Het bestaande karakteristieke, besloten landschap
bij
St. Oedenrode :.ageningen, hebben
wij
getrachtwat
meer duidelijkheid te krijgen over de veranderin-gen die in de laatste tien jaar zijn opgetre-den. Daarvoor isin
een gebied tussen St. Oedenrode en Best (ziefiguur
1) het vol-gende bestudeerd:a)
wat is erin
die periode precies met de bomenrijen en bossen gebeurd;b)
wat zijn daarvan de mogelijke oorzaken geweest.De
uitkomsten zouden aanwijzingen kun-nen geven voor een overheidsbeleid datbe-ter
kan bijdragen aan het behoud èn het funktioneren van het populierenlandschap. Kwantitatieve veranderingenAls
basis voor de metingen beschikten we over luchtfoto'suit
1975 en 1983, entopo-Àest
Ílieuwe HeiÀe
Figuur
1
Studie-gebiedmet
omliggende plaatsenSt. Oedaroàe Liempáe
grafische kaarten respectievelijk uit 1970 en 1980.
Bestudering van
dit
materiaal bevestigde de-
reeds vermoede-
afname van het aan-tal populieren, en speciaal van de rijbeplan-tingen, in het gebied.Uit
tabelI
blijkt
dat veel van dein
1975 nog aanwezige weg- en perceelsgrensbeplantingenin
1983
het loodje hebben gelegd. Ook als men reke-ning houdt met een mogelijke onnauwkeu-righeid, kan men stellen datin
8jaar tijd
maar liefst 307o van de rijbeplantingen in het studiegebied is verdwenen.In
figuur 2 wordt deze achteruitgang in de hoeveelheid rijbeplantingen geïllustreerd.De vermindering van de populierenbeplan-ting langs de wegen is kleiner dan op de per-ceelsgrenzen;
dit
lijkt
onder meer een ge-volg van de bestaande voorpootrechten envan het
feit
dat
de gemeente een aantal wegbermen beheert.De
afnamevan
de hoeveelheid bos bleek tamelijk gering: tus-sen 1970 en 1980 werd het areaal2"/"klei'
ner.Kwalitatieve veranderingen
Uit
topografische kaarten, een aantal vroe-gere vegetatie-opnamen en eigen veldwaar-nemingen kon worden afgeleid, dat hetty-pe bos in het studiegebied wel is veranderd. Er is in de afgelopen jaren een sterke afna-me van de hoeveelheid naaldhout geweest.
Dit
werd grotendeels veroorzaakt door de uitkap van fijnspar uit gemengde opstandentxí
Situatie 19?5
+
Tabel
I
Overzicht samenstelling riibeplanting in 1975 en 1983. Verandering hierin in procenten.
lengte (km) in: verandering in 7o
t.o.v.
t975 lokatie beplanting:langs wegen op perceelsgrenzen Totaal
(verkoop als kerstboom). Daarnaast is er in bescheiden mate bos omgezet in boomwei-de. Wellicht staat dit in verband met de in-tensivering van de landbouw.
De verandering van het bostype en het ver-dwijnen
van
de rijbeplanting hebbenna-tuurlijk
invloed gehad op debodemvegeta-tie. Er
zijn overigens ook andere faktoren die hierbij een rol spelen, zoalsluchtveront-reiniging
en
eutrofiëring (verrijking
van voedselarme milieus).Het
is echtermoei-lijk
om over de veranderingen van debo-demvegetatie
duidelijke uitspraken
te doen.Dit
komt vooral doordat de situatie van ongeveer tien jaar geleden niet precies in kaart is gebracht.Het
lijkt
wel vast te staan dat, tegelijk methet
afnemen van de rijbeplanting, de on-dergroei van Slanke sleutelbloem en Gul-den boterbloem op veel plaatsen is verdwe-nen. Deze plantesoorten zijnin dit
gebied vaak een karakteristiek onderdeel van de kruidlaag onder populierenrijen.Achterliggende ontwikkelingen
Er
is dus sprake van een snelle achteruit-gang van het waardevol geachtepopulie--I1,1.
45,5
95 -34,9
renlandschap.
Niet
alleende
schoonheid van het landschap en de natuurwaarden zijn verminderd, maar ook de betekenis voor de houtproduktieis
afgenomen.De
vraag isnu, hoe door een goed beleid die waarden behouden kunnen worden.
De veranderingen in het landschap zijn een gevolg
van allerlei
maatschappelijke ont-wikkelingen. Een deel van dezeontwikke-lingen
wordt
gestuurddoor
middel
van overheidsbeleid. Door tal van wetten, rege-lingen en plannen wordt getracht een opti-maal gebruik van deruimte te
bereiken, d.w.z. een ruimtegebruik waarbij de wen-sen van de samenleving zo goed mogelijk tot hun recht komen.Met
name uit
streek-
enbestemmingsplannen, de
Nota
Landelijke gebieden en het Meerjarenplan Bosbouwblijkt
dat
het beleidvoor
het populieren-landschapgericht is
op
behoud
van
dekleinschaligheid
en
uitbreiding
van
dehoutteelt.
De
achteruitgang van hetpopulierenland-schap duidt er echter op, dat er ook ontwik-kelingen zijn die het door de overheden
ge-formuleerde
beleid
tegenwerken. Voor-beelden van dergelijke zelfstandige (nietof
t975 45 101 146 1983 40 55+
I
(
+ z txí Situatie 19811 = Boschkant, 2 = Vleutstraat, J = Broekdijk, 4 = Kasteel laan / sloef, 5 = Hoogstraat Figuur 2 Overzicht van de aanwezige riibe-planting
10
niet-direkt
door de
overheid gestuurde)ontwikkelingen
zijn:
veranderingenin
hetboerenbedrijf (intensivering, specialisatie,
quotering), milieuverontreiniging, en een achterblijvende houtprijs (ten opzichte van de prijs voor agrarische produkten).
Konklusies
In
het
studiegebiedblijken
zelfstandigeontwikkelingen
die
aÍbreuk doen aan het landschap, sterker dan het gevoerde over-heidsbeleid.Het beschikbare beleidsinstrumentarium is
duidelijk ontoereikend om de wensen van
de samenleving te vervullen. Een uitzonde-ring vormt misschien de Boswet, die een re-latief sterk instrument blijkt om de hoeveel-heid bos in een gebied in stand te houden.
Dezelfde
wet
belemmert daarentegen de beschermingvan
populierenin
weg-
engrensbeplantingen.
Om het
populierenlandschapenige
toe-komst te gevenlijkt
het in ieder geval nodigdat de overheid zich
bij
debeleidsuitvoe-ring konstruktiever opstelt.
Er
moetdaar-bij niet alleen gedacht worden aan planolo-gische bescherming, maar tegelijkertijd zal er een bredere aanpak nodig zijn; het
finan-cieel aantrekkelijker maken van houtteelt
en milieumaatregelen (bestrijding van 'zure
regen') zijn daarbij bijvoorbeeld van groot
belang. Gelukkig komt er ook nog regelmatig níeuwe aanplant voor
il
i
il
O
tonuandenoeveÍbv
Postbus
15 5076ZG
Haaren
Tel.04ll7
-
l77l
Telex
50961Tobo
Europaweg
18-207742PN
Coevorden
Tel.
05240-
17280Telex
50961Tobo
boomkwekerijen
Grote voorraad l-
en 2-jarigplantsoen
en
bomen
AlUlYl4/16
cm. van:
Populus alba,
P.x
canescens en P.tremula
Populus nigra
en P. xeuramericana
Populus berolinensis
'Barn', 'Donk',
'Oxford'
en'Androscoggin'
Salis alba:
o.a.'Chermesina' en'Sericea'
Salix pentandra
Salix
sachalinensisTon
van den OeverB.V.
Weg- en grensbeplantingen: Levensbelang voor de klompenindustrie