• No results found

Enige waarnemingen inzake groei en ontwikkeling van komkommerplanten met betrekking tot constante belichting 1976-1977

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Enige waarnemingen inzake groei en ontwikkeling van komkommerplanten met betrekking tot constante belichting 1976-1977"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

cb Pf?0£FS7 Bibliotheek Cr'<*i 4^3 . 1 • _;v- e Proefstation -- NAALQ^, ... Naaldwijk ^ î f s t a t l o n v o o r d e G r o e n t e n - e n F r u i t t e e l t o n d e r G l a s t e N a a l d w i j k Ö5 K 44 E n i g e waarnemingen I n z a k e g r o e i e n o n t w i k k e l i n g van komkommerplanten met b e t r e k k i n g t o t c o n s t a n t e b e l i c h t i n g 1976 - 1 9 7 7 . d o o r : I n g . D. K l a p w i j k , N a a l d w i j k , o k t o b e r 1 9 7 7 I n t e r n v e r s l a g n o . 6 0 / 9 7 VZ

b

(2)

£> y// ~h oyb v/J -f-c TT î/7 r ° P r o e f s t a t i o n v o o r d e G r o e n t e n - e n F r u i t t e e l t o n d e r G l a s t e N a a l d w i j k -<\oi\ E n ! g e waarnemingen I n z a k e g r o e i e n o n t w i k k e l i n g van komkommerplanten met b e t r e k k i n g t o t c o n s t a n t e b e l i c h t i n g 1976 - 1 9 7 7 . d o o r î I n g . D. K l a p w i j k N a a l d w i j k , o k t o b e r 1 9 7 7 I n t e r n v e r s l a g n o . 6 0 / 9

(3)

I n h o u d

pagina

1. Inleiding 1

2. Waarnemingen 2

2.1 Demonstrat ieproef constant belichten 2 2 . 2 P r a k t i j k w a a r n e m i n g e n c o n t i n u b e l i c h t e n 2

3 . R e s u l t a t e n 3

3 . 1 Demonstrat i e p r o e f 3

3 . 2 P r a k t i j k w a a r n e m i n g e n 10 B e s p r e k i n g van d e r e s u l t a t e n J** 4.1 Groei bij constant uitsluitend kunstlicht 1U 4 . 2 B l o e m a a n l e g b i j c o n s t a n t u i t s l u i t e n d k u n s t l i c h t 1U 4 . 3 Groei b i j c o n t i n u b e l i c h t e n- 1 i n d e p r a k t i j k 11+ 4 . 4 Bloemaanleg b i j c o n t i n u b e l i c h t e n i n d e p r a k t i j k 15 4 . 5 V e r g e l i j k i n g Pandex-Sporu 1 5 4 . 6 Groei v e r s n e l 1 i n g d o o r c o n t i n u b e l i c h t e n 1 6 5 . S a m e n v a t t i n g e n c o n c l u s i e s 17 s 5.1 Samenvatting •" Af 5.2 Conclusies. 2^

(4)

E n i g e waarnemîngen i n z a k e g r o e i e n o n t w i k k e l i n g van komkommer-p l a n t e n met b e t r e k k i n g t o t c o n s t a n t e b e l i c h t i n g 1976 - 1 9 7 7 .

1 . INLEIDING

De oudere gemengde "bloeiende glaskomkommervarieteiten waren bij lage lichtintensiteiten "daglengte-gevoelig. Bij een te langdurige dagelijkse belichting werd de aanleg van vrouwelijke bloemen uitgesteld. Dit was van belang bij de toepassing van kunstlicht.

Zodra de ontwikkeling van de plant zover was voortgeschreden dat de aanleg van vrouwelijke bloemen gewenst werd, moest de daglengte worden verkort tot circa 12 uur.

De moderne rassen zijn geheel vrouwelijk bloeiend en kunnen dan ook

2b uur per dag worden belicht. Dit verhoogt uiteraard het rendement van de installaties. In de praktijk werd constante belichting reeds in het seizoen 1975-1976 met succes toegepast. Desondanks bleef bij sommige mensen twijfel bestaan aan de uitvoerbaarheid.

Daarom werd op het Proefstation een demonstratieproef opgezet met constante belichting. Bovendien werden plantwaarnemingen verricht in de praktijk op een bedrijf waar men opkweekte onder continu-belichting. De laatste Vaarnemingen hadden tevens ten doel de groei van een gewas onder prak­

(5)

-2-2 . WAARNEMINGEN

2 . 1 Demonstrat i e p r o e f c o n s t a n t b e l i c h t e n

Om te demonstreren dat continu belichten met kunstlicht geen ongunstige afwijkingen bij komkommerplanten veroorzaakte werd een proef opgezet.

Er werden planten opgekweekt bij kunstlicht zonder daglicht. De lichtintensiteit bedroeg circa 7 Watt per m2 . Er werd gebruik gemaakt van ^00 Watt hoge

druk kwiklampen. De temperatuur varieerde enigszins als gevolg van schom­ melingen in de buitentemperatuur doordat onder constante ventilatie werd gewerkt. Gemiddeld was de temperatuur circa 25°C.

Als controle werden komkommerplanten opgekweekt in een kas met natuurlijke belichting. Daar de kas niet bijzonder modern was werd ongeveer een

derde van het zonlicht onderschept. De temperatuur varieerde van 17° tot 23°C met een gemiddelde van circa 21°C.

De komkommers werden in de pot gezaaid op 27 september 1976 en op 30 september bij de 2 behandelingen geplaatst. In beide ruimten werden de planten op watertafels gekweekt. Er werd gebruik gemaakt van *Pandex' als vrouwelijk bloeiende komkommercultivar. Ter vergelijking werd 'Sporu' als gemengd bloeiende variëteit opgenomen. 'Sporu* klemde iets sneller dan 'Pandex'.

i

2 . 2 P r a k t i j k w a a r n e m i n g e n c o n t i n u - b e l i c h t e n

Bij een tuinder werden waarnemingen verricht onder praktijkomstandig­ heden. Het betrof het bedrijf van de Gebr. de Winter, Kerketuinenweg 20, Den Haag - Loosduinen. Op dit bedrijf werden komkommerplanten belicht met TL-buizen, kleur 33, vanaf opkomst tot aan het planten.

De lampen bleven gedurende de gehele opkweekperiode 2k uur per dag branden. De lichtintensiteit werd niet gemeten. Er werd tweemaal op­ gekweekt. De eerste keer werd op 27 november 1976 gezaaid. De tweede keer op 31 december. De planten werden uit het zaaikistje verspeend

in plasticpotten met een inhoud van 1 liter. Dit gebeurde respectievelijk °P 30 november en U januari. Direct werden de planten onder de lampen

geplaatst. Na twee weken werden de planten wijder gezet en de lampen hoger gehangen. Daardoor was de lichtintensiteit in de tweede helft van de

(6)

3 . RESULTATEN

3 . 1 Demonstrat i e p r o e f

Van de planten werd regelmatig het gewicht en de lengte bepaald en microscopisch (25 x) de blad- en bloemontwikkeling. In bijlage 1 zijn de gegevens opgenomen. Ze worden hieronder samengevat voor de twee as­ pecten namelijk de vergelijking tussen natuurlijk licht en constante belichting en de vergelijking tussen de cultivars 'Pandex' en 'Sporu'. Alle waarnemingen zijn verricht door mevrouw C.F.M. Wubben. Aan de firma Gebr. de Winter is veel dank vers chuldcgd weg ens het ter beschikking stellen van enkele honderden planten. Een deel daarvan werd boventallig uitge-poot en later verwijderd ten behoeve van de waarnemingen.»

3.1.1 Belichting en vers gewicht.

Doordat de waarnemingsperiode viel tussen 2 oktober en 9 november nam de Iichthoeveelheid voor de pI anten in dé kas geleidelijk af. In figuur

1 is op een logarithmische schaal het vers gewicht afgezet tegen de tijd. De gewichten zijn gemiddelden voor beide cultivars.

Uit figuur 1 blijkt dat het groeiverloop onder beide omstandigheden toe­ vallig vrij sterk overeenkomt. In de kas was het gewicht bij de start op

2 oktober iets hoger. De planten waren circa 0,4 dag vóór. Aan het eind

waren de planten uit de kas circa 0,8 dag achter. Over de gehele proef­ periode van 38 dagen waren de planten in de kas ruim 1 dag achter, of wel circa 3% van de groeiperiode.

(7)
(8)

-5-3.1.2 Belichting en lengtegroei

In figuur 2 is de lengtegroei weergegeven tussen 22 oktober en 9 november. De belichte planten groeiden eerst veel langzamer. Op 2 november waren ze 29 cm tegen 70 cm voor deplanten in de kas. Daarna had het

kunstlicht veel minder invloed. De planten in de kas groeiden tussen 22 oktober en 2 november van 20 tot 70 cm, dit is 4,6 cm per dag. De belichte planten groeiden tussen 2 en 9 november van 29 tot 63 cm. Dit is hetzelfde lengtetraject maar de snelheid was 4,9 cm per dag. In het laatste geval gold het wel veel zwaardere en dus bredere planten.

In hetzelfde gewichtstraject (tussen 2 en 9 november) groeiden de plan­ ten in de kas 5,5 cm per dag tegen de belichte planten 4,9 cm.

(9)

-6-«p a •ri H «P CQ (U H M CQ > O <U § î> rH 0) *"0 •H S <D rH I la G •o •H ,Q a <u -p V •H rH •P w t«0 A •Ö

»

G 0) V -p -p g •H 0 (H r-i ft m tl •H -P (U n -P O u

a

•ä

•p O u A! G O

§

Co o > •o •H •H <0 M O w* G VH 3 •H taO fc •p (U O RG •P bO

&

O •H G rH 0) G <D •3 <u .O CM ä ä •H G . •H *d -p O rG 0) O -P •H *H H 2 0> H pQ CQ -P <Ü'H ""5 •ri -P ss -P G aJ O <3 o h <D P< S u o\ CM (M CM O O 00 O vo O CM O

(10)

-7-3.1.3 Belichting en "bladaanleg

In figuur 3 is het verloop van de bladaanleg weergegeven,gemiddeld voor 'Pandex' en 'Sporu'.

Het beeld is onregelmatig. In het begin is de ontwikkeling in de kas sneller, aan het eind is het omgekeerd. Dit zou kunnen samenhangen met

de verschuiving in lichtintensiteit in de kas, maar dan mocht worden verwacht dat dit ook in de gewichtsgroei tot uiting zou zijn gekomen. Dit was

echter maar in geringe mate het geval (zie figuur 1). Waarnemingen van de gewichtsverdeling over de verschillende organen van de plant zou hier misschien duidelijkheid verschaft hebben. Bovendien is de waarde van de uitkomst van de belichte planten op 22 oktober onwaarschijnlijk laag.

(11)
(12)

-8-

-9-3.1.!+ Belichting en bloemaanleg

Zoàls verwacht, werd de aanleg van vrouwelijke bloemknoppen bij 'Sporu' door de constante belichting uitgesteld. Op 9 november, toen de planten 26 à 30 bladeren hadden aangelegd, bleek bij 'Sporu' nog maar bij 60$ van

de planten een vrouwelijke bloem te zijn aangelegd» Dit gebeurde pas rond het 21e okseI.

In de kas legden de planten van 'Sporu' op de normale manier de vrouwe-0

lijke bloemen aan, namelijk enkele in de omgeving van het 12 oksel en r na een aantal mannelijke bloemknoppen opnieuw 1 à 2 vrouwelijke.

Zowel onder constante belichting als in de kas kwamen enkele planten Voor die een afwijkend patroon vertoonden en in 7 à 10 opeenvolgende oksels vrouwelijke bloemen aanlegden.

Bij 'Pandex' verliep de bloemaanleg bij constante belichting geheel nor­

maal. Op 2 november, toen de planten 25 à 30 bladeren hadden aangelegd, werden nog geen mannelijke bloemen waargenomen.

Op 9 november kwamen zowel in de kas als bij constante belichting enige mannelijke bloemen voor. Het betrof hier echter lagere oksels waaruit de eerste vrouwelijke bloemen waren afgevallen. Dit waren adventief-knoppen of secundaire bloemen van de bloeiwijze die normaal in een ge­ was nagenoeg niet tot ontwikkeling komen, maar nu door de sterke ver­ groting (25 x) werden waargenomen.

3.1.5 XfïÜïSi^king 'Pandex' - 'Sporu'

Wanneer de gegevens gemiddeld worden over kunstlicht en daglicht dan blijkt er maar zeer weinig verschil te zijn tussen 'Pandex' en 'Sporu'. De gegevens zijn vermeld in tabel 1.

De groei in gewicht en lengte verlopen bij 'Pandex' en 'Sporu' met

9elijke snelheid. De gewichtsverschiIlen uit de tabel zijn terug te brengen op een verschil in kiemsneldheid. De gewichtsvoorsprong van 'Sporu' nam

af van ongeveer 24$ in het begin tot circa 12$ aan het einde van de proef. In de tijd gezien is dat een groeiverschiI van minder dan 1 dag. Ook de bladaanlegsnelheid was voor beide cultivars nagenoeg gelijk.

(13)

-10-TABEL 1. Gewicht (gram per plant), aangelegde "bladeren (aantal per plant) en lengte (cm per plant) van komkommerplanten van cv. 'Pandex' en cv. 'Sporu' op verschillende waar-nemingsdata.

'

Gewicht

gram per plant

Aangelegde bladeren stuks per plant

Lengte

cm per plant Datum Pandex Sporu Pandex Sporu Pandex Sporu

2 oktober 0,287 0,369 M M

5 oktober 0,661* 0,823 •7,1 7,2

8 oktober 1,19 1,Mi 9 , b 10,7 *

15 oktober •UtU2 5,32 1U,7 1U,9

22 oktober 11,8 1U,6 17,9 17,1 13,3 12,1

2 november UU,5 *+9,9 27,8 26,8 U8,8 U9,8

9 november 82,9 93,2 28,3 28,8 88,3 83,u

3 . 2 P r a k t i j k w a a r n e m i n g e n

Van de planten bij de firma Gebr. de Winter werd wekelijks een monster ge­ nomen. Ook na het uitplanten werd dit voortgezet omdat dan goed kon worden " waargenomen hoe de organen die tijdens de continu-belichting waren aan­

gelegd zouden uitgroeien.

Van de planten van beide zaaisels werd het gewicht en het aantal aange­ legde bladeren geregistreerd gedurende 9 weken na opkomst. De gegevens zijn vermeld in bijlage 2.

3.2.1 Gewichtsgroei

In figuur 4 is op een logarithmische schaal het versgewicht van de planten uitgezet tegen de tijd. Duidelijk blijkt dat het tweede zaaisel wat sneller groeit dan het eerste. Het natuurlijke licht was sterker en omdat er, zelfs bij 24 uur belichten, nu eenmaal naar verhouding weinig kunstlicht wordt gegeven, is de invloed van het natuurlijk licht merkbaar.

(14)
(15)

- 12 Ook is duidelijk dat na het uitplanten de groeisnelheid afneemt. Bij

het tweede zaaisel is na het poten de groei veel sneller. Bij het eerste zaaisel werden de waarnemingen gestaakt toen de planten circa 1,5 m hoog waren. Het gewicht bedroeg toen 118 gram. De planten van het tweede zaaisel wogen bij dezelfde lengte bijna twee maal zoveel.

3.2.2 Bladaanjeg

In figuur 5 is voor beide zaaisels weergegeven hoer de bladaanleg verliep. Gemiddeld was de snelheid respectievelijk 0,63 en 0,75 blad per dag.

In beide gevallen was de snelheid tamelijk constant. Het latere zaaisel is circa 20# sneller. Dit ligt in dezelfde orde van grote als de ver­ snelling in gewichtsgroei (figuur H). Eigenaardig is dat er geen duide­ lijk knikpunt is te zien op het moment van uitlopen, zoals dat wel bij de gewichtsgroei in figuur U voorkomt. De groei zou nader per blad moeten worden geanalyseerd om de oorzaak te kunnen achterhalen.

3 . 2 . 3 B l o e m a a n l e g

Bij het e e r s t e z a a i s e l werd op 12 januari de indruk verkregen dat zich in sommige oksels (no's 9 - 13) soms een mannelijke bloem naast de vrou­ welijke zou ontwikkelen. Op 19 januari was dit echter slechts bij 1 op de

10 planten het geval en op 26 januari was er in het geheel geen manne­ lijke bloem te zien.

Er werd ook een aantal planten niet uitgepoot. Deze werden sterk in groei geremd. Op 19 januari wogen ze 28 gram tegen 68 gram voor de normale planten. Op 26 januari was het respectievelijk 35 en 118 gram. Van deze planten vertoonde meer dan de helft wel duidelijk mannelijke bloemen. Er waren toen bijna 30 bladeren aangelegd. De mannelijke bloemen kwamen

©

voor in het 15 oksel of lager. Ook hier is weer sprake van adventief knoppen of secundaire knoppen van de bloeiwijze (zie 3.1.3). De oorspron­ kelijke bloemen in deze oksels waren veelal afgevallen.

In het t w e e d e z a a i s e l werd op 16 februari, toen reeds 33 bladeren waren aangelegd, ook een enkele mannelijke bloemknop aangetroffen. Op 23 februari was dat eveneens het geval. Op 2 maart waren er geen bijzonderheden.

(16)
(17)

-13-k. BESPREKING VAN DE RESULTATEN

Een deel vân de resultaten van de demonstratieproef is geplubliceerd in "Groenten en Fruit" (1976) pag. 1095-1097» onder de titel :

" 2 k uur belichten, kan dat of kan dat niet

4 . 1 Groei b i j c o n s t a n t u i t s l u i t e n d k u n s t l i c h t

In de proef met constante belichting zonder daglicht werden wat afwijkende planten verkregen ten opzichte van de planten onder daglicht. Het

betrof niet zozeer de gewichtsgroei maar vooral de lengte in verhouding tot het gewicht. De verkorting trad vooral op in het begin van de groeiperiode

(zie figuur 3). Tussen 22 oktober en 2 november was de lengtegroei in de kas U,6 cm per dag en bij uitsluitend kunstlicht 2,1 cm per dag. Daarna werd het verschil kleiner. De oorzaak van de lengteremming zal wel liggen in de spectrale samenstelling van kunstlicht van de H.L.R.G.-lampen.

Een andere afwijking was de bladgrootte. Ook de bladomvang was bij kunstlicht-geringer dan bij daglicht. Dit bleek al direkt uit de meting van de zaadlobben. Lengte en breedte waren onder kunstlicht (mm)

x 26,3 en onder daglicht 7,25 x 30,7« De oppervlakte van de laatste was dan ook circa 1,5 maal zo groot. Dit houdt in dat de lichthoeveel-heid in de kas nogal wat lager geweest zal zijn dan in de kunstlicht-ruimte, omdat bij gelijke lichthoeveelheid de planten met het grotere blad een snellere groei hadden moeten vertonen. De groei was in beide gevallen echter ongeveer gelijk.

4 . 2 B l o e m a a n l e g b i j c o n s t a n t u i t s l u i t e n d k u n s t l i c h t

Bij Sporu werd de aanleg van de vrouwelijke bloemen ingesteld door constante belichting. Onder dezelfde omstandigheden bleef de aanleg van vrouwelijke bloemen bij de cultivar 'Pandex' normaal verlopen. Wel kwamen bij grotere planten in de lagere oksels enkele secundaire mannelijk bloemen voor, maar dat was ook in de kas het geval.

4 . 3 Groei b i j c o n t i n u b e l i c h t e n In d e p r a k t i j k

In de praktijk werden alleen bij Pandex waarnemingen verricht. Bij de twee zaaisels was duidelijk te zien dat de groei door de belichting werd versneld. Er werd gebruik gemaakt van TL 33. Hierbij bleven de planten ook wel duidelijk korter dan vergelijkbare planten die niet

(18)

werden belicht. De bladoppervlakken waren echter zeer gunstig in tegen­ stelling tot de planten die constant onder UOO W H.L.R.G.-lampen hadden

gestaan.

De .-spectrale verdeling van de TL-buizen wijkt vrij sterk af van de hoge druk kwiklampen. Dat behoeft niet te betekenen dat de plantreactie anders wordt maar naast het TL-licht werd nog een grotere hoeveelheid daglicht ontvangen.

4 . 4 B l o e m a a n l e g b i j c o n t i n u b e l i c h t e n In d e p r a k t i j k

Ook in de praktijk werden bij de cultivar 'Pandex' geen nadelige effecten van continu belichting waargenomen. Weliswaar kwam ook een enkele mannelijke bloemknop voor, maar dit bleek in de demonstratie-proef ook in de kas te gebeuren. Wel werden nogal wat mannelijke bloemj» knoppen verkregen door groeiremming. Het betrof echter alleen se­

cundaire bloemen in lagere oksels, die pas voorkwamen 3 à lt weken na het uitpoten. Het ligt dus niet voor de hand om hier aan een effect van continu belichten te denken.

Dit is ook op een andere manier duidelijk te maken. Bij microscopische waarnemingen is namelijk op z'n laatst in het 7 bladoksel vanaf het groei-punt waar te nemen of er een mannelijke dan wel een vrouwelijke

bloemknop aanwezig is. Bij een snelheid van minstens 0,5 blad per dag (zie 3.2.2 ) betekent dit dat maximaal 2 weken na de bladaanleg is te bepalen of in het betreffende oksel een mannelijke of een vrouwelijke bloemknop is aangelegd. -Jindersom kan dan worden gesteld dat op het moment dat het geslacht kan worden vastgesteld niet meer dan 1^ dagen verlopen zijn sinds de betreffende bloemknop werd aan­ gelegd. De belichting kon dus niet de oorzaak zijn.

4 . 5 V e r g e l i j k i n g ' P a n d e x ' - ' S p o r u '

Als het verschillende gedrag ten aanzien van de bloemaanleg buiten be­ schouwing wordt gelaten, kan worden gezegd dat beide rassen maar zeer weinig van elkaar verschillen gedurende de eerste groeiperiode. Dat

er als gevolg van de verschillen invruchtbezetting later wel ver­ schillen tussen beide cultivars zullen optreden ligt voor de hand.

(19)

Het is te verwachten dat andere vrouwelijk bloeiende variëteiten op ongeveer dezelfde manier zullen rageren op continu-belichting.

4 . 6 G r o e i v e r s n e l l i n g d o o r c o n t i n u b e l i c h t e n .

Continu belichten geeft een hogere groeisnelheid en daardoor een ibete-re benutting van alle technische installaties, vooral bij een plantenkweker. Hoe groot de groeiversnelling is zou in een proef moeten worden nagegaan. Er zijn wel enkele gegevens bekend uit eerder genomen proeven, waarbij 1^ uur per dag belicht werd (zie o.a.

J.A.M. van Uffelen, Intern verslag Proefstation Naaldwijk 1973; 576 - 73 : Ontwikkelingssnelheid van komkommerplanten en de invloed daarvan op de produktie II).

Na k2 dagen werd een gewicht behaald van 28 gram. Bij continu belichten in deze proef werd na 39 dagen 30 gram gemeten. Een verschil dus van circa 10$. In geen van beide gevallen zijn echter lichtmetingen ver­ richt. Dat het verschil niet groter is dan 10% kan aan belichtings­ vers chilien liggen, maar is voor een groot deel verklaarbaar uit het feit dat zelfs bij continu belichten het kunstlicht altijd nog minder dan de helft van de totale belichting uitmaakt. Bij uitsluitend kunstlicht zou het verschil waarschijnlijk ongeveer evenredig zijn met het verschil in tijdsduur van de belichting.

(20)

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Samenvatting

2k uur constant uitsluitend kunstlicht geeft bij cv. 'Pandex' geen ongewenste aanleg van mannelijke "bloemen. ,

Bij uitsluitend kunstlicht van H.L.R.G.-lampen waren de planten erg gedrongen en hadden kleine bladeren.

De lengte-remming door uitsluitend kunstlicht bleek met het groter worden van de planten vrij sterk af te nemen.

Waar in de praktijk continu werd belicht met daglicht als aanvulling kwamen in cv. 'Pandex' evenmin mannelijke bloemen voor.

Waar kunstlicht (TL 33) met daglicht werd gecombineerd waren de bladeren zeer groot en bleef de plant niettemin korter.

Door groeiremming kon de vorming van secundaire mannelijke bloemen worden bevorderd. Dit stond los van de' toepassing van kunstlicht. Afgezien van de vruchtbezetting was er in groei en aanlegsnelheid nagenoeg geen verschil tussen Pandex en Sporu.

C o n c l u s i e s

Continu belichten geeft geen ongewenste mannelijke bloemen bij de vrouwelijk bloeiende cv. 'Pandex'. Andere variëteiten zullen waarschijnlijk op dezelfde manier reageren.

Door groeiremming kan gemakkelijk de aanleg van secundaire manne­ lijke bloemen in de lagere oksels worden bewerkstelligd.

Wanneer van H.L.R.G.-lampen gebruik gemaakt wordt met uitsluiting van daglicht, geeft dat te kleine bladeren en gedrongen planten in het jong stadium. In combinatie met daglicht vervalt dit be­ zwaar.

Bij toepassing van continu belichting mag worden aangenomen dat de opkweekperiode korter wordt omdat de groeisnelheid toeneemt ten opzichte van de normale manier van belichten. Bij jonge planten is er geen groeiverschil van betekenis tussen cvs. 'Pandex' en 'Sporu'.

(21)

ö <D & Q) ON H

%

'r~ Ai •d 0 U

£

<u 0) Ai 1—I fi o M O +3 3 <D X O i3 »— -P g CVJ <D W 3 Ö O H <U ft co fi ra Ö u 2 3 (U •P t» ft •P -p M d) rC CJ -p g |s 0 •H rH TO tö . M -P TO tö . <u co ft A O AI <U u 91 <d 4) 2 Ö TO <U O +> H ft •H fi CO «1 rH °3 P <V ra S tf -p AS bû t> •H AS <D V Ö H 4) <D a •P a> bO S TO A <u •P S ö •RH d X CO <U ä bO A >0 >o c S o • H •<"5 •H fi rH <U > O N VO t-ON U <U •i <D > O Ö ON ft u tt) ft a O (D

"&

: s • ^ •p O •H rH u <u ï> <u Ai •>"3 •H rH 3 Ö •ra •H M I { cd +3 § H ft 5-1 ft Ö U 0) 'O TO H fi -P H ft ft is bO -P O •H !s bO S OJ > 1 1 o 1 -pi 3 CO t— 1 1 fi 1 H A A A I 1 U 1 O 1 VO VO 00 1 1 -H 1 ft CM LA 1 1 HI CO 1 -P 1 1 CO 1 ! § ! ><! 00 1 wi 1 1 <D 0J O VO 1 1 wi 1 1 rt A A 1 1 1 Ö LA T— OJ 1 1 1 3 00 1 1 1 P-4 1 1 1 1 3 ^=T 1 -PI f-i A 1 ÄI o t"— OO CO 1 1 O 1 ft T— C*- T—• 1 1 *H 1 co r— 1 1 H 1 I SP! « «i X 00 M 1 1 0) rt A 1 1 xs T— VO 1 1 1 Ä CM VO O 1 1 1 cd T— I 1 I PH T—r 1 1 1 1 0 M O T- LTN -=ï oo 1 1 -PI U A 0t «V A A J 1 .£1 O J" O VO t- t— 1 1 Ü 1 ft T—* 1 CM OO 1 1 'H 1 CO 1 H 1 1 -PI 1 CO 1 X 1 ^ 1 A) T- r- T- OO CM CO 1 1 WL

§

«% A A A A 1 1 WL

§

J- T- CO LTN O ON I 1 1 T— OO 0J 1 1 1 1 PL. 1 1 1 1 1 1 2 OJ cn VO OJ oo CO 0J 1 1 -PI N * «« «V A A A I 1 Ä 1 O -=T T- O LTN t- LTN VO 1 1 01 ft t—• r— r— CM 0J 1 1 -H 1 CO 1 H 1 1 ML 1 1 i O 1 X 1 1 <U \D T— O VO CM CO 1 1 1 1d g A «% * A A 1 1 1 1d g T— O LTN O LA VO 1 1 1 3 T—' OJ CM CM 1 1 1 P4 1 1 0\ CO 1 1 -D" OJ o\ LA 1 -PI 3 00 T- OO T—• vo LA VO 1 1 rC 1 u * *% «t A A A I 1 CJ 1 O O O LTv 0J 00 co 1 1 «H 1 ft oo 1 1 HI CO 1 -P 1 1 CO 1

«

ON co 1 § 1

«

CO r—• ON OO 1 Ml 1 1 <D 04 vo f b- OJ OO t— 1 1 Ml 1 1 "Ö A «V A A A A 1 1 1 g O O T-» r— VO 00 1 1 1 3 r— ON 1 1 1 PH 1 1 CO "I 1 1 ON CO ON 1 1 3 00 ON ~=s- ^=t VO CM C— 1 1 -P 1 U A 4\ «* «1 A A « 1 1 fi 1 O O O T— LTN VO VO C- 1 1 O 1 ft T— IA ON J 1 'H 1 CO 1 HI 1 Ml 1 cd 1 1 PI

«

LPv ON 1 1

«

CO o ON T— 1 1 <D CM t— T— T— -3" VO O 1 1 1 FD «* «« A A A fk 1 1 1 Ö O o T— ^r CM CM cvj 1 1 1 CO T— ~=t t- 1 1 1 "S O , U h h h u u <u <D <u d) (U <D <S) fi ,Q ^=> P £3 O O O O O 0) -p -p -p -P •p t> X M M M O O O O a A4 O O a a CVJ LTN oo ir\ CJ OJ ON v~ -&L_

(22)

Bijlage 2.

Vers gewicht (gram per plant) en aangelegde bladeren (aantal per plant) van 2 zaaisels komkommerplanten (cv. 'Pandex') die tijdens de opkweek continu werden

belicht met TL-buizen, kleur 33.

Zaaidatum 27 november 1976 Zaaidatum 31 december 1976 Gewicht gram Aantal Gewicht gram Aantal j per plant bladeren per plant bladeren |

i 1 december 0,176 i 3,0 ' 8 december 0,^37 6,6 15 december- 2,52 10,2 22 december •5,13 16,1 29 december 18,5 21,2 5 januari 30,2 25,2 0,121 3,7 12 januari 1*8,0 29,3 0,520 6,5 19 januari 67,9 32,1 1,92 11,9 26 januari 118 37,8 8,57 18,1 2 februari 32,5 22,1* 9 februari 56,2 30,8 16 februari 95,7 33,0 23 februari 216 39,1* 2 maart 1*98 1*1*,8

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The aim of this study is to investigate how teachers’ pedagogical practices influence learner- transitions from Grades 3-4, in classrooms where English is used as the language

The main problem to reduce the threshold of this type of ground based telescope is the high background (produced by the light of the night sky, LONS , and hadronic showers,

eerlang is hulle drie op versoek van die fanatieke menigte in die tronk gestop. Na hulle vrylating het Georg Schmidt na Herrnhut vertrek waar hy saam met

Een andere methode om de afmeting van het geisoleerde dubbelstrengige RNA te be- studeren is de elektronenmicroscopie (Kleinschmidt et al., 1962). Hiertoe wordt het

De huidige quota’s betreffen uitsluitend de afgestudeerden van de Belgische universiteiten; diploma's uitgereikt door een buitenlandse universiteit vallen niet onder

Document : IMCVG_DG_24102016_3 2 DECLARATION CONJOINTE DE LA REUNION THEMATIQUE DROGUES SUR LA POLITIQUE GLOBALE EN INTEGREE EN MATIERE DE DROGUES GEMEENSCHAPPELIJKE

De huiden/vachten van de nertsen worden bijna allemaal geveild op de grootste veiling van bont in Denemarken (Kopenhagenfur). Op deze veilingen die vijf keer per jaar gehouden

Werkt bij het aanbrengen van de cambrering en het egaliseren van de balgelenvulling nauwkeurig en in een tempo dat nodig is om de geplande productiviteit te halen, zodat het product