• No results found

"Ik weet niet... je voelt geen feest : het is anders." : feestviering van Marokkaanse migranten in Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share ""Ik weet niet... je voelt geen feest : het is anders." : feestviering van Marokkaanse migranten in Nederland"

Copied!
62
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

:St;H

4447

"IK WEET NIET."JEVOELT GEEN FEEST.

HET IS ANDERS."

FEESTVIERING VAN MAROKKAANSE MIGRANTEN IN NEDERLAND

Doctoraalscriptie Sociologie Universiteit van Amsterdam

Begeleiding: Loon Deben

Ger Hoofwijk

Amsterdam, februari 1994

(2)
(3)

INHOUDSOPGAVE

"IK WEET NIET •• JE VOELT GEEN FEEST. HET IS ANDERS."

FEESTVIERING VAN MAROKKAANSE MIGRANTEN IN NEDERLAND

*

Inhoudsopgave

*

Woord vooraf

*

Hoofdstuk l INLEIDING

1.1 Inleiding

1.2 Probleem- en vraagstelling 1.3 Methode van onderzoek

1.3.1 Literatuurstudie

1.3.2 'Explorerend' of 'verkennend' onderzoek 1.3.2.1 De vragenlijsten 1. 4 De gesprekken bladzijde 1 3 4 4 7 7 7 9 9

*

Hoofdstuk 2 HERKOMST EN BINDINGEN VAN MAROKKAANSE MIGRANTEN

2.1 Inleiding

2.2 Arbeidsmigratie naar Nederland

2.3 Achtergronden van Marokkaanse migranten in Nederland 2.4 Feestviering in Marokko

2.4.1 Ramadan en het feest bij het einde van ramadan 2.4.2 'Het grote feest' of 'id al-adha'

2.4.3 'Asjoera'

2.4.4 De verjaardag van de profeet Mohammed: 'id al-maulid' 2.4.5 Het geboortefeest: 'sbu'

2.4.6 De besnijdenis van een zoon of 'khitana' 2.4. 7 Samenvattend overzicht 11 11 12 13 13 14 14 15 15 15

16

(4)

2.5 Oriëntatie van Marokkaanse migranten

2.6 Problemen met de bindingen met familie, vrienden en bekenden 2. 7 Bindingen met familie, vrienden en bekenden onder druk 2.8 Samenvatting

"' Hoofdstuk 3 "IK WEET NIET •. JE VOELT GEEN FEEST. HET IS ANDERS."

3 .1 Inleiding

3.2 Viering van Marokkaanse feestdagen

3.2.1 Viering van Marokkaanse feestdagen in Marokko

3.2.2 Viering van Marokkaanse feesten in Nederland en/of België 3.3 Viering van Nederlandse feestdagen

3.4 Slotbeschouwing

*

Hoofdstuk 4 SAMENVATTING EN CONCLUSIES

4.1 Inleiding

4.2 Feestbeleving van Marokkaanse migranten in Nederland: rituelen, intensiteit en bereik

4.3 Slotconclusie

"' Literatuurlijst

"' Bijlage 1: Vragenlijsten

*

Bijlage 2: Cijfermatige gegevens

*

Bijlage 3: Kalender 1994 'Moesliem Vereniging Faizul-Islam'

17

18

20 21 22 22 22

24

27

30

33 33

36

38 41 49 51

(5)

WOORD VOORAF

Gedurende de laatste twee à drie jaar van mijn studie sociologie aan de Universiteit van Amsterdam heb ik een speciale interesse ontwikkeld voor Marokkaanse migranten in Nederland. Zo stuitte ik ten tijde van mijn stageperiode in het stadsdeel Geuzenveld/Slotermeer op criminaliteitsproblemen van Marokkaanse jongeren. De problematiek van Marokkaanse migranten in Nederland bleek echter veel diverser te zijn. Omdat de problemen van deze groep mensen mij enorm boeiden, besloot ik om hen onderwerp van mijn scriptie te maken. Na een lange aanloopperiode koos ik voor de bindingen van Marokkaanse migranten met familie, vrienden en bekenden op feestdagen in Nederland als specifiek onderwerp van onderzoek.

Deze scriptie is mede tot stand gekomen door het overleg dat ik heb gehad met mijn begeleider en eerste beoordelaar Leon Deben. Hem wil ik als eerste bedanken voor zijn stimulerende en kritische

medewerking. Ook aan tweede beoordelaar Lo Brunt ben ik dank verschuldigd.

Voorts spreek ik heel veel dank uit aan de negen respondenten van deze studie. Zonder hun zeer bereidwillige medewerking had het afronden van mijn studie in deze vorm nooit plaats kunnen vinden. Tevens wil ik mijn hartelijke dank betuigen voor de bemiddeling van twee medewerkers van een jongerencentrum in Amsterdam. Hun werving heeft mij twee waardevolle informanten opgeleverd.

Tot slot van dit 'woord vooraf' wil ik enkele mensen uit mijn persoonlijke omgeving danken voor de steun, de aanmoedigingen en de praktische hulp die ik jarenlang heb genoten. Allereerst mijn eigen familie: 'ut meuderke' en 'de tant', Maril, Jeroen en Marc, Thei en Nan, Cor, M'bark, Nayib en Nawal en Nien en Leon. Hun gezelschap in de weekends was vaak een zeer welkome afwisseling van de wekelijkse studiebezigheden.

Dat geldt tevens voor het gezelschap van mijn vriend(-inn)en uit Limburg en Amsterdam. Zonder anderen tekort te willen doen, wil ik twee personen hier apart vernoemen. Dat zijn mijn huisgenoot Hans en mijn ex-huisgenoot John. Hun interesse, aansporingen en vriendschap zijn voor mij onvergetelijk en onontbeerlijk geworden.

Aan allen, hartelijk dank!

Ger Hoofwijk.

(6)
(7)

INLEIDING

Hoofdstuk 1

1.1 Inleiding

Vanaf de jaren '60 zijn in Nederland Marokkaanse arbeidsmigranten aanwezig. Deze mensen komen grotendeels uit streken waar bindingen met familie, vrienden en bekenden (nog altijd) een belangrijke plaats innemen. In Nederland zijn deze bindingen vanwege uiteenlopende redenen in de loop van de tijd onder druk komen te staan. Onderzoekers beweren dat deze bindingen minder hecht zijn geworden en dat de normatieve regulering binnen de Marokkaanse migrantengroep in Nederland niet (meer) werkt. Deze stellingname is terug te vinden in het merendeel van de Nederlandse wetenschappelijke publicaties over dit onderwerp. Onduidelijk is echter hoe het gesteld is met de bindingen tussen familie, vrienden en bekenden tijdens feestdagen in Nederland. Op dit aspect leg ik het meest de nadruk in deze scriptie. Eerder, met name in Marokko, kwamen die bindingen sterk tot uitdrukking op feestelijke hoogtijdagen.

In deze scriptie maak ik gebruik van een literatuurstudie en een verkennend onderzoek. In het eerste hoofdstuk komen de probleem- en vraagstelling aan de orde en beschrijf ik welke methode van onderzoek ik gebruik. Tevens komt in dit hoofdstuk een overzicht van de gesprekken met de respondenten van de verkennende studie aan bod. In hoofdstuk 2 besteed ik aandacht aan de bestudeerde literatuur. De resultaten van de verkennende studie beschrijf ik in hoofdstuk 3, waarna ik in het laatste hoofdstuk conclu-sies trek uit de onderzoeksgegevens. Dat laatste gebeurt door middel van het formuleren van een antwoord op de onderzoeksvragen.

1.2 Probleem-en vraagstelling

Marokkaanse migranten in Nederland krijgen de laatste jaren, in verband met allerlei problemen,

veel aandacht van wetenschappers en media1

• Een van die problemen is de verhouding tussen gezin,

familie, en gemeenschap. Mijn bedoeling is te onderzoeken hoe het gesteld is met de bindingen van Marokkaanse migranten met familie, vrienden en bekenden tijdens feestdagen in Nederland. Met andere woorden, welke betekenis hechten Marokkaanse migranten aan bindingen met familie, vrienden en bekenden tijdens feesten in Nederland?

Vele Marokkaanse migranten die naar Nederland zijn gekomen, zijn afkomstig uit het noordelijke deel van Marokko. Dit gebied staat bekend als een landbouwgebied. In deze plattelandssamenleving zijn allesomvattende bindingen met familie, vrienden en bekenden primair. Leden van een dergelijke gemeen-schap voelen zich verantwoordelijk voor elkaar. Er bestaat een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het

(8)

prestige en de eer van de groep. Uiting hiervan is het strenge toezicht, zowel vanuit het gezin als vanuit de uitgebreidere gemeenschap.

Die bindingen met familie, vrienden en bekenden komen duidelijk tot uitdrukking op feestdagen in Marokko. Tijdens Marokkaanse feestdagen nemen de familie, vrienden en bekenden over het algemeen een voorname positie in. Bij het slotfeest van de vastenperiode, 'id al-fitr' levert het bijvoorbeeld 'religieuze verdienste' op om mensen te bezoeken en hun geluk te wensen met de voltooiing van de vasten. Daarbij komt eerst de naaste familie aan bod. Andere mensen waarmee een vriendschapsband bestaat, worden over het algemeen later bezocht. Maar ook op andere feestdagen is het gezin en de familie het middelpunt van de feestelijke activiteiten. Daarbij denk ik aan 'id al-adha' (het grote slachtfeest), 'id al-maulid' (het feest ter ere van de geboorte van de profeet Mohammed), 'asjoera' (het feest ter nagedachtenis aan de overleden familieleden), 'sbu' (het geboortefeest) en het feest bij de besnijdenis van een zoon, 'khitana' genoemd. Voor een uitgebreide beschrijving van deze feesten verwijs ik naar paragraaf 2.4.

Door de migratie naar Nederland, eerst van de mannen, later van hele gezinnen, veranderen de bindingen tussen familie, vrienden en bekenden. In veel gezinnen blijken, na de gezinshereniging in Nederland, de verhoudingen tussen de leden veranderd. Er ontstaan conflicten, die meestal gaan tussen vader en de oudste zoon. De verschillende leden van het gezin nemen bovendien niet gelijkmatig deel aan de Nederlandse samenleving. De gezagsverhoudingen binnen het gezin raken verstoord. Onderzoek toont aan dat problemen met Marokkaanse jongeren in Nederland kunnen ontstaan door veranderde gezags-verhoudingen binnen het gezin.

Over deze stellingname bestaat echter onenigheid. De auteurs Junger en Polder (1990) schrijven die problemen toe aan onwil en desinteresse van Marokkaanse ouders. Een bewering die meerdere onder-zoekers onderschrijven, is dat de Marokkaanse gemeenschap in Nederland sociaal ontwricht is. Volgens Bovenkerk (1991) is er sprake van een situatie van anomie. Deze auteur stelt dat de Marokkaanse gemeen-schap in Nederland sociaal gedesoriënteerd is geraakt. Hierdoor werken allerlei regulerende factoren, zoals het ouderlijke gezag, niet meer. Bovendien blijken vaak de bindingen met de directe omgeving steeds losser te zijn geworden. Marokkanen participeren steeds minder in allerlei maatschappelijke instituties, zoals school en gezin. Pessimistische auteurs beweren dus dat Marokkaanse migranten in Nederland noch aansluiting vinden bij de Nederlandse, noch bij de Marokkaanse samenleving alhier, dan wel in Marokko.

Uit dit voorgaande overzicht lijkt het dat de bindingen van Marokkaanse migranten met familie, vrienden en bekenden in Nederland ernstig aan betekenis hebben ingeboet. De netwerken van familie, buren, vrienden en bekenden die zo kenmerkend zijn voor vroegere Marokkaanse gemeenschappen, staan in Nederland onder druk. Marokkanen hechtten eerder sterk aan verplichtingen die religie en traditie hun oplegden. Onduidelijk is welke betekenis Marokkaanse migranten in Nederland momenteel hechten aan die verplichtingen van religie en traditie.

Indien geldt dat de Marokkaanse gemeenschap in Nederland in een situatie van anomie is beland, dus dat allerlei regulerende factoren van die gemeenschap niet meer werken, dan moet dat ook blijken uit de feestviering van Marokkaanse migranten in Nederland.

Sociaal-wetenschappelijke onderzoekers hebben geconstateerd dat de viering van publieke feesten in Noord-Europa in het begin van de twintigste eeuw is afgenomen. Processen van secularisering,

(9)

rationalise-ring van industriële produktie, vervlakking van persoonlijke, sociale relaties en ontzuiling zijn hiervan de oorzaak geweest. Onderzoekers nemen een beteugeling waar van het uitbundige en publieke feestvieren doordat het vermaak in toenemende mate aan strengere controle door de elite wordt onderworpen.

Privatisering, individualisering en verburgerlijking treden op2

Vanaf de jaren '60 vindt er echter een tegenovergestelde ontwikkeling plaats: traditionele gebruiken - vaak geassocieerd met christelijke feestdagen - blijven afnemen, maar bovenal is er sprake van

een feestelijke opbloei, onder andere van carnaval, feesten met volkse klederdrachten3 en kermissen4

Deze opbloei is volgens Boissevain "het gevolg van een poging van mensen die onderworpen zijn aan processen van vervlakking, massificatie, ontzuiling en democratisering om hun identiteit te beklemtonen

ten aanzien van anderen. "5

Door migratie zijn kleine, relatief gesloten gemeenschappen opengebroken. De komst van buiten-staanders en processen van schaalvergroting zijn voor gevestigden een bedreiging. Het gevolg is dat ze feesten gaan invoeren om solidariteit te scheppen. Het vieren van feesten is een van de meest traditionele en effectieve manieren om de identiteit van een groep te beklemtonen. Er vindt bovendien een herwaarde-ring van 'het kleine' plaats; kleinschaligheid houdt daarbij een belofte in voor het herstel van intermense-lijke relaties6

Het is dus volgens Boissevain duidelijk dat in het vieren van feesten en rituelen mensen hun identiteit tonen en benadrukken ten opzichte van anderen. Gezamenlijk eten en drinken zijn volgens hem

pogingen om een eigen identiteit te definiëren, te waarborgen en, vooral ook, naar buiten uit te dragen7

Indien dus verondersteld wordt dat de Marokkaanse gemeenschap in Nederland sociaal ontwrièht is door de migratie en dat Marokkaanse migranten geen aansluiting vinden bij Marokkaanse en Nederlandse instituties, welke betekenis zullen zij dan hechten aan de viering van Marokkaanse feesten in Nederland? Indien de Marokkaanse gemeenschap in een situatie van anomie verkeerd, ligt het dan in de lijn der verwachtingen dat hun aandacht voor de viering van feesten in het gezelschap van familie, vrienden en bekenden is afgenomen?

Door middel van de volgende twee deelvragen wil ik deze probleemstelling onderzoeken:

la.

Welke feesten vieren Marokkaanse migranten in Nederland?

En:

2 Boissevain in Koster e.a.: 1983, pp.9-10; Boissevain: 1991, p.l.

3

Boissevain: 1991, pp.1-4.

4

Jansen: 1987, p.267.

5 Boissevain: 1991, p.4.

6 Boissevain in Koster e.a.: 1983, pp.11-12; Boissevain: 1991, p.5.

(10)

lb. Welke indicatie geeft de feestviering van Marokkaanse migranten in Nederland voor de bindingen van die migranten met familie, vrienden en bekenden?

Het eerste deel van deze vraag is descriptief. In het antwoord op deze vraag beschrijf ik welke feesten Marokkaanse migranten momenteel in Nederland vieren. Hierin wordt een vergelijking gemaakt met de feestviering zoals die momenteel, maar ook eerder in Marokko plaatsvond. Met het antwoord op vraag lb. geef ik een indicatie van de bindingen tussen familie, vrienden en bekenden van Marokkaanse migranten op feestdagen in Nederland.

1.3 Methode van onderzoek

1.3.1 Literatuurstudie

De bestudering van literatuur heeft zich op twee hoofdthema's gericht. Het eerste thema betreft de verhoudingen tussen de leden van Marokkaanse gemeenschappen in Marokko en/of in Nederland. Het andere thema heeft betrekking op de viering van Marokkaanse feesten in Marokko. Daarnaast zijn er enkele publicaties bestudeerd die een algemeen sociologische achtergrond hebben en/of die betrekking hebben op het methodologische aspect van deze scriptie. Verder komen in de literatuurlijst artikelen voor uit kranten en tijdschriften.

In principe betekent de goedkeuring van de scriptieopzet het einde van de literatuurstudie. In de praktijk blijkt echter redelijk vaak dat er in de laatste fase van het onderzoek, ten tijde van het schrijven van de uiteindelijke scriptie, nog literatuur doorgenomen moet worden. Ook bij deze studie is dat het geval geweest. Een weergave van de bestudeerde literatuur is terug te vinden in hoofdstuk 2.

1.3.2 'Explorerend' of 'verkennend' onderzoek

Onder een 'explorerend' of 'verkennend' onderzoek versta ik een onderzoek dat wordt begonnen met 'open vragen'. Dat zijn vragen waarop (nog) geen antwoord bestaat. Een dergelijk onderzoek benadert de (sociale) werkelijkheid op een beschrijvende wijze om tot een voorlopig antwoord op die 'open' vragen te komen. Deze onderzoeksmethode staat loodrecht op een toetsende benadering, waarin een onderzoek gestart wordt met (voorlopige) antwoorden op vragen, met het doel om die antwoorden aan de

werkelijk-heid te toetsen8

In deze studie is sprake van een 'verkennende' benadering. Het is niet duidelijk welke bindingen Marokkaanse migranten momenteel hebben met familie, vrienden en bekenden op feestdagen in Nederland.

(11)

Er zijn weinig aanknopingspunten om veronderstellingen over deze problematiek te formuleren. Dat is

eveneens een belangrijk kenmerk van 'exploratie'9•

Als dataverzamelingstechniek is gekozen voor het interview. Belangrijk kenmerk van het interview is dat het de gelegenheid biedt om tijdens de beantwoording van de vragen 'verkennend' te werk te gaan. Andere kenmerken van het interview zijn de mogelijkheid tot doorvragen, het toelichten van vragen en de

mogelijkheid van het 'op weg helpen' van gesprekspartners10

• Deze kenmerken maken deze techniek

daardoor zeer geschikt voor verkenning.

In dit onderzoek heb ik gebruik gemaakt van ten dele gestructureerde interviews. De inhoud en de volgorde van de vragen is voor een deel vooraf vastgelegd in twee vragenlijsten (zie: bijlage 1): een lijst met vragen voor mensen die in Marokko geboren zijn, en een lijst voor respondenten die in Nederland het levenslicht zagen. Tevens is de manier waarop en de volgorde waarin ik de vragen heb gesteld, vooraf

bepaald11

Het interview als dataverzamelingstechniek kan een aantal nadelige effecten ten gevolge hebben voor de validiteit van de resultaten. Een zeer wezenlijk element is dat het interview een sociale interactie

is, waarin reactief gedrag gemeten wordt12•

"Allerlei niet bedoelde houdingen, verwachtingen, motieven en percepties van de geïnterviewde, maar ook van de interviewer, spelen mee in de bepaling van het uiteindelijke resultaat: het antwoord op de gestelde vraag. Moeheid, verveling, gevoelens van ergernis en dergelijke van beide participanten in het gesprek hebben invloed. ( ... ) Wat de onderzoeker meet is reactief gedrag ten aanzien van een bijzondere situatie. "13

De term sociale wenselijkheid speelt hierbij een belangrijke rol. Antwoorden vertekenen omdat respondenten ertoe neigen een antwoord te geven, waarvan zij verwachten dat dit in de smaak valt bij de onderzoeker. Zeker waar het gaat om vragen over houdingen, speelt dit een rol. Ook bij vragen over toekomstverwachtingen kan sociale wenselijkheid in het antwoord niet worden uitgesloten. De omvang van dit probleem is voor dit specifieke onderzoek moeilijk te bepalen. Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk rekening te houden met deze effecten bij de interpretatie van de antwoorden. Een middel om dit probleem

te verminderen, is het garanderen van anonimiteit aan de respondenten14

• Bij de benadering van elke

respondent en, nogmaals, voor aanvang van elk gesprek heb ik van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

9 idem, p.133. 10 Maso: 1987, p.64. 11 idem, p.64. 12 Swanborn: 1984, pp.317-320. 13 idem: p.317. 14 Billiet e.a.: 1990, p.123 en pp.242-248.

(12)

1.3.2.1 De vragenlijsten

De vragenlijsten zijn gebaseerd op de bestudeerde literatuur. Ze zijn onderverdeeld in drie delen. In het eerste deel komen vragen aan bod die betrekking hebben op persoonlijke gegevens. Vier factoren komen ter sprake:

- lidmaatschap van een generatie; - gebied van herkomst;

- opleidingsniveau; en

- nabijheid van familie, vrienden en bekenden.

Het tweede deel van de vragenlijst bevat vragen over verplichtingen en feesten: daarbij maak ik onderscheid in de viering in Marokko en de viering in Nederland. In dit deel van de vragenlijst worden zowel Marokkaanse festivals ('id al-fitr', 'id al-adha', 'id al-maulid', 'sbu' (feest bij geboorte van een kind) en 'khitana' (feest bij de besnijdenis van een zoon)), als ook Nederlandse feesten (Kerstmis, Nieuwjaar, Pasen, Hemelvaart, Pinksteren, Koninginnedag, Bevrijdingsdag en Sinterklaas) besproken.

In het derde deel van de vragenlijst bied ik de respondent de mogelijkheid om te reageren op het gesprek. Na die reactie wordt het gesprek afgesloten.

1.4 De gesprekken

Negen respondenten zijn voor deze studie geïnterviewd. De gesprekken met hen hebben plaatsge-vonden in de periode van 29 mei tot en met 6 juli 1993. Voorwaarde voor deelname aan deze verkennende studie was dat de respondent van Marokkaanse herkomst moest zijn. De respondentengroep bestaat uit vier vrouwen en vijf mannen.

De anonimiteit van de gegevens van de respondenten is gewaarborgd door het gebruik van gefingeerde namen en door het weglaten van voor dit onderzoek irrelevante, persoonlijke gegevens. De respondenten verschillen in leeftijd van 13 tot 38 jaar. Allen spreken redelijk tot zeer goed Nederlands. Alleen Abdel en Hassan, twee respondenten die pas enkele jaren in Nederland verblijven, geven aan onzeker te zijn over hun kennis van de taal. In het algemeen heb ik echter niet de indruk gehad dat gesprekken hierdoor ernstig gehinderd zijn.

Van de negen gesprekken zijn er vijf bij een respondent thuis gevoerd. Twee respondenten heb ik gesproken in een lokaal van een jongerencentrum. Eén gesprek heeft plaatsgevonden bij een vriendin van de betreffende respondent, omdat het op het moment van de afspraak thuis te druk bleek. Eén respondent is uiteindelijk bij mij thuis geïnterviewd.

De bedoeling was om de respondenten zoveel mogelijk te spreken in een voor hen vertrouwde omgeving. Alleen in het laatste geval is daar dus niet aan voldaan.

Het merendeel van de respondenten woont in Amsterdam. Bij drie deelnemers aan het onderzoek is dat niet het geval. Eén respondent, Mustafa, is woonachtig in een provinciestad in het zuiden van Nederland. De twee anderen, Hassan en Somaya, wonen in een kleine stad in de nabijheid van Amster-dam.

De werving van de respondenten is grotendeels op informele wijze gegaan. Als ik contact gelegd had met een respondent, vroeg ik of hij/zij misschien nog andere mensen kende, die eventueel bereid

(13)

waren deel te nemen aan het onderzoek. Op deze manier zijn zeven respondenten geworven. Slechts twee mensen zijn op een formelere manier benaderd. Dat iS gebeurd via een contactpersoon van een jonge-rencentrum. Via deze persoon ben ik in contact kunnen komen met mogelijke respondenten. Een dergelijke tussenpersoon, die toestemming moet geven om met potentiële gesprekspartners · in contact te komen,

wordt ook wel 'poortwachter'15

genoemd. Diegene die wilde meewerken aan het onderzoek, heb ik in een persoonlijke toelichting op het onderzoek, verzocht zich te melden bij mijn contactpersoon. Na enkele dagen bleek dat twee personen zich bereid hadden verklaard om deel te nemen.

Ik wil hier een laatste kanttekening maken met betrekking tot de samenstelling van de onder-zoeksgroep. In de onderzoeksgroep komen twee maal twee respondenten voor die tot dezelfde familie behoren of uit hetzelfde gezin afkomstig zijn. Het gaat om Hassan en Somaya, die elkaars echtgenoten zijn, en Nordin en Yasmina. Zij zijn elkaars broer en zus. Behalve dat de aanwezigheid van familieleden in de onderzoeksgroep de betrouwbaarheid van de onderzoeksgegevens vergroot (door de mogelijkheid van vergelijking van de gegevens), zit er ook een nadelig aspect aan hun deelname. Doordat met name Nordin en Yasmina van thuis uit dezelfde ervaringen hebben opgedaan in het verleden, is het zeker dat bij hen geen grote verscheidenheid in het verhaal over hun feestviering zal optreden. Bij Hassan en Somaya is dat minder het geval, omdat zij in het verleden waarschijnlijk een andere beleving van de feesten hebben gekend.

De aanwezigheid van Nordin en Yasmina kan de validiteit van de studie nadelig beïnvloeden. Door hun deelname zullen de conclusies mogelijk een vertekening ondergaan. Met deze vertekening van de resultaten door de onderlinge relaties, heb ik zoveel mogelijk rekening proberen te houden.

15

(14)
(15)

HERKOMST EN BINDINGEN VAN MAROKKAANSE MIGRANTEN

Hoofdstuk 2

2.1 Inleiding

Dit tweede hoofdstuk bevat een overzicht van de bestudeerde literatuur. Ik begin met een korte, algemene inleiding over arbeidsmigratie naar Nederland vanaf het begin van de jaren '60. Daarna ga ik dieper in op de achtergronden van Marokkaanse migranten in Nederland. Vervolgens is er aandacht voor de feestviering van de Marokkaanse migranten en hun bindingen met familie, vrienden en bekenden tijdens die feesten. Aan het eind van dit literatuuroverzicht behandel ik de veranderingen die de bindingen van Marokkaanse migranten in de loop van de tijd in Nederland ondergaan.

Aan het slot van dit hoofdstuk vat ik het betoog samen en stip ik nogmaals kort de centrale vraag-stelling aan.

2.2 Arbeidsmigratie naar Nederland

Vanwege groei van de economie en een daardoor ontstaan tekort aan arbeidspotentieel, werft Nederland in de jaren '60 arbeidskrachten in het buitenland. Aanvankelijk zijn het vooral Spanjaarden en Italianen die naar Nederland worden gehaald, maar later ligt de nadruk op werving van Turken en

Marokkanen16

• In het begin gaan de regeringen van zowel het land van herkomst als van het ontvangende

land ervan uit, dat het verblijf van deze arbeidsmigranten in Nederland tijdelijk is. Niettemin komen na verloop van tijd de eerste gezinsherenigingen in Nederland tot stand. Die zijn vanaf 1973 toegestaan. Gezinsherenigingen betekenen het einde van het zeer beperkte contact van de migranten met de Nederland-se samenleving. Tegelijkertijd blijven echter ook sterke bindingen met het land van herkomst bestaan. Dit blijkt ondermeer uit de plannen van velen om zich later weer in het land van herkomst te willen vestigen. Doordat het tijdelijke arbeidsverblijf wordt omgezet in permanente vestiging, transformeren de 'gast-arbeiders' van de jaren '60 in immigranten in Nederland. De migratiestroom wijzigt op deze wijze haar

karakter: de economische migratiestroom verandert in een sociale17

Turken en Marokkanen vormen in Nederland de immigrantengroepen met een relatief grote omvang (zie: bijlage 2, cijfermatige gegevens). In de ogen van veel Nederlanders vormen deze twee groepen de immigrantengroepen bij uitstek. De lage maatschappelijke positie van deze groepen is daar mede debet

16 Sybrech Nevenzeel (1993, p.68) merkt op dat al eerder Marokkaanse mannen in Nederland aanwezig waren. Dit was echter

in een geheel andere functie. Gedurende de Tweede Wereldoorlog vochten Marokkanen mee aan de zijde van de geallieerde franse koloniale troepen. In die hoedanigheid waren zij destijds al in Nederland te gast.

17 Van den Berg-Eldering: 1978, p.15; Van den Berg-Eldering: 1986, pp.21-24;

(16)

aan. Marokkanen en Turken in Nederland hebben over het algemeen een laag opleidingsniveau en geringe

arbeidskansen. Hoge werkloosheid onder deze groepen is het gevolg18

2.3 Achtergronden van Marokkaanse migranten in Nederland

Vele migranten die vanuit Marokko naar Nederland komen, zijn afkomstig uit het noorden van het land (Rif-gebergte). Die noordelijke streken bestaan voor het overgrote deel uit landbouwgebied. In de landbouwsector heerst in het begin van de jaren '60 een grote mate van verborgen werkloosheid. Omdat er weinig tot geen alternatieve bestaansbronnen voor handen zijn, zijn deze mensen eerder geneigd in

Nederland te gaan werken dan mensen uit gebieden waar wel voldoende bestaansbronnen aanwezig zijn19

.

In deze plattelandssamenleving zijn de allesomvattende bindingen met familie en dorpsgenoten

primair. Kenmerkend hiervoor is de patrilokale 'extended family'20

• Keesing definieert een 'extended

family' als "a domestic group or composite of domestic groups consisting of two or more nuclear families linked together through parent and child (patrilineal or matrilineal extended family) or through siblings

(fraternal or sororal extended family)"21

• Gezamenlijke verantwoordelijkheid vormt de essentie van de

'extended family'. Zij staan elkaar bij in situaties waarin iemand waarmee ze sterke verbintenis voelen (familieleden, dorpelingen en andere vrienden en bekenden), hulp nodig heeft. Er bestaat gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het prestige en de eer van de groep. Die verantwoordelijkheid komt tot uiting in

het sterke toezicht binnen de 'extended family'22

Marokkaanse families zijn bovendien patrilokaal georganiseerd. De bruid trekt bij haar huwelijk in bij haar schoonouders. Ze gaat (eventueel samen met haar kinderen) deel uitmaken van de familie van de man, waartoe ook diens broers en hun mogelijke echtgenoten behoren. Marokkaanse families vormen zo-doende economische eenheden, die gevestigd zijn bij de familie van de man23. Een andere benaming voor deze groepsvorming is 'patrilineage'. Keesing definieert dit begrip als volgt: "A patrilineage is a descent group consisting of people patrilineally descended from a known ancestor through a series of links they

can trace24

."

Vanwege de sterk ontwikkelde onderlinge verantwoordelijkheid in de 'extended family' en de 'patrilineage', ligt in Marokko de nadruk op externe sociale controle. Marokkanen moeten voorts de plichten vervullen die religie en traditie hun van bovenaf opleggen. Hierop wordt toegezien door de leden

18 Penninx: 1988, p.207; van Driel en Entzinger: 1993.

19 Van den Berg-Eldering: 1978, p.48; van den Berg-Eldering: 1986, pp.27-44;

Buitelaar: 1993, p.15.

20 Van den Berg-Eldering: 1986, p.27.

21

Keesing: 1981, p.511.

22 Van den Berg-Eldering: 1978, pp.41-48.

23 Wilterdink e.a.: 1985, p.213.

(17)

van de uitgebreide familie. Door het evenwicht te bewaren tussen eigen behoeften en de sociale en morele eisen van de religie en de tradities, kan iemand in Marokko 'wijsheid' tonen. De mate van die wijsheid varieert naar sekse en leeftijd. Een toename van wijsheid en het dragen van verantwoordelijkheden zijn

onlosmakelijk met elkaar verbonden25

2.4 Feestviering in Marokko

Hieronder volgt een overzicht van Marokkaanse feesten en de dagen waarop ze worden gevierd. In bijlage 3 is ter vergelijking een kalender bijgevoegd van islamitische feesten in Suriname.

2.4.1 Ramadan en het feest bij het einde van ramadan

Vanuit de islam kennen Marokkaanse moslims een aantal verplichtingen en een aantal feesten. Deze kunnen met elkaar in verband staan, zoals het geval is met 'ramadan', de vastenperiode, en 'id al-fitr', het feest ter afsluiting van de vasten. Een intensief religieus en sociaal leven is een voornaam kenmerk van ramadan. Marokkaanse steden bruisen in deze maand tot laat in de avond van het leven. Voor vele Marokkanen is ramadan de belangrijkste religieuze gebeurtenis van het jaar26.

Gedurende ramadan is het verbreken van het vasten bij zonsondergang, een gelegenheid die familie-leden, vrienden en buren graag in elkaars gezelschap beleven. Deze gezamenlijke viering vindt minstens

één of twee keer per week plaats27

• Verder kijken de deelnemers aan de vasten uit naar het slotfeest van

ramadan, id al-fitr. Bij de viering van dit feest staan twee gebeurtenissen centraal28

De eerste is de 'zakaat al-fitr', de verplichte graandonatie aan behoeftigen aan het einde van rama-dan. Zolang niet aan deze verplichting voldaan is, is de vasten niet geldig. Deze donatie moet door iedere moslim uitgedeeld zijn voor de eerste maaltijd van het slotfeest.

De tweede belangrijke gebeurtenis van het slotfeest is het ontbijt. Daartoe behoren alle zoete lekker-nijen van het slotfeest. Het levert 'religieuze verdienste' of 'azjr' op om mensen te bezoeken en hen geluk te wensen met het slotfeest. Naaste familieleden worden het eerst met een bezoek vereerd. Verder verwij-derde familieleden en kennissen kunnen de dagen na het slotfeest bezocht worden, zolang dit maar binnen een week gebeurt. Voorts kunnen moslims 'religieuze verdienste' verkrijgen door zich voor het ontbijt ritueel te reinigen, zich de handen en voeten met henna te beschilderen (vrouwen) en door een gebedsbij-eenkomst bij te wonen op een speciale bidplaats in de open lucht (uitsluitend mannen). De vasten levert

25

Pels: 1991, pp.142-152.

26 Buitelaar: 1993, pp. 7-11.

27 idem, pp.48-49.

(18)

trouwens alleen 'religieuze verdienste' op, als ruzies in ieder geval op het slotfeest zijn bijgelegd. Gebeurt

dit niet, dan kan geen 'azjr' worden verdiend29•

De gemeenschapsgevoelens, die ramadan en het slotfeest in versterkte mate teweeg brengen, zijn het meest ontwikkeld tussen mensen die affectieve bindingen met elkaar hebben, dus voor mensen die 'dik' zijn met elkaar. Dat kunnen zowel familieleden als vrienden en buren zijn. Zo'n gemeenschap wordt in Marokko 'qoeraab' genoemd. Tijdens ramadan is er sprake van een verhoogde sociabiliteit, dat wil zeggen een verhoogde bezoekfrequentie en een verhoogde solidariteit, tussen naaste familie, vrienden, kennissen en buren. Leden van de 'qoeraab' hebben dus nog veelvuldiger contact met elkaar als doorgaans. Het delen van voedsel vertegenwoordigt daarbij een grote rituele waarde: als je met elkaar hebt gegeten, heb je

wat met elkaar30

2.4.2 Het 'Grote Feest' of 'id al-adha'

De rituele cyclus van de islam omvat buiten het slotfeest van ramadan een aantal andere,

belangrijke feesten. Die zijn door de islam niet verplicht gesteld, maar zijn 'aanbevelenswaard'31

Het eerste feest dat ik hier aanhaal, is 'het Grote Feest', oftewel 'id al-adha'. Moslims herdenken op deze dag de bereidheid van de profeet Ibrahim om zijn zoon Isma'il te offeren en zo zijn gehoorzaam-heid aan Allah te tonen. Op deze dag moeten gelovigen een 'halal', dat wil zeggen wettelijk toegestaan, dier slachten. Hiervoor geldt in Marokko: hoe groter het beest, hoe hoger de status die het oplevert aan diegene die het beest offert. De koning offert na een gebedsbijeenkomst in naam van het Marokkaanse volk een offerram. Deze rituele daad zendt de Marokkaanse t.v. rechtstreeks uit. Als de koning klaar is, is dat het sein voor de Marokkaanse moslims om het goede voorbeeld te volgen. In huiselijke kring is het mannelijke gezinshoofd de aangewezen persoon om het dier, meestal een schaap, te slachten. Steeds meer klaart echter de lokale slager deze klus. Het feest na de slacht vieren Marokkaanse gelovigen vooral in

familieverband32

2.4.3 'Asjoera'

Een ander feest is 'asjoera'. Het behoort niet tot de officiële islamitische feesten, maar is een traditioneel Marokkaans feest. Vanuit de islam bestaat in Marokko oppositie tegen de viering van dit

feest33 Vreemd genoeg echter staat dit feest wel vermeld op de kalender van de islamitische feestdagen

29

idem, pp.63-69.

30 idem, pp.88-90.

31 idem, p.139.

32 idem, pp.139-141; Horrie& Chippindale: 1990, p.64.

(19)

van de Surinaamse 'Moesliem Vereniging Faizul-Islam'. Bij deze vereniging is echter niemand bereikbaar die kan uitleggen of het een officieel islamitisch feest is of niet.

De viering in Marokko vindt plaats door het afleggen van een bezoek aan de graven van overleden familieleden. Het is vooral een feest voor vrouwen en meisjes. Een week vantevoren kopen of krijgen zij een nieuw, met vel bespannen, aardewerken trommeltje. In de nacht voorafgaand aan de feestdag zingen zij gezamenlijk liederen. Ze begeleiden zichzelf dan op hun nieuwe trommeltje. Vaak gaan de feestvier-ende vrouwen rechtstreeks van deze nachtelijke bijeenkomst naar de begraafplaats om de graven van de overleden familieleden te verzorgen. Met deze verzorging verwerven deze vrouwen 'religieuze verdien-ste•34.

2.4.4 De verjaardag van de profeet Mohammed: 'id al-maulid'

Ter ere van de viering van het feest van de geboorte van de profeet Mohammed (wat tevens ook zijn sterfdag schijnt te zijn), 'id al-maulid', houden gelovigen bijeenkomsten waarin zij lange lofdichten op de profeet voordragen. Moslims trekken tijdens dit feest helder gekleurde kleding aan, geven elkaar geschenken en branden wierook en kaarsen. Veel mannen brengen de nacht biddend door in de moskee. Daar voorzien de vrouwen hen van grote schalen 'koeskoes'. Door deze daden verwerven zowel de mannen als de vrouwen 'azjr'. Het restant van de dag brengen de feestvierders feestelijk gekleed door met het afleggen van visites aan familieleden. Deze dag is vergelijkbaar met de viering van het christelijke

Kerstmis35

2.4.5 Het geboortefeest: 'sbu'

In de literatuur besteden auteurs weinig aandacht aan 'sbu'. Het enige wat er over bekend is, is dat Marokkanen dit feest ook tot de offerfeesten rekenen. Het is volgens een wet uit de Koran aan te bevelen om op de zevende dag na de geboorte van een kind een offer te brengen. Dat offer is meestal een schaap. Marokkaanse gezinnen hechten (nog steeds) veel waarde aan de viering van dit feest. De grootte van het

feest bepaalt het prestige van de organisator bij de rest van de groep36

2.4.6 De besnijdenis van een zoon of 'khitana'

Marokkanen vieren eveneens feest bij de besnijdenis van hun zoons. Dit feest noemen zij 'khitana'. Het is voor Marokkanen niet verplicht om hun zoons te laten besnijden, maar voor velen heeft de besnij-denis toch iets vanzelfsprekends. De besnijbesnij-denis is voor de moslims 'sunna', een imitatie van de profeet.

34 idem, pp.141-142.

35 idem, pp.142-143; Horrie & Chippindale: 1990, pp.60-61.

36

(20)

Er zijn twee gevolgen verbonden aan de besnijdenis. Allereerst treedt de besnedene door de besnijdenis toe tot de islamitische gemeenschap. Het tweede gevolg is dat de besnedene vanaf dat moment tot de 'patri-lineage' behoort. Hij wordt 'man'. Tijdens 'mawásim' (meervoud van 'mausim', wat in het arabisch voorseizoen, oogst en religieus festival betekent; het duidt hier op de jaarlijks terugkerende feesten bij het graf van een heilige) vieren Marokkanen eigenlijk publiekelijk de statusverandering van de besneden

jongens37

De uitvoering van het besnijdenisritueel vertoont grote verschillen tussen stad en platteland en

tussen rijk en arm. In steden is het feest bij uitstek een familie- en vriendenaangelegenheid. Er is meestal

sprake van een weelderige opzet van het feest, waarbij rijke families ook aan jongetjes uit arme families de gelegenheid bieden om tegelijkertijd onder het mes te gaan. Een professionele besnijder voert het ritueel thuis uit. Van tevoren gaan de mannen in de moskee bidden. Na de besnijding serveert de feestvierende familie een feestelijk maal, waarvan een offerram de hoofdmoot vormt. Dezelfde dag nog of in sommige gevallen een dag later, wordt het besneden jongetje op een paard in optocht door de straten

van de wijk of de stad gereden, omringd door muzikanten en zingende meisjes38

Op het platteland in het noordwesten van Marokko heeft de besnijdenis een veel gemeenschappelij-ker karakter. Het is slechts een klein aantal landbouwers gegeven om een groots feest te organiseren met een uitgebreide maaltijd. Voor deze mensen is het gewoonte om hun zoontjes gezamenlijk te laten

besnijden tijdens 'mawásim'39

2.4. 7 Samenvattend overzicht

De hierboven genoemde feesten zijn als volgt in een schema onder te brengen.

37 idem, p.49.

38

Reysoo: 1985, p.42.

(21)

MAAND Muharram Rabi-al-Awai Ramadan Shawwal Dhu al-Hijjah onbepaald onbepaald FESTIVAL

'Asjoera' (lOe dag): twee dagen vasten ter herdenking van de vlucht uit Egypte en de redding van Nuh.

'Id al-maulid': geboorte- en sterfdag van Mohammed.

Hele maand vasten.

'Id al-fitr' (le dag): Feest van de Verbreking van de Vasten.

'Id al-adha' (lOe dag): Feest van het Offer, de heiligste dag van de Islam.

'Sbu': geboortefeest. Offerfeest ter ere van een nieuwgeboren kind.

'Khitana': besnijdenisfeest. Feest bij de besnijdenis van een zoon.

Van deze feesten is alleen 'id al-fitr' door de islam verplicht gesteld. Met uitzondering van 'asjoera' worden de andere feesten door de islam aanbevolen. Marokkanen zijn dus niet verplicht deze feesten te vieren. In het algemeen hechten ze echter wel veel waarde aan de viering van 'id al-adha', 'id al-maulid', 'sbu' en 'khitana'. 'Asjoera' is geen islamitisch feest, maar wordt vanuit een bepaalde traditie ieder jaar in Marokko gevierd. Op een denkbeeldige lijn islam-wereld bevindt dit feest zich dus helemaal aan het rechteruiteinde. Aan het linkeruiteinde bevindt zich 'id al-fitr', terwijl de andere feesten zich links van het midden van deze lijn ophouden.

2.5 Oriëntatie van Marokkaanse migranten

De oriëntatie van Marokkanen die hun gezin laten overkomen vanuit Marokko, is in de eerste jaren in Nederland in het algemeen gericht op de Marokkaanse samenleving. Gedurende de eerste migratiepe-riode zijn zij veelal bezig met het verbeteren van hun positie in Marokko. Zij investeren daar in hun

huwelijk, in huisvesting en in andere (on-)roerende goederen, zoals land of een eigen bedrijfje. In die

eerste jaren houden deze gezinnen zich aan waarden en normen zoals die gelden in Marokko zelf en in de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. Belangrijk is om aan de verwachtingen van de familie in Marok-ko te voldoen. Voorts schenken de Marokkaanse migranten hoge prioriteit aan de wens om de hoge status in de familiekring en de Marokkaanse samenleving te bevestigen. Veel Marokkaanse gezinnen blijken op het moment van migratie nog deel uit te maken van een huishouding groter dan het eigen gezin. De 'extended family', ondertussen gedeeltelijk in Marokko en gedeeltelijk in Nederland gesitueerd, blijft ook

geruime tijd na de migratie van groot belang voor deze families40

(22)

In de eerste periode na de gezinshereniging in Nederland zetten de Marokkanen in Nederland de strenge scheiding der seksen, die in Marokko meer regel dan uitzondering is, voort. Deze scheiding is de oorzaak van het verschil in opvoeding en behandeling van jongens en meisjes. Ieder kind is in eerste instantie gehoorzaamheid en onderdanigheid verschuldigd aan vader, moeder, oudere broers en zusters (in volgorde van belangrijkheid). Op de lagere school in Nederland komt voor de eerste keer de discrepantie tussen het Marokkaanse en het Nederlandse opvoedingssysteem aan de oppervlakte. Voor het gedrag van

Marokkaanse kinderen op school, stellen de ouders de onderwijzers verantwoordelijk41

• Na verloop van

tijd worden enkele veranderingen merkbaar in de strenge scheiding der seksen42

2.6 Problemen met de bindingen met familie, vrienden en bekenden

In sommige gezinnen blijken na de gezinshereniging de verhoudingen tussen de gezinsleden verstoord. Voor de komst naar Nederland bestaat er binnen het gezin duidelijkheid en overeenstemming over die verhoudingen. De onderlinge relaties zijn asymmetrisch van aard. Die asymmetrie is gebaseerd op leeftijd en sekse, zoals in de vorige paragraaf is aangegeven. Op het moment dat vader in Nederland gaat werken, veranderen die verhoudingen. Dit levert reeds in Marokko problemen op tussen ouder(s) en kinderen. Deze problemen zetten zich na de gezinshereniging voort, alhoewel er ouders zijn die denken de problemen te kunnen indammen, juist door zich te herenigen. Maar al te vaak blijkt dit niet het geval te zijn. De conflicten ontstaan meestal tussen vader en de oudste zoon. Bij hun pogingen om de voormalige gezagsverhoudingen in het gezin te herstellen, voelen de vaders zich niet gesteund door school, politie en/of andere Nederlandse (hulp-)instanties. Het optreden van die instanties is in de ogen van veel

Marokkanen niet hard genoeg43

Een andere basis voor conflicten is de ongelijkmatige beïnvloeding van de diverse gezinsleden door de Nederlandse samenleving. Dit wordt mede veroorzaakt doordat de gezinsleden niet allemaal in dezelfde mate participeren in de nieuwe samenleving. Hierdoor raken de verhoudingen tussen ouders en kinderen

eveneens verstoord en wordt het functioneren van het gezin belemmerd44

Veranderende gezagsverhoudingen in het gezin vormen dus een deel van de oorzaak van de problemen van Marokkaanse gezinnen. Twee tendensen zijn in die gezinnen te constateren. De eerste is dat ouders (en vooral de vader) in belangrijke mate bepalen wat er gebeurt binnen een gezin. Kinderen kunnen hier niet veel invloed op uitoefenen. Ze verzetten zich ook niet gauw openlijk tegen de heerschap-pij van de ouders. Een tweede tendens is dat een jongen van vijftien à zestien jaar door de gemeenschap als 'man' wordt beschouwd. Dit brengt vanaf die leeftijd eveneens een bepaalde mate van eigen

ver-41 idem, pp.111-136.

42 idem, p.93; Kemper: 1989, p.44.

43 Van den Berg-Eldering: 1978, pp.65-68, pp.127-129 en p.188; Schenk: 1991;

de Volkskrant: 5 augustus 1993.

(23)

antwoordelijkheid met zich mee. De eerste tendens blijft echter gelijktijdig werkzaam. Deze paradoxale

situatie levert in sommige gevallen een verstoring van de harmonie binnen het gezin op45

Een conclusie die van 't Hoff trekt, is dat problemen van Marokkaanse jongens vooral ontstaan uit onmacht van de ouders. Ouders slagen er niet in hun kinderen te sturen, omdat die sturing niet wordt geaccepteerd. Doordat de ouders ook nog eens geconfronteerd worden met allerlei handicaps in onze samenleving, zoals een taalprobleem, werkloosheid en een lage status, slagen ze er niet in verandering te

brengen in de bestaande situatie46

Over de voorgaande conclusie zijn echter niet alle onderzoekers het eens. Junger is van mening dat de problemen van Marokkaanse jongens toe te schrijven zijn aan de onwil en de desinteresse van de ouders. Marokkaanse jongens hebben meer handelingsvrijheid en ervaren minder toezicht van hun ouders dan Nederlandse jongens. Hierbij gaat zij uit van een sterke samenhang tussen conflicten binnen de familie en delinquent gedrag en tussen het houden van direct toezicht en delinquent gedrag. De hoge betrokken-heid van Marokkaanse jongens bij criminaliteit, die uit onderzoek blijkt, verklaart zij uit de relatief lage

mate van toezicht die ouders op deze jongens uitoefenen47

Een ander probleem waarmee Marokkaanse jongens in de media en in wetenschappelijke publicaties in verband worden gebracht, is de participatie in randgroeperingen. Er is sprake van een randgroepering als niet alleen naar Nederlandse, maar ook naar Marokkaanse maatstaven de leden van de betreffende groep minimaal participeren in belangrijke maatschappelijke instituties, zoals het gezin, de school en de

arbeidsmarkt48

• Tussen verschillende wetenschappelijke onderzoekers bestaat er echter geen

overeenstem-ming over het antwoord op de vraag hoeveel Marokkaanse jongeren tot een randgroepering behoren. Een relatief lage schatting is die van Kemper. Hij stelt dat maximaal tien procent van de Marokkaanse jongeren

deel uitmaakt van een dergelijke groepering49•

Bovenkerk is pessimistischer gestemd en trekt de voorgaande bewering ernstig in twijfel. Het meest opvallende aspect van de Marokkaanse gemeenschap in Nederland is volgens hem de grote mate van

sociale desorganisatie50

• Dit stemt overeen met zijn visie dat de Marokkaanse groep in Nederland sociaal

ontwricht is. Marokkanen in Nederland bevinden zich in een anomische situatie, wat inhoudt dat de

normatieve regulering binnen de groep niet of nauwelijks werkt51

• Anomie is "een term die verwijst naar

een conditie van relatieve normloosheid in een hele samenleving of in een van de groepen waaruit een

45 Van 't Hoff: 1991, pp.130-135. 46 idem, p.140. 47 Junger: 1990, pp.53-58. 48 Werdmölder: 1990, p.6. 49 Kemper: 1989, p.70. 50 Bovenkerk: 1989, pp.248-252; Bovenkerk: 1991, p.976. 51 Bovenkerk: 1991, p.963.

(24)

samenleving is opgebouwd"52

• Een toestand van anomie is "een situatie waarin mensen niet langer de

collectieve waarden van de gemeenschap delen en zich niet meer laten leiden door maatschappelijke normen"53•

De binding van de Marokkanen aan de Nederlandse samenleving lijkt verder gering te zijn. De eerste generatie (de Marokkaanse arbeiders die vanaf de jaren '60, eventueel met hun echtgenotes, naar Nederland zijn gekomen en daar een zelfstandig bestaan hebben opgebouwd) droomt nog altijd van een terugkeer naar Marokko. Een groot deel van deze groep is (nog steeds) analfabeet en spreekt slechts moeizaam Nederlands. De meesten van hen zijn, zoals eerder opgemerkt, afkomstig uit een boerensa-menleving. In die samenleving blijft solidariteit beperkt tot de 'extended family' en de 'patrilineage'. Het beeld dat in Nederland wordt opgeroepen, is er echter een van sociale desorganisatie en conflict54

Werdmölder bevestigt dat de bindingen van Marokkaanse migranten met de directe omgeving steeds losser zijn geworden. Hij zoekt de oorzaak hiervan in migratie op oudere leeftijd, ontwrichting van het gezin en slechte opvang in Nederland. Er is volgens deze onderzoeker sprake van voortdurende margi-nalisering: het proces waardoor individuen tot een randgroepering gaan behoren. Die term verwijst niet alleen naar een afnemende participatie in instituties, maar ook naar een lage maatschappelijke weerbaar-heid en een gering zelfvertrouwen55•

2. 7 Bindingen met familie, vrienden en bekenden onder druk

De bindingen van Marokkanen met familie, vrienden en bekenden lijken in Nederland dus sterk onder druk te staan. De netwerken van familie, buren, vrienden en bekenden, die zo kenmerkend zijn voor vroegere Marokkaanse gemeenschappen vallen uiteen. Deze verandering wordt enerzijds veroorzaakt door een migratiestroom binnen Marokko (van het platteland naar de stad) en anderzijds door een migra-tiestroom van Marokko naar andere landen in het algemeen en Nederland in het bijzonder. Zo zijn de onderlinge relaties binnen het gezin door de hereniging in Nederland aan sterke verandering onderhevig. De oudere generatie, waarvan een deel zich terugtrekt in godsdienstigheid, maakt zich zorgen om de religieuze vorming van de jongeren56•

Zoals eerder geconstateerd, hechten Marokkanen sterk aan de verplichtingen die religie en traditie hen opleggen. Over de islam beweren vele moslims dat het meer is dan een godsdienst, dat ze de islam opvatten als een levenswijze57• De meeste gezinnen hebben zeker in de beginperiode in Nederland dan

ook streng vastgehouden aan de vast- en gebedsplicht. Gedurende ramadan is het gevoel van solidariteit

52 Coser: 1977, pp.132-133.

53 Wilterdink en van Heerikhuizen: 1985, p.144.

54 Bovenkerk: 1991, pp.962-967.

55 Werdmölder: 1990, p.6 en pp.162-167.

56 Werdmölder: 1990, p.61 en p.138; Bovenkerk: 1991, pp.966-967.

(25)

nog sterker dan anders. Het gevoel van het 'anders zijn' dan Nederlanders is dan in versterkte mate aan te treffen bij Marokkaanse gelovigen. Bij het overgrote deel van de Marokkaanse migranten komen tijdens ramadan (en het feest ter afsluiting) sterke bindingen met familie, vrienden en kennissen naar voren. Een soortgelijke binding vertonen Marokkaanse families ook tijdens offerfeesten. Deze religieuze feesten geven

veel bedrijvigheid in de gezinnen. 1

Zij helpen zich op basis van ·wederkerigheid. Nederlanders lijken

vooralsnog nauwelijks tot nooit aanwezig te zijn bij dergelijke, religieuze vieringen58

De voornoemde verplichtingen blijken voor jongeren in Nederland echter moeilijk na te komen, alhoewel ze zichzelf vrijwel allemaal beschouwen als moslims. Bovendien blijkt de wens om ooit te leven

als een goede moslim nog steeds onder hen te leven59

• Een indicatie van hoe het momenteel gesteld is

met de bindingen van Marokkaanse migranten in Nederland met familie, vrienden en bekenden tijdens feesten, tracht ik uit deze verkennende studie af te leiden.

2.8 Samenvatting

Uit literatuur over Marokkaanse migranten in Nederland komt naar voren dat hun bindingen met familie, vrienden en bekenden, die met name op (religieuze) feestdagen duidelijk aan de oppervlakte komen, onder druk staan. Na de gezinshereniging hebben zich in vele Marokkaanse gezinnen problemen voorgedaan. Enkele van die problemen zijn het niet langer accepteren van het ouderlijk gezag en een hoge betrokkenheid bij criminaliteit. Sommige wetenschappelijke onderzoekers beweren in literatuur dat Marok-kaanse migranten noch aansluiting vinden bij de Nederlandse, noch bij de MarokMarok-kaanse gemeenschap alhier, dan wel in Marokko. Als dit zo is, dan is er sprake van anomie, van sociale desorganisatie in de Marokkaanse groep in Nederland.

Indien het aannemelijk blijkt dat allerlei regulerende factoren van de Marokkaanse gemeenschap in Nederland niet meer werken, dan is het waarschijnlijk dat dit ook naar voren komt in hun manier van

feestvieren. In het vieren van feesten en rituelen tonen en benadrukken mensen hun identiteit aan anderen.

Indien Marokkanen in Nederland noch aansluiting kunnen vinden bij Marokkaanse instituties noch bij Nederlandse, dan zal de feestviering van Marokkaanse migranten een indicatie geven van de bindingen met familie, vrienden en bekenden van Marokkaanse migranten in Nederland. De plausibiliteit van deze stelling zal blijken uit de antwoorden op de twee centrale deelvragen van deze studie.

58

Van den Berg-Eldering: 1978, pp.139-156; Shadid: 1979, pp.210-211.

59

(26)
(27)

"IK WEET NIET •• JE VOELT GEEN FEEST. HET IS ANDERS."

Hoofdstuk 3

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk bespreek ik de resultaten van de interviews met de negen respondenten. Dat doe ik aan de hand van de volgende tweedeling: Marokkaanse- en Nederlandse feestdagen. Aan het eind van dit hoofdstuk maak ik een vergelijking tussen de viering van Marokkaanse feesten zoals beschreven in de literatuur (zie paragraaf 2.4) en de viering van de feesten zoals die is verwoord door de respondenten in de interviews.

3.2 Viering van Marokkaanse feestdagen

De viering van Marokkaanse feestdagen verdeel ik onder in twee aspecten: de v1ermg van deze feestdagen voor de migratie in Marokko en de viering na de migratie in Nederland en/of België (vanwege de verhuizing van Mustafa van Marokko, eerst naar België en later naar Nederland).

3.2.1 Viering van Marokkaanse feestdagen in Marokko

Van de negen respondenten van deze studie zijn er zeven in Marokko geboren. Dat zijn Abdel, Hassan, Brahim, Mustafa, Somaya, Yasmina en Nawal. Nawal is echter op tweejarige leeftijd reeds met haar ouders naar Nederland gekomen. Hierdoor heeft zij geen eigen herinneringen aan haar leven in Marokko. De andere twee (Nordin en Simsa) zagen in Nederland het levenslicht. Bij de bespreking van de viering van Marokkaanse feestdagen in Marokko komen zodoende alleen de eerste zes respondenten aan het woord.

Abdel, Brahim, Hassan, Somaya en Yasmina vierden in Marokko 'id al-fitr', 'id al-adha', 'sbu' en 'khitana'. Abdel, Brahim en Hassan hebben bovendien 'id al-maulid' in Marokko gevierd. Mustafa zegt zich niet veel te herinneren van de feestviering in Marokko, omdat hij op vijfjarige leeftijd naar België is verhuisd. Over de viering van 'id al-fitr' in Marokko zegt Somaya het volgende:

fitr':

"Dan kwam 's morgens de familie bij elkaar. Iedereen had wat gemaakt om te eten. Nou, de hele dag brachten we dan door bij elkaar. Families en kennissen en zo. 's Middags ga je zelf ook naar kennissen. Dus" Het is een zoete dag, zeg maar. Je eet alleen maar zoete dingen. Je hebt de hele ramadan doorgebracht, je hebt de hele maand door gevast. En dan zeggen ze van aan het einde van de maand, dus de eerste dag dat je niet vast, eet je allemaal zoete dingen. 'Id al-fitr' is gewoon een ontbijtfeest. En dan ga je ontbijten met koekjes, zoete koek"allerlei zoete dingen.•

(28)

al-"Id al-fitr, dat is een dag na de ramadan. Dat noemen wij gewoon .. het is meer een dag eigenlijk om aan de arme mensen te denken. Iedere moslim is verplicht een eigen bijdrage te geven aan de arme mensen. Je doet het gewoon met geld of .. je kan het ook in suiker of in tarwe doen. In natuurlijke produkten ja, dat kan je ook doen."

"( .. ), voor vijf uur 's ochtends moet je geld geven aan arme mensen. Dat is verplicht. Na vijf uur telt niet. Voor vijf uur moet je geld weggeven .. of graan of zo."

Bovendien is het volgens Abdel een gewoonte om ruzies op 'id al-fitr' bij te leggen.

"Iedereen is netjes op straat. En dan bezoeken .. jouw kennissen .. jouw familie. De bedoeling van dit is eh .. sommige mensen die hebben geen relatie meer bijvoorbeeld. Ruzie, met familie of zo. Maar die dag, dat is de goeie dag om het goed te maken. Of jij gaat naar hem toe of hij komt naar jou toe."

De feesten werden gevierd in het bijzijn van familie, vrienden en bekenden. De uitnodiging van die gasten ging 'vanzelf'. Brahim en Yasmina verwoorden dat als volgt:

"Iedereen wist wel dat het een feestdag was. Dus iedereen doet gewoon mee. En de familie komt bij elkaar. En de buren. Dat gaat gewoon vanzelf daar hè. Als er een feestdag is, dan is het voor iedereen. En iedereen doet gewoon mee."

"Iedereen gaat vanzelf gewoon. Je gaat niet iemand uitnodigen van kom bij mij of zo. Iedereen gaat spontaan naar elkaar toe. Als je niet thuis bent, dan ga je maar naar de volgende."

Bij 'sbu' en 'khitana' was het meer gewoonte om gasten speciaal voor het feest uit te nodigen dan bij 'id al-fitr', 'id al-adha' en 'id al-maulid'. Die uitnodiging ging dan voornamelijk uit naar familieleden en verliep formeler dan bij het slotfeest van ramadan en 'het Grote Feest', dat door verschillende respondenten ook wel 'suikerfeest' wordt genoemd. Hassan, Brahim en Yasmina beweren dit in het interview. Over de besnijdenis weet Hassan zich het volgende te herinneren:

•Je neemt je kind mee naar het ziekenhuis. Daar zijn een paar mensen die zijn gespecialiseerd in het besnijden van kinderen. Je neemt die man mee naar huis. Dan wordt gewoon dat kind besneden. En dan, ja .. als je een groot feest geeft, dan huur je een paard. Dan zet je dat kind op dat paard, op straat met de muziek erachter. De familie gaat er ook gewoon achter. Ze gaan naar de moskee, daar een beetje .. niet bidden, maar eh . .laten zien dat dat kind besr.eden wordt."

Bij de viering van deze feesten is het tevens van belang hoe het gesteld is met de financiële middelen van degene die het feest geeft. Dat wordt duidelijk gemaakt door Hassan:

"Eigenlijk, als je een feest geeft, dan gaat het er altijd om of je het kan. Als je geld hebt, dan wil je een groot feest geven, dan geef je gewoon feest. Als je bijvoorbeeld zoals bij ons thuis, mijn vader die kon helemaal geen groot feest geven, dat gaat altijd tussen ons, familie. Mijn broers en mijn zus die getrouwd is, en mijn neven en mijn oom, die komen gewoon. Maar als je geld hebt, kan je gewoon een groot feest geven. ( .. ) Maar als je geen geld hebt, dan ga je gewoon tussen je eigen gezin eh ... "

Abdel en Hassan hebben ook 'asjoera' in Marokko gevierd. De aanleiding tot dit niet-islamitische feest is volgens hen dat ooit door Israëliërs een moslim is onthoofd. Die gebeurtenis is later in Marokko aangegrepen om op die dag feest te vieren. Dat gebeurt door het ontsteken van vuur en het zingen van liederen. Opvallend is dat deze betekenis van 'asjoera' niet overeenkomt met de officiële betekenis, zoals

(29)

die in de literatuur staat vermeld. In literatuur wordt melding gemaakt van een bezoek aan graven van overleden familieleden, voornamelijk door vrouwen en meisjes. Voorts wordt gesteld dat 'asjoera' twee dagen vasten omvat ter herdenking van Nuh's vlucht uit Egypte.

Hassan weet het volgende over 'asjoera' te vertellen:

"("), die dag wordt veel speelgoed verkocht. Als je kinderen hebt, ga je voor je kinderen speelgoed kopen. Ja, noem maar op .. tam-tam, een waterpistool eh .. veel dingen. Het gaat erom wat je kinderen willen hebben."

Andere feestdagen die in Marokko zijn gevierd en die mijn respondenten gedurende het interview aanhalen, zijn de Marokkaanse trouwdag, een dag ter ere van de verjaardag van de koningin en een dag ter herinnering aan de onafhankelijkheid van Marokko. Deze laatste twee feestdagen noemt Brahim. Ze lijken volgens hem op de viering van Koninginnedag en Bevrijdingsdag in Nederland. Waarom er wel feest wordt gevierd bij de verjaardag van de koningin en niet bij de verjaardag van de koning, wordt niet duidelijk uit het interview met Brahim. Abdel vertelt uitgebreid over de trouwdag in Marokko.

"De ouders van die vrouw, vooral de moeder, die wacht buiten om te kijken of haar dochter nog maagd was of niet. Ze moeten laten zien dat die broek, of dat onderbroekje vol bloed is. En dan leggen ze die broek op zo'n dienblad en dan lopen ze door de hele straat en zingen, ja kijk, onze dochter was nog maagd. Als ze dat niet is, dan wordt er veel blablablablabla."

3.2.2 Viering van Marokkaanse feesten in Nederland en/of België

De respondentengroep vertoont een grote verscheidenheid in de viering van Marokkaanse feesten in Nederland en/of België. Dat geldt niet zozeer voor 'id al-fitr' en 'id al-adha', de twee belangrijkste islamitische feestdagen, maar wel voor de andere feestdagen. Dat blijkt uit het onderstaande overzicht.

Op Mustafa na vieren alle geïnterviewden het 'suikerfeest' aan het einde van de vastenperiode. Mustafa viert trouwens helemaal geen Marokkaanse feesten in Nederland. Brahim, Hassan, Somaya, Yasmina, Nawal, Nordin en Simsa vieren 'id al-fitr' daarentegen ieder jaar; Abdel heeft dit feest voorlopig alleen in 1992 in Nederland gevierd. Hierbij teken ik aan dat hij sinds maart 1990 hier verblijft.

Verschillende deelnemers aan deze studie merken op dat de 'sfeer' van de feesten in het algemeen en 'id al-fitr' in het bijzonder, in Nederland 'anders' is dan in Marokko. Abdel, Brahim en Yasmina doen dat respectievelijk in de volgende bewoordingen:

"Ik weet niet"je voelt geen feest. Het is anders. Als je in Marokko wakker wordt, dan zie je een tafel vol met eten. Lekkere dingen, broers, vader, ouders. Maar hier word je wakker, jaaa" helemaal stil. ( .. ) Voor iemand die getrouwd is met een Nederlandse vrouw, of die hier alleen is, is het echt geen feest."

"Maar tegenwoordig hier is het toch anders. Er komen weinig mensen bij je. En het gaat niet alleen om het eten. Het gaat ook om"dat je aan iemand wat geeft. (") Je viert het niet zo"bijvoorbeeld zoals je gewend was in Marokko. (") Je voelt toch dat er een andere sfeer is dan ik gewend ben."

"Ja, de sfeer is anders. De sfeer is er gewoon niet. (") Kijk, als je daar (in Marokko; G.H.) bent en er is feest, je loopt op straat. Iedereen heeft gewoon feest met elkaar. Heel Marokko heeft eigenlijk feest. Dat is hier niet."

(30)

De 'sfeer' slaat voor Somaya en Brahim terug op de rituelen, zoals de verplichte donatie, die bij een bepaalde feestdag horen. Yasmina refereert aan het feit dat niet iedereen in Nederland de Marokkaanse feesten viert.

"Kijk, als je daar bent en er is feest, je loopt op straat. Iedereen heeft gewoon feest met elkaar. Heel Marokko heeft eigenlijk feest. Dat is hier niet."

Toch voelt zij zich sinds haar huwelijk (met een Marokkaanse man) meer bij de feesten betrokken dan voorheen. Samen met haar echtgenoot moet ze nu bijvoorbeeld zelf zorgen voor een offerram.

Hassan en Brahim merken op dat de wijze van uitnodigen in Nederland verschilt met die in Marok-ko. In Marokko ging dat vrijwel 'vanzelf', zoals aangegeven in de vorige paragraaf, terwijl dat in Nederland veel formeler gebeurt.

Hassan geeft aan dat er in Nederland wel eens problemen zijn met het verkrijgen van een vrije dag.

In Marokko kende hij dat probleem niet, omdat daar iedereen het feest vierde. In Nederland levert het

verkrijgen van een vrije dag ondermeer problemen op omdat Marokkanen voor het vaststellen van een feestdag uitgaan van de maanstand. Het begin van de vastenmaand wordt bijvoorbeeld niet door berekening bepaald, maar op grond van waarneming van de nieuwe maan. Bij het vaststellen van de datum kan een afwijking optreden omdat de maansikkel soms een dag eerder of later wordt gezien. Die waarneming is afhankelijk van de maanstand en eventuele bewolking. Ramadan begint, net als de overige feestdagen, elk jaar in het algemeen elf dagen vroeger. Daarbij kunnen niet voorspelbare verschillen optreden van een tot twee dagen. Het gebruik van de maankalender zorgt er dus voor dat belangrijke gebeurtenissen, zoals de Marokkaanse feesten, zich gestadig door de (westerse) seizoenen bewegen. Zij

vinden elk jaar op andere dagen van de westerse kalender plaats en zijll niet altijd van tevoren vast te

stellen op een specifieke dag60

Ook de jongere respondenten bemerken een verschil in beleving van de feesten. Nawal, die dertien jaar is en enkele feesten in Marokko heeft meegemaakt, zegt dat met de volgende woorden:

"De mensen maken gewoon eten klaar voor als er iemand komt of zo. (") In Marokko is het veel gezelliger. In dat dorp"de mensen kennen elkaar allemaal. En dan gaat een groepje kinderen"gaan ze gewoon naar die mensen toe."

Ook voor haar geldt dus dat het aantal mensen dat deelneemt aan de viering van het feest van invloed is op 'de sfeer' van het feest. Bovendien refereert ze met haar uitspraak aan de wijze van uitnodigen van gasten, die in Nederland 'anders' is dan in Marokko.

'Het Grote Feest' oftewel 'id al-adha' wordt eveneens door alle respondenten, met uitzondering van Mustafa, in Nederland gevierd. Hassan, Somaya, Yasmina, Nawal, Nordin en Simsa vieren dit feest ieder jaar in Nederland. Abdel heeft dit feest voor het eerst in 1993 in Nederland gevierd, terwijl Brahim sinds 1972, het jaar van zijn komst naar Nederland, niet ieder jaar aan de viering van dit feest heeft deelgeno-men.

Ook de beleving van dit feest in Nederland kan volgens sommige respondenten niet tippen aan de beleving in Marokko. Abdel en Somaya verwoorden dat heel treffend als volgt:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om ook op een andere wijze de relatieve omvang van gezinsvereniging of -vorming te kunnen bekijken is in Bijlage IV een grafiek opgenomen waarin is aangegeven hoeveel

4p 3 † Geef met behulp van de bindingstheorie een verklaring waarom Marokkaanse meisjes zich niet of nauwelijks aan criminaliteit schuldig maken en relatief veel Marokkaanse jongens

Ecologie De ecologische randvoorwaarden voor het toekomstbeeld voor 2030 zijn als volgt gedefinieerd: • De bodemkwaliteit moet in stand worden gehouden met het oog op

Op donderdag 16 december 2010 heeft het vierde Arbeidsmarktcongres plaats van het Steunpunt Werk en Sociale Economie, in samenwerking met het Departement Werk en Sociale Economie..

man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw werk (toegekend) werk (zoeken) studie familie asiel. werkloosheidsgraad

We ‘focus’ light at any point on the distal fiber facet by using a single input mode utilizing light scrambling in a MMF, pulse shaping in time, and a nonlinear optical detection2.

innovation takes place is commerce, construction, electronics & instrumentation, nutrition, and health. The digital revolution is happing with Industry 4.0,

Since the digital environment has become increasingly essential for brand communications, this research will investigate the impact of corporate responses on online consumer